Alle blogs laten zien

Dinsdag 19 mei 2015: Eindelijk weg.

Dinsdag 19 mei 2015 – Eindelijk weg.

Verdomd als het niet waar is, wanneer we op het punt staan om op vakantie te gaan gebeurt er altijd wat. Vorig jaar bij vertrek waren we (althans dat dachten we) de Tomtom vergeten, het jaar daarvoor deed de verlichting van de caravan het niet, stekker stuk. Het jaar daarvoor gaf de omvormer de geest, het jaar daarvoor waren we de sleutels kwijt en moesten in het huis overal nog nieuwe sloten. We hebben het ook al een keer gehad dat het achterdeurslot van de auto het niet meer deed, kortom altijd wat anders maar zelden wat goeds. Het lijkt wel of onze vervoers –en verblijfsmiddelen er tegenop zien om op reis te gaan en dat dat ze een eigen wil hebben.

Dit jaar was evenwel alles in orde, caravan was tiptop, zeven keer gecontroleerd. Auto net door de keuring heen, wie doet je wat... totdat we een paar dagen voor vertrek een kraakje in de auto hoorden. Hij leek wel wat aan te lopen met ontkoppelen. Via Dirk naar Steef die monteur is en een eigen bedrijfje heeft in de Oudorper polder. 'Nee hoor, dat is niets. De druklager van je koppeling is versleten en nu loopt het een beetje aan. Daar kan je nog wel mee naar Peking heen en weer', aldus Steef.

Nou dat bleek. Ik denk dat hij naar chinees restaurant 'Peking' heen en weer bedoelde want de koppeling ging steeds meer herrie maken en we begonnen steeds meer te twijfelen of het wel verstandig was om met deze auto op reis te gaan. We vertrouwden het eigenlijk niet. Het was uiteindelijk de auto zelf die de knoop doorhakte: hij gaf de geest. Zondag zouden we vertrekken dus op de vrijdag daarvoor nog even gestofzuigd bij de wasserette, daarna door de wasstraat: hij glom tegen je aan. Toen ik er uit reed begon hij wat te bokken en na 20 meter stopte hij er mee. Koppeling stond omhoog en helemaal vast. Gelukkig hadden we nog niet getankt want stel je voor dat hij naar de sloop moet, ben je dat geld ook kwijt.

De auto op een veilig plek gezet, een beetje uit het pad en de ANWB gebeld. Een uurtje later kwamen er een gele wagen voorrijden en hij was er snel uit: hier kan ik niets aan doen, afslepen maar. Even naar Dirk gebeld want Dirk regelt het onderhoud van de auto al jaren. Het was namelijk de bedoeling om dit jaar nog met de auto te rijden en hem volgend jaar aan Ahmed of Mustafa te verkopen. Ik krijg namelijk iedere 14 dagen wel een brief van louche auto exporteurs of ik mijn wagen niet wil verkopen, maar ja, loopt hij niet dan vang je alleen maar oud ijzer waarde. 'Breng hem maar naar Steef', zei Dirk. In afwachting van de sleepwagen even broodjes gehaald en gegeten. In de tussentijd hadden we al koffie gekregen van het administratiekantoor waar we op het parkeerterrein stonden want hij vond het zo sneu dat we daar al zo lang stonden en dat was ik wel met hem eens. We hadden net de koffie op toen we hoorden: 'Hallo, ik ben van Haulo, waar willen jullie naartoe?' Auto op de wagen gesleept en op naar de Oudorperpolder.

Intussen was Dirk ook al bij Steef aangekomen en samen zijn we naar de Ford dealer gereden om te kijken of het onderdeel te krijgen was. Was er niet, moest in Duitsland besteld worden. Gelukkig was het vrijdag, zaterdagochtend zou het er kunnen zijn. Prachtig, gelijk besteld en de kosten vielen mee. Steef had in het weekend geen tijd, hou zou het maandag wel kunnen repareren. Prima, dan maar even later weg, geen punt. Het geld wat we dan niet uitgeven kunnen we reserveren voor de reparatie. Wij op ons gemak verder met de voorbereidingen. Op zondag belde Dirk onverwacht. Wanneer de koppelingsplaten vernieuwd waren. 'Een paar jaar geleden' antwoorde ik. 'Mooi, dan doen we daar niks aan', kreeg ik te horen. Toen bleek dat de auto intussen bij Sjors op de brug stond, een andere maat van Dirk. Steef heeft geen brug, Sjors wel. Ondanks dat het zondag was waren de mannen aan het sleutelen voor ons omdat Dirk vond dat we nodig aan vakantie toe waren. Zondagmiddag stond hij weer op het pad: grote klasse. Er was alleen een klein probleem, het druklager bevat een kogellager en die was in zevenentwintig stukken gebroken en ze hadden niet alle kogeltjes terug kunnen vinden. Nou kan dat weinig kwaad, er is niets waar ze tussen kunnen komen maar ze zitten nog wel ergens dus af en toe klinkt de auto als een Oud-Hollandsch Knikkerspel. Nou ja, het zij zo. Wij op zondagmiddag naar Breezand gereden en de lentetuin in Anna Pauwlona bekeken want we moesten een proefrit maken. Eén keer even wat gehoord maar daar werd ik niet echt zenuwachtig van. We gokken het er maar op. In Polen kunnen ze per slot van rekening ook sleutelen.

Maandag nog even voor een overleg naar Sjors en de mannen dachten ook wel dat het kon. Voor een vriendenprijs hebben ze ons uit de brand geholpen. Niks weekendtarief of onregelmatigheidtoeslag. Mannen, bedankt! De verdere maandag hebben we besteed met het inladen van de auto en nog maar even voor de laatste keer grasmaaien en vandaag was het dan eindelijk zover. De negentiende in plaats van de zestiende maar het had erger gekund. Als je nooit tegenslagen hebt kan je voorspoed ook niet waarderen moet je maar denken.

Vanmorgen afscheid genomen van iedereen. Anne en Jim blijven thuis en passen op het fort. Ook Arie blijft thuis. Voor wie hem nog niet kent: Arie is onze tuinkanarie. Een jonge ekster die ik vorige week met het grasmaaien tegenkwam. Waarschijnlijk uit het nest gevallen. Even stond ik in twijfel, snij ik hem in plakjes met de grasmaaier of toon ik mededogen. Het laatste was het geval. Dat zou in op de korte termijn in ieder geval een hoop minder troep geven. Arie in de kattenbench en wij wurmen spitten. Een niet te stillen honger heeft hij. Inmiddels woont hij een week in ons midden en begint al echt deel uit te maken van het gezin. 's Avonds zit hij op je schouder om samen het journaal kijken. Echt een verrijking.

Voor het eerst in 30 jaar weer met zijn tweeën weg dus. Zal wel weer even wennen zijn, een soort vernieuwde huwelijksreis. Dit jaar richting Polen. Waarom Polen? Wie zal het zeggen. Onbekende horizonten lonken moet je maar denken. De afgelopen paar jaar hebben we al vaker toeristisch onbekende streken bezocht en met groot plezier. We zijn erg benieuwd wat ons dit jaar te wachten staat. Eerst gaan we een paar dagen naar Berlijn. Schijnt een leuke en bruisende stad te zijn. Het ligt op de route dus je bent gek wanneer je er niet gaat kijken. Ondertussen staan we in Räbke, vlak bij Helmstad, zo'n 175 km van Berlijn. We hadden het bekeken met rijden vanmiddag, het was erg druk op de weg, het zag zwart van de vrachtwagens. Op Erholungspark Nord-Elm was nog plek genoeg, wat zeg ik, met 13 man delen we de hele camping.

Vanavond uit eten geweest in de Gaststube, Gansjahrig geöffnet. Asperges, hollandaisesaus, gerookte zalm en peterselieaardappeltjes voor € 14.50. Lekker en niet duur. Nu nog even een koppie thee en daarna een camping uitzoeken voor morgen. Geen wekker, da's lekker, we zien wel hoe het loopt morgen. Ondanks een wat matig voorspel begin week mogen we over de start niet mopperen.

Woensdag 20 mei 2015: Het gaat langzaam vooruit...

Het werd al vroeg licht vanmorgen, zo rond een uur of vijf was het al lekker licht. Reden dat we dit merkten was gelegen in het feit dat we het 'buitengordijn' niet opgehangen hadden. Ik de flap uit het vooronder gehaald en alsnog opgehangen. Het was direct een stuk donkerder. Toch kon ik de slaap niet direct meer vatten. Na een uur of zes ben ik weer ingedommeld en werd even na achten weer wakker. Koppie thee gemaakt en lekker even naar de douche. Prima voor elkaar. Daarna even brood gehaald, gegeten en ingepakt. Het liep allemaal voorspoedig. Veel hoefden we niet op te ruimen. De caravan stond nog aangekoppeld dus dat scheelde ook weer. Gisteren hadden we al een camping uitgezocht: 185 km van hier. Besloten om binnendoor te gaan, dan kom je misschien nog wel wat leuks tegen.

Auto gestart, liep als een zonnetje. Ik trap de koppeling in, wil de auto in de eerste versnelling zetten en krijg het niet voor elkaar. Soms heb je nog wel eens dat zijn één niet pakt maar de tweede wel maar in dit geval deed niets het meer. Balen natuurlijk. Ik nog even net doen of ik er verstand van heb en onder de auto gekropen maar ik zag niets bijzonders. Gek, gisteren zijn we tot hier gekomen zonder problemen en nu ligt het hele koppelingsgebeuren weer plat. Ja, wat is wijsheid op zo'n moment. Even Dirk gebeld of die nog suggesties had maar die kon ook even niets bedenken. ANWB dus maar even gebeld, ik betaal per slot niet voor niets lidmaatschap. Ik had nog wel even in mijn achterhoofd: vorige week was het ook al bingo, benieuwd wat de reactie is.

Na een wachttijd van een minuut of vijf kreeg ik iemand van de buitenlandservice te pakken. Afgesproken dat we met de ADAC naar een garage gebracht zouden worden, de sleepwagen zou er met een uurtje zijn. Waar hadden we dat meer gehoord? Toen maar de net ingepakte spullen weer uit de auto gepakt. Fietsen er uit, luifel opgezet, stoelen er uit, kist met boeken want wie kan zeggen hoe lang het gaat duren. Inderdaad, na pakweg een uur kwam er een wagen van de ADAC. Na een uitgebreide papierwinkel ingevuld te hebben waarvan de chauffeur zei 'Das ist typisch Deutsch, diese Dreckpapieren', werden de auto, ik en de elektrische fiets op de wagen getrokken en naar Helmstedt gebracht. Elektrische fiets hoor ik u denken, daar was toch niets mis mee? Inderdaad, daar was niets mis mee, gelukkig maar, maar ik moest natuurlijk ook weer terug.

De auto afgezet bij Fachgarage Martin, specializiert in Ford Fahrzeuge. Samen met der Chef Werkstat Oscar Schwarzhände het probleem besproken en uitgelegd wat er vorige week allemaal aan de auto gedaan was. Het kwam hem ook wat onwaarschijnlijk voor dat er gisteren eigenlijk niets aan de hand was en dat er vandaag zomaar weer allerlei problemen waren. Hij weet het aan het hydraulische systeem. Daar was toch waarschijnlijk wat lucht in achtergebleven. Vanwege de wisselende consistentie van de olie vanwege het vele rijden zou dat de oorzaak wel eens kunnen zijn. Ik durfde hem eigenlijk niet tegen te spreken want ik hoop ook op een dergelijk simpel probleem. Met hem afgesproken dat hij me morgen nog even belt met een indicatie van de kosten want wanneer het te gortig wordt bind ik de caravan wel achter de fiets en laat ik de auto repatriëren. Vandaag werd het niets meer zei de Chef Angestelte, misschien kunnen ze aan het eind van de middag nog even kijken maar van repareren komt niets, dat wordt op zijn vroegst morgen.

Op de fiets weer terug, 15 kilometer door zwaar geaccidenteerd terrein maar gelukkig had ik het exemplaar met hulpmotor onder de gat. Met een half uurtje was ik weer op de camping. Besloten om er maar het beste van te maken en voor onbepaalde tijd bij te boeken. Dat vond Evelyne, de eigenaresse, niet erg, we kunnen zo lang blijven als we willen, als we maar betalen. Het was gelukkig lekker weer vanmiddag, we zaten lekker in het zonnetje dus dat verzachtte het leed wat. Na het eten betrok het echter en nu regent het. Met bakken komt het uit de lucht. Gelukkig hebben we ons goed geïnstalleerd vanmiddag dus van het weerr hebben we weinig last. Rustig afwachten dus maar wat de toekomst ons brengt. Rust nemen en loskomen van de dagelijkse beslommeringen is ook eigenlijk het doel van vakantie. Anders dan rustig aan doen kunnen we hier eigenlijk nieten wat er nu allemaal gebeurt kan je eigenlijk geen dagelijkse problemen noemen. Welbeschouwd vergaat het ons dus prima.

Donderdag 21 mei 2015: Heuvels als bergen

We berusten er al in, het wachten. Gisteren natuurlijk pas de auto weggebracht. Misschien zou hij aan het eind van de middag (vandaag dus) klaar zijn maar daar geloofde ik zelf al niet zo in. Het zal wel wat later worden. Ik hoop wel dat ze het vrijdag voor elkaar kunnen krijgen want de Pinksterdagen komen er ook aan. Dan ben je direct al weer 3 dagen verder. Nu is het hier niet zo beroerd maar om hier nu een dikke week door te brengen, nee, dank u.

Op ons gemak gedaan dus maar vanmorgen en na het eten een ritje op de fiets gedaan. De eerste twee kilometer gingen wel. Over een pad waar we gisterenavond gewandeld hebben en wat uiteindelijk doodliep in een weiland. Weer terug dus en door een nieuwbouwwijk in aanbouw de grote weg weer opgezocht. Het ging als een Jekko, we hadden lekker de gang er in. Dat kwam waarschijnlijk omdat Räbke op een heuvel gelegen is en alle wegen vanuit het dorp een dalend karakter hebben.

Het dalen hield op een gegeven moment op want je kunt nu eenmaal niet verder dan diep, en bij een rotonde aangekomen moesten we een keus maken. Eerste rechts maar genomen, de L652 richting Köningslutter. Omdat we geen goede kaart van de omgeving hebben maar gekozen voor zekerheid. Met vier keer rechts kom je, als het goed is, weer op het punt van vertrek uit. Of het echt een gelukkige keuze was, achteraf bezien waarschijnlijk niet, we hadden beter de rotonde 360 graden kunnen nemen. De weg had een behoorlijk stijgend karakter, een soort geasfalteerd Klimduin maar dan even hoger. Bij iedere bocht denk je, hé dat is mooi, we zijn bijna aan de top. Totdat je er achter komt dat na die bocht, buiten het zicht, de weg toch nog weer verder klimt.

Halverwege maar even een stop gehouden want een klimmetje vind ik niet erg maar een kilometer of vier omhoog vond ik toch wel even wat veel. Jantiene ging fluitend omhoog maar die had dan ook elektrische ondersteuning. Uiteindelijk de top bereikt, das Elfenpfad. Daar gekozen voor de afdaling richting Lelm. Vier kilometer afdaling, heerlijk. Rond de veertig km/u gaf de teller aan. Eigenlijk te snel, de kans dat je dan binnen niet al te lange tijd weer moet klimmen wordt met de minuut groter. Gelukkig viel het mee, in Lelm weer rechtsaf richting Räbke. Wel wat heuveltjes maar die waren wel te doen. In Räbke even rondgefietst. Leuk dorp maar er is werkelijk niets te doen. Uitgestorven, geen mens op straat, geen winkel te vinden en bovenal typisch Duits: zu Nett und Ordentlich. Met dan vooral de nadruk op Zu, het is net allemaal tè netjes. Het doet denken aan een Märklin modelspoorbaan. Daar zaten ook van die huisjes bij waar alles erg netjes was en daar liepen ook geen mensen op straat.

Wat wel opvallend was dat hier veel huizen op de muren dakpannen als bedekking hebben. Dat kwam in Nederland vroeger ook wel voor, vooral in de Zaanstreek, schuren van dakpannen. Alleen werden die als opslag gebruikt en werden de pannen met spijkers of ijzerdraad op een houten frame bevestigd en had de wind min of meer vrij spel zodat de opgeslagen goederen droog bleven. Hier wordt op een gemetselde muur een houten frame bevestigd waar dan weer dakpannen bevestigd worden. Wonderlijk.

Na de thuiskomst even uithijgen en eten, we hebben natuurlijk ook een conditie van lik me vessie. Gelukkig scheen de zon en konden we lekker languit in de blauwe stoelen. Vanmiddag werden we nog gebeld door de ANWB, of er al iets bekend was. Nee, helaas. Nou, dan bellen we ze wel even zei de man aan de andere kant van de lijn. Tien minuten later belde hij terug. Hij had contact gehad met de garage, de oliecylinder was net binnen en misschien konden ze er vandaag nog aan beginnen maar morgen zeker. Morgenochtend om tien uur bellen ze opnieuw en laten het mij dan weten. Wat een service!

Ondertussen denk ik natuurlijk wel: ze zitten er wel erg achter aan. Zou dat wellicht zijn omdat ze anders de verplichting tot vervangend vervoer hebben en de auto moeten laten terugbrengen? Of zou het gewoon goede service zijn. Laten we maar uitgaan van het laatste. Hoe het ook zij, blij dat ze er achteraan zitten. Met een beetje mazzel kunnen de fietsen morgen weer achter in de auto en laten we de 90 paarden onder de motorkap zwetend de heuvels bedwingen terwijl wij van het landschap genieten.

Vrijdag 22 mei 2015: In memoriam

 

 

Wat blijft zijn de herinneringen

 

Met pijn in het hart delen wij u mede dat

na 168.841 km en tien jaar trouwe dienst is ons

tijdens de vakantie in Duitsland, op weg naar Polen

op vrijdag 22 mei 2015

toch nog onverwacht is ontvallen

onze lieve mooie rooie

 

Ford Transit 19 – VR – VG

 

Haar levensmotto was vol gas karren

Wat rest is stilte

Het gemis doet zich nu reeds voelen

'Het zal leeg zijn op het pad'

 

De uitvaart zal in besloten kring plaatsvinden in Helmstedt, Duitsland.

De stoffelijke resten staan tijdelijk opgebaard bij de Ford dealer aldaar.

Onze auto hield erg van rode diesel en gele bloemen

Uw condoleances kunt u plaatsen op de reactieruimte hieronder.

Zaterdag 23 mei 2015: Overwaarde

Het was een matige nacht. Onrustig. Dat kwam niet alleen door de autoperikelen die zich toch wel doen voelen maar ook door onze medekampeerders. Toen we hier kwamen schreef ik dat we met zijn dertienen de camping bevolkten, dat aantal is zeker vertwintigvoudigd. Verschillende jeugdgroepen zijn aan komen wapperen die samen Pinksteren vieren. Gisteren was het vrijdag, laatste werkdag, en na vijf uur liep het hier vol. Muziek schetterde door de bomen, overal kampvuurtjes, karoakewedstrijden, en groepen onder een partytent met een krat Schwarzbier in het midden, stevig debatterend. Het doet me een beetje denken aan het Midzomernachtfeest wat we een keer op Öland in Zweden meegemaakt hebben. Een hoop drank en luidruchtig gelal. Ik denk wel dat wanneer je deel van zo’n groep uitmaakt het gezellig is dus we hadden er wel begrip voor. We maakten er geen deel van uit dus onze opluchting was groot toen we om een uur of half vier vannacht we de laatste ‘gezellige’ klanken hoorden.

Vanmorgen ben ik redelijk op tijd op de fiets gestapt, richting Helmstedt. We stonden gisteren voor de keus om de auto te laten repatrieren tegen aanzienlijke kosten of hem in Duitsland in te voeren en hem hier te laten sloepen. Voor het laatste gekozen. Het eerste geeft een hoop gedoe en kosten terwijl je niet weet of je dat er weer uit haalt. Soms moet je je verlies nemen, kop omhoog en weer verder gaan. Dat de auto hier nu blijft betekent wel dat ik nog even een klussie had. Er zitten nog een hoop spullen in, inherent aan een grote auto, die we niet willen laten verdwijnen. Het lijkt trouwens wel of Helmstedt dichterbij komt te liggen, ik raak al aardig vertrouwd met de route.

Rond half tien was ik er en heb me even gemeld bij de receptie. Direct even gevraagd of de receptioniste me in contact kon brengen met een sloper. Dat heeft ze geprobeerd maar ja, es war Pfingstensamstag, so… geslossen. Leider, Dienstag werden wir es nogmal probieren. Dinsdag beginnen alle bedrijven hier al om zeven uur dus de kans is groot dat ik het dan wel voor elkaar krijg. Toen naar de auto. Alle vakken leeggehaald, kluis eruit, radio gedemonteerd, noem maar op. Alles bij elkaar was het toch nog wel een behoorlijke berg. Alles in de achterbak en als laatste de nummerplaten losgemaakt. Dit staateigendom moet ik weer in Nederland inleveren bij de Rijksdienst voor het Wegverkeer om te voorkomen dat er iemand met mijn Nederlandse platen gaat rijden. Ik had er tegenop gezien maar het ging toch voorspoediger dan ik verwacht had. Om 11 uur was ik klaar. Auto afgesloten en hup, weer op het stalen ros.

Even over half twaalf kwam ik terug en zag bij de ingang van de camping een Nederlandse auto met een aanhanger waar een andere Nederlandse auto op stond. Dat was hoogstwaarschijnlijk ons vervangend vervoer. Ik vragen en jawel hoor, dat is onze nieuwe auto voor de komende drie weken. Een mooie blauwe Opel Zafira. Justin, zo heette de chauffeur, was al vroeg, hij zou eigenlijk vanmiddag komen. Op zich niet verkeerd, nu hebben we vandaag ook vervoer. Leuk karretje met alle mogelijke toeters en bellen. De auto de camping opgereden en na het ontvangen van de instructies en het tekenen van de papieren vertrok hij weer, richting Apeldoorn.

Wij zijn daarna de auto ingestapt en naar de garage gereden om de spullen op te halen. We waren blij dat het een ruime auto is, het was nogal veel spul. Het wordt straks evengoed passen en meten want de fietsen moeten de caravan in. Nou ja, wie dan leeft… Toen even boodschappen gedaan want hoewel de Duitsers als vanouds, toen het nog Teutoonse hordes waren die de buurstammen de schedel insloegen, aan God noch gebod doen, Pinksteren is heilig. Alles is dicht, geen boodschap te krijgen. We moeten ons dus voorbereiden op een soort Hongervoorjaar. Voordeel is dat we wel weten hoe lang het gaat duren.

Daarna zijn we nog even Helmstedt ingegaan. Een saaie, doodse stad, op de oude grens van Oost en West. Grauw zonder enige uitstraling. We liepen om een uur of drie in het centrum en er gingen al veel winkels dicht. Volgens de vrouw van het postkantoor heel normaal. De ene winkel sluit om twee uur, de andere om drie uur, net hoe het uitkomt. Voor het personeel wel lekker, voor ons wat minder. We hadden het snel bekeken. Nog even een korte toeristische route gereden om de auto te proberen en toen ‘naar huis’.

Ondertussen heeft de campingfamilie zich nog meer uitgebreid. Achter ons staat een tent met daarin zes mensen, althans dat waren het vroeger. Wanneer je goed kijkt kan je nog net zien dat ze menselijke trekjes vertonen, maar dan moet je wel wat archeologische scholing gehad hebben. Op dit moment vormen ze, naar ik schat, ongeveer 1253 kg lillend spek die per telefoon met elkaar communiceren. Ze waggelen wat rond bij hun tent, diepe sporen achterlatend. Wel mooi, zo heb je na drie rondjes om de tent bij regen direct een slotgracht. Geeft wel een romantisch tintje aan het verblijf hier. Een soort kasteel Haarzuilen van stof. Wat zullen ze wel niet gekost hebben per kilo. Ik denk dat je van de spek-overwaarde zo een mooie blauwe Opel Zafira kunt kopen.

Zondag 24 mei 2015: Was echt alles beter?

Pinksteren is echt een heel gebeuren. Gisteravond, ik had net de log geplaatst, kwam de spekbrigade tot leven. De muziek ging aan, de barbecue ook en er kwam leven in de brouwerij. Op zich geen ramp maar rond half twaalf had ik alle Freddy Breck en Heino schlagers wel gehoord en ging vragen of het volume wellicht iets naar beneden geschroefd kon worden. Ik wilde graag slapen. Geen probleem, muziek uit, er werd me een goede nacht gewenst en men verontschuldigde zich voor de overlast. Anders ging het vannacht, rond een uur of half vier vond men het op het 'jongerenveld' nodig om maar eens wat leven in de brouwerij te brengen, zette de muziek op tien en trok luid gillend nog even een biertje open. Daar waren we wat minder gecharmeerd van. Ik was net van plan om wat klappen uit te gaan delen met mijn pioniersschop, een erfenis uit mijn commando-periode, toen het, gelukkig voor het tuig daarginds, rustig werd. Ik legde mijn hoofd weer neer en kon gelukkig de slaap weer vatten.

Negen uur was het toen ik de ogen weer open deed. Helaas, te laat voor de eerste dienst in het Evangelisch-Luthers godshuis, volgend jaar beter dan maar. Het ochtendritueel, wassen en eten, afgehandeld en daarna de auto maar eens her-ingepakt. Gisteren hebben we alle spullen uit de bus zo de auto ingegooid maar wanneer dat zo blijft liggen krijgen we nooit alles mee. Met een half uur hadden we het voor elkaar, wat veel leek bleek weinig. Ik denk dat we weinig problemen zullen hebben om alles mee te krijgen. Dat wil zeggen, wanneer we de fietsen de caravan in kunnen krijgen. In de auto passen ze namelijk niet.

Kopje koffie, kopje thee, nog maar een keer een broodje en voor we er erg in hadden was het half één. We hebben nu weer een auto dus wat houdt ons tegen om de omgeving eens wat te gaan bekijken. Schloss Warburg was het eerste wat we op een bordje zagen staan. Wij er heen. Het was een aardig kasteel. In de tuin stonden de Ost Saksische Freiritter e.V. te kamperen. Een soort van hedendaagse vrije-tijds ridders die het leven van toen wat idealiseren en het proberen te imiteren. Met aanhangwagens vol tenten en meubilair rijden ze naar de plek van samenkomst en zetten daar hun tenten op. Gedurende zo'n weekend wanen de ridders zich echt in de late middeleeuwen en brengen ze, zonder enige hedendaagse luxe, cola drinkend door. Een tandarts speelt smid, de ICT'er maakt pijlen en bogen en de directiesecretaresse spint wol. Heerlijk even in een andere rol, ontsnappen aan het soms verstikkende 'normale' leven. Ik kan me voorstellen dat je daar plezier in hebt. Nou ja, behalve de cola dan, want daar ben ik geen fan van.

Even de burcht in geweest, een prachtig gebouw, in basis daterend uit 1483. We wilden er Kaffee und Kuchen nemen maar de bediening was zo traag dat we dat maar voor gezien hielden. Wel een rondje door de tuinen gemaakt. Daar was net een soort Hagepreek aan de gang. Een dominee stond buiten, achter een geimproviseerd altaar een doopdienst te leiden. Zo'n dominee uit de Fred Hachée show, zwarte toga met witte bef aan. Muziek er bij, het had wel wat. Helaas hielden ze de tuin bezet dus het bezoek daar aan ging, net als de koffie, niet door. Op de bonnefooi maar verder getrokken en bij Schöningen kwamen we het Paläon tegen. Een uitermate futuristisch ogend archeologisch museum. Opgebouwd uit spiegelende rvs platen die de hemel en het land reflecteren. Als je even niet goed kijkt zie je het gebouw zelfs niet staan, het lijkt een soort mirage, een luchtspiegeling. Het museum is opgezet vanwege een speer die er gevonden is en die 30.000 jaar oud geschat wordt. Het wordt beschouwd als het oudste jachtwapen ooit gevonden. We waren er van onder de indruk. Daar hebben we onszelf maar even getrakteerd op een kop koffie in het Flintstone restaurant (ja, werkelijk waar) en lekker in het zonnetje gezeten.

Daarna een rondje gelopen en toen we het hoogste punt bereikten van de heuvel waartegen het museum gebouwd is zagen we een gigantische bruinkoolgroeve. Dagbouw. Hele bergen waren verdwenen. Volgens borden die verderop stonden was de groeve zo'n driehonderd meter diep. Dat was ook de plek waar die speer gevonden is. Bij elkaar was er sinds eind 18e eeuw al meer dan een miljard m3 bruinkool gedolven. Onvoorstelbaar wat een gat. Tot 2017 gaat men er mee door, daarna is de concessie afgelopen. Een paar kilometer verderop staat de centrale waar alles heen gaat. De natuur herstelt zich trouwens wel aardig op de stukken waar men niet meer graaft. Het groen schiet aan alle kanten op en ziet er heel natuurlijk uit. Iets verderop stonden er langs de kant van de weg wat oude graafmachines en treinen opgesteld die men eertijds gebruikte voor de winning. Tegenwoordig graaft men met machines die per stuk zo'n 20.000 kubieke meter per dag winnen.

Iets heel anders kwamen we tegen in Hötelsleben. Die plaats ligt net in de oude DDR. Daar heeft men een stuk van het IJzeren Gordijn laten staan, compleet met wachttorens en al. Het begon met een schutting van drie meter hoog ,met prikkeldraad bekleed. Je kon er niet overheen en doorheen kijken. Daarachter lag een soort zandbak waarin men sporen kon herkennen. Als derde een metalen gaashek van 2.4 meter hoog, onder laagspanning. Wanneer de spanning onderbroken werd ging er een signaal af in de wachttorens. Dan kwam er een stuk 'niemandsland van ongeveer 100 meter breed met om de 40 meter lantaarnpalen. In dit gebied lag een weg waarover de grenswachten zich snel met voertuigen konden verplaatsen, de Kolonnenweg. Daarna kwam er een strook Kontrollstreifen, weer een soort zandbak. Daarna volgde een strook met 'Drakentanden', aan elkaar gelaste stukken spoorrails die moesten voorkomen dat men met zware voertuigen de barriere zou doorkruisen. Daarna stond er een muur van gewapend beton van ongeveer 2.5 meter hoog.

Dan lag er nog een strook van pakweg 50 meter DDR gebied. Hier lagen hier en daar, ter verhoging van de feestvreugde, ook nog wat mijnenvelden. Vlak voor de eigenlijke grens was als laatste nog een sloot gegraven, als laatste hindernis. Daarachter lag de Bondsrepubliek. Verder waren er nog de bemande wachttorens van waar men op alles schoot wat verdacht was. Dat deden ook de automatische schietinrichtingen die door middel van bewegingsmelders geactiveerd werden. Wat bij deze grensbarriere opvalt is dat ze, in tegenstelling tot bijvoorbeeld de Chinese Muur of de Muur van Hadrianus, niet bedoeld was om ongewenste vreemdelingen buiten te houden maar om de eigen bevolking binnen te houden. Desondanks al deze voorzorgsmaatregelen hebben toch nog ongeveer 40.000 mensen kans gezien om door, over of onder deze barriere door het westen te bereiken. Gelukkig is er in 1989 een einde aan deze waanzin gekomen.

In Mariënburg kwamen we een soortgelijk iets tegen. Hier was de grootste doorgang voor vracht –en autoverkeer. Een gigantisch complex, compleet met wachttorens, controleposten, wegsluizen, onderzoeksruimtes en bedenk het maar, het was er. Alles verlaten en stil nu, op het ruisen van de wind en het fluiten van de vogels na. Een treurig stemmend monument van verroest staal, afbladderende verf en verweerd beton.

De dag schoot al op, de navigatie dus op 'thuis' gezet. Die stuurde ons langs Harbke, langs een vervallen kasteel met een 'Traumgarten', een droomtuin. Bij de orangerie zouden we ook hier weer Kaffee und Kuchen kunnen nuttigen. Hup, auto aan de kant en kijken. Via een wandelpad door een grote landschapstuin kwamen we bij de orangerie, prachtig gelegen aan een waterpartij met aan de overkant de resten van een vervallend buitenhuis. Daar onszelf verwend, een Darjeeling voor mevrouw en een Duckstein voor meneer. Binnen werd een zoveel jarige bruiloft gevierd. Iedereen op zijn Paasbest, of moet ik zeggen zijn Pinksterbest. Ondanks dat we maar enige kilometers over de oude grens zijn is hier toch een andere mentaliteit voel – en zichtbaar. Buitengewoon vriendelijk en hoffelijk zijn ze hier en gesteld op uiterlijkheden. Wellicht een poging om de tekortkomingen uit een recent verleden te compenseren.

Ondertussen werd het wat frisser, te koel om nog op het terras te blijven zitten en dus hebben we de reis terug naar huis maar voortgezet. Hier is het vanavond gelukkig rustiger dan gisteravond. Ik hoop dat het zo blijft. Zo de blog nog even posten en dan nog even in mijn boek. 'De Hunnen' van Jan Cremer, een geweldig epos. Het is niet de eerste keer dat ik het lees, het blijft boeiend leesvoer, alle 1515 pagina's lang. Voor iedereen die het niet kent en die niet terugschrikt voor een weinig verhullende beschrijving van menselijke eigenaardigheden en onhebbelijkheden: een aanrader. Het legt bijna net zoveel bloot van het menselijk karakter als onze tocht door het verleden van vandaag.

Maandag 25 mei 2015: Een mooie Pinksterdag

Jammer, het was heerlijk weer vanmorgen. Ik had het wel fijn gevonden als het vanmorgen met bakken uit de hemel gekomen was. Niet voor onszelf of de plaatselijke agrarische bevolking maar meer om de lui, die ons vrijdag en zaterdagnacht behoorlijk van onze nachtrust hebben beroofd, dwars te zitten. Het zou wel leuk zijn wanneer ze met het inpakken vanmorgen een fikse bui over de kop zouden krijgen. Het zou mijn rechtvaardigheidsgevoel goed doen maar ja, dan zit je ook met de lui die niet aan dat circus meededen. Ach, misschien wel beter zo, wanneer ze vertrokken zijn geniet je des te meer van de rust.

Eerlijk is eerlijk, vannacht heerste er een onwerkelijke rust. Onrustig wachtten we wanneer de fanfare weer zou beginnen maar dat bleef uit. Prima geslapen dus en vanmorgen in de zon ontbeten. Omdat gisteren ons ritje vol verrassingen zat hebben we besloten om dat nog maar eens over te doen. Als eerste gingen we naar Räbke toe, het plaatsje waar de camping is. Dit weekend zijn de Duitse molendagen en omdat Räbke twee watermolens heeft (ooit waren het er acht die op rij stonden aan het riviertje de Schunter) was het volop activiteiten.

Bij de molen waar we waren kregen we een rondleiding. Behalve dat de aandrijving beneden in het gebouw zit en de koningsas dus naar boven loopt is er weinig verschil met een gewone windmolen. Het is eigenlijk het plaatje op zijn kop. De aankleding van het gebeuren was wel heel leuk, oude ambachten, worst en grote potten bier. Bij de ambachten was een dakdekker. Hier gebeurt alles met leisteen en het was wel interessant om te zien hoe dat bewerkt wordt. Verder was er een steenhouwer die prachtwerk afleverde. Voor de rest een smid, een olieperser en een houtbewerker. Het was ook behoorlijk druk, voor de rest zeker weinig te doen op tweede Pinksterdag.

Daarna zijn we een route gaan rijden. Ik had van de week een folder opgeduikeld met vier autoroutes er op. Het weer was inmiddels wat minder geworden dus dat was een mooie vorm van vermaak. Het viel tegen. De enthousiast beschreven plekken waar we langs kwamen kenmerkten zich vooral door doodsheid. Geen mens op straat, geen terras te vinden, echt doods. Rond een uur of twee kwamen we in Wolfsburg aan. Een moderne stad, met geld gebouwd, dat kan je zien. Geen wonder, het is de hoofdzetel van de Volkswagenfabriek. De stad ademt VW. Maar ook hier weer, geen sfeer. Alles gesloten... totdat we een grote vlooienmarkt tegenkwamen. We konden parkeren in een garage onder het theater, plek genoeg. Dat was wel even eng want we zijn al tien jaar niet in een parkeergarage geweest. Ja, in Zagreb twee jaar geleden maar daar liepen we met het dak vast omdat de auto te hoog was, of eigenlijk was het plafond te laag, een meetfoutje, kan gebeuren.

Een grote Trödelmarkt, een rommelmarkt dus. Alle talen werden er gesproken maar Duits hoorde je eigenlijk niet. Wel gezellig dus. De markt deed haar naam ook eer aan, een rommelmarkt. Het was echt rommeltje. Daar even een Pommes genomen, wat olijven gehaald en toen weer de auto in. Iets later begon het te regenen, echt te regenen dus we hebben de route maar gelaten voor wat het was. Routeplanner dus maar het commando 'naar huis' gegeven en met een half uurtje waren we weer terug. Daar was het droog en wat vooral opviel, het was rustig. Alle tenten, maar dan ook alle tenten waren verdwenen. Stonden we voor de Pinkster met 13 man, ik denk dat er nog 9 van over zijn.

Na het eten nog even een stukje gewandeld, naar de bron van de Schunter, hier vlak bij. Midden in het bos komt het water zo uit de grond omhoog en 100 meter verder is er al een heel riviertje. Bij de watermolen, zo'n anderhalve kilometer bij de bron vandaan stroomt iedere minuut 20 kubieke meter langs. Wat zit er hier een water in die berg, niet te geloven. Wat ik wel geloof is dat de rivier eerder droog staat dan dat wij hier nog een keer komen. We houden het voor gezien, althans, als we morgen de auto kunnen importeren. Even duimen dus maar.

Dinsdag 26 mei 2015: Naturalisatie

De feestdagen zijn voorbij en het gewone leven gaat weer verder. Althans, dat geldt voor de werkende mensen hier en dat zijn nu net de mensen die voor mij, de man in ruste, aan de gang moeten gaan. Zaterdag had de receptioniste van de garage al gebeld naar sloperij Zabel (nee, geen familie van Erik) of ze zaterdag ook werkten maar helaas, gesloten. Na de Pinkster bent u van harte welkom. Noodgedwongen moesten we dus nog een paar dagen in Räbke blijven, afijn, u heeft het kunnen lezen. De ene dag was wat beter dan de andere, over het algemeen was het niet onaardig maar de waarheid gebiedt ons te zeggen dat we liever ergens anders gezeten hadden.

Helaas, ons Europa is nog geen verenigd en één Europa. Je mag gaan wonen en werken waar je wilt als verenigd Europeaan, reizen kan zonder controles, maar je auto laten slopen waar je wilt, nee, dat gaat nog niet. Dat is net iets teveel gevraagd. Omdat er op mijn auto Nederlandse platen zaten, omdat er nog geen Europese bestaan, mocht ik mijn auto hier niet tot schroot laten verwerken. Ik moest eerst mijn auto laten naturaliseren. Hij moest eerst Duits worden alvorens hij de pers in mocht. Gelukkig was de sloper waar wij kwamen gemachtigd om zelf de papierhandel te regelen dus ging dat vrij soepel. Met twintig minuten was alles geregeld. Wij kregen een formulier van 4 kantjes mee, de zogenaamde Erschrottungserklärung, die samen met een Vollmachtserklärung van de auto een Duits voertuig maakte. Toen dat eenmaal gebeurd was en de goede oude Ford op zijn oude dag tot Duitser verklaard werd viel het ons opeens toch niet zo zwaar meer dat hij gesloopt wordt.

Toch wel opgelucht dat het allemaal zo soepel gelopen was en wij met de hele papierwinkel, inclusief nummerplaten onder de arm op de camping terugkwamen konden we eindelijk een einde maken aan het verblijf aldaar. Betaald hadden we al dus alleen nog even inpakken. Dat ging allemaal goed, alleen met de fietsen was het wat passen en meten maar toen we de sturen 90 graden gedraaid hadden kregen we die ook de caravan in. Vervolgens met tie-wraps en tentelastieken de spiegels op die van de Opel bevestigd en daarna konden we weg, de camping in grote stilte achterlatend.

Een beetje druilerig weer was het en al niet zo vroeg meer. Twaalf uur was het inmiddels dus besloten om het oorspronkelijke plan, om binnendoor richting Berlijn te gaan maar te laten varen. Dan moet je toch zeker een paar uur eerder op pad gaan. Fahr'n fahr'n auf der Autobahn dus maar. Eerst moesten we weer terug naar Helmstedt, je raadt het al, langs de sloperij, voordat we de snelweg op konden. Het was ongelofelijk druk, één sliert van vrachtwagens. Er waren natuurlijk twee zondagen achter elkaar geweest en op zondag ligt het vrachtverkeer hier bijna stil. Gelukkig reed het aan onze kant wel door, vanuit Berlijn hadden ze daar vanwege wegwerkzaamheden wat meer moeite mee.

De auto deed het prima maar heeft één gebrek: er zit een Eco-meter in. Dan kan je zien hoeveel liter brandstof je per honderd kilometer gebruikt. Hebben we nooit gehad, wanneer de tank leeg was moest je hem weer volgooien. Maar het vervelende van zo'n Eco-meter is dat je er toch op gaat letten. Het zou fijner zijn wanneer hij aangaf wat je de afgelopen 100 kilometer hebt gebruikt dan het gebruik van het moment aan te geven. Wanneer we heuvelop gingen en ik moest hem even op zijn staart trappen zat ik zo boven de 18 liter per 100 km terwijl we tijdens de daaropvolgende afdaling het gebruik zo weer zagen zakken naar 3 liter per 100 kilometer. Ondertussen zit je jezelf toch arm te rekenen en wanneer je zo'n ding niet heb zeg je alleen tegen jezelf: 'Goh, alweer tanken? Dan zijn we al verder dan ik dacht.'

We hadden vorige week al een camping op het oog, zo'n dertig kilometer voor Berlijn, vlak bij Potsdam, in Ketzin aan de rivier de Havel. Ze hebben de rivier naar de camping vernoemd want die heet 'Der Havel', dus dat is wel leuk. Er was nog plaats genoeg, uitzoeken dus maar, wel wat kleine plaatsen maar met zo'n kleine auto is dat eigenlijk geen probleem. Dat we deze camping uitgezocht hebben ligt in het feit dat we hiervandaan in een half uurtje met de trein in hartje Berlijn zitten. Voor € 7,40 heb je een retour en de hele dag openbaar vervoer in Berlijn. Daar kan je in Nederland nog niet eens je fiets voor stallen en ik denk dat wanneer je je auto kwijt wilt in Berlijn je ook wel duurder uit bent. Een andere reden om hier te komen is omdat ze hier het mooiste transformatorhuisje van Duitsland hebben, heel on-Duits, gezellig bijna (zie foto's).

Vanavond nog even een rondje gelopen, richting rivier. Die konden we helaas niet bereiken, de oevers staan volgebouwd met optrekjes van partijbonzen van weleer, nu bewoond door de nieuwe elite. Overal hekken 'Privat Grundstuck' en 'Nur fur Einwohner'. Het leek het gebied van de Muur van van de week wel. We konden er nog wel even een blik op werpen, over de afrastering van de botenclub heen, maar dat was het dan. Van de week steken we wel even over, aan de andere kant schijnt het onbebouwd Naturschutzgebiet te zijn. Toen we terugliepen ging de zon net prachtig rood onder, hopelijk een voorbode van mooie nieuwe periode. Per slot van rekening is rood toch de kleur van dat wat hier tot voor vijfentwintig jaar geleden voorspoed, vreugde en welvaart heeft gebracht. Het kan bijna niet meer misgaan.

Woensdag 27 mei 2015: Potsdam

Avondrood, water in de sloot. Een aloude wijsheid die hier vandaag opging. Vanmorgen regende het toen we opstonden, zo rond een uur of acht. Zo’n vieze, druilerige miezerregen, waar je ongemerkt zeiknat van wordt. Eerst maar even de douche geprobeerd en brood gehaald. Beiden waren prima en na het ontbijt maar even gekeken wat we gingen doen. Berlijn hebben we gelaten voor wat het was en we zijn met eigen vervoer naar Potsdam gegaan. Dan konden we in ieder geval terug wanneer we wilden en eventuele zijsprongen waren ook nog mogelijk.

Het was klaarblijkelijk druk in Potsdam, bijna alle parkeergarages waren vol maar na een paar rondjes vonden we er één onder een winkelcentrum. Een beetje krap en benauwd maar het eerste uur was gratis en dat pik je ook zo weer mee. Auto neergezet en naar het VVV gegaan. Het is altijd lekker om te weten wat er te zien en te doen is anders ga je terug en hoor je de volgende dag van medekampeerders: ‘heb je dit of dat nog gezien? Dat was mooi…’ Gewapend met een kaart de Brandenburger Strasse afgelopen, niet de hoofdstraat van het oude centrum, dat is de Charlottenstrasse, maar wel de gezelligste. Een wandelgebied met leuke winkels. Ook veel binnenplaatsen waar alternatieve winkels waren: kunst, kleding, muziek, echt andere dingen dan het standaard aanbod. Inmiddels was het regenen gelukkig gestopt. We liepen van de Brandenburger Tor ( Ja, inderdaad die staat in Berlijn, maar hier hebben ze er ook één, een poort vanwaar de weg naar Brandenburg gaat. Er zullen nog wel meer steden zijn die er één hebben) naar de Peter und Paul Kirche.

De kerk was niets, de markt erachter wel. Daar gegeten, warme korstdeegbroodjes gevuld met courgette, aubergine en schapenkaas. Lekker happie. Daarna via de Nauener Tor en dat Hollandisches Viertel en een paar andere wegen weer terug naar ons uitgangspunt gelopen. Wel aardig maar het haalde het niet bij de Brandenburger straat. Overigens is Potsdam een mooie stad, van oorlogsschade is weinig te zien, alles is prachtig gerestaureerd of herbouwd en het heeft allure. Inmiddels waren we al een paar uur onderweg dus eerst maar eens even gegeten. Toen de auto opgehaald en richting Park Sans Souci (eigenlijk moet het Sans Soucis – ‘Zonder zorgen’ zijn maar de oude Pruisen hadden meer een militaire dan een talenknobbel. ‘Zonder zorg’ heet het dus nu. Overigens kan het zijn dat ze zich over de hypotheek geen zorg hoefden te maken, in dat geval klopt de naam wel, een hele zorg minder).

Het park, ooit het jachtterrein van de Hohenzöllern, is gedurende eeuwen de residentie van de royalty van Pruisen geweest en daar hebben ze het één en ander aan paleizen neergezet. De auto weer geparkeerd. Naar het Neues Palais gelopen, het paleis wat in opdracht van Frederik II ‘de Grote’ rond 1760 gebouwd is. Helaas konden we de smaak van Frederik niet helemaal waarderen, we vonden het nogal protserig en overdreven. Frederik was beter in afbreken dan in bouwen en dat was te zien. Nu is dat een beetje een Pruisische eigenschap, dat afbreken. Eén van de dingen waar ze goed in waren was oorlog voeren, om de klapscheet hadden ze het met iedereen aan de stok.

Dat werd uiteindelijk ook een beetje hun ondergang want de laatste koning van Pruisen, Wilhelm II, die ook een bijbaantje had als keizer van Duitsland, kreeg in 1918 zo op zijn falie dat het dat het einde van de dynastie van de Hohenzöllern betekende. Snel de grens over richting Nederland, naar de Oranjes. Daar was het veilig want die hadden alleen maar verdiend aan de Eerste Wereldoorlog. Verder waren ze in de verte ook nog familie van ‘Der Kaiser’. Hij kreeg een aardig optrekje in Doorn toebedeeld waar hij samen met een kleine hofhouding verbleef. Af en toe kwam Blauwe Hein (Prins Hendrik, de prins-gemaal van Wilhelmina hield wel van een borreltje, vandaar zijn bijnaam) nog eens langs. Dan konden ze mooi Duits praten, dronken ze samen een schnapps en legden een paar wilde zwijnen om. Zo kwamen ze de tijd wel door. Verder bracht Wilhelm zijn tijd door met houthakken dus hij zat geen mens in de weg. Kijk, toen hadden we tenminste nog begrip voor politieke vluchtelingen, dat is tegenwoordig wel eens anders. Maar we dwalen af, terug naar vandaag.

Het Neues Palais vonden we dus niet veel, doorgereden naar Paleis Sans Souci. Dat was het vrouwenpaleis en verder waren daar de koninklijke keukens gevestigd. Altijd makkelijk als je dan wat vrouwen beschikbaar hebt om piepers te jassen en de spruitjes schoon te maken. Het paleis gaf ons de indruk dat de winterschilder wel weer eens langs mocht komen. Wel lag het prachtig, boven op een heuvel met een prachtig uitzicht over het park. Nog even een rondje gelopen maar het kon toch niet echt boeien. De auto weer in en op de bonnefooi een rondje door Potsdam gereden. Toevallig kwamen we bij de Neuer Garten uit, bij Sloss Ceciliënhof. Nou, driemaal is scheepsrecht dus nog maar een keer kijken. Dat was echt een mooie tent en het kwam me onbewust toch wat bekend voor.

Later zagen we dat dit de locatie was waar de Potsdammer conferentie gehouden is. Tijdens die conferentie in juli 1945 werd door Stalin, Truman en Churchill het lot van het overwonnen Duitsland en de door de Russen bezette gebieden voor de komende halve eeuw bepaald. De ene waanzin was nog niet afgelopen of de andere begon. Potsdam kan daar natuurlijk niets aan doen, de stad vormde alleen maar het decor van deze en tal van andere gebeurtenissen. De hoofdrolspelers hadden zelf de regie, bepaalden grotendeels zelf het spel en kozen daarvoor het toneel. De gevolgen ervan hebben we eerder deze week kunnen zien. Laat je trouwens door deze overdenkingen niet tegenhouden wanneer je hier in de buurt bent. Potsdam is de moeite waard, mooi, groen, verzorgd, niet duur en voor een Duitse stad mag je zelfs wel van bruisend spreken. De moeite waard. Morgen naar Berlijn? Ik denk het wel, volgens de plaatselijke Piet Paulusma wordt het beter weer dus wat houdt ons dan tegen?

Donderdag 28 mei 2015: Berlijn

Berlijn lonkt. Van veel kanten hebben we al gehoord dat het een boeiende stad is. De opinies zijn verdeeld, de een vindt het mooi vanwege de moderne architectuur, de ander vanwege de geschiedenis en een derde vanwege de levendigheid. Voor een ieder wat wils dus. Gisteren Potsdam, vandaag een stapje verder, Berlijn. We zouden met de trein gaan. We zitten ongeveer 30 kilometer van het centrum af en voor € 7,80 heb je een retourtje vanuit Wustermark (ongeveer 12 kilometer van de camping af) en dan kan je ook nog onbeperkt gebruik maken van het Berlijnse openbaar vervoer. Ondergrondse, tram, bus, lokale treinen, alles staat tot je beschikking. Je mocht wel gek zijn om je met de auto Berlijn in te wagen. Waarschijnlijk ben je het bedrag al kwijt aan parkeergeld, dat wil zeggen, wanneer je een plek kan vinden voor een hele dag. Trouwens, met de oude Ford had ik Berlijn niet eens in gekomen, je hebt een milieuverklaring nodig en met zo’n oude diesel had je dat nooit gekregen.

Met de trein dus. De auto in, Wustermark als reisdoel ingetypt in de navigatie en bij de straat ‘Bahnhof’. Mijn oude leraar Duits, Chris Leurs, die gedurende jaren zijn best heeft gedaan om ons de taal van het Herrenvolk te leren zou trots op me geweest zijn. Das Bahnhof, het station. ‘Goed zo Muis’, ik hoor het hem zeggen. Als resultaat van het ingegeven reisdoel werden we keurig begeleid door de GPS en kwamen bij een wat afgelegen stationnetje uit. We hadden nog tien minuten dus we waren ruim op tijd. Het station opgelopen om te kijken waar de trein naar Berlijn vertrok maar dat konden we niet vinden. Iets later zagen we op een bord staan dat we op het station van Priort zaten. Wel gemeente Wustermark, wel een station maar niet het goede. Ik de aanwijzingen er bij gezocht en toen zag ik dat ik in plaats van Bahnhof, Das Neue Bahnhof had moeten invoeren, dat ligt 6.5 kilometer verderop. We hadden nog ongeveer viereneenhalve minuut en moesten nog terug naar de auto dus dat zouden we waarschijnlijk wel niet meer redden. Nou ja, geen stress, ieder uur gaat er een trein uit Wustermark naar het Hauptbahnhof. Rustig aan, alle tijd, rond elf uur waren we op de goede plek, een half uurtje wachten nog maar.

Westermark is een beetje te vergelijken met station Obdam, een perron met spoor 1 en spoor 2. Op spoor 1 komen de treinen langs richting Rathenow, op spoor 2 de treinen richting Berlijn. Verder is er niets, je kan er geen koffie krijgen, geen kaartje kopen, niets. Nou daar stonden we dan, op een leeg en winderig perron. Geen mens te zien. Twijfel bekroop ons of we nu wel goed stonden want wanneer we weer een uur kwijt zouden raken hoefden we eigenlijk al niet meer heen. Maar gelukkig, tien minuten voor half twaalf kwamen er zowaar wat inlanders die ook met de trein mee moesten. Een alleraardigste mevrouw vertelde ons hoe het hier werkt, op het enige station van Duitsland zonder loket en zonder kaartjesautomaat. Je gaat gewoon naar de ‘Schaffner’ en daar vraag je een ABC’tje voor Hauptbahnhof Berlin. De Schaffner (conducteur) was in ons geval een vrouw, een Schaffnerin dus en die verkocht ons blij de kaartjes.

Helaas was er weinig te zien onderweg. De trein reed tussen twee geluidsschermen door. Het enige wat we te zien kregen was wat mislukte graffiti. Het laatste gedeelte, de reis duurde ongeveer een half uur, was dat niet het geval maar daar reden we langs de industrieterreinen tussen Spandau en Berlijn. Grauwheid kenmerkte het gebied maar dat lijkt overal wel het geval te zijn langs spoorlijnen in stedelijke gebieden. Mistroostigheid troef. Het laatste gedeelte werd dit ons bespaard, ondergronds en in duisternis gehuld naderden we het Hoofdstation van Berlijn. Het verschil van de reis en de aankomst op het station kon eigenlijk niet groter zijn. Een prachtig bouwwerk in glas en staal met op drie niveaus transportmogelijkheden. Ondergronds kwamen en vertrokken de treinen, op de begane grond, zij het buiten het gebouw kon je met de tram en bus de stad in. Een verdieping hoger was een compleet winkelcentrum en nog etage hoger waren de perrons van de stedelijke treinverbindingen en, hoe tegenstrijdig het ook mag klinken, de ondergrondse, hier beter bekend als de S en de U-Bahn.

Wij maakten geen gebruik van deze mogelijkheden, althans nog niet, lopend gingen we richting Reichstag. Op ruime afstand passeerden we het gebouw met de kenmerkende glazen koepel. In de koepel loopt een soort spiraal naar boven. Daar schijn je een prachtig uitzicht over de stad te hebben. We hebben het maar even gelaten voor wat het was. Buiten dat er een geweldige rij voor het tickethuisje waar je toegangsbewijzen kon kopen. Later bleek dat je je twee dagen vooraf moet aanmelden. Dit in verband met de veiligheid. Kunnen ze even kijken of je geen stoute plannen hebt. Iets achter de Reichstag ligt de Brandenburger Tor. Ik schreef er gisteren al over maar dit is dan ‘de echte’, voor zover je van echt kunt spreken. Het is de enige overgebleven stadspoort van de ooit ommuurde stad. Een poort kan je het eigenlijk niet noemen, het heeft meer de uitstraling van een triomfboog, Griekse stijl. Het was er gierend druk maar eigenlijk heb je het met vijf minuten bekeken. Maar ja, wie ben ik om daar commentaar op te geven, ook wij maakten deel uit van de menigte.

Van Anne had ik voor deze trip een vervroegde vaderdag attentie gekregen: een boek getiteld ‘100 procent Berlijn’. Daarin staan wat wandelroutes door de stad met verschillende thema’s in verschillende stadsdelen. Want vergis je niet, het is een uitgestrekte stad, zeker 10 keer Amsterdam. Erg ruim opgezet met brede straten en volop parken. Genoeg te wandelen dus. Route 1 hadden we gekozen. Hier en daar hadden we een stukje afsnijden ingepland want de totale route was 16 km en vanwege onze late aankomst leek ons dat wat veel. We gingen bij de Brandenburger Tor dus ondergronds met de U-Bahn naar het startpunt van onze route. Op naar Das Nord-Bahnhof. Dit station lag tot de val van de muur in oost Berlijn en was verworden tot een soort spookstation. Het werd al tijden niet meer gebruikt en raakte vervallen. Nu is het weer in gebruik maar de sfeer is nog te proeven. Een beetje creepy, een naargeestige sfeer hangt er, grauw is het met een koude wind die door het emplacement waait, geen mensen te zien, donker en kil.

De start van onze route lag vlakbij het station, aan de Bernauer Strasse. Daar bevindt zich het laatste stuk overgebleven Berlijnse Muur. Tweehonderdentachtig meter staat er nog overeind, de ontbrekende stukken zijn door kunst vervangen. Het stuk niemandsland dat tijdens de bouw van de muur gecreëerd is ligt er op die plek nog precies zo bij als in 1989. Men heeft de contouren van de panden die daar ooit stonden met metaal aangegeven, de adressen staan er bij. Hetzelfde geldt voor de kerk en het kerkhof die er waren en ‘rucksichtsloss’ moesten wijken voor de aanleg van de Muur. Overal staan informatieborden en in het midden is er een herinneringsplek met foto’s en namen van al degenen die het leven lieten bij vluchtpogingen. Al met al een indrukwekkend geheel waar je even de tijd voor moet nemen.

Daarna gingen we de Brunnenstrasse in. Daar kwamen we Joris tegen. Joris is een restaurantje wat aangeraden werd in de gids dus wat doe je dan, hup, happie eten. Je kunt er zelf je salades of soepen samenstellen, brood en koffie of thee erbij en voor een tientje zaten we met zijn tweeën te eten. Het moet gezegd worden, wat eten en drinken betreft is het hier niet duur. Ook kan je zien dat het wel loont om in zo’n gids te staan want we zaten net toen er twee landgenoten aanschoven met precies dezelfde gids in de handen. Bij Joris vandaan een hele tippel gemaakt, naar de Ocelot, een boekhandel waar je onder het genot van een kop koffie boeken kan lezen en kijken of het wat voor je is voordat je het aanschaft. Leuk concept. Vervolgens zijn we via allerlei steegjes en straatjes naar de Rosa Luxemburgstrasse gelopen. Dit is een wijk met oude DDR woonkazernes, de zogenaamde Plattenbau, die door wat schilder en decoratiewerk een heel andere uitstraling gekregen hebben. Ook kwamen we langs het Volksbühne, een soort theater voor en door het volk bij de bouw in 1913. Mocht je een voorstelling bij willen wonen dan is het geen probleem wanneer je geen Duits spreekt want er is een doorlopende voorstelling die ‘Murmel, murmel’ heet, een voorstelling met slechts één woord, je raadt het al: ‘Murmel, murmel’, wat gedurende 80 minuten wordt uitgesproken. Voor 20 euro ben je er toeschouwer.

Veel plezier. Omdat de middag al aardig zijn beslag kreeg besloten we om maar even een stuk af te snijden. Via de Munzstrasse kwamen we bij Hackerscher Markt. Een leuke markt die afwijkt van de normale zaterdagmarkt zoals wij die kennen. Veel buitenlandse eettentjes waar je maaltijd zo gemaakt wordt, je sinaasappelen geperst of je kastanjes gepoft. Daar heb je ook de Hackerschen Höfe, een complex van allemaal binnenplaatsen, waarin allerlei restaurantjes, filmhuizen, winkels en noem maar op gevestigd zijn. Het is in de jaren twintig opgezet in Jügendstil (en daar ben ik een groot liefhebber van) en verrast ontzettend. Dit is een plek die je beleefd moet hebben, het is meer dan zien, het is ervaren. Over binnenplaatsen gesproken, er zijn er volop en overal is er nering. Het heeft iets van Zagreb, daar had je dat ook. Gewoon naar binnen lopen, je weet soms niet wat je ziet. Het was ondertussen al laat in de middag en de kilometers deden zich voelen.

Besloten om weer terug te gaan en via de Friedrichsstrasse zijn we met de S-bahn weer naar het hoofdstation gegaan. Daar, om het wachten wat te doden, een bak koffie gehaald en de trein weer gepakt. Terug ging het beter dan heen, we stapten zelfs op het goede station uit. De auto stond er nog en we reden linea recta richting Ketzin. Blij dat we terug waren want bijna gelijk met onze thuiskomst pakten donkere wolken zich samen en begon het te regenen. Ach, je moet maar zo denken, wanneer je droog zit werkt dat getik op de ruiten alleen maar sfeer verhogend. Het was een prima dag vandaag. Hoewel we eigenlijk nooit ergens langer dan een dag of vier, vijf staan denk ik dat we voor deze plek een uitzondering maken. Berlijn is zo goed bevallen en was zo verrassend dat we er zeker nog een dag heen gaan.