Alle blogs laten zien

Maandag 9 juli 2012: De aanloop

Eindelijk vakantie, al lang naar uitgekeken en dan opeens is het toch weer zover. Vorig jaar hebben we het plan al een beetje opgepakt om weer richting de Balkan te gaan. Slovenië is ons prima bevallen, prachtig land, aardige mensen en mooi weer. Het is de bedoeling dat we dit jaar Kroatië gaan bekijken en wellicht op de terugweg nog wat andere plekken te bezoeken maar dat zien we wel als het zover is. We hebben alle tijd. Dank zij de nieuwe vakantieregels in het cao en de medewerking van het Clusius College kunnen we dit jaar bijna viereneenhalve week op stap en we zijn van plan om die tijd nuttig te besteden.

Besloten om vandaag nog niet op stap te gaan maar rustig aan de spullen in te pakken en niet als een gek de auto in te springen en op pad te gaan. Op zo’n laatste dag heb je altijd meer te doen dan je eigenlijk wilt. Ik had ook nog een leuke klus. Het slot van de achterdeur van de auto deed het niet helemaal jofel. Soms ging hij wel op slot, soms niet en vorige week hebben we een situatie meegemaakt dat hij op slot zat maar dat we hem niet open konden krijgen. Dirk had er al naar gekeken en toen ging het weer een week zoals hethoorde maar gisteren was het weer raak en kregen we de deur niet op slot, dat wil zeggen, handmatig wel maar automatisch werkte het niet. Ik dus even kijken of er wat bedrading los zat of dat er eventueel een zekering stuk was. Binnenbekleding van de deur weggehaald maar er was niets te zien. Toen naar garage Kuys gereden die onze auto in onderhoud hebben. Dave senior heeft de boel doorgemeten en kwam tot de conclusie dat de motor kapot moest zijn. Geen probleem, hij Ford Dekker gebeld of ze zo’n ding hadden liggen en jawel hoor, ik kon hem zo ophalen. Probleem uit de wereld zou je zeggen.

Niets was minder waar. We probeerden het slot te monteren maar kwamen er toen achter dat hij op het eerste gezicht wel op de originele leek maar dat het hem toch niet was. Ik terug naar Dekker. Alle mogelijke sloten kwamen tevoorschijn maar wat we moesten hebben zat er niet bij. Van de zes gangbare modellen had hij er vijf in voorraad en die waren het allemaal niet dus moest het nummer zes wel zijn. Die hebben we dus besteld en ligt morgenochtend om 9 uur voor me klaar. Dan kan ik hem ophalen en zet Dave senior hem er voor me in. Twintig minuten werk schat hij dus geen probleem. Ondertussen was al wel de halve dag om maar we hadden toch alle tijd.

 ’s Avonds met Aege en Anne naar de Turk geweest, lekker kebab eten. Aege vind het wel vervelend dat we zo lang uit zicht zijn maar hij laat het gelukkig niet zo erg blijken. Gelukkig heeft hij gisteren zijn katje, Mormel, gekregen. Die zal wel voor afleiding zorgen hopen we. Verder zorgt de hedendaagse techniek er voor dat we niet helemaal van elkaar verstoken blijven. Om een uur of acht ging Aege weg, had nog een afspraak met Hylke. Rond tien uur kwam Martine nog even langs voor een afscheidsbiertje. Ze had vanavond haar eerste theorieles Droogpakduiken van Daniël gekregen. Al met al was het al later dan we hadden verwacht. Zo laat dat we konden zeggen: ‘Morgen rond deze tijd is het al overmorgen, laten we maar naar bed gaan. Zo gezegd, zo gedaan.

Dinsdag 10 juli 2012: Volop avonturen

Was al vroeg wakker vanmorgen, kwart voor zes zat ik aan mijn eerste kop koffie. Daarna even naar moe gelopen. Die was er wel niet, een paar daagjes naar broer Jan in België, maar ik moest even wat wegbrengen van Aege, dat kan hij dan later weer bij Oma oppikken. Gelijk even de perenboom gesnoeid, wanneer je over het pad loopt blijf je er precies in hangen. Nu is oma de afgelopen week al twee keer van de fiets af gekukeld, zou me niks verbazen als het door die tak voor een derde keer gebeurt. (Moet ik nog even vertellen: zondag waren we even bij oma om gedag te zeggen. Zoals gezegd, ze was al twee keer gevallen afgelopen week. Gevolg: zere knie. Nu hadden wij thuis nog steunverband liggen wat misschien wel lekker was voor haar zere knie. Anne pakte dus oma’s nieuwe elektrische fiets om het te halen, wat denk je. Die ging natuurlijk ook onderuit. Dertig kilometer per uur, hand uit steken en tegelijkertijd remmen, een wat ongelukkige combinatie. Het lijkt wel of iedereen dit jaar geïnspireerd is door de Tour, daar liggen ze ook om de klapscheet op de grond. Gelukkig mankeerde de fiets niets, met Anne was het iets minder. Die had de nodige schaafwonden maar dat gaat ook wel weer over. Gelukkig hadden we steunverband bij de hand).

Nadat ik terug kwam bij Oma vandaan nog wat rommelklusjes gedaan en toen de dames een kop thee gebracht. Naar de bakker gegaan en daarna naar Dekker om het slot voor de auto op te halen. Wat bleek, ook nummer zes uit het assortiment was niet passend. Hij weer bellen en nu bleek er nog een onbekend model in omloop te zijn. Er kon er één getraceerd worden in Dordrecht, één in Rucphen en één in Ede. Gevraagd of hij even naar Ede wilde bellen om te vragen of ze hem vast wilden houden. Dat deed hij. Ik moet dus vandaag langs Ede om te kijken. Eerst maar terug naar huis om foto’s te maken van dit slot want als hij er weer in de deur zit kan je hem niet vergelijken met het model wat er straks weer op tafel komt. Daarna maar weer terug naar Kuys om het oude slot maar weer te laten monteren. Daar begrepen ze er ook niets van maar ze hebben zo het slot er weer in gezet. Kan de auto toch weer op slot, zij het handmatig. Wat schetste onze verbazing toen het ding er weer inzat, alles deedhet weer als nooit tevoren. Maar toch klopt er natuurlijk iets niet… ik vertrouw het ding niet. Toch maar even naar Ede straks. Toen ik vroeg wat ik zeschuldig was mocht ik niets betalen. Dat was met eigenlijk te gek dus maar twintig euro gedoneerd voor de fooienpot, daar moeten ze maar een biertje voor gaan halen. Ze zijn zeker anderhalf uur voor Jan Joker aan de gang geweest dus dat was het zeker waard. Uiteindelijk was het elf uur voor ik eindelijk weer thuis was en we de auto in konden laden.

Gelukkig wierp het voorwerk haar vruchten af, de goede voorbereiding resulteerde er in dat we zo klaar waren. Toen als laatste nog even de disselbak op slot doen en dan zou de caravan achter de auto gehangen kunnen worden. Dat viel even tegen. De slotjes van de bak waren niet meer rond te draaien. Dat lag hem aan de sleuteltjes. Het is allemaal van die waaibomentechniek. In de sleutel zit een soort karteltje wat in tandjes in het slot moet grijpen. Die waren door 20 jaar gebruik dus helemaal verdwenen. Ten einde raad de haakse slijper dus maar gepakt en een gleuf in de slotjes geslepen zodat ik ze met een schroevendraaier open en dicht kan draaien. Dat lukte gelukkig. Uiteindelijk kwart over twaalf de caravan achter de auto, nog even de laatste dingen en toen richting Ransdorp. Nog even een bakkie doen bij Mart. Daar aangekomen direct de auto maar proberen te keren. Ik dacht een beetje gang houden, zo over het grasveld, dat moet lukken Had ik toch wel een beetje buiten de Ransdorper veengrond gerekend. Die bleek niet helemaal op het gewicht van de auto berekend te zijn en we zakten dus zo met de wielen de prut in. Hut losgekoppeld, een paar man achter de auto en daarmee was dat probleem ook weer getackeld. Daarna bij Mart aan de koffie. Die heeft symbolisch nog weer even de koelkast gevuld en na een bakkie troost en een mandarijn zijn we richting Ede gereden.

Garage snel gevonden en warempel. Volgens ons was het slot passend. Helaas bestond de mogelijkheid niet om de boel te laten monteren dus afgerekend en het ding mee in de auto. Als ik problemen krijg in de vakantie zal ik hem er zelf wel inzetten maar als het oude slot die tijd nog mee gaat zal ik het wel laten doen na de vakantie. Uiteindelijk rond een uur of half vier bij Arnhem de grens over richting Oberhausen, Köln, Köningswinter. Onderweg wel wat regenbuien en Stau maar over het algemeen konden we soepel doorrijden.

We hebben een camping gevonden in Aegidienburg. Dat ligt tussen Koningswinter en de A3 in. Prima stek. We hebben een plek van ongeveer 800 vierkante meter dus ruimte zat. Om zeven uur kwamen we hier aan en om half acht stond de hele boel, tent van Anne incluis, hadden we gekookt en zaten we met een lekkere Riesling te dineren. Daarna hebben we ook de cadeautjes die Martine voor ons in de caravan gelegd had uitgepakt. Voor Jantiene een tijdschriften pakket, ik kreeg een thriller. Hartstikke lief. Vanavond, na de afwas, de route voor morgen even bekeken want we willen toch wel een beetje wat van het land zien. Daarna was er nog even tijd om de avonturen aan de computer toe te vertrouwen. Wel weer avontuurlijk zo’n hectische dag maar ik hoop dat het morgen wat minder is.

Woensdag 11 juli 2012: De romantische Strasse

Zoals ieder jaar lijkt bij mij aan het begin van de vakantie de biologische klok wel helemaal in de war. Na verschillende keren wakker geweest te zijn ben ik er om kwart voor zes maar uitgestapt. Met de waterkoker onder de arm, de computer in de ene hand en een pot cappucino in de andere ben ik de caravan uitgestapt. Buiten was het lekker weer. Waterkoker ingeplugd, koffie gemaakt en de verslagen van gister en eergister nog even doorgelezen en aangevuld. Daarna de route die we gisteren gepland hebben nog wat verder uitgeschreven. Tegen de tijd dat ik daarmee klaar was, was het kwart over zeven, de afgesproken tijd om er uit te gaan. Even een kopje thee voor de dames gemaakt en die wakker gemaakt. Ik ging daarna douchen en toen ik terugkwam waren de dames er bijna klaar voor. Daarna het tentje van Anne afgebroken en de boel een beetje aan kant gemaakt. Daarna nog even een knacker gegeten, de snoeren opgeruimd en de camping af. Anne had overigens nog last van nachtelijk bezoek. Midden in de nacht was er een kat bij haar op visite geweest. Ze kon het beest gelukkig wegjagen maar je zit (of ligt) toch wel raar te kijken.

Er begint al een gaatje te komen in de voorraden die we van huis meegenomen hebben. Elk jaar nemen we minder mee en is het eerder op. Klinkt logisch. We moesten dus, voordat we op pad gingen, eerst even aanvullen. Er was een prachtige winkel op 200 meter van de camping dus daar maar even heen gegaan. Gelijk de auto even van sap voorzien en daarna konden we op pad. Eerst een stuk snelweg gepakt tot voorbij Frankfurt en daarna hebben we de ‘Romantische Straße’ gevolgd. Prima weg, schoot evengoed lekker op en zeg nou zelf, een beetje romantiek op een doordeweekse woensdag kan toch nooit kwaad. Het was een behoorlijk lange route, van Wertheim tot aan Donauröth. Onderweg leuke dingen gezien, onder meer Rothenburg ob der Tauber. Helaas moest onze bezichtiging van buiten de stadmuren geschieden omdat we nergens de combinatie konden stallen. Zag er van de buitenkant geweldig uit en het is zeker een plek m naar terug te gaan. Verder velden vol met zonnebloemen en vreselijk veel zonnepanelen. Hectares en hectares.

Daarna doorgereden naar Dinkelsbühl. en vandaar naar Augsburg. Een camping gezocht en gevonden en daar staan we nu. Plek genoeg. Zoveel keus dat wij geen keus konden maken. De caravan heeft denk ik wel 27 plekken gezien voordat er een definitieve plaats gevonden werd. Uiteindelijk hadden we een plek vanwaar we direct weer weg kunnen rijden. We hebben namelijk de caravan aan de auto vast laten zitten. ’s Avonds weer gewokt, was lekker. Daarna de gewone dingetjes. Even gediscussieerd wat we morgen gaan doen. We willen kijken of we in Oostenrijk een boerencamping kunnen vinden en daar dan twee dagen blijven voordat we naar Kroatië gaan. Even bijtanken en uitgerust die kant op. Hoe het uitpakt kunnen jullie morgen lezen.

Donderdag 12 juli 2012: De paaltjes

Om ergens te komen moet je je toch verplaatsen. Toch weereen wat saaie dag vandaag maar… we komen steeds dichter bij ons doel. Wel lekker geslapen vannacht, kwart over zeven wakker en toen een koppie gezet. Even douchen en de troep inpakken en zo rond half negen reden we de camping af richting München. Op een file van vier kilometer na een goede rit. Daarna richting Salzburg en Villach. Als je het zo leest is het niets maar het was toch nog een behoorlijk stuk. Reed ik vroeger tussen de 800 en 1000 km op een dag, nu ben ik het met 400 km al zat. We hadden gister een paar mogelijke campings uitgezocht. We zijn beland bij de Ossiacher See, een soort stuwmeer in het zuiden van Oostenrijk, tegen de Sloveense grens aan. Kleine camping met grote plaatsen, kijk daar hou ik van. We kregen de keus uit een paar plekken en zochten er één uit.

Caravan neergezet. We maakten direct kennis met de buurman. Of we er wel rekening mee wilden houden dat we tussen de paaltjes wilden gaan staan. Nou, dat heeft hij geweten. We hebben de hele rest van de dag over de paaltjes lopen te zeiken, zo, dat hij het net hoorde. Was wel leuk. Goede camping hier, mooi uitzicht, groente van eigen tuin, forellen uit eigen vijver, die gaan we morgen proberen. Alleen het weer valt iets tegen. We zitten nu onder de luifel waar de regen zachtjes op neer klettert. Koud is het niet en het heeft wel iets romantisch (in tegenstelling tot de weg van gisteren) maar het echte vakantiegevoel, nee dat krijg je er niet van. Zoals ik al zei, morgen een dagje bijtanken, heb er nu al zin in.

Vrijdag 13 juli 2012: Regen in Karintič

De zacht vallende regen van gisteravond veranderde in de loop van de nacht in een doorlopende hoosbui. Ik wist niet dat er zoveel water vallen kon. Verschillende malen wakker geworden van het lawaai op het dak. Maakte me wel een beetje ongerust over het tentje van Anne maar als daar paniek is dan belt ze wel. Uiteindelijk rond een uur of half acht (ja het gaat steeds beter) ben ik er uit gegaan. Koffie gezet en buiten gaan zitten want het was helemaal niet koud. Na de tweede bak, tussen de buien door, naar de doucheruimte. Daar kwam ik er achter dat ik de douchemuntjes vergeten was maar ondertussen hoosde het weer dus ik heb de plannen maar veranderd en heb me proberen te reinigen bij een wasbak. Ging vrij aardig want ik was niet erg smerig geworden vannacht.

Daarna brood gehaald en weer terug. Ongelooflijk, ondanks de stortbuien en het knetteren van het onweer lagen de dames nog steeds in bed. Ben toen dus zelf maar even een broodje gaan eten. Pas om kwart over tien kwamen de dames pas weer tot leven. Ontbeten en een kop thee en ondertussen naar buiten kijken naar de vallende regen. Besloten dat we het best iets overdekts konden gaan doen en naar Villach gereden, naar een winkelcentrum wat de campingeigenaresse ons aanbevolen had.

Inderdaad, daar liepen we vrij droog. Wel gelachen, Dirndljurken en lederhosen in overvloed te krijgen bij C&A. Helaas kreeg ik Anne er niet in want die houdt niet van carnaval en Jantiene houdt niet van jurken. Helaas waren de lederhosen iets boven de begroting anders had ik er nog wel één gekocht. Daarna nog even wat voedingsmiddelen gehaald voor vanavond en toen weer terug naar de auto. Inmiddels was het wat zachter gaan regenen en de lucht vertoonde tekenen van opklaringen. Op de terugweg naar de camping kwamen we ook nog een kasteel tegen, “Landskron”, de voormalige residentie van de graaf van deze regio. Om toch nog even een verzetje te hebben zijn we daar even heen gereden. Indrukwekkend geheel met terrassen, winkeltjes en een roofvogelexpositie waar ook shows gegeven werden. Helaas was bijna alles gesloten vanwege de weersomstandigheden. Wel hadden we een mooi uitzicht. Daarna terug naar de camping.

Spullen uitgeladen en, omdat de opklaringen doorzetten en er zelfs nog wat blauwe plekken aan de hemel verschenen een wandeling gemaakt door het natuurgebied wat aan de camping grenst. Na een uurtje waren we weer terug en hebben zo goed en kwaad als het kon de natte spullen proberen te drogen. Toen nog even bij de eigenaresse van de camping wezen kijken. Ze heeft namelijk ook een forellenkwekerij en die verkoopt ze. Wel schoongemaakt, tik op de kop, mes erdoor en dan kunnen ze zo in de pan. Ze is er redelijk bedreven in. Daarna nog even een borreltje.

Nog even een stevige discussie gehad over en met elkaar want er waren een paar ergernissen die even de wereld uit moesten en toen dat ook klaar was begonnen met mijn favoriete klus, het legen van de plee. Voor de lezers die wat minder bekend zijn met het caravan gebeuren, in onze caravan bevindt zich een toilet. Omdat wij niet aangesloten zijn op het riool is voor de opvang van de zaken waar we afscheid van moeten nemen een cassette aanwezig waarin dit alles zich verzamelt. In tegenstelling tot het riool heeft dit systeem geen oneindige opvangcapaciteit en moet dus eens in de zoveel tijd geleegd worden. Tijdens eerdere uitstapjes heb ik gemerkt dat het beter is om hem niet te vol te laten worden omdat dit wat problemen geeft met legen. Ten eerste is het een hele sjouw. Het is al geen elegant gezicht wanneer je met dat ding over de camping loopt maar als hij niet te tillen is, is het vooral voor de mede-kampeerders een slapstick. Ten tweede kolkt bij het legen de inhoud zo snel naar buiten dat de kans bestaat dat deze zich weer hecht aan de originele eigenaar, zij het aan de buitenzijde van het lichaam. Een situatie waar ik niet echt op zit te wachten. Voorzichtig de cassette dus maar uit de caravan verwijderd en naar de leegplaats gelopen. Geen slapstick en hij was nog goed te tillen. Legen ging ook voorspoedig, een goed einde van de dag dus, ondanks dat het vrijdag de dertiende is.

Het weer veranderde langzaam en de voorzichtig begonnen opklaringen maakten plaats voor een opkomende mist. Reden voor Anne om het fototoestel ter hand te nemen en wat foto’s van de Vlekvieh-koeien te maken. Na een halfuurtje was ze weer terug met iets waarvan ze dacht dat het een Oostenrijkse prins was maar dat viel tegen. Na een paar pogingen om hem te veranderen hebben we hem maar weer in het natte gras laten lopen. Aan het einde van de avond hebben we de route voor morgen proberen te plannen. We willen het Karintische neerkletterende water vervangen door Kroatisch neerkletterend water. Niet in de vorm van regen maar in de vorm van watervallen. Het plan is om morgen naar Plitvice te rijden, een rit van ongeveer 320 km, dus dat is wel te doen. Het schijnt mooi weer te zijn in Kroatië dus dat is lekker meegenomen.

Zaterdag 14 juli 2012: Sporen van de oorlog

Het is gelukkig droog gebleven vannacht. Toen we vanmorgen de deur opendeden was het wel heiig maar dat was te overzien. Even broodjes halen, inpakken, douchen, het gewone recept. Het was kwart over negen toen we Alt Ossiach verlieten. Richting Villach en door de Karawankentunnel naar Slovenië. Na de tunnel (ruim 7 kilometer) kwamen we weer in het land dat ons vorig jaar zo verrast had. We voelden ons ook direct weer welkom, de zon scheen en alles zag er gezellig uit. Onderweg acht euro voor drie koffie en twee gebak. Daar heb je in Duitsland en Oostenrijk niet eens twee koppen koffie voor.

Via Ljubljana zijn we richting Ribnica en Kocevje gereden en vandaar gingen we binnendoor richting Vinica, gelegen aan de Sloveens-Kroatische grens. Het was een prachtige rit, mooi afwisselend landschap en een goede weg. Het voelde weer helemaal als ‘thuis’. Op een gegeven moment kwamen we een camping tegen en hebben we nog even overwogen om daar heen te gaan maar na kort overleg hebben we besloten om het niet te doen. Na zo’n 25 km goede weg veranderde de weg in een bospad. Hebben we al eens eerder meegemaakt. Alles schudde en rammelde in de auto en, naar later bleek, ook in de caravan. Toen we enkele kilometers later de deur opendeden lag de hele inhoud van de koelkast door het hok, het brood en de kussens op de grond, kortom, een bende. Gelukkig was het tracé slechte weg niet zo lang, een kilometer of zes, zeven. Daarna voerde een goede weg ons op zacht meanderende wijze door kleine dorpjes naar de Kroatische grens. Na het tonen van onze paspoorten mochten we de EU uit, passeerden we de grensrivier de Kupa en wederom na het tonen van de reisdocumenten mochten we Kroatië in.

Je merkt direct het verschil tussen de beide landen. Het is niet zo goed te omschrijven maar je voelde en zag dat Kroatië het economisch wat minder gedaan heeft na het zelfstandig worden. Veel huizen die gedekt zijn met golfplaat en opgetrokken zijn uit grijze en rode betonblokken. Verder moet je de uitbundigheid die de Slovenen bij het versieren van hun huizen tentoon spreiden (in ondermeer tuine en bloembakken) hier niet verwachten. Wellicht is dit alles ook een gevolg van de Balkanoorlog die in Kroatië heftiger gewoed heeft. Op een gegeven moment zijn we over een binnenweg richting Plitvice gereden en daar kon je overal duidelijk de sporen van het conflict nog zien. Kapot geschoten huizen, monumentjes langs de weg die duidelijk een ander karakter hadden dan die voor verkeersslachtoffers en op een gegeven moment kwamen we zelfs een bord tegen wat ons waarschuwde om niet de weg af te gaan omdat er mijnen konden liggen. In deze buurt, vrij dicht bij de Bosnische grens gelegen, is ook veel leegstand, vervallen huizen. Toch wonen er wel mensen want geregeld kom je kleine akkertjes en volkstuintjes tegen. Of de leegstand en de kapotte huizen met de recente geschiedenis van doen of dat de ontvolking een andere oorzaak heeft weet ik natuurlijk niet. Feit is dat het wel littekens in een prachtig landschap zijn. Het stemt triest en laat je even nadenken over de waanzin van dit soort gebeurtenissen.

Het landschap is buitengewoon boeiend, ook direct heel anders dan het Sloveense. Werd in Slovenië het landschap nog gekenmerkt door zacht glooiende akkers en velden, hier is het ruiger. Overal steken rotsen uit de grond. Net als in Slovenië zie je weinig mensen op straat. We zijn door tientallen kleine dorpjes gereden zonder iemand gezien te hebben. Ook geen toeristen overigens, wanneer je even van de hoofdwegen afgaat lijkt dat welhelemaal afgelopen. Op de snelweg is dat heel anders. Net over de grens moesten we een kilometer of tien over de snelweg, acht van de tien auto’s waren van buitenlanders. Nadat we de afslag Pula (Istrië) voorbij gereden waren werd dat wel direct een stuk minder.

We zijn doorgereden tot een kilometer of vier voor Plitvice. Daar was een camping die we gister al in de boeken gespot hadden. Klein naar Kroatische begrippen, 85 plaatsen. Er was nog plek, we konden uitzoeken. Op een zeker moment dachten we een mooie plek gevonden te hebben en gingen we kijken. De caravan had waarschijnlijk een nog leukere plek gevonden want die ging er achteruit rijdend vandoor, de auto op sleeptouw nemend. Ik had het niet zo ingeschat maar de auto stond op een heuveltje en de caravan hing er nog een beetje achter, de zwaartekracht deed de rest. We hebben dit probleem al eerder gehad in Frankrijk, dankzij Jantiene konden we de auto toen net nog voor het ravijn stoppen. Ze dook er in trok de handrem aan. Vandaag een identieke actie. Met een  tegenwoordigheid van geest die echte helden kenmerkt redde ze zowelauto, de caravan als de vakantie.

Eénmaal van de schrik bekomen de boel opgezet en gekookt. Na het eten even informatie over de omgeving bij de plaatselijke TIC (Touristic Infomasje Centrum) gehaald. Morgen houden we nog even een rustdag, het is dan per slot van rekening zondag en waarschijnlijk zal het dan wel vreselijk druk zijn in Plitvice. Voor het bezoek aan de meren en de watervallen trekken we twee dagen uit en daarna is het de bedoeling dat we weer verder trekken. Maar zover is het nog niet. Eerst hier weer wat avonturen beleven.

Zondag 15 juli 2012: Een rondje langs de kust

Helaas was niet iedereen op de hoogte van onze afspraak dat we er een rustige dag van zouden maken. Naast ons stonden een stel Fransen met twee kinderen die om zes uur aan de hele camping wilden laten weten dat ze de nacht weer overleefd hadden. Het had ons niet gespeten wanneer dat niet het geval was geweest. Het gekrijs waarmee ze de nieuwe dag vierden was vreselijk. Ik ben er maar uit gegaan en toen ik koffie aan het zetten was hoorde ik Anne al de ene na de andere verwensing richting Fransen sturen. Helaas had dat niet het gewenste resultaat want de herrie hield onverminderd aan. Anne er dus ook uit en daar zaten we dan, om half zeven, voor de caravan. De een met een bak koffie, de ander met een koppie thee. Jantiene leek wel nergens erg in te hebben, die pitte lekker door en gelijk had ze. Gelukkig zagen we dat ze inpakten en morgen onze rust niet meer kunnen verstoren, maar ja onze zondagsrust was wel naar de Filistijnen.

De rest van de ochtend maar gevuld met huishoudelijke zaken. Toen dat gedaan was zijn we in de auto gestapt om de omgeving te verkennen. Ik had op de kaart gekeken of er nog wat mooie routes in de buurt waren en volop ‘groene’ weggetjes dus dat trof. Eerst langs de Plitvice Jezaro gereden, het park waarin de watervallen gelegen zijn. Vanaf de weg kregen we al een beetje indruk wat ons te wachten staat want in de verte konden we al wat zien. Daarna naar Autočac en Senj gereden. We reden door een soort prairieachtig landschap met hier en daar wat bossages. Overal stonden bijenkasten. Bij de weinige huizen die we tegenkwamen stond overal honing te koop. Tussen Autočac en Senj was het wat meer bergachtig met veel naaldbossen. Al met al een mooie rit. Bij Senj kwamen we uit de bergen en in enen kregen we hem in het zicht, de Jandranska More. Voor de lezers die het Kroatisch niet zo machtig zijn, de Adriatische Zee.

Diepblauw en vol met eilandjes met als uitschieter het eiland Krk, wat we op de achtergrond zagen liggen. Daarna namen we de kustweg naar Karlobag, ongeveer 60 km zuidelijker. Wat een geweldige weg. Een soort Corniche d’Or maar dan veel rustiger, geen files, geen overdreven bebouwing en geen schreeuwende reclames. Wat verder ook wel gezegd mag worden is dat de weg prima was. Ook viel het ons op  dat we bijna geen toeristen tegenkwamen. We hebben het idee dat die toch veel noordelijker blijven hangen. Onderweg slingerden we van de kust weer wat meer het binnenland in en terug en van onder naar boven. Achter iedere bocht lag weer een nieuw indrukwekkend vergezicht. Jammer genoeg waren er geen plekken waar je bij het water kon komen, althans niet aan het begin van de route. In het laatste gedeelte, bij Karlobag werd dat beter maar daar was het zo druk dat we dat niet gedaan hebben. Onderweg nog lekker even zitten picknicken en verschillende malen gestopt om rond te kijken. Een detail wil ik nog vermelden. Het terrein ziet er ongerept uit maar is verdeeld door allemaal muurtjes van op elkaar gestapelde rotsblokken. Die verdelen klaarblijkelijk de verschillende
eigendommen. Af en toe waren er ook ronde gedeeltes te zien waarvan ik veronderstelde dat het een soort veekralen waren waarin bijvoorbeeld schapen opgesloten konden worden. Overal zagen we ze en ze moeten bij elkaar duizenden kilometers lengte beslaan. Wie weet hoe oud die bouwsels al zijn.

Bij Karlobag gingen we het binnenland weer in. Van zeeniveau klommen we in twaalf kilometer naar 938 meter hoogte, een behoorlijke klim, het Fordje moest af en toe behoorlijk werken. We reden in het Nationaal Park Velebit. Dit is vernoemd naar de Velebit, een soort naaldboom waarvan de hars vroeger gebruikt werd bij het breeuwen van schepen. Na de klim uit Karlobag kwamen we op een soort hoogvlakte waarbij je helemaal niet het idee had dat je zoveel geklommen was. Weer een prachtig gebied. Ik had me trouwens wel een beetje verkeken op de afstanden hier want toen we op een gegeven moment de TomTom weer de opdracht ‘huis’ gaven liet die weten dat we nog 76 kilometer voor de boeg hadden. De weg die we volgden was klaarblijkelijk een belangrijke want zo te zien was hier ook weer behoorlijk slag geleverd. Verschillende herdenkingsplaquettes langs de weg met als ‘hoogtepunt’ of liever dieptepunt een monument waar zeker 25 namen genoemd werden en waar ook een gedenksteen was voor twee Tsjechische blauwhelmen. Confronterend om te zien dat de mensen die gesneuveld waren allemaal een beetje van mijn geboortejaar waren. Pijnlijk om te zien waartoe onbegrip en achterdocht kunnen leiden.

Even later kwamen we een kudde schapen tegen aan de kant van de weg. Wij stoppen want Anne was bijna niet meer te houden. Toen we uitstapten kwam Jarislav de geitenhoeder de bosjes uit. Ondanks de taalbarrière raakten we aan de praat en met behulp van de taalgids Kroatisch kwamen we toch tot een gesprek. Anne vertelde hem dat ze op een geitenboerderij werkte en daar de geiten molk. Jarislav molk de geiten niet, de melk was voor de jonkies en die vraten ze op als ze groot waren vertelde hij lachend. Een leuke ontmoeting. Toen we weer onderweg waren zagen we dat er een wolkenfront over de bergen aan het schuiven was. Een wonderlijk gezicht. Helaas voor ons moesten wij die kant op en inderdaad, het werd bewolkt en kouder. Dat laatste was niet erg want het was
erg warm geweest vandaag. Dat het bewolkt werd verontrustte ons wel wat maar gelukkig bleef het de rest van de dag droog. Gelukkig maar, ondanks een wat matige start werd het toch een prima dag. Benieuwd wat morgen brengt want naast ons zijn vanavond een stel Polen met kleine kinderen beland.

Maandag 16 juli 2012: Plitvice

Helaas was het bewolkt vanmorgen en neigde het naar regen. Dat is niet zo vreemd wanneer je weet dat dit gebied maar 55 zondagen per jaar telt. Nu zult u zeggen: in Nederland hebben we maar 52 zondagen per jaar maar ik bedoel natuurlijk dagen met zon, dat zijn ook zondagen. Evengoed de wandelschoenen maar aangetrokken en met lange broek en regenjas naar de meren van Plitvice. Deze meren zijn een natuurfenomeen van de bovenste plank en er wordt gezegd dat wanneer je Kroatie bezoekt dit bezoek niet compleet is zonder een bezoek aan de meren. Er liggen hier in een gebied van 33.000 hectare tien meren die elkaar trapsgewijs opvolgen. Het hoogste meer ligt op een hoogte van 636 meter, het laagste op een hoogte van 503 meter. Deze hoogte wordt overbrugd door honderden watervallen en stroompjes in allerlei vormen en verschijningen.

Nadat we de auto geparkeerd hadden en een toegangsbewijs hadden gekocht (de prijs viel ontzettend mee, 23 euro voor 3 personen transport in het park inbegrepen) gingen we naar de vertrekplaats van de trein die het transport tussen de verschillende routes onderhoudt. Gelukkig hadden we in de ANWB gids gelezen dat je het beste bij ingang twee van het park de trein kon pakken en dan naar het bovenste meer kon rijden. Van daar uit kon je dan de route naar beneden volgen in plaats van naar boven te klimmen. Afdalen heeft nu eenmaal een beetje mijn voorkeur. We hadden gekozen voor een tocht van zes uur want volgens de al eerder genoemde gids kon een beetje wandelaar de afstand in een paar uur overbruggen dus dat durfden we wel aan.  Boven aan gekomen kwamen we bij een diepblauw meer met kristalhelder water waarin we de forellen konden zien zwemmen. We liepen over een goed begaanbaar pad van houten vlonders  dat op palen stond en waaronder het water vrij spel had.

Ondertussen was het licht gaan regenen. Na een minuut of tien kwamen we bij de eerste watervalletjes en zagen op verschillende plekken het water zo de grond in verdwijnen al waren het doucheputjes. Al direct waren we enthousiast, niet wetend wat voor moois ons allemaal nog te wachten stond. Eigenlijk is het moeilijk te beschrijven, je valt van de ene verbazing in de andere. Het is net als gisteren op de kustweg, na iedere bocht wacht je een nieuwe verrassing. Het zijn overigens niet alleen de watervallen imponeren, het hele landschap doet dat. Omgevallen bomen, moerasachtige meertjes, rietvelden en vooral de kleur van het water wekt de verwondering op en heeft een soort sprookjesachtige uitstraling. Gelukkig hield het vrij snel op met regenen en konden de jassen de rugzak in.

Voorzichtig kwam de zon tussen de bewolking door en werd het helemaal aangenaam. Na een tocht van ongeveer twee en een halfuur kwamen we bij Jezero Kozjan (Het Kozjan meer). Dat staken we over met een bootje, een tochtje van ongeveer twintig minuten. Daarna hebben we bij de enige uitspanning even een broodje gegeten en zijn we op pad gegaan voor de laatste anderhalf uur. Het tweede edeelte was duidelijk minder spectaculair dan het eerste gedeelte. Hier waren meer ‘overlopen’ dan watervallen. Met overlopen bedoel ik een soort talud waar over het water zich een baan naar beneden zoekt. Overigens wel een mooi gezicht. De afsluiter was trouwens wel weer spectaculair, de Veliki slap, de grote waterval. Hier valt op drie plaatsen het water 78 meter naar beneden stort. Overigens wordt deze waterval niet gevoed door de overstromende meren maar door de rivier de Plitvice die boven de meren stroomt.

Na een klim richting ingang één, waarbij we nog verschillende keren een fantastisch uitzicht op de meren hadden, kwamen we bij de stopplaats van het treintje aan en konden we ons weer laten vervoeren naar ingang twee waar de auto op ons stond te wachten. Daar hebben we eerst maar eens gesnackt in de vorm van een beker frambozen. Dit verkopen ze hier in plaats van patat en frikandellen en ik moet zeggen, ze waren erg lekker. Nadat we voor het parkeren betaald hadden mochten we het parkeerterrein weer verlaten en gingen we weer richting camping. Het was een fantastische dag en ze hadden gelijk: een bezoek aan Kroatie is niet compleet zonder een bezoek aan Plitvice.

Dinsdag 17 juli 2012: Terug naar de kust

Eén SVR camping in Kroatië en daar staan we nu. Het was één van de vele minicampings die we tegenkwamen op de weg van Zadar naar Sibenik. Een heleboel kleine campings, het lijkt of iedereen die 100 vierkante meter tuin heeft een camping begint. Vaak te klein, te kort schaduw, te krap. We zijn een paar keer gestopt en hebben er wat bekeken en afgewezen totdat we het bord tegenkwamen: Kamperen bij de boer, ja krek, dat is ‘t’. En ‘ja krek’, daar staan we nu.

Vanmorgen besloten om naar de kust te vertrekken. Bij Plitvice was eigenlijk buiten de meren weinig te ontdekken. We konden of nog een dag niets doen of vertrekken en dus eigenlijk ook niets doen. Voor het laatste gekozen. We hadden niet veel haast, Zadar ligt zo’n 150 kilometer van Plitvice, over binnenwegen, dus haast hoefden we niet te hebben. Na het inpakken, het tanken, het doen van onze digitale plichtplegingen, het legen van het faecaliencompartiment, en het betalen gingen we rond een uur of tien op weg. Gedeeltelijk gingen we over de zelfde weg. Is het in andere landen soms een probleem om dezelfde weg terug te vinden, hier is het vrij lastig om een alternatieve route te plannen bij het gebrek aan wegen. Een klein stukje konden we anders. Hierdoor kwamen we langs Bunič , een dorpje van ongeveer twintig huizen. Het bood een trieste aanblik. De kerk, zonder toren en dak, was het middelpunt van een aantal huizen, verlaten, verbrand en vernield. Eén huisje was nog bewoond, aan de rand van het dorp, daar zagen we een kromme oude baas in een volkstuintje aan het werk. God mag weten wat hier gebeurd is, wij kunnen ons er slechts een idee van vormen.

Even verder kwamen we op de route die we al eerder gereden hadden en waar we Jarislav de geitenhoeder tegengekomen waren. We zagen nu echter geen spoor van hem. Bij Liko Leške bogen we af richting Ospič.  Het schoot niet erg op. Overal  waren er hier wegwerkzaamheden. De weg wordt dan afgezet over een lengte van zes, zeven kilometer en het verkeer wordt over één baan geleid. Je bent pas aan de beurt wanneer het stoplicht aan jouw kant op groen springt en als hij net op rood staat kan dat echt wel een tijdje duren. Ook wanneer je aan de beurt bent schiet het niet erg op. Dertig kilometer per uur is wel het maximum. De bovenlaag van de andere baan was weg gefreesd en dat gaf wel een niveau verschil van twintig centimeter, geen goed vooruitzicht wanneer je daar in rijdt. Aan de andere kant van de weg ligt de berm. Die is ook niet erg aantrekkelijk, ook vandaag weer verschillende borden gezien die waarschuwden voor mijnenvelden. Een knallend einde aan deze vakantie zie ik helemaal niet zitten.

Verder wil je je wel aan de maximumsnelheid houden. Op verschillende plekken heb ik al politiewagens verdekt opgesteld zien staan met laserguns om de snelheid te meten. Verder staan er motoragenten op de meest onverwachte momenten achter reclameborden of bomen om de stoute verkeersovertreders in de kraag te grijpen. En denk maar niet dat je je er met een grapje vanaf kunt maken. Als het de wetshandhavers hier aan iets ontbreekt, is het wel aan gevoel voor humor en inlevingsvermogen. Volgens mij kan je hier alleen carrière bij de politie maken wanneer je absoluut geen gevoel hebt. Aan de koppen die de uniformen tooien is het al duidelijk afleesbaar.

Bij Gracač kwamen we weer in de bergen terecht. Het was een kort stukje dit keer. Aan de andere kant  zagen we uit de hoogte een onafzienbare vlakte. Nauwelijks bebouwing, alleen doorsneden door wat stoffige paden die ogenschijnlijk nergens naar toe gingen. Na een afdaling van een kilometer of acht kwamen we in het gebied terecht wat het meest aan een soort woestijn deed denken. Begroeid met allemaal ministruikjes, die wonder boven wonder wel groen waren. Wel zagen we weer overal muurtjes die waarschijnlijk als een soort erfafscheiding dienst doen. Mogelijk was het hier vroeger vruchtbaarder, anders doe je al die moeite toch niet. Er was geen mens of dier te bekennen.

Naarmate we Zadar naderden werd het vruchtbaarder. Dat was ook te zien aan de stalletjes die aan de kant van de weg stonden. Aardappelen, tomaten, meloenen, uien, knoflook, voor alle dagelijkse groenten en fruit kan je daar terecht. Bij een willekeurig kraampje zijn we gestopt en hebben de voorraad aangevuld. Omdat hij niet alles kon leveren wat we nodig hebben zijn we in Zadar toch nog even de Lidl ingegaan voor de rest. Ondertussen reden we op de kustweg tussen Zadar en Sibenik. Toen op zoek naar een camping. Zoals al gezegd, die hebben we gevonden in Pokoštane. Het boerenkarakter van de camping ontgaat ons een beetje maar in vergelijking met de andere campings zag het er goed uit. Redelijk wat begroeiing, water en stroom bij alle plaatsen en goed betaalbaar. We kregen zelfs nog korting met onze SVR pas, halen we daar ook eindelijk eens ons lidmaatschapsgeld terug. De plaatsen zijn echter wat klein hier en het is te krap om de caravan met de auto op de plaats te steken maar er stonden direct een paar mannen klaar om ons te helpen. Ging geweldig. Het opzetten van de luifel en Annes tent ging wat moeizaam. Enerzijds speelde de temperatuur ons parten, anderzijds de Bora. De Bora is een warme aflandige wind die behoorlijk hard waait, vergelijkbaar met de Föhn.

Na een uurtje zweten was het kampement echter klaar en konden we mooi aan een koud biertje. Wat toch een uitvinding, de koelkast. In de stoel met 25 graden, biertje in de hand, uitkijkend over de Adriatische Zee, hoe rijk ben je dan? Daarna even naar zee gelopen,ongeveer 75 meter hiervandaan, om daar een duik te nemen. Het verschil tussen de lucht en de watertemperatuur was vrij groot, dus het water leek koud. Eenmaal door viel het wel mee. Even een kort rondje en toen terug. Lekker gedoucht en daarna gekookt. Lekker kapucijners met spek. Dit topgerecht was de kers op de slagroom van de dag. Die kon niet meer stuk.

Woensdag 18 juli 2012: Even rustig aan

Het was voor mijn doen niet vroeg vanmorgen, half negen. Anne zat al buiten, die had last van het zonnetje op haar tent. Samen even een bakkie gedaan en toen naar de bakker. Het pad op en linksaf was er gezegd. Na een aardige wandeling kwamen we inderdaad bij een stalletje op de hoek van de straat. Daarin een meisje die het brood verkocht. Een lekkere zaadbol meegenomen en nog iets van kersenstrudel, zag er ook wel lekker uit. Op deterugweg kwamen we een duikcentrum tegen. Direct er maar even heengegaan om te kijken of we daar terecht konden voor een paar duikjes. We kregen een soort onsamenhangend verhaal van een dame en daarbij werden prijzen genoemd die ons echt veel te hoog waren. Wij haar vriendelijk bedankt en onder een luid roepen van Nasvidenje (tot ziens) hebben we het erf verlaten.

Na het eten zijn we even Pokoštane ingegaan. Leuk stadje, helaas waren we er om een uur of één, op het heetst van de dag en dan loopt het niet over van activiteiten. Even langs de boulevard gelopen. Gezellige boel, een leuk strand wat er naast ligt. Een beetje rondgekeken en aan het eind van ons rondje hebben we een ijsje gehaald. Het waren bijna ijstaarten die we kregen, zulke grote bollen krijg je bij ons niet. Het waren prachtig opgemaakte bakken ijs, heb ik bij ons nog nooit gezien, en heerlijk ijs voor een eerlijke prijs. Drie Mega-ijsjes voor vier euro. Lekker een bankje opgezocht in het parkje en daar even zitten genieten.

Om het internetarme thuisfront op de hoogte te houden ook nog wat kaarten gekocht en naar het postkantoor voor zegels. Daar zagen we een bordje hangen voor de bank en een andere duikschool. Wij op zoek. Na heel wat zoeken en discussies over de te volgen route kregen we toch vrij onverwacht de bank en duikschool in de smiezen. Eerst ons even laten informeren over prijzen en mogelijkheden, dat ging een stuk prettiger dan bij die van vanmorgen. Ook de prijzen waren een stuk aangenamer dus een afspraak gemaakt om vanavond even langs te komen voor verdere afspraken. Dat moet namelijk, want zonder het overleggen van de brevetten worden er geen zaken gedaan. Daarna naar de bank De kuna’s raakten alweer aardig op. Je denkt dat je heel wat hebt maar ondertussen is het toch niet zo veel. 100 Kuna is ongeveer 13 euro dus dat gaat hard.

’s Middags nog even gezwommen en gesnorkeld. Was wel leuk maar niet dat je zegt geweldig. Wat wel leuk was is dat we een sepia tegenkwamen. Het was wel een erg kleintje maar dat maakte hem zo leuk. Zelfs Anne, die toch wel een kijkje op koppotigen heeft, vond hem leuk. Nog even op het strand en daarna terug om te eten. Vanavond nog even naar het dorp geweest, een levendige boel in de avond. Volle terrassen en eettentjes, een heel verschil met vanmiddag. We moeten van de week maar eens een avondje heen. Wij kwamen echter met een doel, nog even naar het duikcentrum. Anne heeft spullen gepast en we hebben afspraken gemaakt. Morgen om half tien moeten we er zijn. Het wordt vast weer een boeiende dag.