Vrijdag 12 aug 2011: Bad Ems


Het is 12 augustus 2011 en op het moment dat ik dit schrijf zitten we in de caravan in Bad Ems, tussen Koblenz en Nassau in. Na de nodige voorbereidingen vanmorgen om een uur of half negen vertrokken. Voor het eerst naar het buitenland met de caravan. We hebben al wel een paar keer in Nederland gestaan maar dit is toch anders. Slovenië is het uiteindelijke doel maar of we daar ook komen is natuurlijk nog de vraag. Mochten we voortijdig ergens belanden waar het ons bevalt en waar het weer goed is dan kunnen we daar natuurlijk ook gewoon blijven.

Zoals gezegd, half negen gingen we op pad. Dat was ook een beetje onze planning maar daar komt meestal weinig van terecht. Het is dit jaar natuurlijk wel anders, de hut was al helemaal klaar en moest alleen nog aangekoppeld worden. Nog even wat spullen in de auto, broodjes smeren en we konden op weg. Het was smerig, druilerig weer. Een gestage motregen viel naar beneden, afgewisseld met wat flinke buien.

Eerst nog even op de koffie geweest in Ransdorp bij Mart. Was gezellig, Pjotr en Emiel waren er ook, net terug uit Italië. We gingen daar na een kop koffie om een uur of half elf weer vandaan. Volgens de mannen van mijn werk kon ik het beste via Amersfoort, Nijmegen en Venlo rijden, dat zou het meest relaxed zijn. De raad maar opgevolgd en inderdaad, rustige weg. Rond een uur of half één reden we bij Venlo de grens over. Onderweg werden we nog opgeschrikt door een camper die naast ons een klapband kreeg. Gelukkig reed hij op de andere baan dus wij hadden er geen last van. Het was wel een rotklap zeg.

Snelweg richting Koblenz gevolgd en besloten om daar een camping te gaan zoeken. Niet zover weg maar het rijdt toch wel anders. Het gemiddelde ligt een stuk lager en in Duitsland mag je ook niet zo hard met een caravan. Na wat stops waren we rond een uur of vier in Koblenz. Daar reden we langs Festung Ehrenbreitstein waar ik 30 jaar geleden nog gelogeerd heb met de wijnreis van de St. Hubertus, boven de Deutsche Eck. Goede herinnering over jeugdige dronkenschap en de dirndls in het plaatselijke Bierhaus kwamen weer naar boven.

Het weer was intussen ook wat verbeterd. De regen viel niet constant meer maar we hadden af en toe nog een flinke hoosbui en we konden zowaar af en toe wat blauws tussen de veelal grijs gekleurde wolken ontwaren. Anne had al een camping opgezocht en in de Tomtom ingevoerd maar daar konden we niet terecht. Dit weekend is het festival ‘Der Rhein in Flammen’ met volgens zeggen spectaculair vuurwerk en allerlei toestanden met boten. Geadviseerd werd om door te rijden, richting Nassau. Dat hebben we dus gedaan en daarbij passeerden we Bad Ems, een wat in verval geraakt Kuuroord. Daar gekeken en volop ruimte. De boel neergezet en inderdaad, 17 minuten nadat we gearriveerd waren hadden we caravan geïnstalleerd, het tentje van Anne opgezet en een biertje open getrokken. Het was dus waar, dit is wel even poepie sneller dan met de tent. De tijd die we verloren hadden met het lagere tempo werd hierdoor bijna tot nul gecompenseerd. Anne zei al: ‘Als ik met Bas ga kamperen koopt hij ook maar een caravan’.

Tussen de buien door even gewokt waarbij de nieuwe Cadac nog in de fik vloog, de gasaansluiting zat niet helemaal jofel. Anne zei al dat ze vond dat het een beetje naar gas stonk. Cadac een beetje zwart maar hij doet het gelukkig nog goed. Lekker gegeten. We staan aan het riviertje de Lahn op een camping met een behoorlijk Tokkiegehalte. Na de afwas een rondje gelopen maar dat was eigenlijk niets. Ik heb na een verregende vakantie in Zweden wel eens gezegd: ‘er is niets zo deprimerend als een nat, druipend dennenbos’. Ik moet daar even op terugkomen. Er is namelijk nog wel een overtreffende trap, niets zo deprimerend als een druipend Duits dennenbos. Gelukkig was er ook nog goed nieuws over vallend water, de douches waren gedateerd maar lekker warm en hadden een geweldige straal. Wel keken ze hier een beetje raar op toen ik in mijn djebellah met klompen er onder naar de douche liep maar dat komt waarschijnlijk omdat ze hier niet helemaal mulitculti zijn.

Ondanks de lekkere douche en het Koblenzer festival toch maar besloten om morgen in te pakken en verder naar het zuiden te gaan. Richting zon als we Edwin Krol mogen geloven. Beneden de breedtegraad van Parijs is het weer beter. Dat is nog een 200 kilometer dus dat is te doen. Nu eerst nog even een blikje Alfa naar binnen werken en daarna naar bed. Maar even een goede nacht proberen te maken, we hebben allemaal een beetje last van zomerverkoudheid als gevolg van het vochtige weer. Hopelijk wordt dat de komende dagen wat minder. {20110812}

Zaterdag 13 aug 2011: Stadscamping Neurenberg

Ben het arbeidsritme nog niet helemaal kwijt, was alweer vroeg wakker. Een euvel waar ik ieder jaar met vakantie mee kamp. Half zeven er uit. Wat gelezen en even in het kaartenboek gebladerd. Even voor half acht thee gezet voor de dames. We hebben besloten om vandaag toch af te reizen naar betere oorden. Eerst even onder de douche gestapt. Anne had niet zoveel geluk, haar muntje weigerde dienst toen ze net ingezeept in de douche stond. Snel overgestapt naar de douche van Jantiene. Ze kon de klus gelukkig toch nog voor elkaar krijgen. Gelijk keven broodjes gehaald en na het douchen lekker zitten eten. Toen nog even het tentje afbreken van Anne, hij was wel behoorlijk nat. Daarna kwam Heinz ons loskoppelen van de stroom en konden we gaan betalen.

Het was niet echt vroeg meer toen we de camping afreden maar dat mag niet deren. Anne was vandaag de Tomtom en wees ons de weg. De eerste 10 km een keer of drie verdwaald geweest maar daarna ging het beter. Bij Braubach kwamen we op de weg die langs de Rijn liep en die hebben we een kilometer of veertig gevolgd. Veel te zien, ontzettend veel scheepvaart, kastelen, wijngaarden en het was helemaal niet druk. Uiteindelijk belandden we in Rüdesheim waar we getankt hebben en inkopen gedaan bij de Lidl want ons pakket was niet helemaal compleet. Daarna de snelweg op richting München maar zover zijn we niet gekomen. Dat was eigenlijk hetzelfde als de Roemeense vrachtwagen waar we achter reden. Gezien zijn rijstijl was het wat moeilijk hem te passeren.

Dan weer hard, dan zacht, ondertussen van links naar rechts over de weg. We reden al een tijdje achter hem en vonden dat hij wel erg scheef hing. Op een gegeven moment begon de wagen ontzettend te roken en vlogen de stukken rubber door de lucht. Hij kon de auto op de vluchtstrook parkeren en konden wij hem ontwijken. Zo te zien alleen materiele schade, gelukkig maar.

We deden het verder op ons gemak en zijn uiteindelijk op de stadscamping in Nürnberg beland. Goede faciliteiten en niet zo oubollig als de vorige in Bad Ems. Het was een uur of vijf toen we hier aankwamen. Even Annes tentje opgezet, dan kan hij drogen want het is al bijna de hele dag droog. Daarna even zitten borrelen. ’s Avonds even een pizza gehaald want we hadden geen zin om te koken. Onze avond werd gelukkig nog muzikaal opgeluisterd door een Tsjechische muzikant die ons vanaf een uur of vijf op zijn gitaar zat te tokkelen. Dat ging nog wel maar vanaf een uur of acht begon hij zichzelf vocaal te begeleiden en toen ging het kwalitatief snel bergafwaarts. Toen ik hem tegen tienen zei dat we er ontzettend van genoten hadden van zijn talent maar dat we het nu eerst even emotioneel wilden verwerken zei hij: ‘Ja, fast zehn Uhr, letzte Liedchen jetzt’. Dat kwam werkelijk als een bevrijding.

Vanaf morgen is het ‘Weg van de Snelweg’ want het uiteindelijke doel komt al in zicht. We willen morgen een camping in Oostenrijk zoeken en daarna doorrijden naar Slovenië. Morgen op tijd op route en dan zien we wel weer.{20110813}

Zondag 14 aug 2011: Weg van de snelweg

Het was nog doodstil op de camping toen ik vanmorgen de caravan verliet. Geen wonder want het was nog vroeg. Ik vind dat heerlijk, geen mensen, geen herrie, de hele wereld voor mij zelf. Eerst maar eens mijn favoriete klus gedaan, de plee geleegd. Voor de lezers die wat minder bekend zijn met het caravan gebeuren, in onze caravan bevindt zich een toilet (God zij dank). Omdat wij niet aangesloten zijn op het riool is voor de opvang van de zaken waar we afscheid van moeten nemen een cassette aanwezig waarin dit alles zich verzamelt. In tegenstelling tot het riool heeft dit systeem geen oneindige opvangcapaciteit en moet dus eens in de zoveel tijd geleegd worden. Tijdens ons bezoek aan Boer Piet in Kockengen heb ik gemerkt dat het beter is om hem niet te vol te laten worden omdat dit wat problemen geeft met legen. Ten eerste is het een hele sjouw. Het is al geen elegant gezicht wanneer je met dat ding over de camping loopt maar als hij niet te tillen is, is het vooral voor de medecampeerders een slapstick. Ten tweede kolkt bij het legen de inhoud zo snel naar buiten dat de kans bestaat dat deze zich weer hecht aan de originele eigenaar, zij het aan de buitenzijde van het lichaam. Een situatie waar ik niet echt op zit te wachten.

Voorzichtig, om de stilte niet te verstoren de cassette dus maar uit de caravan verwijderd en naar de leegplaats gelopen. Geen slapstick en hij was nog goed te tillen. Legen ging ook voorspoedig, een mooi begin van de dag dus. Op de terugweg richting caravan teneinde alles weer in de originele staat terug te brengen liep ik langs de auto. Verdorie, rechterachterband leeg. Dat was echt balen. Eerst maar het toiletgebeuren afmaken en daarna op voor de volgende opdracht.

Gelukkig had Dirk me een tijdje geleden gevraagd of ik eigenlijk wel wist waar het reservewiel zat en ik kreeg direct tekst en uitleg en daar kon ik nu mijn voordeel mee doen. Ondertussen was ook de rest van de crew het bed verlaten. Na een kop thee gezamenlijk aan de gang. Het reservewiel was vrij snel tevoorschijn getoverd en ook de auto stond snel op de krik. Daarna moest echter het lekke wiel verwijderd worden en dat viel niet mee. De wielmoeren zaten zo ongelooflijk vast en waren niet los te krijgen. Gelukkig zag onze Oostenrijkse buurman ons gemedder en pakte zijn doppendoos. Met zijn assistentie kregen we ze alle vijf weer gangbaar en het wiel los. We dankten hem hartelijk want anders hadden we toch echt de ANWB in moeten schakelen. Op zich geen ramp maar om nog een nacht in Neurenberg te moeten blijven trok ons niet zo erg. Daarna was de klus eigenlijk vrij snel geklaard. Het wiel maar even in de achterbak gegooid. Ingeval we een bandenboer tegenkomen kunnen we hem direct pakken. Daarna gegeten en om tien uur konden we wegrijden. Viel toch eigenlijk alles mee.

De camping was doorreis technisch gezien gunstig gelegen, met vijf minuten zaten we op de snelweg richting München. Schoot lekker op tot aan Ingolstadt. Daarna kregen we te maken met al meer drukte en toen we de rondweg rond München bereikten stond het echt helemaal vast. Het weer was gelukkig goed dus dat verzachtte het leed nog weer een beetje. Ik denk dat we over een kilometer of vijfentwintig 2 uur gedaan hebben. Onbegrijpelijk hoe die files ontstaan, op een gegeven moment houdt het gewoon op en rijdt alles weer. Na München richting Salzburg, ook een filegevoelig traject. Vooral bij de Chiemsee was het druk. Een mooie plek trouwens. Je komt uit de bergen aanrijden en opeens heb je dit grote meer in het vizier. De zon scheen lekker en met alle zeilboten die er op voeren was het een vrolijk gezicht.

Iets verderop reed het verkeer gewoon door en we kwamen zonder al te veel opstoppingen bij Salzburg aan. Voor die tijd trouwens al afgebogen omdat we een bord zagen dat Ljubljana aangaf. Anne had ondertussen een stadje op het oog met wat campings en zodoende zijn we in Hallein beland. Via Kaltenhausen zijn we naar Auwirt doorgereden waar we een camping vonden. Niet groot, ik denk een plaats of veertig, maar ik vind het genoeg. Vijf uur was het toen we aankwamen en kwart over vijf zaten we lekker buiten. Na een borreltje gekookt en lekker gegeten.

Toen het begon te schemeren zagen we in de verte steeds lichtflitsen. Eerst dachten we dat het vuurwerk was maar later bleek het onweer te zijn. In eerste instantie erg ver weg. Anne heeft nog geprobeerd om een paar mooie bliksems fotografisch te vereeuwigen wat gedeeltelijk gelukt is. Toen het echt donker was begon het hier ook zachtjes te regenen. Rond een uur of half elf lagen we.

Een half uur later brak hier ook een noodweer los. Vette knetters en dikke druppels. Op een gegeven moment, het was zo rond elf uur, ging de telefoon. Anne. Ze moest naar de WC maar had geen paraplu en geen emmertje. Of wij even iets konden regelen. Jantiene haar warme bed uit en de emmer gebracht. Daarna, terwijl de druppels op het dak uiteen spatten langzaam weer in slaap gevallen.{20110814}

Maandag 15 aug 2011: Berechtesgaden

De batterijen van de biologische klok lijken wel weer leeg te raken. Lekker, vandaag was het kwart voor acht voordat bij mij de luiken open gingen. Even lekker gewassen en daarna brood gehaald. Stoelen buiten gezet want het was lekker weer. Jantiene kwam al vrij snel achter me aan en samen even een koppie gedaan. Rond een uur of tien werd Anne ook wakker. Eerst even lekker gegeten. We hadden net de laatste hap naar binnen toen het zachtjes begon te regenen. Het leek wel een herhaling van gisteren wan de druppels werden steeds groter. Snel de boel opgeruimd en Anne onder de douche. Ze had net zo goed buiten kunnen blijven staan met een beetje shampoo in haar haar.

Inmiddels had ik de Oostenrijkse radio ontdekt en tijdens het nieuws van elf uur hoorde ik dat er een ‘Schreckliches Gewitter war in Salzburger Region’ met omgewaaide bomen, ondergelopen kelders en noem maar op. Overigens schijnt volgens Heinrich Kröll van het Oostenrijkse weerbericht het weer morgen beter te zijn. Het goede nieuws was dat het maar in een klein gedeelte van Oostenrijk slecht weer is. Het slechte nieuws was dat wij nu net in dat gedeelte zijn. Nadat we een broodje gegeten hadden hebben we toch maar de moed opgevat om een rondje te gaan rijden. Hier de bergen in en toen richting Berechtesgaden. Prachtige omgeving. Onderweg kwamen we ook nog over de Obersalzberg. Daar had in de oorlog een oude Oostenrijkse huisschilder met een klein snorretje nog een buitenverblijf. Ik kan me wel een beetje voorstellen dat hij daar ging zitten. Lekker rustig en een prachtige omgeving. Verder moeilijk bereikbaar dus lekker veilig. Er is nu bij het Adlersnest een documentatiecentrum ingericht. Dit is alleen met een kabelbaan te bereiken en we hebben het gelaten voor wat het was. Het leek echter wel een soort van bedevaartsoord, afgeladen met bussen en auto’s, ontzettend druk. Uit alle windstreken kwamen ze, toch wel een beetje een bizarre gedachte.

Wij zijn verder gereden naar Berechtesgaden, een afdaling met stukken van 24% dus dat ging behoorlijk steil naar beneden. Daarna naar Unter Jettenberg gereden, bij de insiders ongetwijfeld bekend en vandaar een mooie route richting Saalfelden in Oostenrijk. Daar gingen we de provinciale weg weer de bergen in, richting Bischofshofen. We kwamen langs allerlei skioorden en in Hinterthal hebben we even opgestoken. Ik aan de koffie met Apfelstrüdel, Anne had Hirnbeer-yoghurttorte en Jantien een tosti met Salatgarnitur. Smaakte allemaal prima, vooral de rauwkosten bij de tosti. Na een prachtige rit door de bergen, waarbij de bergbeken die dankzij de regen ontstaan waren ontelbaar leken, kwamen we uiteindelijk weer op de doorgaande weg richting Hallein. Rond een uur of half zes waren we terug en zowaar, de zon brak door. Het werd helemaal nog even lekker weer. Even een borreltje en in de tussentijd liep de camping om ons heen weer vol met Italiaanse campers. Echt een doorgangcamping hier. Vanavond lekker gegeten, rijst met prut, een soort vakantiespecialiteit. Nog even de ANWB gebeld waar ik hier in de buurt mijn band kan laten maken en die kwamen met een adres aan van een Ford-dealer in Salzburg, 6 km hier vandaan. Dat moeten we dus morgenochtend eerst maar even laten doen als we de boel opgebroken hebben. Nu gaan we zo vlak, het is bijna al weer elf uur en om zeven uur gaat de wekker weer. Tot morgen.

Dinsdag 16 aug 2011: Bohinsjka Jezero

De zon scheen toen ik vanmorgen de caravandeur open deed. Althans, achter de bergen die mij het zicht aan de horizon onttrokken, scheen een fel licht dat niet door wolken gehinderd werd. Om kwart voor zeven kwam de zon voorzichtig boven de bergkam uit en vond ik het wel tijd worden dat de rest van de familie ook de luiken zou openen. Mijn begroeting met een kop thee werd met gemengde gevoelens ontvangen maar het verlangen naar een beetje zon was groter dan de verkleving met de klamme lappen dus iedereen was om zeven uur wakker. Eerst even gedoucht want rond die tijd is het water nog lekker warm, daarna gegeten en de boel opgeruimd. Om negen uur waren we onderweg naar garage Schmidt, de Ford dealer, voor een nieuwe band.

Repareren ging niet werd mij verteld. Dat mocht vanwege wettelijke regelingen niet. Dus maar voor een andere band gekeken. Na wat overleg bleek dat er ook nog gebruikte banden verkocht werden dus maar voor die optie gegaan. Na wat wachten bij de heer Ebner werd mijn band opgehaald door een vrouwelijke, roodharige monteuse. Een alleraardigst meisje. Na een kwartiertje was ze klaar en hebben we samen het wiel weer achter in de auto gelegd. Na het wassen van mijn handen mocht ik de rekening gaan betalen, die was niet tweedehands maar was behoorlijk gepeperd. Nou ja, zonder wil ik niet rijden want als we het nu oplopen zijn we echt in de aap gelogeerd. 

Inmiddels hadden de dames boodschappen gedaan en konden we om een uur of kwart over tien richting Slovenië vertrekken. Toch maar, vanwege de tijdsdruk, besloten om over de snelweg te gaan. Goed besluit, we hadden de vignetten toch al. Prima weg, goed onderhouden en niet druk. Eerst zijn we richting Villach gereden, een twintigtal kilometers voor de Sloveense grens. Daarna hield de Tomtom het voor gezien, Slovenië staat namelijk niet in de Tom. Doorgereden naar de Karawankentunnel. Toen we daar inreden hadden we het laatste van Oostenrijk gezien, aan de andere kant begint namelijk Slovenië.

Een ander land, je zag het direct toen je er binnen kwam. Het is moeilijk te omschrijven maar het had direct niets Oostenrijks meer. Nadat we getankt hadden (een kwartje goedkoper dan in Oostenrijk) richting Bled gereden. Daar kwamen we langs het wereldberoemde meer. Het zag er leuk uit maar eigenlijk niet meer dan dat. Daarna richting Bohinjska Bistrica gereden omdat we gisteren ontdekt hadden dat daar de nodige campings zijn. Het ligt in het Triglav Nationale Park, een beschermd natuurgebied van 880 km2. De Triglav is de hoogste berg in Slovenië en ligt midden in het park. 

Prachtige omgeving onderweg, smalle wegen door een zacht glooiend landschap, dorpjes waar de tijd stil had gestaan, overal bloemen, landbouwers die nog met paard en wagen aan het werk waren, mooie huizen, kortom een openbaring. Heel anders dan ik verwacht had. Wat ik verwacht had kan ik eigenlijk moeilijk zeggen maar dit was echt te gek. Bij Bohinske Bistrica aangekomen eerst even naar het Turisticuzc Informacije buroj geweest om te kijken of we wel goed zaten. Daar werden we te woord gestaan door een alleraardigste jongeman die duidelijk plezier in zijn werk had. Er waren twee campings in de buurt, één in het dorp waar we waren en één in een dorp verderop, Ukanc, aan het Bohinjsko Jezero (het meer van Bohinj), ongeveer 10 km rijden. Voordat we verder op zoek gingen eerst even boodschappen gedaan bij de plaatselijke supermarkt waar Anne heel goed scoorde met de teksten uit het boekje ‘Sloveens in drie lessen’, ze vonden het prachtig.

Daarna naar de eerste camping gereden en even gekeken en daarna besloten om naar de tweede te rijden. Prachtige rit erheen, langs een mooie, heldere rivier en langs dorpjes met onuitsprekelijke namen als Laški Rovt en Ribčev Laz kwamen we aan bij het meer. Na een paar kilometer de camping gevonden maar dat was niets voor ons, erg in het bos gelegen en geen recht stukje te zien. Wel leuk als je alleen een tentje hebt. Terug dus maar naar de eerste, Kamp Danika. Plek genoeg nog en na wat geheen en weer hadden we een plek gevonden. Nog wat gegoochel voordat de kar op zijn plek stond maar dat lukte uiteindelijk ook. Eerst gegeten en daarna de tent van Anne opgezet. Stukje gelopen en bij de bar een drankje genomen. Mooie prijzen hier, een halve liter bier voor € 1,90. Daar moet je op het Waagplein eens om komen. En het was nog lekker bier ook, mooi hoppig. Vanavond Chili gegeten en rustig aan gedaan. Geprobeerd om Internet te krijgen maar dat is tot nu toe nog niet gelukt. Misschien morgenvroeg als iedereen nog in zijn bed ligt. We zien wel. Voor nu houden we het even voor gezien. Nog even slap zitten en dan een tijdje op de ribben staan….{20110816}

Woensdag 17 aug 2011: De melkautomaar

Dat Slovenië een gelovig land is merkte ik vanmorgen. Om zeven uur begonnen alle kerkklokken te beieren om de gelovigen naar binnen te lokken. Helaas, ik kon niet heen want op dat moment had ik andere dingen aan mijn hoofd zoals: moet ik papier mee naar het wc-hok en waar staat de bakkerskar… Dus de pastoor maar even overgeslagen. We staan hier in een dal, zo’n 20 meter van de rivier de Savica en op het moment dat ik naar buiten ging had alles een beetje een mystiek sfeertje, gehuld in de mist met de zon die net over de bergrand heen kwam. Toen de zon tevoorschijn gekomen was, was het ook met een minuut of tien verdwenen.

We hebben besloten om vandaag naar de Savica Slap (Slap betekent waterval)  te gaan, de bron van de rivier die hier in bergen ontspringt. Onderweg komen we weer langs het meer waar we gisteren ook langs gingen maar aan het einde daarvan voert de weg ons het bos in. Dit is tenminste een bos, zo’n Lord of the Rings bos. Grote rotsblokken, gigantisch hoge bomen, echt ruig, prachtig gewoon. Verschillende keren de auto uit om te kijken. Een kilometer of vijf verder kwamen we bij de Koča pri Savici, een berghut waar we de auto konden parkeren en waar de wandeling richting waterval begon. Prachtige wandeling langs de Savica die daar nog een hele ruige vorm heeft. Alles stroomversnellingen en watervalletjes, wonderlijk gevormde bomen die met hangend mos overgroeid waren. Na zo’n 500 meter en talloze foto’s kwamen we bij de toegang. Voor € 2,50 mochten we gebruik maken van de trap die er was. 

Vol goede moed vatten we de tocht aan maar het was toch wat verder als we verwacht hadden. Tussen de trapgedeeltes door waren er af en toe stukken met vals plat. Het was een hele klim maar wel door een mooie omgeving. Iedere keer wanneer we dachten dat we er bijna waren kwamen we de hoek om en kregen opnieuw een stuk trap te zien. Eindelijk, 572 treden later (eerlijk waar, op de terugweg hebben we ze geteld), kwamen we bij het uitzichtspunt aan. Een overkapt houten platform waar we de waterval konden bekijken. Midden in de berg zit ogenschijnlijk een gat waar het water uitkomt en 72 meter naar beneden valt. Iets lager is een wat kleinere waterval, 25 meter hoog. Volgens de folder die we bij de ingang uitgereikt kregen is het water regenwater wat langzaam door de berg heen sijpelt en uiteindelijk bij de waterval uitkomt. Er zit dan wel gigantisch veel water in die berg wanneer je ziet hoeveel er uitkomt, een verschijnsel wat 24 uur per dag doorgaat.

 Onder aan de waterval heeft men een soort stuwmeer aangelegd waar elektriciteit wordt gewonnen. Sinds de bouw hiervan in 1916 is hier ongeveer 1 Terawattuur aan stroom gewonnen. Een hoeveelheid die je op het eerste gezicht weinig zegt maar om dit met kolen op te wekken heb je ongeveer 1.2 miljoen ton kolen nodig, een equivalent van 600.000 spoorwegwagons vol. Samen zouden die een trein vormen van hier naar Stockholm (900 km verderop). Althans dat zegt de folder en wie ben ik om daar aan te twijfelen. Eén ding is wel zeker, als die trein langskomt wil je liever niet voor de spoorbomen staan.

We zijn ongeveer een kwartiertje boven geweest, niet alleen vanwege het uitzicht maar ook om de geplaagde kuiten wat rust te geven. Gelukkig ging de weg terug een stuk soepeler. Daarna de auto weer opgezocht en teruggereden naar het meer. Daar een rustig plekje gezocht, wat helemaal niet moeilijk is, en de koelbox en de picknickmand gepakt. Lekker zitten eten terwijl we de forellen die vlak voor ons zwommen konden voeren. Wat een rust en een stilte, heerlijk gewoon. We zaten op een plek waar ook nog wilde cyclamen groeiden. Veel kleiner dan de gekweekte versie die bij ons de raamposten siert maar wel heel leuk om te vinden.

 Daarna een alternatieve route richting camping gezocht. Prachtig weggetje gevonden door stille dorpjes heen. Onderweg kwamen we allerlei droogschuren tegen. Daar worden hooi en bonen gedroogd op horizontaal houtwerk. Wanneer het voldoende gedroogd is wordt het naar boven getransporteerd waar een soort opslag is. Wanneer ik de verhalen mag geloven zijn ze er bij die uit de 17e eeuw stammen maar ook tegenwoordig worden ze nog gebouwd, we hebben ook exemplaren van gewapend beton gezien.

Overal langs de weg vind je ook kapelletjes en heiligenbeelden, het giert er van. Een ontzettende variëteit in vormen en soorten. De huizen zijn ook erg kleurig, overal bakken met geraniums, petunia’s en phloxen aan de huizen. Dit zet zich zelfs door tot in de bushokjes. Deze zijn van hout, getooid met een Sloveense vlag en overal hangt een grote bak rode geraniums aan. Het geeft alles een vriendelijke uitstraling. Na een leuke rit teruggekomen bij ‘ons’ dorp en eerst even boodschappen gedaan. We moeten iedere dag even water halen want ondanks dat alles hier even schoon en nietjes is, is het water niet te vertrouwen. Bij iedere kraan op de camping staat ook dat het water eerst gekookt moet worden. Even wat aanvullingen voor de picknickmand gehaald. We hebben veel plezier van onze Sloveense woordenlijst. Vooral het meisje van de fruitstal vond het geweldig en wij vinden het ook leuk.

 Hier hebben we ook de eerste melkautomaat ontdekt, een soort automatiek voor zuivelproducten. Je koopt in een automaat een plastic (€ 0,20) of glazen (€ 0,50) fles. Die zet je in een soort kastje. Dan stop je een euro in de gleuf en de fles wordt automatisch gevuld met verse melk. Helemaal geweldig, nog nooit zoiets gezien. En de melk was nog lekker ook.

Groente en fruit zijn hier nog wel goed te betalen maar voor de rest is het geen goedkoop land. We hadden een karretje van niks en we moesten er voor ons gevoel behoorlijk voor betalen. Brood rond de twee euro, kleine broodjes, vergelijkbaar met kadetjes, veertig cent. Vlees valt wel weer mee. Diesel en consumpties op terrassen daarentegen zijn wel weer goed te betalen.

Vanavond, terwijl we onze kip met gebakken aardappelen naar binnen zaten te werken kwam er nog een Sloveense folkloristische groep langs de caravan wandelen. Waarschijnlijk iets van volksdansactiviteiten. Helaas moesten we dit aan ons voorbij laten gaan vanwege het eten en de afwas. Verder een rustige avond en om half elf al plat.{20110817}

 

 

 

Donderdag 18 aug 2011: Varken aan 't spit

In het boekje ‘Slovenië’ wat ik bij de ANWB gekocht heb staan verschillende mooie beschrijvingen van de bezienswaardigheden van het land. Ook staan er vijf autoroutes in langs de mooiste wegen. Vandaag hebben we er één gereden, zij het dat wij onze eigen draai er aan gegeven hebben. Toen de gebruikelijke rituelen als ontbijten, wassen etc. achter de rug hadden zijn we de auto ingestapt en we door de bergen richting Tolmin gereden, het eigenlijke beginpunt van de route. Voor ons was dat al een aardig eindje rijden, zo’n 45 km over steil klimmende wegen met volop haarspeld bochten. Dan was er overal van alles te zien dus geregeld uit de auto. Ik schat dat we er 2 ½ uur over hebben gedaan. Het was wel een mooie en afwisselende tocht.

Het begon met een tocht bergop op de Bohinj Sedio door het bos heen met magnifieke vergezichten, onder meer op de Triglav en de Juliaanse Alpen. Toen we de berg over waren veranderde het landschap, we kwamen in een landbouwgebied. Een prachtig gebied maar rijk zullen de boeren er niet worden. Overal zagen we de boeren met zeis en hark in de weer, net als bij ons vijftig jaar geleden.  Het geeft wel een romantisch beeld maar dat is volgens mij alleen maar valse schijn. We hebben er ook geen idee van hoeveel koeien de boeren hier hebben, het kunnen er niet veel zijn. Als we ze zien hooien verwonderen we ons over de geringe hoeveelheden die ze van het land halen.

Onderweg zijn we nog gestopt bij een grote rij bijenkasten die we zagen staan, wel honderd bij elkaar. Honing zie je hier overal, het wordt aan de weg verkocht. We hebben zelfs bijenkasten op vrachtwagens gezien. Die rijden in het rond, daar waar de bloemen of bomen in bloei staan. Anne heeft daar nog even een paar bloemen gescoord voor haar herbarium. We hebben de plantenpers mee. Een aanvulling van een boel onbekende soorten, leuk om te doen.

Bij Idria pri Bača gingen we van de binnenweg af richting Tolmin. Daar reden we langs de Soča, een rivier die echt diepblauw gekleurd is. Hij was erg breed met veel strandjes. Daar zijn we gestopt en hebben aan de rivier gepicknickt. Nog even met onze tenen in het water maar dat was toch te koud.  Daarna richting Kobarid gereden, wel mooi maar niet spectaculair. Dat veranderde op het traject Kobarid – Bovec / Trenta. De weg ging nog steeds parallel met de rivier de Soča. Die werd steeds smaller en ruiger en dus spectaculairder. We zagen steeds meer plaatsen waar rafters en kanovaarders te water gingen. Op een gegeven moment kwamen we in een gebied waar er allemaal hangbruggen over de rivier gespannen waren.  Iets ten zuiden van de plaats Soča (zelfde naam als de rivier) stopten we bij een hangbrug en gingen even kijken. Daar perste de rivier zich door een kloof van 2 tot 4 meter breed, een soort van canyon. Het was wel een meter of tien diep. Volgens het bord wat er stond was de kloof 700 meter lang. Aan de zijkanten waren allemaal ‘ketels’ uitgeslepen. Dat zijn een soort halfronde uitstulpingen die ontstaan doordat het water daar kolkt, het resultaat van duizenden jaren stroming. We hebben er zeker een half uur rond gelopen, het was echt adembenemend.

Ook de weg die we daarna volgden was geweldig. Na Trenta moesten we weer omhoog, richting Kranjska Gora. De haarspeldbochten die we moesten nemen waren met borden genummerd en de hoogte boven zeeniveau werd vermeld. Het waren er 50, we hadden het niet direct in de gaten dat het om de bochten ging. Een behoorlijk steile rit was het. Boven op de Vršič-pas, die leidt over de Kransjka Gora, zagen we opeens een schaap lopen. Dat was de voorganger van een kudde van een stuk of honderd schapen. Anne genoot intens. Ze had de zak met oud brood gepakt en ging de kudde voeren. Dat stond de dames wel aan. In een mum van tijd was het brood op. Na een warme dag was het op de top op 1611 meter wel lekker koel. Daarna de afdaling richting Kransjka Gora. Het dorp, dat bekend is van de World Cup skiën, heet dus het zelfde als de berg. Overigens hebben we niet veel liftinstallaties gezien. Na Kransjka Gora richting Bled gereden om vervolgens weer naar de camping terug te gaan. Mooie rit, hele dag zoet geweest.

In de gids die we hebben aangeschaft bij de ANWB lazen we dat er bij Gostilna Rupa in Stara Fuzina, wat bij ons in de buurt ligt, iedere donderdag een speenvarken aan het spit gaat. Vanaf 6 uur ’s avonds wordt het geheel muzikaal ondersteund door een plaatselijke accordeonist die met Slavische liederen de feestvreugde verhoogt. Na een rit als vandaag hadden we natuurlijk wel trek in een lekker portie speenvarken. Vergelijk het maar met Asterix en Obelix, wanneer die een avontuur hadden beleefd wilden ze ook even lekker aan het everzwijn.

Hoewel we wat later dan zes uur aankwamen, de klok was inmiddels de zeven gepasseerd, waren we nog van harte welkom bij de heer Luka (Dobrodošli zei hij toen we kwamen, dat betekent welkom). Helaas, het overdekte terras, waar ook het varken boven de houtskool draaide, was volledig vol maar binnen was nog wel plaats. Voor drie personen speenvarken met gebakken aardappelen en boerensalade besteld. Grote pot bier erbij en nassen maar. Dat was lekker, knapperig huidje met zacht vlees. Had vier uur aan het spit gehangen, botermals. Werd geserveerd met avjar, dat is een paprikamousse, paprika uit de oven, gebakken courgette en uien. Dat voor tien euro per portie, vonden we niet duur. De aardappelen en salade hadden we extra besteld maar daar hadden we met de helft toegekund. Heerlijk gegeten en gedronken met zijn drieën voor 50 euro. Echt een aanrader. Rond half elf waren we terug op de camping. Daar nog snel even een borreltje buiten en daarna naar bed, wat een geweldige dag weer. {20110818}

Vrijdag 19 aug 2011: 'Allo-allo'

Na een week begint ook bij mij het vakantiegevoel de overhand te krijgen. Half tien was het toen ik de luiken opende. Te schamen hoefde ik me niet, ik was weer de eerste, al moet gezegd worden dat Jantiene me rap volgde en Anne ook snel voor de deur stond. Anne eerst maar even naar de bakker gegaan maar omdat het al een beetje laat was, was het assortiment wat minder. Ze kwam met een volkoren meergranen terug, hetzelfde brood wat we al drie dagen eten, alleen de vorm was anders. Eerst even gedoucht en daarna op ons gemak ontbeten. Voordat we klaar waren was het twaalf uur. Daarna even familieoverleg wat we zouden gaan doen vandaag. Rust was de algemene tendens, iedereen wilde eigenlijk wel even pas op de plaats maken. Aldus geschiedde.

Achter onze caravan loopt een pad. Waar het heen leidt is ons een raadsel maar we zien veel mensen het pad volgen. Dat er dus iets moet zijn is buiten kijf. Wij dus ook die kant op, zwemspullen mee, matjes, hapjes, drinken, noem maar op. Na 143 meter hield het pad echter op en belandden we op een soort rotsplateau aan de rivier. We hebben ons daar maar genesteld en voorzien van de zwemkleding. Na wat voorzichtig, quasi heldhaftig gedrag, waarbij we ons tot aan de enkels in het water begaven, toch de stoute schoenen maar aangetrokken en er in gesprongen. De temperatuur was niet hoog, zo maatje pink ongeveer, maar het was wel lekker verfrissend. Het stroomde behoorlijk dus je moest wel in beweging blijven. We zaten op het diepste punt. Vanwaar wij zaten kon je er in duiken en na een meter op tien kreeg je weer vaste grond onder de voeten. Omringd door regenboogforellen hebben we enige tijd in het water doorgebracht. Na een paar uur zijn we teruggegaan naar de caravan omdat we ook nog boodschappen wilden doen. Morgen is het zaterdag en willen we eigenlijk verkassen. Dan is het handig wanneer je spullen in huis hebt want de winkels gaan hier al om 2 uur dicht en zondags blijven ze helemaal gesloten.

Voordat we gingen winkelen eerst nog even naar het Turisticuzc Informacije buroj waar we al eerder geweest zijn. De jongen die er toen zat was er nu niet maar de balie werd bemand door een vrouw (wonderlijke tegenstelling), een allervriendelijkste dame. Nu heb ik wat met VVV dames lijkt het, en ook in het Sloveense is dat niet anders. In Frankrijk is het een gegeven, altijd heb ik een bijzonder contact met dames van het Office de Tourisme en van de bakker. Hier item dito. Gevraagd of ze ons kon helpen aan een gids waar alle campings instonden in Slovenië. Die had ze wel, maar nog maar één exemplaar. Zij driftig aan het kopiëren en wij kregen de kopieën mee. Er stonden toch aanzienlijk meer campings in dan in mijn gids, 48 om precies te zijn. Volop keus dus. Nog een leuk gesprek gevoerd met haar over hoe wij Slovenië ervoeren. Daarna even naar het postkantoor. Was ook heel leuk, een soort Babylonische spraakverwarring over postzegels voor de Verenigde Staten. Erg leuk wanneer je er af en toe een Sloveens woord tussendoor gooit, vinden ze prachtig.

Daarna zijn we richting Bled gereden, naar de Sloveense versie van de Aldi, de Hofner. Mooi goedkoop gewinkeld, hadden we tot nu toe nog niet gedaan. Daarna nog even naar de Euro-shopper, de Sloveense Lidl, maar net even anders. Wel leuk, producten die je bij ons helemaal niet ziet, meenemen en proberen. Het schemerde al toen we terugkwamen op de camping, eigenlijk was het al donker toen we begonnen met koken. Toen we zaten te eten werden we verrast met de klanken van een plaatselijk alpenensemble, die Italiaanse tophits uit de jaren ’70 ten gehore brachten. We waren onze vermoeidheid direct vergeten en togen onverwijld aan de afwas.

Toen die gedaan was gingen we richting de bar, die tot mijn plezier ‘Allo, Allo’ genoemd is. Daar speelden een Sloveense accordeonist (waar hebben we dat eerder gezien) en een gitarist. Daar even een borrel genomen en tussen de hossende jongeren (ja, eerlijk waar, het waren waarschijnlijk echte Sloveense smartlappen) plaatsgenomen.  Tot onze spijt begon het na een kwartier zachtjes te regenen dus we hielden het voor gezien. {20110819}

Het spijtige kwam vooral voort uit het feit dat ik mijn bloemenvaas met bier nog niet helemaal leeg had, de muziek pauzeerde toch net op dat moment dus dat was niet zo’ n gemis. In de caravan nog even het dagboek bijgewerkt en de dag van morgen doorgenomen. Het is de bedoeling dat we morgen gaan verhuizen. Hier hebben we al het één en ander gezien en we willen gedurende deze drie weken een beetje door het hele land reizen. Wel besloten dat wanneer het nog regent, we hier nog een dag blijven. Ik ben benieuwd hoe het uitpakt.{20110819}

Zaterdag 20 aug 2011: Hutje op de hei

Het heeft gisteravond en vannacht behoorlijk geregend maar toen ik vanmorgen wakker werd was het droog, althans het regende niet meer. Wel hing er een ontzettend dikke mist waardoor alles vochtig was. Omdat de zon toch verwoede pogingen scheen te doen om er door te breken hebben we besloten om het schema even om te gooien. Eerst maar eens rustig aan opstarten en daarna de tent opbreken, want die droop op dat moment. Het was een uur of negen toen de zon de overhand kreeg en in een mum van tijd was de tent droog. Ook de andere bezigheden gingen voorspoedig. Rond een uur of tien waren we elektrisch losgekoppeld, altijd de laatste klus in verband met de koelkast, en konden we op weg.

Omdat we in een keteldal zitten is er maar één kant die we op kunnen, richting Bled. Daarna gingen we over de snelweg via Kranj naar Ljubljana en vandaar richting Maribor. We hebben halverwege Ljubljana en Maribor enkele boerencampings gevonden en we willen die kant op om eens even te gaan kijken.

Zo’n 60 km voorbij Ljubljana, iets voor Čelje, verlaten we de snelweg en gaan richting Mozirje. Daar, in het plaatsje Loke heeft Anton Puncer een camping, ‘Levč’.. Met wat omzwervingen hebben we het gevonden. Vooral dankzij het feit dat we een caravan in een boomgaard zagen staan. Toen we gingen kijken kwam Anton al aanlopen en liet ons het terrein zien. Een behoorlijk stuk grond voor maximaal 12 tenten en caravans en er waren slechts 2 plaatsen bezet. Plekje gezocht en de boel maar weer opgebouwd. Voor het eerst de luifel geprobeerd want dat is toch wel handig. Gisteren hadden we daar een hoop plezier van kunnen hebben toen het regende want het was helemaal niet koud. Stond in een zucht en alles zat er bij. Wat een topaankoop die caravan. Daarna Anne haar tentje. Zweterig werk want het was behoorlijk warm. Voor de rest weinig gedaan.

In de avond moesten we nog even bij Anton langs voor de inschrijving. Daar werden we onthaald met het aloude ‘Medicin’, een soort eigengestookte kersen likeur/brandewijn die preventief tegen alle ziektes werkt. Stevig spul, het zal me niets verbazen wanneer een virus met een beetje verstand hiervoor aan de loop gaat. Jantiene en Anne gingen even later terug naar de hut maar ik bleef nog even hangen, zat wel gezellig, met een reumatische Italiaan (Octavianus), een geblondeerde Sloveense van rond de zestig, Anton en zijn vrouw.

De anderen vonden het klaarblijkelijk ook wel gezellig want ik werd voor morgen uitgenodigd bij de Slowaakse in haar vakantiehuis in Morzirje voor een spaghetti maaltijd. Heb gezegd dat ik morgen laat weten wat ik doe maar ik denk dat we onze beurt maar overslaan. De communicatie liep al voor 90 procent via Anton en om daar nu alleen met die vrouw en haar reumatische vriend te gaan zitten, nee, erg lief aangeboden maar bedankt. Ik zou voor elf uur even aan Anton laten weten wat we doen en die belt haar dan. Wanneer we zouden komen zou ze om drie uur, met een roos in haar revers, voor de kerk staan wachten.

Om half tien terug bij de hut en daar nog even wat lampen proberen te repareren. Er waren er twee tegelijk kapot, erg toevallig maar waar. We dachten eerst even dat er een zekering in de caravan kapot was maar dat was niet het geval. Morgen maar even op zoek naar nieuwe bolletjes. Een erg rustige dag dus vandaag. We hadden nog wel een SMS van Aege, had erg genoten op de Gondelvaart. Het was helemaal een lange brief. Verder nog een berichtje van Martine dat ze vast liggen in Vilnius en waarschijnlijk niet uit kunnen varen naar St. Petersburg vanwege de harde wind. Iedereen baalde. Kan je toch beter in je hutje op de Sloveense heide zitten.{20110820}

Zondag 21 aug 2011: Schapenfeest

Het was vrij vroeg toen ik wakker werd vanmorgen. Het was lekker weer buiten dus eerst maar even een koppie thee gezet. Rustig aan gedaan. Om half negen kwam er leven bij de anderen. Eerst even onder de douche gestapt en daarna naar de pekarna (bakker) gegaan. Samen met Anne. Voordat we naar de bakker gingen nog even onze afspraak voor de spagetti afgezegd via Anton. Hij zou even bellen. Daarna dus naar de bakker maar we konden het helemaal niet vinden dus ten einde raad maar een auto aangehouden en het volgende gesprek ontspon zich: ‘Dobre dan, Pekarna? ‘ Hij wees mij de weg waarop hem dankte met ’Hvala’. ‘Prosim’ antwoordde mijn gesprekspartner, waarop wij ieder weer ons weegs gingen. Onze inburgering kent bijna geen grenzen. Eenmaal bij de bakker aangekomen hebben we ‘Ena van die’ besteld en gekregen. Daarna kregen wij de gebakjes in het vizier en omdat het vandaag zondag is vonden we eigenlijk wel dat we onszelf mochten verwennen. We hebben er drie van de meest aantrekkelijke uitgezocht en zijn na het betalen teruggegaan naar de camping. Daar hebben we gegeten en zijn toen naar Golte vertrokken. Dat is een skigebiedje hier vlakbij. Een mooie rit van ongeveer 20 kilometer bergop, erg afwisselend, gelardeerd met bruisende bergbeken, mooie boomgaarden en akkers met (volgens Anne) de mooiste koeien van de wereld.

We wisten ook niet wat we daar moesten verwachten maar boven op de berg was een botanische tuin, de Alpski vrt, met allerlei bloemen en paddenstoelen uit de bergen. Er was een soort circuit uitgezet over de berg waarbij af en toe nog verraderlijke klimmetjes en afdalingen gemaakt moesten worden maar het was echt de moeite waard. Wat een rijkdom aan planten was daar. Allemaal prachtig omschreven met plaatjes en voor ons onbegrijpelijke tekst. Gelukkig werden wel de latijnse namen genoemd en daar hadden we in sommige gevallen nog wel een beetje houvast aan. Ook was er een expositie van paddenstoelen. Alle soorten boleten, zwammen en schimmels waren er te zien. Hartstikke leuk, alleen jammer dat je dan de taal niet beheerst zodat je er wat meer van op zou kunnen steken. We hebben er toch nog zeker anderhalf uur zoet gebracht en verlieten toen de‘tuin’. Onderweg nog een man gesproken die daar zat met een mand vol grote paddenstoelen. Had hij bij elkaar gezocht om te eten. Was wel eenvoudige conversatie maar wel leuk.

Daarna weer naar beneden langs de zelfde weg. Onderweg kwamen we door Šmihel (spreek uit: Sjemiechel, in het Nederlands zou dit Sint Michael zijn) waar net vandaag het jaarlijkse schapenfeest werd gehouden. Wij de auto geparkeerd en even poolshoogte genomen. Met schapen had het weinig van doen, er werden allemaal spelletjes georganiseerd die door verschillende equipes gedaan werden. Dit voor de eer van het bedrijf of boerderij die de deelnemers vertegenwoordigden. Wat dit alles met die schapen van doen had is mij een raadsel. Even de markt overgegaan en de nodige paardensalami en varkensworst geprobeerd. Verder nog even een flesje drank  en een zakje čaj  gescoord, een soort alpenthee met allerlei bergkruiden, eigenlijk rooibos zonder rooi maar weer met alpski kruiden dus eigenlijk alpskikruidenbosthee. (Jammer dat we hier weinig aan scrabble doen 

want dit levert toch al gauw 15 keer de woordwaarde op) Omdat het al met al toch weinig voorstelde zijn we daarna gegaan. Na nog een minuut of tien afdaling waren we weer in Mozirje. Besloten om de rivier op te zoeken. Dat had nogal wat voeten in de aarde want op elke plek waar we kwamen was het afgeladen vol. Daar waren we al voor gewaarschuwd, de Slowenen zoeken in hun vrije tijd vooral hun vertier in de natuur. Uiteindelijk een eindje verderop een plekje gevonden maar daar stroomde het zo hard dat er van zwemmen geen sprake kon zijn. Morgen maar weer even zoeken wanneer de Slowenen weer aan het werk zijn. Wel onderweg nog even gepicknicked met broodjes sardine en tomaat.

Rond een uur of vijf waren we weer terug. Borreltje, gekookt (karbo, aardappelsalade en sla met nectarines toe) en daarna een rustige avond met nog wat wasgoed en rummicub. Ik hoor jullie nu al vragen: ‘en die gebakjes dan?’.  Inderdaad, die hebben we ook vanavond opgegeten. Ze zagen er beter uit dan dat ze smaakten. In de ogen van sommigen is dat jammer, wij beschouwen het als een mooi leermoment. {20110821}

Maandag 22 aug 2011: Logarska Dolina

Overal kom je hier de invloed van Europa tegen. Ik heb het idee dat bijna het hele land door Brussel opgeknapt wordt en het mag gezegd worden, ze hebben eer van hun werk. Bij iedere wegverbetering of nieuwe brug staat wel een bord met een onbegrijpelijke tekst en het logo van de Europese Commissie. Ze maken er goed gebruik van en gelijk hebben ze. Ogenschijnlijk heerst hier een hoog welvaartsniveau maar dat is volgens een Sloveense vrouw die ik gisteren sprak valse schijn. Zij logeerde hier op de boerderij en was afkomstig uit het dorp hier maar woonde al ruim 40 jaar in Bremerhaven. Nu komt ze ieder jaar hier heen op familiebezoek dus zij zal ongetwijfeld een goede kijk op de dingen hebben. Zo had ze het over haar zuster die 38 jaar in een fabriek had gewerkt en nu een pensioen had van 236 euro per maand, gezien de kosten hier geen vetpot. De salarissen zijn niet hoog (maandsalarissen van ongeveer 500 euro per maand zijn geen uitzondering) en de kosten van levensonderhoud zijn, zoals ik al eerder schreef, behoorlijk hoog. Verder rijzen hier de prijzen voor het onroerend goed de pan uit. Ook zie je hier bijna iedereen in een behoorlijk knappe auto rijden die volgens de dame in kwestie voor 90 procent gefinancierd zijn. Ook de kosten voor energie zijn erg hoog zei ze. Dit vind ik altijd interessante gesprekken, dan kom je wat meer te weten over het land en de mensen en krijg je toch een andere kijk op dingen.

Wij hadden voor vandaag twee dingen op het programma staan, naar Čelje of Velenje op weer een tour maken uit het boekje. Gekozen werd voor het laatste omdat maandags veel openbare dingen gesloten zijn. Voordat we op pad raakten kwam ik nog in gesprek met een Fransman die hier ook op de camping staat, één van de drie kampeerders, ons inbegrepen. Hij pakte in en we kregen het over de dingen die ze hier gedaan hadden. Voor hen was het ook de eerste keer dat ze in Slovenië waren en ze waren onder de indruk van het land, net als wij. Ze hadden er al een hele tour opzitten en we kregen nog wel wat bruikbare tips van hen en ook wat adressen van boerencampings. Ook voor de trip van vandaag had hij nog een tip maar daar kom ik later nog wel op terug.

Wij dus op pad voor Extra Tour nummer 5: de route langs de Savinje. Het stroomgebied van deze rivier wordt door kenners als één van de mooiste van Europa genoemd. De route begon in Mozirje, de plaats waar we staan, dus dat was makkelijk. We gingen stroomopwaarts. De eerste 10 kilometer waren niet zo interessant maar daarna werd het steeds mooier en ruiger. De rivier wrong zich tussen rotswanden door en het grote verval zorgde op veel plaatsen voor mooie stroomversnellingen. Ook de bebouwing aan de oevers was de moeite waard. We kwamen ook langs veel kunstwerken, een soort stuwdammen ten behoeve van watermolens. De dammen waren helemaal uit boomstammen opgebouwd en zaten buitengewoon kunstig in elkaar. Ook de natuur was hier weer overweldigend, groen en weelderig maar ook ruw en indrukwekkend. Bij één van deze dammen zijn we even wezen kijken. De omgeving was afgezet met draad en Anne wilde daar nog wat foto’s maken. Ze pakte het draad om het op te tillen maar was even de mogelijkheid vergeten dat er mogelijk spanning op zou kunnen staan. Even later klonk er een kreet, ze had een behoorlijke opsodemieter gehad en stond nu te jodelen. Het zou nog geruime tijd duren voordat het getintel uit haar hand was verdwenen.

Op een gegeven moment raakten we het spoor van de rivier bijster maar stonden we voor de ingang van een Landschapspark, het Logarska Dolina. Nadat we de toegangsprijs (7 euro voor zijn drieën) hadden betaald mochten we naar binnen. Dit is, net als het gebied bij Bohinj, gelegen in een doodlopend dal en de bewoners zijn de beheerders van het park. Het gebied wordt dooraderd met talloze wandelroutes en diverse natuurlijke bijzonderheden, volgens de folder een veertigtal. Hierbij moet je denken aan bijzonder grote bomen, watervalletjes, rotsbalkons, en bijzondere rotsblokken tot het topstuk van het park: De Slap, een waterval van 90 meter hoog, de Rinka waterval. We passeerden mooie boerderijen en dichte bossen en na een kilometer of zeven kwamen we aan het einde van het dal. Daar konden we de auto parkeren en wandelend naar de waterval lopen. Volgens het bord was het een minuut of tien maar dat soort verhaaltjes kennen we al. Meestal duurt het een drievoud van de aangegeven tijd. Mogelijk is dit te wijten aan onze conditie maar wij denken eigenlijk omdat we hier, vanwege de weersomstandigheden een wat lager tempo hebben als normaal.

Een leuke tocht door het bos met fantastische vergezichten op de Kamnik-Savinja Alpen, zoals het hier heet. Het heeft veel weg van de Dolomieten, ruig, puntig en steil, net als onze wandeling. Gelukkig stonden er her en der langs de route bankjes zodat we onze rustmomenten konden nemen. Al vrij snel hoorden wij water stromen en toen we het bos uitliepen zagen we in de verte de waterval. Van een hoogte van negentig meter kletterde het water naar beneden. Ondanks dat de hoeveelheid vallend water vrij gering was, was het een machtig gezicht. Toen we dichterbij kwamen voelden we het spattende water. Ook de ‘wind’ die het vallende water veroorzaakte was duidelijk merkbaar en met de temperaturen die we vandaag hadden kwam dat als een welkome bijkomstigheid. Anne had het zo heet gekregen onderweg dat ze haar schoenen uittrok en een douche onder de waterval nam. We zijn er een behoorlijk tijdje gebleven en hebben even later wat te drinken gehaald in de uitspanning die hier was. Leuk ding, lekker kleinschalig, nog niet verpest door een projectontwikkelaar. Daarna door het bos weer terug naar de auto waar we nog even wat gegeten hebben.

Daarna teruggereden. Volgens onze Franse vrienden, waarover ik al eerder sprak, moesten we hiervandaan de weg drie kilometer linksaf volgen en daarna rechtsaf gaan. Daar liep een hele mooi landelijk gelegen weg en inderdaad, een prachtige weg met wederom fantastische vergezichten. Een goede weg ook, prima asfalt. Dit duurde tot dat we het bordje tegen gekomen waren dat de weg niet geschikt was voor auto’s breder dan 2 meter en zwaarder dan 10 ton. Dat trof, mijn auto is 1.98 meter breed en weegt nog geen 2 ton. Geen enkele belemmering dus. Na een kilometer of vier ontdekten we echter dat waarschijnlijk nog niet de hele Brusselse subsidie binnen was want de asfaltering hield op en de weg veranderde in een puinpad met los grind. Weinig aan de hand zou je zeggen maar met stijging –en dalingspercentages van ongeveer 12 procent is dat af en toe toch lastig, Je wielen gaan wel rond maar de versnelling blijft uit of je drukt het rempedaal in en het gewenste resultaat blijft uit. Naast ons waren over het algemeen bomen genoeg om ons op te vangen maar soms ook niet. Dan bestond het uit een alpenweide met groen gras met een helling van rond de dertig procent. Als je daar een keer verkeerd stuurt ben je wel je no-claim kwijt. Gelukkig hadden de bossen de overhand dus niets aan de hand zou je zeggen totdat we die grote oplegger met aanhanger, geladen met boomstammen tegenkwamen. Met veel gemanoeuvreer konden we elkaar passeren maar onze banden stonden al wel een stukje naast de berm.

Jantien bedankte de Fransen nog even luidop en met klotsende oksels en een hart dat klopte in de keel. Voor de rest weinig bijzonderheden, behalve dan nog de boomstammenbrug waarvan de planken los leken te liggen…. Na 19 kilometer kwam er een einde aan deze spannende rit, moeten we meer doen. Toen we uiteindelijk weer op de doorgaande weg uitkwamen, kwamen we erachter dat we slechts drie kilometer van ons uiteindelijke vertrekpunt bij de ingang van het park zaten. De rest van de route richting camping verliep gelukkig soepel en na een drie kwartier kwamen we uiteindelijk weer ‘thuis’.

Daar eerst de avonturen van de buurman aangehoord. Die was met de kabelbaan bergop gegaan om daar te gaan wandelen. Had een tocht van 3 uur gemaakt en merkte bij zijn terugkomst dat de stroom uitgevallen was. De weg naar beneden was 11 kilometer dus dat viel even tegen. In de avond nog even pech, Anne werd gestoken door een wesp, erg pijnlijk. Na het eten nog even met Martine gebeld en de dames een potje rummikub gedaan. Een rustige maar warme avond. Het is inmiddels half twaalf en de thermometer staat nog steeds op 21 graden. Hoop dat het morgen iets koeler is. {20110822}

 

Dinsdag 23 aug 2011: Čelje, sla dat maar over

De wens die ik gisteren als laatste uitsprak is helaas niet uitgekomen. Het is hier op dit nog 22 graden maar het is dan ook al half elf in de avond. Toen we de dag begonnen was het al achter in de twintig graden. Eerst even naar de bakker met Anne. We zijn naar een andere geweest die een veel ruimere keus had en veel goedkoper was, een prettige bijkomstigheid. Lekker gegeten en daarna richting Velenje gereden, een kilometer of 15 van hier. Een industriestad met weinig uitstraling. Wel hebben we er een groot winkelcentrum gevonden, met een overdekte parkeerplaats en veel airco. Een zaligheid met dit weer. Beetje rondgesnuffeld en Anne heeft nog nieuwe schoenen kunnen kopen in de uitverkoop. Scheelde een hoop geld. Daarna weer naar de auto om richting Čelje te gaan. Kwamen we een nog groter winkelcentrum tegen. Hup, auto geparkeerd en weer naar binnen. Leuk rondgekeken, een paar T-shirts gekocht en nog even thee en een bord patat gehaald. Rond een uur of drie naar Čelje toe, het heetst van de dag. We waren er gelukkig vrij snel en konden een goede parkeerplaats vinden in de schaduw.

Wel moesten we hier betalen, althans er stond een automaat voor bonnetjes. Ik erheen, het viel gelukkig mee; een hele dag voor € 2,50, 4 uur voor 2 euro en 2 uur voor 1 euro voor 2 uur. Had ik er net geld ingegooid werd ik op de schouders getikt door twee parkeerwachters die net het terrein opgelopen waren. Haie, isse free parkingh afta tree o,clock…. Dat was een goed bericht. Het kost al niks, is de halve dag nog gratis ook.

Wij de stad in. Leek op het eerste gezicht niet zoveel en onze eerst indruk bleek gelijk onze laatste indruk te zijn. Het was inderdaad een stad van niks. Een rondje gelopen maar het kon ons absoluut niet bekoren. Eigenlijk onze eerste tegenvaller deze vakantie. Ook ons bezoek aan het VVV veranderde daar niets aan. Ze konden ons niet motiveren iets te gaan bezoeken. Rustig aan weer terug naar de auto en naar de camping. In Mozirje nog even naar de winkel geweest voor levensmiddelen. Ruim ingeslagen in verband met ons vertrek morgen. We hebben het volgens ons wel een beetje gezien hier in de buurt en willen nu richting kust vertrekken. Kijken wat we daar aantreffen. Vanavond nog wel even wat wijn ingeslagen bij Anton en het moet gezegd worden, de witte is niet te versmaden.  {20110823}

Woensdag 24 aug 2011: Het wespenbos

Vandaag hebben we Anton verlaten. Al vrij vroeg zijn we opgestaan om richting Škocjan te gaan. We hadden een adres van de Fransen gekregen van een camping Skoflje, gelegen in het natuurgebied van Škocjan. Anne speelde weer voor Tomtom en had de plaats opgezocht, dat kon dus niet mis gaan. We waren al redelijk vroeg op pad en de route lag vast, richting Koper, de havenstad aan de Adriatische zee. Omdat we vrij vroeg vertrokken waren we al om een uur of één in Koper om vervolgens tot de ontdekking te komen dat er twee plaatsen zijn die de naam Škocjan dragen. De eerste ligt inderdaad vlak bij Koper, de tweede er zo’n 35 km voor en die moesten we hebben. Daar waren we dus al langs gereden. Terugrijden was dus het devies. Wel vervelend maar het was niet anders. Na zo’n drie kwartier kwamen we aan bij het adres wat we opgegeven gekregen hadden, Skoflje 33. We werden allerhartelijkst ontvangen en uitgenodigd om een kijkje te nemen en een plaatsje te zoeken en daarna de administratieve zaken af te handelen.

We waren blij dat we die volgorde gekozen hadden want we vonden het helemaal niks. Een groot grasveld, zo’n vier hectare groot, waar langs de rand wat caravans en campers stonden. Compleet een sfeerloze accommodatie. Niks voor ons. De rivier die er langsliep stond droog en het stukje grond waarmee geadverteerd werd was voor caravans niet te bereiken omdat we door de droge bedding zouden moeten gaan. Terwijl we daar stonden maar de koe bij de hoorns gevat en het campingboek ter hand genomen. Vijfentwintig kilometer noordelijker was ook een camping, bij Postojna. Daar dus maar heen gegaan. Snel gevonden. Geweldige camping, helemaal in het bos gelegen, schaduwrijk en dus wat koeler. Niet gek want het is de laatste dagen steeds bij de veertig graden. Er was nog volop plek en nadat we een plaats uitgezocht hadden kwamen we erachter waarom. Wespen! Geen tien, geen honderd, maar voor ons gevoel wel duizend.

We waren nog niet aan het opzetten of ik werd al gestoken. Toch maar dapper doorgezet en na een uurtje stond de hele handel overeind. Toen maar even wat te drinken ingeschonken. Anne aan de Ice tea, ik een biertje en Jantiene een wijntje. We hadden nog geen slok genomen of er zaten al drie wespen in mijn bier, de Ice Tea was nog populairder en de wijn hebben we maar snel binnen gezet. Wij erachter aan en de deur dicht. Daar maar even de borrel genomen. De glazen die we buiten hadden laten staan werden compleet aangevallen door de insecten, het was niet normaal, tientallen zaten er in. Snel een stel wespenvangers volgens Antoon zijn recept gemaakt. Ze stonden nog niet of de eersten zaten er al in.

Wij daarna dus maar snel richting zwembad gegaan en daar wat verkoeling gezocht. Daar was het gelukkig minder. Rond zeven uur terug naar ons huis en toen waren de wespen gelukkig verdwenen. Zodra het donker wordt heb je er geen last meer van. Weinig tijd meer om te koken dus maar even soep met brood gemaakt, dat is snel klaar. Gelukkig konden we ’s avonds nog wel lekker buiten zitten, niks geen last. Tijdens de afsluitende avond borrel zagen we nog een Torrus Slovenska Giganteum lopen, de grote Sloveense loopkever. Was lachen we pakten hem om en toen sproeide hij een soort vloeistof uit, alles in de buurt stonk. Gelukkig ging het met wat zeep van mijn handen af maar buiten bleef je het nog een heel tijdje ruiken. Om de dag samen te vatten; weinig gezien vandaag maar wel weer het één en ander beleefd. Dat is ook wel weer eens leuk. {20110824}

 

Donderdag 25 aug 2011: Škocjan

Dank zij de donkere omgeving niet te vroeg eruit en vol angst en beven de deur maar open gedaan maar er waren gelukkig nog geen wespen te bekennen. Na het huishoudelijke rondje zijn we teruggegaan naar Škocjan om de daar gelegen grotten een bezoek te brengen. Hier zijn ook de nodige grotten, veel groter en uitgebreider, maar die bij Škocjan hebben een Unesco World Heritage predicaat en dat zal niet voor niets zijn. Even over twaalven waren we er en we konden mee met de tour van één uur. Gelukkig had Anne haar schoolpas nog mee, kregen we nog wat korting ook. Omdat het nog een klein uur duurde voordat we weg zouden gaan eerst even een bezoek gebracht aan het TIC, het Toeristen Informatie Centrum. Daar zat weer een leuke jongen die ons van alles en nog wat vertelde over het land.

Opvallend hoe enthousiast de mensen hier zijn over hun land. Ze willen er graag over vertellen en je de mooie dingen laten zien. Hoewel wij eigenlijk met de gedachte speelden om nog een paar dagen naar Kroatië te gaan maar hij heeft ons weer op andere gedachten gebracht. Hij adviseerde ons om zeker een bezoek aan Ljubljana te brengen, een stad die zeker de moeite waard zou zijn. Verder vertelde hij over het zuidoosten en het noordoosten. Het zuidoosten wordt gekenmerkt door warmwaterbronnen, klinkt niet gek na dat koude zwembad van hier en het noordoosten heeft een wat meer romantische uitstraling. Mooi als afsluiting zou je zeggen maar om niet te snel op de zaken vooruit te lopen hebben we eerst maar een bezoek aan de grotten gebracht.

Grotten hebben de eigenschap om nogal koel te zijn en daarin zijn deze geen uitzondering. Er heerst een constante temperatuur van 12 graden Celsius en dat is een heel verschil met de Plus veertig graden die buiten heerst. Wij hebben dus maar even een lange broek aangetrokken en goede loopschoenen met sokken. Na deze verkleedpartij op het parkeerterrein terug naar de vertrekplaats. Hier bleek de jongen van het TIC ook de gids te zijn. Naar later bleek wisselden ze met elkaar van taak gedurende de dag. Een rondleiding en daarna weer twee uur TIC. Na vertrek moesten we naar de ingang die ongeveer een kilometer van het informatiecentrum lag. Met een groep van naar schatting zestig personen daarheen. Daar werden we in twee groepen verdeeld, een Sloveens-Duitstalige groep en een Engels-Italiaanstalige groep. Wij sloten ons aan bij de Engelsen en de jongen van het TIC was onze gids.

Het eerste gedeelte leidde ons door een grottenstelsel wat we al eerder gezien hadden, mooie formaties maar eigenlijk niet spectaculair. Wel kwamen we door heel grote zalen met gigantische stalagmetten (stalactieten en stalagmieten die met elkaar vergroeid zijn noemt men zo, er ontstaan dan een soort van pilaren). Pas het tweede gedeelte werd spectaculair en was de reden voor de Unesco om hiervan Wereld erfgoed te maken. We kwamen in een zaal die honderd meter hoog was en zeker tweehonderd meter breed. In de diepte liep daar de Reka doorheen. Reka is de naam van de rivier maar betekent in het Sloveens ook rivier, dus het is eigenlijk de Reka Reka, volgens onze gids getuigt deze naamgeving niet van al te veel fantasie. Zoals gezegd, de Reka liep hier door een canyon heen over een lengte van ruim drie kilometer. Deze situatie is vrij uniek en dit is grootste ondergrondse canyon in Europa. Verderop in het stelsel ligt een ruimte die die een kilometer lang is, 150 meter hoog en 200 meter breed, de grootste grot in Europa. Helaas is deze niet toegankelijk voor het publiek omdat hij vrij moeilijk toegankelijk is . We liepen over een pad dat langs de wanden van de zaal liep en kwamen op een gegeven moment over een brug die 45 meter boven de rivier lag.

Ons werd nog verteld dat bij stevig regenval de rivier soms wel 10 meter in een uur kan stijgen. Dit komt omdat zij hier in een engte loopt waar het water geen enkele andere kant op kan dan omhoog. De meest extreme waterstijging dateerde van eind 1800 toen het water ruim 65 meter gestegen was. Het bewijs hiervoor was een boomstam die vast was komen te zitten in het plafond van de zaal en daar nu nog hing, vastgeklemd tussen de stalactieten. Na ruim twee uur zagen we eindelijk weer daglicht en liepen door een grote, natuurlijke opening weer naar buiten. Daar hadden we de keus: met lift naar boven of via de trap, ruim 200 treden maar wel langs 3 watervallen, een natuurlijke brug en het nodige natuurschoon. Natuurlijk kozen we voor het laatste, hoewel achteraf enigszins tot onze spijt. Het was een prachtige wandeling, eerlijk is eerlijk, maar met de temperaturen die heersten was het loodzwaar. Als je daar het feit bij op telt dat wij ons toch wel wat warm aangekleed hadden voor deze tocht kan je je misschien indenken dat dit niet helemaal meeviel. Uiteindelijk hebben we toch nog de eindstreep gehaald. Eenmaal terug bij de auto snel uit de broek en de lange verwisseld voor een korte. Even een broodje gegeten en daarna terug.

Op de terugweg boodschappen gedaan en op de camping even snel de zwembroek aangetrokken voor nog even een verkoelende duik. Lekker roti gegeten vanavond en ons natuurmomentje nog gehad. Er streek een gigantische nachtvlinder neer op de boom naast de caravan. Even de nodige foto’s gemaakt voor Annes site op de National Geografic en hem daarna gepakt. Hand eronder en hij ging er zo opzitten. Leuk, nu kon je de grootte mooi inschatten, het was echt een

joekel.  Vanavond nog even besproken wat we morgen gaan doen en eigenlijk vonden we dat we niet om Ljubljana heen kunnen. Dat is ook eigenlijk onmogelijk in dit land want alle wegen leiden er heen. We blijven dus nog een dag hier, we zijn hier redelijk dicht bij de hoofdstad. Volgens de boeken is het een mooie stad. Morgen laat ik jullie weten of dit ook werkelijk op waarheid berust. {20110825}

 

Vrijdag 26 aug 2011: Ljubljana

Nou de verhalen klopten hoor, wat een heerlijke stad maar voor dat we er waren hadden we nog de nodige hilariteit op de camping. We stonden vlak bij een stel Nederlanders, een stel, man met vriendin, dochter met vriendin. Anne had al enig contact gehad met die meiden omdat ze met haar Pinkpop petje opliep. We merkten al een beetje dat het niet zo boterde tussen de nieuwe vriendin en de meiden wat ook uitkwam want gisterochtend kwam het tot een uitbarsting tussen de dames. Het knetterde er over. Gelukkig was het de laatste dag dat de dames er waren, ze zouden nog even gaan shoppen in Trieste en daarna terugvliegen naar Nederland. Pa en vriendin zouden dan nog een paar dagen voor zich zelf hebben. Hoe de vork precies in de steel zat weten we niet maar vanmorgen om acht uur kwam er volgens ons een einde aan de relatie van de twee.

Gisteravond hoorden we al enige wanklanken uit die hoek komen maar vanochtend was het echt raak. Knetterende ruzie, Anne werd er helemaal wakker van en dan moet er nogal wat gebeuren. Glunderend kwam ze de tent uit om ons in geuren en kleuren te vertellen wat er aan de hand was. Een hoop bombarie, het was gewoon prachtig. We moesten nog eten dus we hebben even de tafel verzet zodat we goed zicht hadden op het gebeuren. We hebben genoten. Ze hadden een caravan met hefdak en op een gegeven moment ging het dak omlaag, de snoeren werden opgerold, stoelen ingepakt noem maar op. Op een gegeven moment kwam hij de vuilnis nog wegbrengen naar de bakken die vlak bij ons stonden en toen wenste Anne hem heel schijnheilig ‘goedemorgen’. Uit goed fatsoen gaf hij antwoord en tien minuten later reden ze van de camping af. We hebben genoten, geen leuker vermaak dan leedvermaak.

 Rond een uur of 12 waren we uiteindelijk in Ljubljana en konden dank zij ons voorwerk vrij eenvoudig een parkeerplek vinden. We stonden net even buiten het centrum want daar kan je niet in met de auto, het is een volledig voetgangers en fietsersgebied. We hadden goed gegokt, we zaten vlak bij de drie bruggen, de Tromostovje, die het echte centrum van Ljubljana vormen. Dwars door de stad stroomt de rivier de Ljubljanka en drie bruggen die erover liggen in de stad vormen het echte centrum. Ze liggen in een W-vorm en vormen allemaal de verbinding met een andere straat en lopen als een trechter het oude centrum in. De twee buitenste bruggen zijn voor voetgangers en de middelste voor fietsers. Dit is eigenlijk het uitgangspunt om het centrum te verkennen. Gewapend met ons boek gingen we richting markt, eigenlijk een aaneenschakeling van markten. Hier staan de buitenlui hun bloemen, kruiden en groenten te verkopen. Wat er gelukkig aan ontbreekt, is de kitsch die je normaal op dit soort plekken aantreft. Een heerlijke plek om even rond te dwalen, vol kleur en geur. Langs de rivier is een soort galerij waarin allemaal kleine winkeltjes gevestigd zijn. Toen we van de markt afliepen kwamen we over een brug waar mensen hangsloten aan hangen om hun relatie te bezegelen. Het hangt er vol met hangsloten met data en initialen. Bij een enkeling hangt er aan een hangslot nog weer een mini hangslot, waarschijnlijk waren dit de vruchtbare relaties.

Wat direct opvalt, is de kleinschaligheid van alles, geen grote gebouwen, een ontspannen sfeer en de rust die alles uitstraalt. Verder is het ontzettend groen, overal bomen en plantsoenen. Net als in de rest van het land overal bloemen in de vensterbanken en op de terrassen wat een vriendelijke uitstraling geeft. De stad staat vol met gebouwen uit de Jugendstilperiode en dat geeft al een heel aparte sfeer. Helemaal centraal ligt er een heuvel in de stad, helemaal bebost en bekroond met de Ljubljanska Grad, het witte kasteel dat bijna overal te zien is. Langs de rivier zijn overal terrassen waar je iets kunt eten of drinken. Helaas waren ze er tijdens ons bezoek nog grotendeels onbezet maar ik kan me voorstellen dat het in de namiddag of de vroege avond een gezellig geheel is. Wat wel ontzettend leuk is, is dat er heel veel winkels zijn met een assortiment wat bij ons niet voorkomt. Zo zijn we onder andere in een honingwinkel en een theepottenwinkel geweest. Het was wel jammer dat het zo heet was, zo tegen de veertig graden vandaag. We hebben er zo’n drie uur rondgewandeld en gewinkeld en toen hadden we het centrum gezien. Het is niet groot maar wel leuk.

Daarna de auto weer opgezocht en via een alternatieve route terug. Het was zo heet, zelfs de ramen open hielp niet, de wind was gewoon heet. Onderweg nog even gestopt bij een winkelcentrum om te kijken of we daar wat kouds konden drinken want ik viel bijna in slaap van de warmte. Dat was niets dus maar verder gereden. In Postojne maar even een terrasje opgegaan en daar wat gedronken en een broodje kebab gegeten. Dat wordt overigens in precies de zelfde zakjes geserveerd als in Nederland, was zeker een goed ontwerp. Daarna weer terug naar de camping. Nog even het zwembad in en ’s avonds overleg van hoe we verder gaan. Over één ding waren we het snel eens, vroeg eruit, dan is het in ieder geval nog aangenaam en wespenvrij. {20110826}

Zaterdag 27 aug 2011: Naar de Krajina

Zoals gezegd, vroeg eruit vanmorgen, om zeven uur ging de wekker. Het was fris en bewolkt en na een kop thee het kampement weer opgebroken. Ging heel voorspoedig. Om acht uur was eigenlijk alles weg en zaten we aan het afsluitende ontbijt. Daarna nog even mijn all times favourite: het legen van het toilet (zie voor meer bijzonderheden verslag van 14 augustus). Daarna nog even douchen en betalen en op pad. Zoals ik schreef is de bestemming nog niet helemaal bepaald, de richting wel. We gaan richting de Krajina. Novo Mesto is daar de hoofdstad. Volgens de gids zijn daar drie campings in de buurt die een beetje aan onze budgetsnormen voldoen en daar maar eens kijken. Na een stukje snelweg zijn we binnendoor gegaan. Misschien niet sneller maar wel korter en mooier. Onze rit begon trouwens al goed, zo’n tweehonderd meter van de camping af zagen al herten, niet de eerste trouwens deze vakantie. We zijn ze al vaker tegengekomen.

We kwamen eerst door een behoorlijke vallei waar veel landbouw was, rond de plaatsen Cerknica en Nova Vas. Daarna werd het weer meer bebost, loofhout voornamelijk. Het is een behoorlijk droge zomer geweest volgens zeggen, dit in tegenstelling tot de zomer in Nederland. Dit heeft er toe geleid dat de herfst al een beetje zijn intrede gedaan heeft. De bossen beginnen langzamerhand andere kleuren te krijgen, geel –en bruintinten beginnen het groen te overheersen, een mooi gezicht. Bij Ribnica riep Anne opeens: ‘Pap, beren!’ . Ik had ze niet gezien maar kon even verder de caravan keren en reed terug. Inderdaad, twee bruine beren, een mannetje en een vrouwtje. Het vrouwtje was niet zo groot maar het mannetje was echt een enorm exemplaar. Het was gelukkig dat ze in een stevige kooi zaten anders had ik mijn voet wel even op het gaspedaal gedrukt. Het bleek een soort opvangcentrum te zijn. De beer komt hier in de bossen wel voor maar in het wild zijn we ze (gelukkig) nog niet tegen gekomen.

Na deze stop zijn we doorgereden naar Doleniske Toplice, een kuuroord met warmwater bronnen. Daar hadden we het eerste adres van een camping. Het was even zoeken maar uiteindelijk vonden we het. Een hele kleine camping aan een riviertje wat vergeven was van de vis. Het leek wel een aquarium. De camping zelf straalde weinig uit en na er een rondje gelopen te hebben en een gesprek met een Italiaanse kampeerder gevoerd te hebben besloten we toch maar om verder te gaan. Het is wel een plek waar je heen kunt als je echt rust wilt. Doorgereden naar Novo Mesto en vervolgens naar Otočec, camping twee. Dat was echt zoeken. Uiteindelijk belandden we bij een kasteel en daar zagen we een heel klein bordje ‘kamp’ staan. We moesten over twee houten bruggen heen en aan de andere kant lag het Kamp. Prachtig gelegen aan de rivier de Krka met volop ruimte aan het water. Caravan neergezet op een plek die ons wel wat leek en daarna even eten. Toen Anne’s tent opgebouwd en daarna even gezwommen in de rivier. Heerlijk water alleen de eerste drie meter is wat vervelend want dan moet je door grote waterplanten heen. Verderop niets geen last meer.

Het is een behoorlijk brede rivier, op het punt waar wij zitten schat ik het op minstens honderd meter. Hier is er maar één diep stuk en voor de rest is het gewoon doorwaadbaar. Een ontzettende rijkdom aan vogels hier, zwanen, eenden, reigers, zilverreigers en purperreigers. Verder ontzettend veel vis in de rivier, je ziet ze zo zwemmen onder je. Om vijf uur even ingeschreven want toen we kwamen was er hier niemand, die is er alleen tussen 7 en 10 en tussen 5 en 8. Mooi makkelijk, als er plaats is red je je maar. Lekker rustig avondje, spaghetti gegeten en een spelletje. Verder een praatje gemaakt met een paar mensen die hier ook staan. Bleek een oud onderwijsassistent van het Jan Arentszcollege te zijn, op weg naar Griekenland. Anne kon hem wel en Martine waarschijnlijk ook wel. Kleine wereld toch. {20110827}

 

Zondag 28 aug 2011: Het openlucht museum

Na een lekkere uitslaapochtend hebben we besloten om de wijnroute hier in de buurt te gaan rijden. Er zijn vrij veel wijngaarden hier in de buurt. Het duurde even voordat we de juiste weg gevonden hadden maar toen we er op reden kon het avontuur beginnen. Een avontuur was het zeker. De routebeschrijving leidde ons langs allemaal kleine weggetjes en soms langs paden die de naam weg eigenlijk niet eens mochten dragen. Meerdere malen kwam het stijgingspercentage boven de 20 % en moesten we in de eerste versnelling naar boven. Het is niet verkeerd dat we net nieuwe koppelingsplaten in de auto hebben anders hadden we het op veel plaatsen niet eens gehaald. De stank van een rokende koppeling hebben we trouwens meerdere malen in de neus gehad.

Op een gegeven moment kwamen we bij Peterlje en zijn daar naar het Kartuizer klooster gereden. Dat schijnt heel bijzonder te zijn. Vlak voordat we er waren konden we de auto parkeren bij een soort mini openluchtmuseum. Daar even gegeten. Daarna zijn we het museum ingegaan. Was leuk. We konden de huizen en schuren die we onderweg al zo vaak gezien hadden nu ook van de binnenzijde bekijken. Was heel leuk. Ook liepen er nog verschillende dieren op het terrein. Varkens, kippen, konijnen, geiten en ook een bijzonder makke fret. De beheerder was een leuke kerel die ons leuke dingen vertelde. Hij zei dat het erg moeilijk was om een museum als dat op te zetten. Ze waren al jaren bezig om het op te zetten en hadden huizen en schuren uit heel Slovenië opgekocht om ze daar neer te zetten. Ook vertelde hij over een ander project waarbij men bezig was om diverse soorten hooiharpen, zoals de droogschuren officieel heten, te conserveren.

Ook vertelde hij nog wat over het klooster. We konden er een gotische kerk bezoeken maar voor de rest was een bezoek niet mogelijk. Dat komt omdat de monniken in absolute stilte leven. Ze brengen hun dag door met bidden en zingen maar met elkaar of met anderen spreken doen ze niet. Lijkt me gezellig. Verder wonen ze allemaal apart in een huisje. Ben benieuwd hoe dat gaat als ze met timmeren op hun duim slaan. Wij verbaasden ons er over en konden ons er ook geen beeld van vormen. Het lijkt ons ook onmogelijk om mensen te overtuigen om tot de congregatie toe te treden of het geloof te verkondigen. Deze levenswijze is ook niet erg populair meer want er waren nog maar zeven monniken over, allemaal zeventigers en tachtigers. Binnenkort zal het pand, wat wij later van de berg af goed konden bewonderen, wel te koop of te huur staan. Leuk om een bed en breakfast in te beginnen.

Na bezoek de route weer hervat. Verschillende keren reden we verkeerd maar dat kwam voornamelijk omdat wij de route in de tegengestelde richting reden omdat dat voor ons ‘makkelijker’ was. Uiteindelijk was het dat toch niet maar het valt wel eens niet mee om toe te geven aan je fouten. Opvallend was het dat de wijnbouw hier anders gaat dan in bijvoorbeeld Frankrijk. We hebben meerdere malen gezien dat de witte en blauwe druiven door elkaar groeien. Misschien wel in verhouding van de vermenging van de soorten die voor de wijn gewenst is maar ik had dit nog nooit gezien. Verder staan de stokken hier vaak horizontaal op de heuvel geplant in plaats van verticaal, iets wat in Frankrijk en Duitsland algemeen is. Hier wordt een soort terrasteelt toegepast en om eerlijk te zijn, dat lijkt me een stuk makkelijker werken. Verder is de afstand tussen de druivenstokken hier groter en laat men meer blad aan de uitlopers zitten.

Verder natuurlijk weer fantastische vergezichten, heerlijke dorpjes met de meest onuitsprekelijke namen en regelmatig klotsende oksels vanwege de wegkwaliteit en hellingsgraad. Na een uur of drie rijden kwamen we vlak bij de grens van Kroatië aan en konden daar de snelweg terug nemen. Dat hebben we gedaan. Op de terugweg zouden we eigenlijk nog koffie met gebak gaan nemen maar de chauffeur kon geen terras vinden. Ook hebben we nog even gekeken bij Moravske Toplice waar warmwater bronnen zijn. Helaas zijn die allemaal ondergebracht in Kuuroorden en zwembaden en dus niet vrij toegankelijk. Later hoorden we dat het water waarschijnlijk uit de bodem omhoog gepompt wordt en dat er van warm water dat spontaan uit de grond komt eigenlijk geen sprake is. Het oord waar we waren was in de Joegoslavische jaren alleen te bezoeken door de top van de partij. Een beetje in het kader van iedereen is gelijk alleen zijn sommigen iets gelijker dan anderen. Eigenlijk is er dus niet veel veranderd, tegenwoordig moet je over geld beschikken om toegang te krijgen. De democratie heeft dus niet helemaal de gelijkheid gebracht die men wellicht gewenst had.

Vanavond kip gegeten die geen kip bleek te zijn. We hadden het gekocht als kip maar bij proeven neigde het meer naar varkenslapjes. Gebakken piepertje en koolsalade erbij. Goed gegeten. Als geïnspireerd door de monniken hebben we de avond in gepaste stilte doorgebracht en zijn op tijd naar bed gegaan. {20110828}

 

 

Maandag 29 aug 2011: Zagreb

We dachten het al een paar dagen maar sinds vanochtend weten we het zeker. We hebben ijsvogeltjes in de buurt zitten. Vanmorgen vlogen ze vlak voor ons langs en verschillende malen zagen we ze over het water scheren. Het is niet de soort die bij ons voorkomt maar hier hebben ze een rode borst. Thuis maar eens in het vogelboek kijken om welke soort het gaat. We hadden al gaten ontdekt in de wallekant, dat zijn waarschijnlijk hun nesten.

De ontdekking van deze gevederde vrienden hield ons helemaal een beetje op. We waren voor ons doen al redelijk op tijd uit de veren, kwart voor acht, omdat we het plan opgevat hadden om een dagje cultuur te gaan snuiven in Zagreb. Nu hoor ik u denken; “Maar Zagreb, dat ligt toch helemaal niet in Slovenië’. Inderdaad dat klopt, Zagreb is de hoofdstad van Kroatië, maar wij kamperen heel dicht bij de grens. Zagreb ligt hier een kleine zestig kilometer vandaan dus dat is makkelijk te doen in een dag. Kwart voor tien onderweg, op de snelweg zaten we zo, die loopt hier vlakbij langs. Met een half uurtje waren we bij de grens Europese unie – Kroatië.

Nou, daar hadden we taferelen die we in geen jaren meer meegemaakt hebben. File voor de grensovergang en voor het eerst in jaren zagen we weer eens douaniers, inmiddels ook een bedreigde diersoort. We moesten de paspoorten laten zien, die werden aandachtig bekeken. Gevraagd werd naar het doel van ons bezoek en de duur van ons verblijf in het mooie Kroatië. De verveling straalde van de koppen toen ik vertelde dat we een dag naar Zagreb gingen. Daarna mochten onze weg vervolgen. Althans, dat dachten we. Twintig meter verder moesten we nog eens de papieren laten zien en hetzelfde verhaal vertellen. Daar kregen we van een streng uitziende soort ‘Helga’ een mooie stempel in ons paspoort en mochten we naar Zagreb.

a een klein kwartiertje kwamen we in de troosteloze buitenwijken aan en volgden de bordjes Centra. Deze leiden niet naar de bij ons bekende buurtsuper maar naar het centrum van de stad, ons doel. Daar aangekomen was het zoeken naar een parkeerplaats en na een rondje of drie gereden te hebben zag Jantiene een parkeergarage met een hoogte van 3.20 meter. Dat was mooi want de meeste parkeergarages zijn te laag voor ons, de auto is ongeveer 2.20 meter hoog. Dat was een meevaller. Het vervelende was alleen dat de aangegeven hoogte alleen gold voor de eerste twintig meter van de parkeergarage. Daarna ging de hoogte over op 2.20 meter. We konden onder de verklikkervlaggetjes door dus dat zou verder geen probleem zijn, dacht ik. In de gang naar beneden ging het echter fout. De hoogte van de plafonds was wel toereikend maar achteraf had men daar nog een brandblussysteem onder gemonteerd dus de hoogte was met zo’n zeven centimeter verlaagd.

Gelukkig ging ik niet vol gas naar beneden maar met een uiterst beheerst tempo toen wij het op een gegeven moment boven ons hoofd verdacht hoorden kraken. Oei! Dat ging niet helemaal goed. Achteruit gaan was het devies maar er zaten al de nodige auto’s achter mij aan dus dat was niet eenvoudig. Jantien er uit en die het verkeer regelen. Dat ging haar aardig af en met een minuut of vijf was ik weer bij de uitgang. Daar aan de beheerder gevraagd waar dan die hoge plekken waren, die bleken er dus niet te zijn. De garage was nog niet helemaal klaar, de hoge plekken dus ook nog niet. Een beetje slordig vonden wij. Gelukkig bleek het gekraak van de antenne afkomstig te zijn geweest en was het dak nog onbeschadigd. Men betoonde coulance en we mochten zonder te betalen de garage weer verlaten. Bleef het eerste probleem, we zaten in het centrum van Zagreb zonder parkeerplek. Zoeken dus. Uiteindelijk vonden we op het Britanski Trg een mooie plek, recht voor de bank. Dat was mooi want we hadden nog geen Kuna op zak.

Ik dapper de bank in om in de eerste de beste geld automaat mijn geldvoorraad op peil te brengen. Tot mijn spijt deed de eerste automaat niets toen ik mijn pas er in stak. Veelvuldig proberen en op knoppen drukken had geen resultaat dus toen de tweede automaat maar gepakt. Hetzelfde laken en pak. Na een paar minuten tevergeefs te hebben geprobeerd uiteindelijk maar een bewaker aangesproken die mij de oplossing aan de hand deed. De pas moest er omgekeerd ingestoken worden, met de magneetstrip naar boven, wie bedenkt zoiets. Geen wonder dat dit land nog niet tot de Europese Unie is toegetreden, terecht als je het mij vraagt. Gelukkig werkte de automaat op die manier wel en kon ik driehonderd Kuna trekken. Voorzichtig beginnen maar. Er gaan ongeveer 7 kuna in een euro dus 3.1 kuna is een gulden, omrekenen is dus een makkie….

Op het Trg (wat plein én markt betekent) was een markt. Groenten en fruit. Direct maar even wat ingeslagen en in de auto gelegd. Daarna zijn we de Ilica ingelopen, een belangrijke winkelstraat die uitkomt op het Trg Bana J. Jelačicia. Onderweg daarheen even gestopt bij een bakker. Even een paar broodjes gehaald en wat drinken en die lopende voort opgegeten. De Ilica is een straat met weinig zijstraten. De panden die er zijn zijn erg groot. In elk pand zit een soort ingang die dan weer uitkomt op een soort binnenplaats. De huizen zijn dus eigenlijk om een soort Atrium gebouwd. In deze binnenplaatsen zijn dan weer allemaal winkeltjes of handwerkslieden gevestigd. Je moet er gewoon naar binnen lopen om te zien wat er is. Erg verrassend iedere keer. Uiteindelijk kwamen we op het Trg Bana. Een immens plein dat gedomineerd wordt door voetgangers, zoals trouwens de hele oude binnenstad. Voetgangers en trams, dat is alles wat er komt. Net als in Ljubljana is de auto daar uitgebannen. Op het plein ons plan getrokken. Dit is een mooie uitvalsbasis om het centrum te bezoeken. Richting kathedraal gelopen maar toen we daar bijna waren zagen we aan onze linkerhand een grote markt. Een kathedraal stopt niet, een markt wel, dus eerst maar naar de markt.

We zijn allemaal gek op markten en vooral in het buitenland. Ze weerspiegelen echt de geest van het land vind ik, het is de winkel van de gewone man. Vooral in deze streken zijn het vooral de boeren die gewoon hun eigen producten op de markt verkopen. Sommigen hebben een kraam vol met spullen maar we zagen er ook een oud vrouwtje zitten met alleen pruimen. Het is een plek vol kleur, geur en geluid,  om het in Avenue-termen te zeggen, de couleur-locale is hier rijk vertegenwoordigd. Buitengewoon vriendelijke mensen hier. We stralen het natuurlijk uit dat we niet lokaal zijn en men sprak ons aan in het Engels of in het Duits, kregen dingen te proeven en tekst en uitleg, zonder dat je het gevoel had dat je iets moest kopen. Uiteindelijk hebben we dat toch gedaan natuurlijk. Chili’s, champignons en nog wat andere groente belandden in de rugzak. Daarna via de Opotavina Ulica naar de Franjevanka Crvka. Ondanks dat we zelfs met kerst geen kerk bezoeken in Nederland gaan we er in het buitenland vaak naar binnen. Vaak ben ik weer onder de indruk van de kennis, vaardigheid, vakbekwaamheid en talenten van de bouwers. Ook nu weer was dat het geval. Deze kerk kenmerkte zich door mooie gebrandschilderde ramen. Duidelijk was wel dat deze niet even oud waren als de kerk zelf.

Terwijl we stonden te kijken sprak een Kroatische vrouw ons ongevraagd aan en begon enthousiast over de ramen en de motieven ervan te vertellen. Dat was leuk want de motieven waren niet direct Bijbels maar hadden meer betrekking op de diverse facetten van de schepping. Het weer, de zon de maan, de sterren, de dieren, het land, bloemen, geuren enz. Toen zij die uitleg gaf werd het voor ons ook een stuk duidelijker. Samen gingen we naar buiten en daar heeft zij ons nog diverse tips gegeven over wat in Zagreb te bezoeken. Net als de Slovenen waarover ik al eerder vertelde, was zij duidelijk trots op haar stad en dat probeerde ze ook uit te dragen. Een leuke ontmoeting.

Daarna zijn we naar de kathedraal geweest. Een imposant gebouw aan de buitenkant. Mooi beeldhouwwerk en een fraaie lijn. Met de binnenkant van dit soort gebouwen heb ik altijd wat meer moeite. Hoewel ik waardering probeer te hebben voor een ieders geloofsovertuiging manifesteert zich het Katholieke geloof zich in mijn ogen voornamelijk in een soort poppenkast. Teveel, te pompeus, te bombastisch en noem maar op. Ik kan me goed voorstellen dat de mensen hier in vroeger jaren van onder de indruk waren, op mij heeft het een meer afstotende invloed, hoewel ik wel weer waardering heb voor het vakmanschap van de makers hiervan maar het totaal is meestal net  tè.

Na de kathedraal te hebben verlaten moesten we weer over de markt om het oude centrum te bereiken. Daar eerst wat gedronken. Heerlijk gezeten aan de rand van de markt. Men was net aan het opruimen en het was een wirwar van activiteiten. Mensen die de spullen opruimden, karren met lege kisten, mensen die de restanten verzamelden en opaten, kortom je kwam ogen tekort. Daarna belandden we in de, een hele leuke straat met allemaal kroegjes, eettentjes en terrassen. De straat bestond uit dorps aandoende huizen en gebouwen, met bomen ervoor, sommigen hadden zelfs nog een tuintje met appelbomen, gebouwen die wat vervallen waren, een geheel wat je niet in een stadscentrum verwacht. Het was er gezellig druk. Helaas kwam de straat nergens op uit en moesten we terug lopen en zijn daarna nog een paar straten en pleinen over gelopen. Ik vond het een leuk centrum. Later zijn we nog even het nieuwe gedeelte in geweest wat aan de zuidzijde van de Ilica ligt. Het Trg Petra Peterica is een leuk en gezellig plein met ook weer veel terrassen en trendy winkels maar verder viel het daar wat tegen.

Wat wel opvalt in Zagreb, en overigens in alle steden en dorpen hier is hoe schoon het is. Nergens ligt troep of vuilnis, geen graffiti. Verder stoppen de automobilisten hier voor het zebrapad, de voetgangers voor rood en geeft men elkaar alle ruimte. Toen we aankwamen en ik in moest parkeren gaf men mij de ruimte en de tijd. Geen opgefokt gedoe maar men hield rekening met me. Wat een verademing, zal straks wel weer even wennen zijn. Maar dit terzijde. Uiteindelijk kwamen we weer uit op de Illica en liepen terug naar de Trg Britanika, waar de auto stond. Daar nog even boodschappen gedaan en op een terras nog even wat gedronken. Toen de stad weer uit, ging gemakkelijker dan er in, hoewel ik nog wel even onverwacht op de trambaan belandde. Ook hier gaf men me weer alle tijd om mijn fout te herstellen zonder vervelend getoeter of vingertjes.

Op de snelweg richting Ljubljana nog even getankt en de laatste Kuna’s opgemaakt. Hier werd ook mij raam nog even goed gelapt door wat meisjes die wat bij wilden verdienen. De 10 kuna (70 cent) die ik ze hiervoor gaf waren waarschijnlijk wat aan de hoge kant want ik kreeg bij overhandiging een glunderend gezicht te zien. Bij de grens ging het weer niet helemaal soepel. We stonden achter een wagen uit Turkije, een BMW X7, die even aan een grondige controle onderworpen werd,  dat duurde ven, maar toen wij aan de beurt waren konden we eigenlijk zo doorrijden.

 Thuisgekomen nog even gewinkeld in een klein winkeltje hier in de buurt, schattig zaakje. Vanavond soep met brood en hete salami en verder nog wat korstdeegbroodjes die we uit Zagreb mee hadden genomen. Scheen een specialiteit te zijn maar dat proefden wij er niet aan af. Verder een rustige avond met een potje pesten en dagboek bijwerken. We staan nog met vier mensen op de camping, wat een rust. Morgen wordt het nog beter, dan vertrekken ook wij. {20110829}

 

Maandag 30 aug 2011: Een stad met kuren

Vanmorgen vertrokken uit Otočec, rond een uur of tien reden we van de camping af. Vlak voordat we zouden vertrekken maakte een Engelse medekampeerder me er op attent dat één van mijn voorlichten het niet goed deed. Nieuw bolletje inzetten klinkt altijd eenvoudiger dan dat het is want je kan er slecht bij. Gelukkig was het met 10 minuten voor elkaar, even de handen nog wassen en op pad.

Het doel van vandaag is Ptuj, een stad in het noordoosten van Slovenië. Het is de oudste stad van het land, gesticht door de Romeinen. Volgens de boeken is het ook een heel interessante stad. Om ons rondje Slovenië dus af te ronden leek ons dit een mooi besluit. Verder zijn er in Ptuj warme bronnen zodat het een kuuroord is. Bij één van die bronnen ligt een camping en daar zijn we naar toe gegaan, de Ptuj Termen. Het was een aardig eindje rijden, althans voor Sloveense begrippen. Ik denk zo’n tweehonderd kilometer. Gelukkig was het wat bewolkt, net als gisteren en dus niet al te warm. Na een uur of tweeëneenhalf kwamen we er aan. Het was een mooie rit geweest, gedeeltelijk langs de Savinje, een rivier waar we 2 weken geleden ook al aan stonden. Eigenlijk is het een hele rare ronde die we maken maar ja, het is niet anders.

Er was nog volop plek op de camping zei men maar in vergelijking met waar we vandaan komen vonden wij het behoorlijk druk. Plaatsje gezocht, geïnstalleerd en gegeten. Daarna zijn we naar de thermen gegaan. Nu klinkt dat behoorlijk hoogdravend, eigenlijk zijn het gewoon wat lekkere zwembaden. Zet daarnaast een stel mega glijbanen, een paar sauna’s en bubbelbaden en wat andere water attracties en je hebt een kuuroord. Met de handdoek onder de arm het zwembad in. Eerst de binnenbaden maar eens bekeken. Daar was net een cursus Aquajoggen voor bejaarden aan de gang. Helaas ontbrak het me een beetje aan fut om mee te doen want het zag er wel leuk uit. Het water was wel aangenaam, tussen de 25 en 30 graden. Het hing een beetje af van welk bad je nam. Mogelijk was dit ook te danken aan de bejaarden maar dat durf ik niet met zekerheid te zeggen. Ook was er nog een grote glijbaan. Nadat de verschillende baden geprobeerd waren zijn we de glijbaan in geweest, was erg leuk. Zelf had ik wel zin om even de sauna in te gaan maar die werd bemand door wat vervelende pubers dus dat bewaar ik wel even tot morgen.

Daarna naar de buitenbaden. Daar staat een hele toren met allerlei glijbanen, Anne was er weg van en om eerlijk te zijn, ik vond het ook erg leuk. Verder een paar zwembaden, golfslagbad, een wildwaterbaan wat eigenlijk een rustig water baan zou moeten heten en wat randgebeuren. We hebben ons wel vermaakt vanmiddag. Jammer is dat het allemaal wel zijn beste tijd gehad heeft. De trapleuningen rammelen, voegen tussen de tegels vandaan, algengroei op de trappen, roest bij de glijbanen, geen antislip tegels en zo zijn er nog wel een paar dingen op te noemen. Het is een leuk geheel maar het kan in onze ogen geen 5-sterren predicaat dragen. Het is niet helemaal schoon, een beetje rommelig, het is het eigenlijk net niet. Dat is jammer want dat valt eigenlijk een beetje tegen. Eigenlijk hebben we dat nog niet gehad hier. Nou ja, in Čelje, maar dat lag gewoon aan de stad. Over het algemeen zijn we zeer te spreken over de staat van onderhoud van alles hier en het ziet er altijd netjes uit maar van een ‘kuuroord’ mag je toch wel nèt even dat beetje extra’s verwachten, de prijs is ook zodanig dat dat wel mag.

Rustige avond, nasi gegeten en een potje pesten. Verder kregen we te horen dat Bas in het Gulden Vlies aan het werk kan voor 38 uur per week, niet gek in deze tijd. Morgen waarschijnlijk even naar Ptuj toe maar dat lezen jullie dan wel weer. Voor nu, het is 1 minuut voor middernacht, welterusten. {20110830}

 

Dinsdag 31 aug 2011: Puh-toei

Ptuj (ja, hoe spreek je dat nu uit, wij zeiden eerst Putje maar het is Puh-toei)  is een stad die de moeite waard is beweren de gidsen. Natuurlijk moet je zoiets toetsen en daarvoor was vandaag de dag want morgen zijn we vertrokken. Al in de tweede eeuw na Christus had deze stad stadsrechten en telde toen 40.000 inwoners, een schril contrast met de 12.000 die er nu nog wonen. De stad is verschillende keren verwoest, door de Hunnen, de Visigothen, de Ottomanen en wellicht nog wel een paar andere volken maar dat is al een tijdje geleden en in de tussentijd heeft men de gelegenheid gehad om de boel weer op te bouwen. Gelukkig maar want anders was er hier voor ons weinig om te zien.

Hup, in de auto dus vanmorgen en zo’n 500 meter rijden konden we die parkeren bij de voetgangersbrug over de Drava. De Drava is een behoorlijk brede rivier ter hoogte van de stad maar dat komt voornamelijk doordat er een paar kilometer stroomafwaarts een stuwdam ligt. Daar is nu het Putjaka Jezero, een behoorlijk groot meer. Vanaf de overkant van de Drava oogt Ptuj erg leuk, de rode daken springen er echt uit, alles is schots en scheef door elkaar gebouwd en boven de stad staat een kasteel op een berg. De straat waar we in terecht kwamen zag er leuk uit maar was totaal uitgestorven. Daarna een andere richting gekozen en toen kwamen we bij het centrum uit. Bij het Tic (toeristen informatie centrum) even wat informatie opgepikt en daarna het centrum in. Omdat we niet al te vroeg waren was de markt al voor een groot gedeelte ingepakt maar wat er nog stond was wel leuk. Het is duidelijk te zien dat de groentemarkt hier niet bemand wordt door handelaars maar door boeren (of hun vrouwen) die de eigen producten verkopen. Verder stonden er nog wat kraampjes met gedateerd ondergoed, vis en riemen, niet veel dus maar wel leuk.

Daarna een rondje door de stad. Even geld getrokken en boodschappen gedaan. We moesten nog sigaretten halen voor Aege. Die kosten hier € 2,90 in plaats van € 5,50 bij ons, dat scheelt dus nogal wat. Bij een klein stalletje aan de weg even ingeslagen, het vrouwtje keek helemaal blij en moest lachten toen we alles in het Sloveens bestelden. Wel met behulp van ons bijna onafscheidelijke boekje, maar toch. Als toetje zijn we nog even naar de burcht op de berg gelopen. Hoewel, even, dat viel nog niet mee. Het was een hele tippel. We werden beloond met een geweldig uitzicht over de stad en op de binnenplaats van het kasteel hebben we onszelf getrakteerd op koffie met appelstrudel, was erg lekker. We hebben ons beperkt tot het terras van het kasteel, de toegang voor de rest was elf euro p.p. en dat was ons eigenlijk net even te gek. De weg naar beneden ging gelukkig een stuk gemakkelijker. Daarna rustig aan weer naar de auto en de supermarkt om nog wat laatste boodschappen te doen.

Na het eten nog even het waterpark in. Verschillende glijbanen gedaan en van de duikplank af. Althans, Anne ging er af, ik ook wel maar via de trap. Het was mij te hoog. De middelste ging nog wel maar de bij de hoogste kreeg ik spontaan kramp in mijn benen. Geen heldendaden van mij dus vandaag. Verder heb ik nog even wat foto’s gemaakt van de staat van onderhoud van het geheel want het is diep droevig. Op Zoover, de informatiesite voor reizen en attracties, stond dit als redelijk omschreven maar dat in naar mijn idee wat te hoog ingeschat. Kijk en oordeel zelf.

Vanavond even een bonenprutje gegeten en alvast wat dingen opgeruimd. Verder een planning gemaakt voor de terugreis. Dat gaat via Maribor naar Graz en Linz. Hongarije zit er niet in, dat is te ver om, kilometers op niets af. Hoe we vanaf Linz gaan hangt een beetje af van de tijd.

Misschien kunnen we in de omgeving van Passau nog een dagje aan de Donau staan. Overigens hoeven we geen haast te maken. Naar huis is 1290 kilometer die we in vier dagen af kunnen leggen, we kunnen dus rustig aan doen. {20110831}

 

 

Donderdag 1 sept 2011: Uber all Deutschland

Vandaag hebben we Slovenië achter ons gelaten. Het was een uur of half elf toen we de Sloveens-Oostenrijkse grens passeerden. Vanmorgen waren we redelijk op tijd het bed uit en het inpakken ging ook voorspoedig. Bij het betalen kregen we nog 5% korting vanwege onze internationale campingkaart. Voor brood konden we praktisch voor de caravan terecht dus dat was ook zo klaar. Op de snelweg nog even goedkoop getankt en toen via Maribor naar de grens. Opvallend is wel hier dat bij ieder benzinestation de prijs voor de diesel het zelfde is. We hebben de hele vakantie lang overal € 1.238 betaald. Maakte niet uit waar we kwamen. Wat ook grappig is, is dag men hier geen € 1,00 schrijft maar 1,00 €, eigenlijk veel logischer.

Voordat we de grens met Oostenrijk passeerden zagen we al dat het bewolkter werd. Aanvankelijk was dat wel lekker, niet zo warm. Later ging het regenen, eerst niet zo hard maar het werd steeds heviger. Dat gebeurde overigens pas nadat we gegeten hadden bij Landzeit. Wat een tent zeg, geweldig. Nog nooit zoiets gezien. Perfect ingericht, goed eten voor een hele redelijke prijs. Klaargemaakt waar je bijstond. Helemaal top. Toen we er zaten kwam er net een bus Japanners binnen. Dat was erg grappig om te zien. Ze wisten niet helemaal hoe het werkte en wat het allemaal was dus de meest vreemde combinaties zag je voorbij gaan. Vier Japanners aan een kip, twee aan een schaaltje rauwkost, soep met gebak, echt leuk. Het aardige was dat ze er ogenschijnlijk zelf ook de humor nog wel van inzagen.

Zoals gezegd, even later begon het te regenen. We waren bijna vergeten hoe dat er uit zag, we hebben in Slovenië alleen maar goed weer gehad. Op de weg er heen was het wat minder, dat moet ik toegeven, maar daar was het prima. Tegen de tijd dat we Duitsland naderden werd het gelukkig wat minder. Even na de grens de snelweg af, richting Bad Füssing. Daar hadden we bij Egglfing am Inn twee campings in de gids gevonden. Het was een hele zoektocht, de Tomtom is na drie weken werkeloosheid waarschijnlijk verleerd hoe het werkt, maar uiteindelijk vonden we de Falkenstraße en de camping.

Snel, want het regende nog een beetje, de caravan op zijn plaats gezet en de luifel er aan gebouwd. De ervaring kwam mooi uit, in vijf minuten stond alles. Alleen de stroom deed het niet, vervelend. Via een ander snoer kregen we het uiteindelijk wel voor elkaar. Later even het snoer uit elkaar gehaald, gevalletje draadbreuk. Was snel weer hersteld. Toen we een half uurtje stonden werd het weer droog en hebben we Anne’s tentje nog even opgezet. Het is een echte bejaardencamping, ze gaan waarschijnlijk allemaal naar Bad Füssing te kuren. Voordeel is wel dat na half negen alles mooi stil is. Toch besloten om morgen weer verder te rijden omdat hier in de nabije omgeving weinig te zien is. We kijken wel of we nog ergens in midden Duitsland een leuke stek kunnen vinden. Kon wel eens moeilijk zijn, het blijft nu eenmaal Duitsland. Uber alle Deutschland in plaats van Deutschland uber all. {20110901}

Vrijdag 2 sept 2011: Die Brötchen von Frau Füchs

Vandaag dus van de bejaardencamping vertrokken. Eerst nog even brood gehaald in de kiosk. Toen we er binnenkwamen was er niemand dus ik keek even achter de balie wat voor brood er was. Op dat moment kwam Annemarie Fuchs binnen, de eigenaresse. Ze keek me aan met een blik of ik op dat moment de kas aan het leeghalen was en ordonneerde me om te vertrekken. Ik mocht gelukkig nog wel zes broodjes kopen. Ze had diverse soorten en ik vroeg of ze van alles wat in de zak wilde doen. Er van uit gaande dat dat gebeurd was gingen we terug naar de caravan. Toen we de zak open maakten zagen we dat er zes de zelfde broodjes in de zak zaten. Anne over de zeik en die ging terug om ze te ruilen. Die kreeg toch een partij de wind van voren. De ruil ging dus niet door. Vanaf dat moment werd ze direct Helga Fuchs gedoopt.

Voor wie de connectie niet begrijpt: Helga is een figuur uit de serie ‘Allo, Allo’ dat speelt in Nouvion, Frankrijk tijdens de bezetting in ’40 – ’44. De centrale figuur is René, café eigenaar. Bij René in het café, dat toepasselijk ‘Chez René’ heet, komt iedereen langs. De gewone dorpsbewoners, het verzet (Michelle van de Résistance), ondergedoken Engelse vliegeniers, een politieagent, Crabtree, die eigenlijk een Engelse spion is, en monsieur Leclerc, de doodgraver met hartklachten die verliefd is op Madam Edith, de vrouw van René. Verder wordt het café ook nog bezocht door de bezettende macht. Die wordt onder meer vertegenwoordigd door Grüber, een homoseksuele tankcommandant, Von Smallhausen, de assistent van Herr Flick die op zijn beurt weer voor de Gestapo werkt. Verder zijn er nog kolonel Erich von Klinkerhoffen en natuurlijk Helga. Helga is een dame die voor de Wehrmacht werkt en af en toe Herr Flick terzijde staat wanneer die op zoek is naar ‘Ze painting of ze fallen Madonna wis ze big boobies’. Ze is een zeer strenge maar opwindende vrouw waar iedereen eigenlijk stiekem verliefd op is maar die onbereikbaar is. Blond, Beiers, met Billen en Borsten en lange vlechten. Een soort Frau Fuchs dus. Alleen ontbraken bij Frau Fuchs de billen,  de borsten, de vlechten en het opwindende maar voor de rest waren ze als twee druppels water.

Nadat we ingepakt hadden hebben we betaald. Er werd ons nog ‘Auf Wiedersehen’ toegewenst maar ik antwoorde hierop: ‘Ein Wiedersehen, darin glaube Ich nicht, das is ja sehr unwahrscheinlich nach ein solche Behandlung!’’ Nou daar hadden ze natuurlijk niet van terug, dat kan je begrijpen. Daarop zijn we de auto ingestapt en op pad gegaan. De kortste weg naar de snelweg leidde ons nog terug naar Oostenrijk wat nauwelijks een kilometer verderop lag. Daar kwamen we nog bijna door Braunau am Inn, de plaats waar in april 1886 die Oostenrijkse huisschilder geboren is waar ik een paar weken geleden over schreef toen we in Berechtesgaden waren. Zo komen toch alle lijntjes weer bij elkaar en zie je maar weer: Toeval bestaat niet.

Onderweg eigenlijk weinig meegemaakt. Een paar aanrijdingen, een hoop files in verband met wegwerkzaamheden en een veel te dure lunch in een wegrestaurant. Het viel ons wel op hoe smerig hier de stopplaatsen waren in vergelijking met Slovenië en Oostenrijk. Ook zijn de wegen van veel mindere kwaliteit. Eén ding wil ik nog even melden, we hebben vandaag onze eerste trike gezien die een caravan trok, dat was een grappig gezicht.

We zijn doorgereden naar Frankfurt en hebben daar in Eppstein-Niederjosbach een camping gevonden. Hier werden we allervriendelijkst ontvangen door de beheerder die heel redelijk Nederlands sprak. Het is een terrassencamping. We kregen de caravan met moeite omhoog maar ik denk dat het naar beneden nog wel meer problemen op gaat leveren. Ontzettende smalle en steile paadjes. Dat is trouwens een probleem voor overmorgen want we blijven hier een dagje staan. Het is wel een leuke camping en erg rustig. Helemaal goed, alleen de douches konden iets beter. Ze zijn mooi ruim en je kunt goed je spullen kwijt zonder dat die nat worden, dat is op andere plaatsen wel eens anders. Verder staat er zelfs een krukje in. Helaas kwamen we er achter dat je die waarschijnlijk gebruiken moet wanneer je wacht tot het water warm wordt. Ik heb een kwartiertje gezeten en het niet beleefd. {20110902}

 

Zaterdag 3 sept 2011: In de Taunus

Vandaag staat toch wel in het teken van het einde van de vakantie. Nog niet helemaal maar eigenlijk toch wel.  Eerst maar eens lekker uitgeslapen. Ondanks de overvliegende vliegtuigen van vliegveld Frankfurt ging dat prima. Toen iedereen er uit was even ontbeten, of was het gebrunchd? Nou ja, het was niet vroeg meer in ieder geval. Rond een uur of twaalf zijn we even op pad geweest om wat boodschappen te doen. Nog even iets te eten halen voor vandaag, nog even iets voor meenemen voor degene die de kippen heeft gevoerd u.s.w. Tenslotte moest ik nog even wat bier inslaan. Ik had aan Koos beloofd om even wat Duitse specialiteiten mee te nemen en dat doen we dan ook. Na telefonisch overleg weet ik wat mee moet (‘Pak van alles maar wat, liefst Alt, Dunkel en Schwarzbier’) en kunnen inladen. Ook nog wat mee voor me zelf en dan hebben we aan alle verplichtingen voldaan.

Daarna hebben we nog een rondje van de Taunusroute gereden. We bevinden ons op dit moment in het Taunus gebergte en daar moet je dan ook wel even rondkijken vind ik. Nu is gebergte wel een groot woord. We waren op de hoogste berg, de Feldberg, die 880 meter hoog is. Eigenlijk dus een uit zijn krachten gegroeide heuvel dus. Het was er wel leuk boven. Volgens ons is het een plek om te zien en gezien te worden. Allereest was er een soort motortrefpunt. Hier stonden tientallen motoren, echt de crème de la crème. Zo te zien waren het allemaal motoren die meer gekost hadden dan zo’n € 25.000 en die alleen met mooi weer van stal gehaald worden. Geen stofje er op. Dank zij de digitale kilometertellers is trouwens niet na te gaan hoeveel ze gereden hadden. Het was wel opvallend dat de meeste berijders heren in de Penopauze waren, zo tussen de 45 en de 55 jaar. Verder stonden er een paar hele leuke auto’s en hoewel we in de Taunus zaten heb ik het naar dit gebergte vernoemde model niet gezien. Naast mij parkeerde er een Phantom IV, voor de niet kenners, dat is een Rolls Royce. Een flinke bak maar ook hij moest toegeven, mijn auto was groter (maar niet duurder). Verder stond er nog een auto die we nog nooit gezien hadden. We dachten eerst dat het een Bugatti was maar dat bleek niet zo te zijn. Het was een Wiesmann Cabrio MF, het instapmodel is verkrijgbaar vanaf € 267.452. Nog nooit gezien maar we vonden het een juweeltje.

Daarna via wat omwegen weer terug naar de camping. Rond een uur of zes waren we terug en hebben eerst maar wat gedronken. Daarna even de eerste voorbereidingen voor morgen gedaan, luifel van de caravan afgehaald, koelkast in de auto, vloerkleed weg. We willen morgenochtend niet te veel meer te doen hebben, vandaar. Het is nog 450 km. Vroeger draaiden we daar ons hand niet voor om, toen reden we wel tussen de 800 en 1000 km op een dag maar met een caravan achter je aan is het toch wat anders. We zijn nu aan het koken, even de resten opmaken en ik denk dat het een rustig avondje wordt. Vanaf vanavond is het een beetje uit met de pret, ik zie al tegen het opruimen van de troep op hoewel dat vroeger weer veel meer werk was. {20110903}

Zondag 4 sept 2011: Weer terug...

Blij dat we gisteren al het één en ander gedaan hadden want we hadden vannacht weer een buitje. Gelukkig waren we snel klaar nu en toen alles klaar was moesten we alleen nog van de camping af. Nu klinkt dat redelijk eenvoudig maar voor wie hier al eens geweest is zal het duidelijk zijn. Het zijn hier allemaal redelijk steile paden die hoofdzakelijk geplaveid zijn met losliggend grind. Gisteren gingen we al met de auto aan de glis en konden we niet via de kortste weg (omhoog) wegkomen. Toen maar de auto naar beneden laten zakken. Dat ging wel met de auto maar dat zou niet lukken met de auto met caravan omdat ik de bocht dan niet zou kunnen maken.

Door dit voorval zijn we na gaan denken en hebben gisteravond de helling grindvrij gemaakt. Het ging maar om een klimmetje van een meter of acht dus dat was niet zo geweldig lang. Punt was wel dat ik maar 1 kans had want al slippend, achteruit glijdend de bocht nemen en de caravan onder controle houden leek me geen optie. Het zweet stond in mijn naad toen ik de motor startte en de combinatie in positie bracht. Anne stond boven aan de helling klaar met de camera in de aanslag want het leek haar wel een filmpje voor You-tube. Helaas voor Anne kwam het niet zover, met de stuurvaardigheid die mij eigen is wist ik het hele gevaarte naar boven te krijgen. Nadat ik deze hindernis vrij probleemloos genomen had kreeg ik ook weer vertrouwen in de rest van de dag, de terugreis.

Zonder moeite konden we nu naar beneden waar we betaalden en het brood afhaalden. Omdat de spanning er af was konden we ontspannen ontbijten en daarna zijn we naar de snelweg gereden. Getankt hadden we gisteren al omdat hier, in tegenstelling tot Slovenië, de brandstofprijzen nog wel variëren. Ja, wat kan ik er nog meer over vertellen, het was een snelwegrit, niets meer en niets minder. Het stuk tussen Oberhausen en de Nederlandse grens was bijzonder saai. Het enige wat we gedaan hebben is geprobeerd een Belgische auto proberen op te starten met een beetje van onze stroom maar dat lukte niet. Volgens mij had hij echt problemen. Met hier en daar een file onderweg bereikten we ons koffiehuis in Ransdorp uiteindelijk om een uur of vier. Daar stond de koffie al klaar en hebben we even lekker gezeten.

Het laatste stukje was uiteindelijk niet lang meer en gelukkig was de Kanaaldijk nog niet afgesloten. Er wordt op dit moment geasfalteerd en het was nog even de vraag of we er over konden maar dat ging. Verder gebeurde het ongelooflijke, in één keer kreeg ik de caravan het pad op en met vereende krachten hebben we de Delta op zijn plek gezet. Sleutel weer in het slot en weer thuis. Lekker om weer thuis te zijn. Wel denken we met een goed gevoel terug aan deze vakantie, het was weer eens heel iets anders dan Frankrijk. Verrassend mooi land met heerlijke mensen. Ik denk dat we wel een beetje om zijn. De plannen voor een volgende vakantie borrelen al omhoog, Hongarije, Kroatië, Slowakije, mogelijkheden genoeg. We zullen wel zien wat het wordt, deze pakken ze ons niet meer af. {20110905}