Alle blogs laten zien

Dinsdag 6 september 2022: De valse start

Ulvenhout. Wanneer je de klemtoon op de laatste lettergreep legt en je spreekt dat met een iets hogere klank uit dan nodig is klinkt het bijna Vlaams. Eigenlijk niet verwonderlijk wanneer je je beseft dat we hier op een steenworp van de Belgisch-Nederlandse grens verwijderd zijn. Ulvenhout. Voor wie niet zo topografisch ingesteld is: het ligt iets ten zuiden van Breda. In de loop der tijd zijn ze bijna aan elkaar vastgegroeid. We zitten dus niet ver van Breda af en het is niet zonder reden dat we hier nu zijn.

Want in Breda woonde ome Jan, de broer van mijn moeder. Woonde. Vorige week is hij overleden. Een langzaam in zijn lijf woekerende ziekte heeft hem eronder gekregen.  Een paar maanden geleden liep hij nog fluitend 15 kilometer. Maar ineens, na 88 jaar, is het afgelopen. De klok staat stil voor hem. Redelijk onverwacht. Daarom zijn we nu hier.

Verder kregen we gisteren het bericht dat Renske ook niet meer onder ons is. Renske, de schoonzus van Symen en Martine. Anorexia had haar in de greep. Een wurggreep waaruit ze zich niet kon ontworstelen. Een jarenlang hard en oneerlijk gevecht. En uiteindelijk verloor ze. Ze was bijna even veel jaren oud als kilo’s die ze nog woog. Voor haar hield het ook op.

Niet echt begin van een vakantie zoals we het gewoon zijn. Een vakantie met een valse start dus. Later deze maand zullen we de gewone draad wel weer oppakken. Maar vergeten doe je dit soort gebeurtenissen niet één, twee, drie. Toch zullen ze naar de achtergrond verdwijnen. Dat is een soort zelfbeschermingsmechanisme.  Goed, want je moet verder. Maar de onrust die deze dagen veroorzaakt is zal ongetwijfeld komende tijd af en toe nog wel eens zijn echo laten klinken.

Maar dat heeft ook zijn waarde. Het schudt je even goed wakker en stemt je tot nadenken. Het laat je bewust worden dat je niet alles zelf in de hand hebt. Het laat je prioriteiten stellen en overwegen wat je zelf nog wilt zolang jouw klok nog tikt. En dat is wel even een overdenking waard.

Woensdag 7 september 2022: Een lint van lawaai

Bij Sint Annabosch gaat de A27 over in de A58. De snelweg tussen Breda en Antwerpen. Een slingerend lint van zwart asfalt maar ook een lint van kleurloos lawaai. Je hoeft de weg niet te zien om te weten waar ze loopt. Het geluid van rollend rubber op het zwarte zoab laat je dat wel weten. Vierentwintig uur per dag. Niet ieder moment met dezelfde intensiteit maar je bent je er snel van bewust wanneer je er dichtbij bent. En dat ben je hier in Ulvenhout. In de ochtend begint het rond een uur of vijf, half zes toe te nemen. Wanneer het een muziekstuk zou zijn zou de partituur in deze akte ‘Forte, fortissimo’ aangeven om tussen zeven en acht uur een hoogtepunt te bereiken.

Ik heb dat moment niet afgewacht. Rond half zeven had ik het bekeken, of eigenlijk gehoord. Koppie thee, schoenen aan en een rondje gelopen. De zon kwam mooi op en in de roodgekleurde lucht hadden vliegtuigen ogenschijnlijk een abstract schilderij gemaakt. Toen ik terugkwam leek het al wat rustiger maar dat kan natuurlijk ook gehoorbedrog zijn. De directe omgeving begon rond die tijd ook wat meer geluid te produceren want de camping ontwaakte ook. De zon had alle grijsgetooide gehoorapparaatdragers weer wakker gekust. Voor hen was de dag ook weer begonnen.

Breda was een onbekende voor ons maar vanmorgen hebben we ervan mogen proeven. Een verrassende stad voor ons. Ondanks het vroege tijdstip, half elf, leefde het toch al aardig en wist ze ons te verrassen met haar uitstraling. Ondanks dat het niet klein is heeft het niet de grootstedelijke uitstraling die we verwachtten. Een gevarieerd winkelaanbod met zaken die wij helemaal niet kenden. Overal groepjes studenten die de introductieweek hadden vulden de straten en terrassen.

Lang konden we er helaas niet blijven. Vanmiddag was de uitvaart waarvoor we naar Breda afgereisd waren. Een keurige plechtigheid. Daarna samenzijn in de koffiekamer en ’s avonds hebben we met de familie gegeten in Restaurant De Boschwachter in het Mastbos. En, zoals je wel vaker ziet, na de plechtigheid was de spanning geweken en werd het zowaar nog gezellig, hoewel dat natuurlijk ook relatief is. Ome Jan zou het zo graag gezien hebben denk ik. Hij hield van gezelligheid en het samenzijn met de familie.

Morgen reizen we weer verder. Op ons gemak. Op zoek naar nieuwe avonturen. Avonturen en verhalen, hoewel ik er van overtuigd ben dat die ons zelf wel weten te vinden. We weten nog niet precies waar naar toe, alleen de richting is grofweg bekend. Richting het zuiden. Over een zwart lint van lawaaïg asfalt.

Donderdag 8 september 2022: Grensverleggend

Montmédy, Noord Frankrijk, net over de Belgische grens. Wanneer je aankomt zie je het in de verte al liggen. Aan het einde van de vallei torent een heuvel boven de omgeving uit. Montmédy. Een strategisch punt, op de vroegere grens van het Franse Keizerrijk, de Spaanse Nederlanden en het Heilige Roomse Rijk. De grenzen wisselden nogal eens van plek en daarbij ook de eigenaar van de Montmédy. Maar de heuvel bleef op zijn plaats liggen. Onverzettelijk. Al in de 11 eeuw werden hier de eerste versterkingen gebouwd en bij iedere wisseling van eigenaar weer uitgebreid. Totdat de versterkingen na de Eerste Wereldoorlog hun functie verloren en in verval raakten.

Het verval is nog steeds zichtbaar hoewel er, volgens de toeristische informatie, alles aan gedaan wordt om de plek in de oorspronkelijk glorie te herstellen. We zagen er weinig van. Vervallen huizen, kapotte straten en het onkruid dat een meter hoog stond. Jammer dat ze de potentie van de locatie niet zien hier. Met een beetje moeite kan je hier toch een geweldig themapark maken. Klimwanden en abseilen langs de vestingmuren, een rodelbaan naar beneden, bungeejumpen van de toegangsbrug, blubberrace in de slotgracht, een escaperoom in de kerkers en wedstrijden Geblinddoekt Nonnetje vangen in de Sint Aviothkerk.

Helaas zijn ze hier nog niet zo ver maar lang kan dat niet meer duren. Frankrijk zit financieel al aardig aan de grond, dus om de boel te onderhouden moet er toch inkomen gerealiseerd worden. Wij hebben onze bijdrage al geleverd vandaag. Twee keer veertig cent toeristenbelasting moesten we betalen bij de camping. Voor dat geld kan je toch al gauw een paardenbloem uit de toegangsweg laten trekken. Het begin is er dus.

Vanavond hadden we onze eerste Franse avond. Ik zal met mijn uitleg waarschijnlijk toch wel enige verhitte pubergeesten teleurstellen. Bij ons heeft een Franse avond een heel andere invulling dan bij jullie hoewel ik moet toegeven dat ik ook ooit jong geweest ben en mezelf wel een beetje in jullie gedachtenwereld kan verplaatsen. Bij een Franse avond op de camping wordt er een fles wijn opengetrokken, een stokbrood gebakken en staat de tafel vol met kaas en worst. Danoontje toe en dan naar bed. Alleen. Want de tijd dat daarbij de grenzen werden verlegd ligt al lang achter ons.

 

Vrijdag 9 september 2022: Jagende wolken

De jagende wolken en de ver verwijderde onweersgeluiden waren gisteravond al een voorbode dat het wel eens een wat onrustige nacht zou worden. En dat kwam uit. De door de wind voortgejaagde regen geselde de hele nacht ons onderkomen. Pas tegen de ochtend werd het minder en zowaar, toen ik vanmorgen de deur openzwaaide was het droog maar de nog steeds grijsgekleurde hemel beloofde weinig goeds voor vandaag.

Geen zin om hier te blijven dus. Ik stel weinig eisen aan mijn vakantie maar een beetje lekker weer verhoogt de vreugde die je eraan beleeft enorm. Het ging snel, ruim voor tienen waren we al op pad. Op weg naar het zuiden want voor een beetje goed weer moet je daar zijn. Dat weet toch iedere gek. Op weg naar Langres. Daar zijn we al verschillende keren langs gereden maar we zijn er nog nooit gestopt.

Een beetje het Metz-Nancy verhaal van een paar jaar geleden. Je ziet het iedere keer liggen maar je bent eigenlijk net lekker op pad óf je hebt haast om terug naar huis te gaan. Stoppen is dus eigenlijk geen optie. Totdat je er stopt en je erachter komt dat het toch wel de moeite waard is. En dat verhaal hadden we ook over Langres gehoord. Een verrassende stad werd het genoemd. Een mooi doel, niet te ver weg, zo’n tweehonderdvijftig kilometer dus prima te doen in een dag. En daarbij kwam dat de het weer daar toch wel heel anders zou zijn dan in Montmédy.

Dat kwam uit. De hele dag werd het percentage blauw in de lucht steeds groter tot we zo’n dertig, veertig kilometer bij Langres vandaan waren. Toen begon het grijs weer de overhand te krijgen en op zo’n tien kilometer voor de stad gingen de sluizen open. Niet figuurlijk, nee, letterlijk. De ruitenwissers op de hoogste stand konden het water nauwelijks wegkrijgen en op de heuvelachtige route veranderden de wegen in rivieren.

Langres hebben we dus maar even gelaten voor wat het was. Hoe mooi het ook is. We komen er vast nog wel eens een keertje langs. Besançon werd het nieuwe doel. En verdomd, onderweg werd het droger en droger. Uiteindelijk zijn we vandaag in Marnay beland. Daar staan we nu op een mooi plekje aan de Ognon, de plaatselijke rivier. Hoewel we hier al redelijk vroeg waren hebben we nog niets van het stadje gezien. Toen we er lopend naar toe op weg waren leek het of de wolken Langres zich hier naartoe verplaatst hadden. Jagende wolken. Op jacht naar ons. We konden ze niet ontlopen. Tot op het hemd…

Zaterdag 10 september 2022: Het kan raar lopen

Buren. Soms heb je er plezier van, meestal niet. Dat laatste was hier een beetje het geval. Gisteravond was er in de buurt, ik weet niet precies waar, een festival gaande. Een beetje techno, dance, tranche of rave of hoe het tegenwoordig allemaal ook mag heten. Weinig last van, behoorlijk in de verte. Rond een uur of half twaalf hield het op, mooie tijd. Ik denk dat onze buren er ook heen waren. Die kwamen een half uurtje later hier weer terug. Ladderzat en luidruchtig. Namen hier nog een biertje (of wat) en praatten wat met elkaar. Nou ja, praten. Hoe langer het duurde hoe luidruchtiger het werd.

Omdat ik toch niet kon slapen deed ik hier in de caravan maar even met ze mee. Het pakken van het eerste blik ging wel goed maar bij blik twee ging het mis. Op de koelkast in de caravan zit een soort pal waarmee de koelkast afsluit maar waarmee je hem ook open kunt maken. Dat is bedoeld om de spullen in de koelkast te houden tijdens het rijden. Gemaakt van bijna onverwoestbaar kunststof. Bijna onverwoestbaar. Ik was natuurlijk al wat geïrriteerd door de herrie, sta ik ineens met een halve sluiting in mijn handen. Dat was even flink… nou ja, vul zelf maar in. Met veel pijn en moeite kon ik de deur nog open krijgen voor mijn versnapering maar ik was behoorlijk chagrijnig.

Ondertussen ging het feest buiten ook lekker door. Hoe meer er gegild werd hoe leuker het was, zo leek het. Ik ergerde me wild. Rond een uur of één was ik het zat en heb een paar mooie Franse brullen, gelardeerd met wat scheldwoorden, hun kant opgestuurd. De stilte duurde nog geen vijf minuten. Toen zag men er waarschijnlijk de humor wel van in en ging nog even door. En een versnelling hoger. Half twee, kwart voor twee was het voor het stil was. Wat een opluchting. Stel je voor dat het langer geduurd had met een haperende koelkastdeur. Dat had ik niet getrokken.

Vanmorgen wist ik dus wat me te doen stond. De halve ochtend heb ik besteed aan het repareren van het palletje. Secondelijm, gaatjes boren, ijzeren pinnetjes erin. Wat was ik weer blij dat ik van alles mee had. Was ik bijna klaar schoot het veertje waarmee het palletje terug gedrukt wordt zo hup door de caravan. Zo’n klein kutveertje. Een zwarte. Zie die maar eens te vinden in het bijna donker. Dus maar een balpen gesloopt, veertje eruit, op het palletje geplaatst en toen bewoog alles weer. Spullen aan de kant gelegd want secondelijm plakt het beste wanneer het een paar uur uit kan harden. Eerder moet je het niet belasten. Ja, behalve wanneer het aan je vingers zit, dan plakt het sneller. Tsjesus, wat was ik weer tevreden over mezelf.

Daarna maar even op pad. We zijn per slot van rekening niet in Frankrijk om koelkastdeuren te repareren. Op weg naar Pesmes. Weer zo’n plaatsje uit die beroemde gids. Die van de mooiste dorpen van Frankrijk. Wij rondlopen door het dorp maar we konden het mooie eigenlijk niet vinden. We hebben dat wel eens eerder gehad. Dat was in Simenik, Kroätie. Daar moesten we door een steegje en een trappetje op en toen waren we ineens in het oude dorp. Maar hier waren wel een hoop steegjes en trappetjes en ook wel wat oud dorp maar om nou te zeggen: ‘Goh, wat ziet dit er geweldig uit’, nee, dat hadden we niet. Niet een beetje een deceptie, nee een behoorlijke. Dat heb ik eigenlijk nog niet eerder gehad.

Daarna maar even naar Gray, één van de grotere plaatsen hier. Onderweg werden we op het klooster van Acey gewezen. Even een ommetje. Leuk, wat van die monniken. Beetje bidden, biertje brouwen, biertje doen, boertje laten en bedje in. Mooi leven. Maar helaas, niet alle monniken zijn brouwers. Deze waren van een heel andere orde. Hebben ook weinig op met andersdenkenden. Deze stonden aan de wieg van de kruistochten en hebben de Katharen een kopje kleiner gemaakt. Gelukkig waren ze net met de Vespers bezig, ze hadden er dus geen erg in dat we er waren. Snel wegwezen dus voor dat ze ook met deze atheïst korte metten zouden maken. Hoewel, de metten zijn natuurlijk pas ’s nachts dus daar hoefde ik me eigenlijk geen zorgen over te maken.

Dus toen maar naar Gray. Dat was het dieptepunt van de dag. Zelfs het bezoek aan de Action wat we iets later hadden won het met glans van Gray en dat wil wat zeggen. Rij er maar langs zou ik zeggen. Geen geweldige dag dus maar inmiddels staat de koelkast weer in elkaar en doet het weer. Kan ik straks misschien nog even met een biertje aanschuiven bij de buren. Ze zitten er weer. Een stuk rustiger dan vannacht. Net hoorde ik ze zelfs roepen naar een luid blaffende hond een paar plekken verder. Of hij zijn kop even kon houden. Ja, het kan raar lopen.

 

 

 

 

Zondag 11 september 2022: De parkeerwachter

Zondag. Van oudsher een rustdag. Opstaan, ontbijtje, naar de kerk, weer naar huis, borreltje en dan aan de prak. ’s Middags even een bezoekje aan opa en oma en in de avond Studio Sport met Herman Kuiphof. Zo was het vroeger. Maar we leven in een dynamische wereld. Weinig dingen zijn nog zoals ze waren. Het verandert allemaal en naar mijn idee wel eens een beetje te snel en te radicaal. En alles waar te voor staat, dat is niet echt geweldig heb ik wel eens gehoord. Ja, behalve te-vreden, te gast en te bed.

Wij houden ons nog maar gedeeltelijk aan dit ritme. De eerste twee onderdelen houden we in ere maar de rest hebben wij ook al laten vallen. Als je alleen al ziet hoe laat we eruit komen. Dan heb je geen tijd meer om naar de kerk te gaan of het zou in je pyjama met een broodtrommel onder je arm moeten zijn. Je begrijpt het al, niet te vroeg er uit vanmorgen.

En dat is maar goed ook want ik had nog even een klap te verwerken. Een mentale dreun. Een soort van ego-killer. Gisteravond, nadat ik de blog ge-post had dacht ik: mooi, en nu nog even een biertje. Dus ik trek de koelkast open. Wat denk je? ‘Krak’. Sta ik verdorie weer met die beugel in mijn handen. Urenlang heb ik er bloedig aan gewerkt en na zeven keer de deur open en dicht gaf hij de geest alweer.

Die moest dus even indalen. Slecht van geslapen. Pas tegen het ochtendgloren sloot ik de ogen en ja, dan ben je niet vroeg. Maar zo rond een uur of tien zaten we dan toch aan een bak met yoghurt en muesli. Tijd om brood te smeren was er niet meer dus dat hebben we zo maar opgelost. Gelukkig was het prachtig weer en we hebben besloten om daar even ons voordeel mee te doen. Om te fietsen waaide het naar ons zin een beetje te hard dus de auto maar even gepakt.

Op naar Placey. Gister had ik gelezen dat daar een Vide Grenier was, een rommelmarkt dus. Eigenlijk betekent het ‘Maak de zolder leeg’ maar dat geloof ik niet. Mijn moeder ging vroeger iedere week naar een Vide Grenier om spullen te verkopen iedere week raakte de zolder voller en voller. Gelukkig woont ze niet in een doorsnee rijtjeswoning want anders had ze opslag moeten huren. Het gebeuren deed de Nederlandse naam eer aan, een rommelmarkt, met de nadruk op rommel.

Het was niet veel maar de vers gegrilde worstjes waren wel lekker. Een goede volle vette klodder saus samoerai erop en ze gleden zo naar binnen. Jantien mooi aan de crêpe en we konden weer verder. Maar dat viel niet mee. Op weg naar Champigny werden we op de aanwezigheid van een kasteel gewezen. Altijd leuk een beetje cultuur. Hup, er heen. Werden we halverwege tegengehouden. Wegafzetting. Route Barré. Déviation. De Tour de Fiets was aan de gang. Wij nog denken dat het de ronde van Pirey was maar dat bleek later niet zo te zijn. Het was het jaarlijkse départementale fietsfestijn. En daar was gewoon een hele hap van Frankrijk voor afgezet. Ongeveer ter grootte van de Wieringermeer.

Geen verkeersregelaars die je erdoor lieten als het veilig was, nee, afsluiten die boel. Overal liepen we vast vandaag. Overal bordjes met wegomleggingen, maar waarheen die gingen was totaal onduidelijk. Ze hebben er hier wel slag van om dat soort dingen te regelen. De Franse slag. Het werd dus een rondje rond het parcours. Wel leuk was dat we zo langs Autoreille en Bonnevent Velloreille gevoerd werden. Even plat vertaald: Autorijden en Goedewind? Fietsrijden. Nu hadden ze wel per ongeluk Vello in plaat van Velo geschreven maar dyslectie is natuurlijk geen probleem dat bij de landsgrenzen ophoudt. Iets later kwamen we nog iets leuks tegen. Bij de bouw van overdekte wasbanken had men niet helemaal de hoogte van de Franse haan ingeschat met als gevolg dat zijn kop er af moest. Zonder de Tour hadden we dat nooit gezien.

We hebben later trouwens nog wel een ander kasteel gevonden. Het kasteel van Gy. Bij gebrek aan ander daar even heen gereden. Netjes de auto op het parkeerterrein gezet en even rondgekeken. Helaas was de poort op slot en was bezoek op zondag niet mogelijk. Maar wat doe je. Toch even een paar fotootjes maken want je bent er toch. Staan we daar, komt er een oude baas op een oranje Peugeotfiets aanrijden. Ik dacht nog even: ‘Oh dat is leuk, een man op een oranje fiets, die heeft zeker gezien dat we Nederlanders zijn’. Maar dat bleek niet het geval te zijn. Hij kwam ergens anders voor.

Op een nogal geagiteerde toon vroeg hij of we bezoekers van het kasteel waren. ‘Nee’, zei ik, ‘dat kan niet, want hier staat dat het kasteel gesloten is’. Wat we dan op de parkeerplaats deden. Die was namelijk alleen voor bezoekers van het kasteel en bovendien, het was privéterrein. Hup, wegwezen dus. Ik was nogal verbaasd over zoveel herrie want ja, eigenlijk waren we wel bezoekers van het kasteel want het lag niet aan ons dat het gesloten was. Dat was hun eigen schuld en wanneer het gesloten is, wie moet er dan anders op dat parkeerterrein komen te staan? De andere bezoekers? Die komen natuurlijk niet want het kasteel is namelijk gesloten. Eigenlijk staan we dus niemand in de weg.

Maar nee hoor, geen sprake van. Mijn redenering klopte volgens hem van geen kant. Wanneer iedereen maar een beetje doet waar hij zin in heeft wordt het een zootje hier. En dan nog wel een buitenlander die er tegenin durft te gaan, het moet toch niet zotter worden. En daar ging hij weer. Hup, op de oranje Peugeot met vijf versnellingen. Voorzichtig de berg af. We bleven een beetje verbaasd staan maar zijn optreden was eerder lachwekkend dan indrukwekkend. Toen we even later weer vertrokken zagen we hem zitten. Op een oude keukenstoel.  Op twee poten, achterovergeleund tegen een vervallen schuurtje. Zijn fiets stond naast hem. Klaar om bij het volgende misbruik weer snel in te kunnen grijpen. We staken nog even vriendelijk onze hand op maar onze groet werd niet beantwoordt. Stoïcijns bleef hij voor zich uit kijken, wachtend op het volgende slachtoffer en zo invulling gevend aan zijn zondag.

 

Maandag 12 september 2022: Zeveneneenhalf procent

We beginnen er weer slag van te krijgen, inpakken en vertrekken. Met een uur was het klaar, ontbijt en sanitaire bezigheden inbegrepen. Gisteren hadden we al grofweg een doel bepaald alleen de bijbehorende camping moest nog even gevonden worden. Maar dat is een probleempje voor onderweg. Een mooie rit. Onderweg kwamen we nog langs de Saline Royale, de koninklijke zoutziederijen. Die kunnen we dus ook weer wegstrepen van ons Unesco lijstje. In Arbois even wezen winkelen en tanken. Daar was het zo goedkoop, bijna vooroorlogs. Eén euro vierenveertig centen en 9/10 per liter. Toen we dat via de App wereldkundig hadden gemaakt kwamen er van alle kanten verzoeken om jerrycans vol mee te nemen. Prima, maar we gaan eerst kijken of we het nóg goedkoper kunnen krijgen.

Voorbij Arbois begonnen het te heuvelen. De Jura kondigt zich aan en voor we het weten rijden we langs steile rotswanden en diepe ravijnen. Op weg naar Bonlieu. Ik hoop dat het een Bonlieu, een goede plek, blijkt te zijn. We zijn even afgegaan op een verhaaltje in de gids, daar moeten we het mee doen. Kwart over twee stonden we voor de poort. Helaas. Siësta van half twaalf tot drie. Ja, het naseizoen is begonnen. Eigenlijk kan ik ze geen ongelijk geven en voor ons viel het mee. Kwart voor drie komt de dame in kwestie, een kwartier te vroeg. Hoe On-Frans wil je het hebben?

Vooralsnog blijven we drie dagen, bijboeken is nooit een probleem geweest in deze periode. We zien het wel. Na een kwartiertje installeren de fietsen gepakt om nog even snel rond te kijken. Iets verder ligt het Meer van Bonlieu. Dat ging soepel, benen omhoog en de zwaartekracht hielp ons vooruit. Daarna even naar het Belvedere, het uitzichtpunt. Dat was even zwaarder. 165 hoogtemeters over een afstand van even ruim twee kilometer. Dat is zeveneneenhalf, acht procent. Mazzel dat de accu’s bijna overliepen van de stroom anders hadden we het nooit gehaald.

Het was wel de moeite waard, een geweldig uitzicht hadden we boven en toen we uitgerust waren konden we zo weer naar beneden. Dat ging een stuk eenvoudiger. Toen nog even doorgereden naar Bonlieu, het dorp hier. Niet echt een bruisende metropool maar dat mag je ook niet verwachten. Ik vind het wel goed zo. Ik heb eigenlijk geen anderen nodig om me te vermaken. Dat red ik makkelijk zelf.

Dinsdag 13 september 2022: Een pop-up restaurant

Waarschijnlijk was het een gevolg van de fietstocht van gisteren, we waren niet vroeg vanmorgen. Ik was om kwart over zeven wakker, iets wat voor mij al als uitslapen geldt, en Jantiene zag pas om half tien het levenslicht weer opnieuw. Wel even lekker, een paar uurtjes voor jezelf. Ondanks dat het vakantie is gaat het gewone leven om met heen gewoon door. Er waren nog wat administratieve zaken die ik moest doen; de blog, mail, ik had nog wat roosterwerk meegenomen maar ook de verhuur up-to-date houden want dat gaat gewoon door.

Op de valreep van het wisselen van de seizoenen was er nog een dame uit Keulen die met haar vriendin een weekendje bij ons door wil brengen. Ik heb daar geen moeite mee. Ik ben van jongs af aan al bekend met dit fenomeen en er werd ook nooit moeilijk over gedaan. Bij ons thuis in de kelder stonden, tussen de weckflessen met sperzieboontjes en stoofperen, altijd al wat Keulse potten. Een gegeven, je wist niet beter. Je was je er dus wel van bewust dat er zonder Keulse potten geen eten op tafel kwam. In grote lijnen blijven een hoop dingen toch onveranderd.

Bonlieu, ik schreef het al eerder, is geen bruisende metropool. Volgens Internet zijn er 225 vaste bewoners. Het horecabestand van het dorp laat dus ook wat te wensen over. Waarom ik dit schrijf: we krijgen visite. Jan en Neli reizen van zuid naar noord en wij gaan de andere kant op en Bonlieu is dan de uitgelezen plek nou ja bijna dan, om elkaar even te ontmoeten. En met de uitgelezen plek bedoel ik meer een logistiek uitgelezen plek. En dan is het altijd wel lekker wanneer je gewoon lekker buiten op een terras even wat kan gaan drinken of eten. Een beetje dichtbij als het kan. Maar dat zit er niet in bij Bonlieu.

Er zit wel een pizzaboer maar die bezorgen alleen in deze periode, die wil geen troep meer in zijn tent voor die anderhalve klant. Ik kan daar wel inkomen. Ik heb ook liever geen pizzatroep in mijn tent. De enige andere middenstand, nou ja, als je het al zo kunt noemen, is het postkantoor dat in het gemeentehuis is gevestigd. Je zit dan sowieso al met beperkte openingstijden. Je volgt het ritme van de ambtenaar zogezegd. En voordat je je honger met postzegellijm weg gelikt hebt, dat duurt wel even.

 Ik denk ook dat ze raar op staan kijken wanneer je voor de balie staat en vraagt om een grote puntzak ‘postzegels voor Europa mét alstublieft’. Maar nog gekker zou het zijn wanneer je als antwoord krijgt: ‘Wilt u er mayo of ketchup bij of heeft u liever de saus van Priorityzegels?’ Het zou een mooie dure hap worden, we betalen al ruim anderhalve euro voor zo’n gegomd stukje papier en dan ook nog een zak vol…. en daar krijg je je honger niet mee weg. Een soort Nouveau Cuisine, het ziet er wel aardig uit maar je betaalt veel te veel voor veel te weinig.

Toch nog even in de buurt wezen snuffelen of er nog iets was maar nee… Wel kwamen we de dikste dennenboom van de Jura tegen, de Pin President. Tweehonderdvijftig jaar oud, 42 meter hoog en een omtrek van 4 meter 30.  Een beste buffel dus, volgens het bordje zat er 17 kuub hout in, En verder hebben we een korte route ontdekt naar het uitzichtpunt van de vier meren maar een gezellige uitspanning: Nee.

Helaas ontbreekt het ons ook aan een kelder in de caravan. Die optie ging net even boven ons budget uit. Bij ons dus geen Keulse potten met gezouten selderiewortel of gefermenteerde venkel. Helaas. Gelukkig biedt de Super U in dit geval een oplossing. Daar kan je alles krijgen. En als een soort pop-up restaurant annex terras hebben we de voortent maar even aan de caravan gezet. Ook wel lekker met het slechte weer dat voorspeld wordt en dichter bij huis red je het niet. En de afwas? Wanneer het hard genoeg regent zet je het gewoon lekker buiten.

Woensdag 14 september 2022: Verdwenen mannelijkheid

Wat een waardeloze avond gisteravond. Zou ik mijn blog plaatsen heb ik waarschijnlijk door een verkeerde toetscombinatie alles verwijderd. Niet meer terug te vinden. Althans, niet door mij. Waarschijnlijk na de een of andere nerd het zo weer tevoorschijn toveren maar ik niet. Sorry. Ik kreeg er vanavond al opmerkingen over… ‘lagen we vanmorgen lekker en zou ik nog even de blog openen. Wat denk je…’

Nou ik weet wel wat je dacht. Ja sorry, helemaal mijn schuld. Verkeerde actie, ik weet het. Gisteravond had ik er zo de balen van en vanmorgen ook nog natuurlijk. Ik had gisteren een prima verhaal in elkaar gezet, die van vanmorgen haalde het er niet bij. Mea culpa, mea maxima culpa, is het enige dat ik kan zeggen. Sorry, helemaal mijn schuld. Maar hoe vervelend jullie het ook vonden, ik kan je zeggen dat het het niet haalde bij mijn ergernis. Die was vele malen groter.

Vanmorgen eerst nog weer even een verhaal geschreven naar aanleiding van wat steekwoorden die ik had opgeschreven. Helaas haalde het het niet bij het verhaal van gisteren. Via een omweg kwam ik toen nog weer op oud-hollandse gerechten maar hoe ik dat gefabriceerd had, ik kon er niet meer opkomen. Helaas. Maar… om met Johan te spreken, ieder nadeel heeft zijn voordeel. Met een beetje geluk hebben jullie nu twee verhalen in één klap. Wie weet?

Na het ontbijt, het sanitaire gebeuren en het plaatsen van het verhaal was het inmiddels half twaalf Geen probleem want in principe hebben we alle tijd. Maar eerlijk is eerlijk, die hadden we liever besteed aan het bezoeken van de buurt. Zoals de watervallen. We worden doodgegooid met bordjes ‘Cascade hier, cascade daar’ maar we hebben er nog geen een gezien. Iets verderop stroomt de Herrison, een bruisende bergbeek. Dat wil zeggen, wanneer er water genoeg is. Hier in de buurt maakt hij een behoorlijk verval dank zij de zeven watervallen die zich hier bevinden.

Eén van de dichtstbijzijnde watervallen is de Saut Girard. Makkelijk te bereiken vanuit hier. Geen geklim en geklauter. Vanaf de weg zie je hem liggen.  Wij er heen maar helaas viel het tegen. Het is al weken droog hier en dat heeft weerslag op de Herrison, die is ook bijna droog. Het heeft iets weg van een heer op leeftijd. Van de krachtige straal zoals die in het VVV-foldertje getoond wordt is weinig meer over. De krachtige straal heeft plaats gemaakt voor een druppelend straaltje. Helaas, want ik denk dat het in het voorjaar een machtig gezicht is wanneer het water 35 meter naar beneden stort. Maar helaas.

Gelukkig zijn er nog een paar van die natuurfenomenen. Op een kilometer of 15 hier vandaan stoomt de Saine, niet te verwarren met de Seine. Bij Les Planches de la Montagne, de planken van de berg, perst ze zich door een kloof van een paar meter breed en 40 meter diep en dat schijnt nogal spectaculair te zijn. Wij er heen. Bergschoenen aan en de route gelopen. Eerlijk is eerlijk. Wanneer je hier in de buurt bent moet je hier even gaan kijken. Ondanks dat wij in het droge seizoen waren is het een spectaculair gezicht. Langs een prachtig wandelpad, dat overigens uit een boel trappetjes bestaat, word je langs de kloof geleid. Indrukwekkend en oorverdovend.  Het is maar ongeveer 300 meter lang maar we hebben er zeker een uur over gedaan.

Na wat we gezien hadden kan de rest allen maar tegen vallen dachten we maar gelukkig viel dat mee. We hebben genoten van het landschap waar we doorheen gereden hebben. Onderweg kwamen we nog iets tegen dat we ook nog nooit gezien hadden. Onze Lieve Heer in blik. Geen reclamestunt van een sardinefabrikant maar echt. Een kapelletje dat met mooi, nou ja mooi, laten we zeggen roestig, zinkwerk was omgeven. Verrassend. De houdbaarheidsdatum kon ik niet vinden maar het zal gerust nog wel een tijdje zijn.Rond een uur of vier waren we weer terug. Mooi op tijd want tegen half vijf kwamen Jan en Neli de camping op rijden. Even geïnstalleerd wat niet langer dan vijf minuten duurde, daarna een bakkie en een borreltje. Genoeg te vertellen.

Ondertussen begon de regen, die al de hele dag aangekondigd was, langzaam te druppelen. Harder en harder, totdat we elkaar bijna niet meer konden verstaan als gevolg van de uiteenspattende druppels op het tentdoek. Wat een water viel er. Misschien morgen nog even terug naar de Saut Gerard. Kijken of de regen zijn mannelijkheid teruggebracht heeft.

Donderdag 15 september 2022: Ondanks de regen toch een mooie dag

Gisteren eindigde ik al met de regen maar de regen eindigde helaas niet gisteren. De hele nacht kwam het met bakken uit de lucht en ook vanmorgen was wisselvalligheid troef. Wanneer het weer goed geweest zou zijn zouden we wat gaan fietsen maar dat werd niks. Gelukkig had ik nog gelezen over een markt in Clairvaux. Bij het nakijken waar het precies was kwam ik er ook achter wanneer het precies was. Gisteren, dus over zes dagen weer. Daar gaan we niet op wachten. Dus alle overbodige spullen maar uit de auto gehaald om plaats te maken voor wat passagiers en op pad.

Jan en Neli hadden ook de Cascadebordjes aan de weg zien staan maar hadden er ook nog niets van gezien. Voorgesteld om nog maar even naar de Gorges de la Langouette, waar we gisteren al waren. We stonden er zelf weer van te kijken. Wat een verschil met gisteren. Het water kwam in een mist van druppels en met een bulderend geraas naar beneden. De oude man was ontwaakt. Of het met mijn schrijven van gisteren te maken had, ik weet het niet, maar het verschil was opzienbarend. Werkelijk imposant.

Jammer genoeg hadden we niet het mooie weer van gisteren anders waren we nog wel wat langer gebleven. Eenmaal terug bij de auto eerst maar eens de natte poncho’s in de achterbak gegooid en een stroopwafel naar binnen gewerkt. Toen op weg naar Nozeroy, een village de caractère zoals men het hier zo mooi weet te verwoorden. Leuke route er heen alleen hadden we regelmatig de ruitenwissers op de hoogste stand staan. Met bakken kwam het somtijds naar beneden. Al dat water deed Nozeroy ook geen goed. Het kleinste stadje van Frankrijk lag er bij als een verlaten filmdecor, nat, leeg en koud. De vlaggen die de straten moesten opfleuren hingen druipend boven de straten, de triestheid van het moment verhogend. Geen mens op straat. Ja wij, maar je hoorde de inwoners ons, vanachter de gordijnen, ons bijna voor gek verklaren dat we ons met dat weer op straat begaven.

Ik heb al eens geschreven, met regen is zelfs de Efteling niet leuk meer. Hetzelfde geldt voor Nozeroy. We denken dat het met goed weer en wat levendigheid echt wel de moeite waard zou zijn maar nu, nee, jammer. We hebben het stadje maar gelaten voor wat het was en zijn doorgereden naar Champagnole. Bij de HyperU even wat voorraad ingeslagen en bij de plaatselijke bakker even wat gegeten. Toen nog even door naar de laatste waterval van de Herrison. Die hadden wij ook nog niet gezien, Gezien de parkeerkosten die men rekende moest het wel wat bijzonders uit en gelukkig kwamen we niet bedrogen uit.

Dankzij het vele water dat gisteren en vannacht gevallen is was het prachtig. Heel wat anders dan de Gorges maar ook geweldig om te zien. Als afsluitging zijn we nog even naar het uitzichtspunt bij de camping geweest. Je weet wel, die waar wij van de week met veel pijn en moeite heen gefietst zijn. Daar eenmaal aangekomen konden we het meer, vanwege de laaghangende wolken, nauwelijks ontwaren.

Terug op de camping even een bakkie en een biertje en een bordje eten. Ondertussen regende het zo hard dat de hele voortent blank kwam te staan. Dat was zelfs gisteren niet gebeurd. Gelukkig hield het op met regenen en trok het water snel de grond in maar om te zeggen dat het sfeer verhogend was, nee, niet echt. Nog even samen met Jan een route richting het noorden uitgestippeld. Die gaan weer terug naar huis. Wij trekken ook verder morgen, maar dan in tegengestelde richting. Naar wij hopen richting de zon. De weersvooruitzichten zijn beter maar niet geweldig. Dat komt pas na het weekeinde. We houden jullie op de hoogte.