Nederland kent vele feestdagen en het lijken er wel steeds meer te worden. Naast onze traditionele dagen als kerst, paas en pinkster, waarvan velen de oorsprong al niet meer kennen, krijgen we er tal van nieuwe bij. Steeds meer worden er redenen (of zijn het excuses?) gezocht om een feestje te organiseren. Zo hebben we in de afgelopen jaren nieuwe fenomenen leren kennen als Holi, de baby-shower, Keti Koti, Valentine, Halloween en de Gender-reveal ofwel de geslachtsbekendmaking waarbij het geslacht van de nog ongeboren vrucht op de meest krankzinnige wijzen bekend gemaakt wordt.
Afgelopen maand hadden wij ook zo’n feestdag op ons lijstje staan. Ons zoveel jarig huwelijk. Niet iets om ieder jaar bij stil te staan hoewel we dat, zij het in kleine kring, wel doen. De oma’s worden dan uitgenodigd en opgehaald. Daar stoppen we dan een gebakje en een borreltje in en daarna brengen we ze weer naar huis. Einde festiviteiten. Alleen dit jaar lag het anders. Het was de veertigste keer. Een mijlpaal zoals men dat noemt. Weinigen halen het. Vieren of herdenken, dat laten we nu even in het midden, een heleboel keer is het wel.
Het leek ons wel leuk om vanwege dit feit even een weekje naar de zon te reizen. Niet alleen vanwege dit feit maar natuurlijk ook omdat een weekje zon begin november ook wel even lekker is. De vrije dagen had ik al gepland en op basis daarvan zijn we naar een passende reis gaan zoeken. Dat bleek een foute volgorde te zijn. Ik had beter een reisje kunnen boeken en aan de hand daarvan vrije dagen in kunnen vullen. Er was namelijk niets betaalbaars te krijgen. Sommigen waren even duur als een weekje Guesthouse De Vlotbrug. Onbetaalbaar dus bijna.
Gelukkig stond de caravan nog voor de deur en hebben we het vliegen maar gelaten voor wat het was. We zijn gaan zoeken of er hier nog een paar campings open waren. En dat bleek. Volop keus. Winterkamperen wordt in Nederland steeds populairder. En daarom staan we nu in Holten op de camping. Aan de voet van de Holterberg. Een overblijfsel uit de één-na-laatste ijstijd in het hart van het Salland.
Eigenlijk zouden we gisteren al gaan maar het weer zat ons een beetje in de weg. Windkracht acht gisterochtend. En omdat we er niet op zaten te wachten om een tweede caravan in de prak te rijden hebben we besloten om ons vertrek maar tot de dinsdagmiddag uit te stellen. Zo rond een uur of twee vonden we het er wel veilig uitzien en hebben de deur op slot gedraaid. De caravan stond op het grasveld van Jan Tin dus die moest even met de mover omhoog gereden worden, vastkoppelen en karren maar.
Dat pakt anders uit. De mover deed niets. Verdorie. Hebben wij dan nou weer? Altijd wat anders en zelden wat goeds wanneer we weg willen. De caravan met de auto omhoog trekken lukte ook niet. Slippende wielen en de prut vloog om je oren. Het lijkt altijd wel met horten en stoten te gaan. Maar met gejank schiet je niks op. Je kunt dan maar beter even de stroom controleren. Nul procent vulling gaf het display aan. Hoe kan dat nou? Het is een droge accu, die lopen niet zo snel leeg, en hij heeft de afgelopen nog twee dagen aan de stroom gehangen. Eerste conclusie: accu kapot. Zou kunnen. Maar hij is nog maar drie jaar oud. Dat kan bijna niet. Na wat gezoek en gedoe kwam ik erachter dat de aansluiting van de massa niet goed vastzat. Gereedschapskoffer gepakt en de moer aangedraaid en warempel, of het nooit anders geweest was. Alles deed het weer.
Maar ja, inmiddels was het wel half vier. En het is pakweg 175 kilometer naar Holten. Met de spits in het vooruitzicht kan je dan toch zeker wel op tweeëneenhalf uur reistijd rekenen dus dan sta je straks in het donker op zo’n camping te kloten. Weinig zin in. We gaan morgen wel. Achteraf gezien ook maar beter want de receptie sluit om vier uur en in een half uur hadden we het zeker niet gered. Kussens maar weer van de bedden gehaald, tandenborstels gepakt en het koffiezetapparaat terug in de keuken gezet. Voor de zekerheid toch nog maar even 220 aangesloten. Je weet immers maar nooit.
Vanmorgen was het weer een stuk beter dan gisteren. We konden rustig aan doen, alles stond al klaar. Alleen onze ontbijtyoghurt stond nu in een andere koelkast. Nou ja, even in de onderbroek een snelle oversteek maken en daarmee was ook dat probleem weer opgelost. Hup in de kleren en op naar Holten. Daar een plek gezocht en om één uur stonden we. Mooi weer hier dus direct maar de fietsen afgeladen en klaar voor een rondje.
Een rondje Holterberg. Niet de hoogste heuvel hier, dat is de Koningsbelt, maar voor ongetrainde kuiten zoals de onze, hoog genoeg. Een prachtige omgeving hier, wanneer het een graadje of 15 warmer geweest was zou het echt ideaal zijn maar helaas. Dat mocht niet zo zijn. Uitgestrekte heidevelden en mooie bossen. Heuveltje op en gelukkig, ook, heuveltje af. Het was een oppervlakkige kennismaking. Van de week zullen we, als de gelegenheid zich voordoet, nog wel een keer heengaan. Maar, zoals het er nu naar uit ziet hoeven we ons hier van de week niet te vervelen. Een mooi vooruitzicht.
Of het de naweeën van de laatste Corona-vaccinatie waren of gewoon een influenza-aanvalletje, ik weet het niet, maar echt tof was ik niet gisteren. Wat hoesten en proesten en ik zat niet helemaal lekker in mijn vel. Vroeg erin voor mijn doen. Om elf uur lag ik al, twee Ibuprofen in mijn mik, met sokken aan, onder een dubbel dek. Een beetje onrustige nacht gehad maar ik kwam er beter uit dan dat ik erin ging. Half acht was het, bijna uitslapen dus. Buiten begon het net een beetje licht te worden en om hier niet al te veel herrie te maken besloten om even een rondje om te gaan.
Om acht uur in het bos. Het was rustig. Op een paar mensen met honden na eigenlijk niemand tegengekomen. Zonder dat ik ernaar op zoek was kwam ik langs een Canadese oorlogsbegraafplaats, één van de drie in Nederland. Midden in het bos, op een prachtige plek. Te midden van een prachtig park liggen hier bijna 2000 Canadezen begraven, gesneuveld tijdens de maanden en weken, ja zelfs dagen voor de bevrijding. Na de oorlog zijn de stoffelijke overschotten uit heel noord -en oost Nederland en zelfs uit Duitsland hier heen gebracht om een laatste rustplaats te krijgen.
Het is een indrukwekkende plek geworden. Ontroerend om te zien dat bij sommige zerken foto’s met verhaaltjes stonden. Herinneringen van familieleden die ruim 75 jaar na dato hier nog langs komen. Ik had hier een beetje hetzelfde gevoel als eerder dit jaar in Noyers-Pont-Maugis waar we een Duitse militaire begraafplaats hebben bezocht. Ga er maar van uit dat degenen die op zulke plekken begraven zijn allemaal slachtoffers zijn. De aanstichters van de waanzin liggen daar niet en de meeste generaals sterven in bed.
Toch wel weer onder de indruk ben ik teruggegaan naar de caravan. Daar stond de bak met yoghurt al op me te wachten. Koppie koffie, even douchen en hup op de fiets voor een rondje Sallandse heuvelrug. Nu is het droog, dan moet het ook maar even gebeuren. Een rondje van pakweg 35 km uit de knooppuntengids over genomen en op pad.
Het enige probleem met dit soort routes is dat je het beginpunt moet zoeken. Wij zitten hier ergens tussen punt 69 en 70 en je moet even één van de twee zien te vinden. Verdomd dat we de verkeerde kant opreden. Nou ja, het was maar anderhalve kilometer, maar toch. Eerst een stuk door de bossen gereden en daarna kwamen we op de uitgestrekte heidevelden. Hoewel het gebied ineengeklemd zit tussen behoorlijk wat bebouwing merk je daar niets van. Wat een uitgestrektheid. En wat een rust. Het zal hem wel in de periode van het jaar zitten maar het was heerlijk rustig.
In Nijverdal zijn we even wezen eten bij De Budde (geen idee wat het betekent) voor we aan de tweede helft van de rit begonnen. Nog beter dan het eten waren de wc’s hier, of eigenlijk de urinoirs. Gemaakt van opengewerkte Grolsch biervaten. Aan de inhoud verandert dus eigenlijk weinig. Grolsch is namelijk niet zo’n geweldig bier hoewel ik dat in deze regionen niet luidop durf te verkondigen.
Helaas verliep de rit na dit intermezzo niet zo voorspoedig meer. In Hulsen raakten we de weg kwijt. Een wat ongelukkig geplaatst bordje was er de oorzaak van dat we pakweg een kilometer of acht te veel gereden hebben. Iets later was ik Jantien nog even kwijt. Die was in een gat gereden waar een nieuwe riool aangelegd werd. Niet haar eigen schuld maar dat van een tegenligger die geen tijd had om even te helpen ‘omdat ze de trein moest halen’. Ben je lekker mee. Net of hier de treinen wel op tijd rijden. Iets verder zijn we nog even gestopt bij een aan-de-kant-van-de-weg-winkeltje. Daar werden vogelhuisjes en insectenhotels verkocht voor een heel mooi prijsje. Met de bagagedrager vol weer verder.
Al deze onderbrekingen zorgden ervoor dat we om vier uur nog onderweg waren. Vier uur. Het tijdstip waarop buienradar aangekondigd had dat het zou gaan regenen. Ze hadden ongelijk. Het werd tien over vier en toen hadden wij nog een kilometer of acht voor de boeg. We kwamen dus behoorlijk doorweekt terug. Snel de fietsen onder dek en naar binnen toe. Kachel hoog en joggingbroek aan. Lekker zitten en niks meer moeten. En net als gisteren zal het wel weer niet laat worden vanavond want we zijn zo rozig als wat.
Vroeg erin, laat er uit. Dat was zo’n beetje het verhaal van gisteren en vanmorgen. De zon stond al behoorlijk hoog boven de horizon toen ik de kachel en de waterkoker aanzette. Eigenlijk vind ik uitslapen zonde van mijn tijd maar in dit geval heb ik me er maar in berust. En dat was prima. Ik voelde me een stuk beter toen ik eruit kwam als dat ik er in ging. Het zag redelijk blauw vanmorgen maar tegen de tijd dat we de douche uitkwamen was de zon niet meer te zien. Grijs voerde de boventoon met af en toe wat druppels.
Eigenlijk viel het wel mee. Gezien het weer van gisteravond en de weersverwachtingen hadden we erger verwacht. Gelukkig hadden we nog een programmaonderdeel voor wanneer het slecht weer zou zijn. Een bezoekje aan Obelink. Nu zal niet iedereen weten wat Obelink is. Dat is de grootste kampeerwinkel van Nederland. 71000 vierkante meter kamperen, groter dan de gemiddelde camping. We wilden namelijk even kijken naar een luifel. We hebben wel een voortent maar dat is meer voor als je ergens een week blijft en dat doen we meestal niet.
Een luifel is dan idealer. Staat sneller en is ook veel sneller weer afgebroken. En omdat Obelink bijna alles verkoopt en alles opgezet in de winkel staat is het wel handig om er even heen te gaan. We zitten er redelijk in de buurt, een kleine 50 kilometer, en fietsen in de regen is ook niet leuk dus waarom niet.
Een mooi ritje die kant op. Via Markelo, Stokkum, Diepenheim, Neede en Eibergen richting Winterswijk. Van het Salland naar de Achterhoek. Snelwegen vermijden, je kent het verhaal ondertussen wel. Eenmaal bij Obelink aangekomen een winkelwagentje proberen te scoren wat op zich niet meeviel. Uitsluitend muntjes van 50 eurocent werkten dus we moesten eerst nog even op zoek naar zo’n koperkleurig exemplaar.
Eenmaal binnen direct de nodige flessen toiletvloeistof gescoord. Het is hier bijna gratis en ik ben bijna door de voorraad heen die ik van Jan in Bonlieu gekregen heb. Daarna nog even een nieuw neuswieltje, een disselhoes, een waterpas van € 1.35 en een paar schoenen voor Jantien. De maat luifel waar we voor kwamen was niet meer voorradig maar dat kan altijd nog wel even online. We hebben nu in ieder geval wel de mogelijkheden bekeken. Daarna nog even voor € 8,95 pp gegeten in het restaurant. Lekker aan de kibbeling met frites en sla. Voor dat geld kan je zelf toch bijna niet koken.
Rond een uur of drie de auto weer in. Binnendoor weer terug en even langs Rijssen, de zustergemeente van Holten. Een behoorlijke plaats maar verkeerstechnisch een drama. Dat zat hem waarschijnlijk wel in wat wegopbrekingen maar toch. Een behoorlijk christelijke gemeente. Bijna meer kerken dan winkels. Nou ja, kerken zijn natuurlijk ook een soort winkels. Alleen wordt daar het hiernamaals verkocht.
De medewerker van de receptie had het al aangekondigd. Bij de samenvoeging van Holten en Rijssen was niet iedereen echt blij, vertelde hij, vooral de Holtenaren niet. Die zijn wat vrijzinniger terwijl de Rijssenaren toch wel wat strenger in de leer zijn en Rijssenaren, daar waren er nu eenmaal meer van. Daar gaan op zondag de stoplichten uit en blijven de bruggen dicht. De Holtenaren raakten dus een beetje ondergesneeuwd.
Maar hij was niet helemaal negatief. De dossierkennis van de SGP-wethouders overtrof vele malen die van de D66’ers die door hem clowns en amateurs genoemd werden. Nu wil het feit dat de enige D66 gemeenteraadslid hier in van 2014 tot 2022 in de raad zat voor Holten en is nooit wethouder geweest. Daarna is D66 hier helemaal uit de lokale politiek verdwenen. Waarschijnlijk kwam zijn frustratie voort uit het feit dat zijn stem niet helemaal gebracht heeft van wat hij ervan verwachtte. Ach, vroeger vroeg ik ook wel eens wat aan Sinterklaas wat niet helemaal uitkwam. Alles went.
Ons bezoek aan Rijssen was ook vrij kort. Het winkelaanbod bestond hoofdzakelijk uit damesmodezaken die plooirokken en zwarte panty’s verkochten, het was niet echt spannend. Maar een keertje niet spannend is ook wel weer lekker. Dat werkt namelijk ontspannend en is dat niet het doel van dit soort reisjes?
Het is een koude kleur, blauw. En dat bleek vanmorgen. Een strakblauwe hemel en de hele wereld was vanmorgen bevroren. Het was een graadje of 7 in de caravan toen ik er uitkwam vanmorgen. Geen stress, even de kachel aan en voor je het weet is het weer warm. Een mooie dag om te fietsen vonden we het. Even op Internet gezocht of er nog iets in de buurt te doen was en dat bleek het geval te zijn. Op de Cattelaar in Rijssen was een ‘wilddag’. Wild proeven, klaarmaken en vangen, demonstraties met jachthonden en valkeniers en nog meer van dat soort dingen. Nu houd ik wel van een lekker konijnenboutje dus hup, op het stalen ros en trappen maar.
Een mooie rit er heen, door een veengebied en door de bossen. Alleen op het einde was het even zoeken. De laatste wegen waar we overheen moesten lagen wat overhoop in verband met een nieuwbouwproject aan de oostkant van Rijssen maar gelukkig, dankzij Google hebben we het toch gevonden. De Kuipershoeve, een soort boerderijwinkel, organiseerde het. We waren er al vroeg dus hongerig waren we nog niet. Ook de Glühwein hebben we maar even gelaten voor wat het was.
Leuk voor elkaar maar het was wat kleiner dan we verwacht hadden. Na een chocomel en een half uurtje rondkijken zijn we weer op de fiets gestapt. De terugweg hadden we iets anders ingepland dan heen. Via Notter, waar we de fietspont over de Regge genomen hebben, richting Zuna, Hexel, Noetsele en Lichtenberg teruggefietst richting camping. Onderweg nog even een pitstop gemaakt bij het informatiecentrum van de Sallandse Heuvelrug. Daar even geluncht. Het was er loeidruk.
Ik denk niet dat dit toeval was of dat het aan het goede weer lag hoewel dat wel meegespeeld zal hebben. Ik denk dat de zaterdag hier toch een beetje de ‘ontspanningsdag’ is. Op zondag mag hier natuurlijk niets en moet er van alles. Geen tijd voor lichtzinnigheden dan. Daarom maar op zaterdag doen wat wij op zondag doen. Controleren of ik gelijk had wordt natuurlijk een beetje moeilijk want morgen gaan degenen die zondag als ontspanningsdag kiezen hier in de buurt op pad.
Gezien het voorgaande bestaat de kans dat er morgen de nodige winkels gesloten zijn en daarom zijn we nog even naar Nijverdal gegaan om boodschappen te doen. Eergisteren ontdekten we dat het een gezellig centrum had. Vandaag was er ook nog markt dus wij via de Sallandse heuvelweg er heen. Mooie rit alleen terug zou dat niet gaan lukken. Na vijf uur is deze weg voor verkeer afgesloten in verband met de rust voor het wild. Terug via Rijssen dus maar. Helaas was daar de belangrijkste verkeersader, de Reggekade, afgesloten en de omleidingen waren, excusez le mot, bijzonder kut aangegeven.
Het leek Hotel California wel. ‘You can check in any time you like but you can never leave…’ luidt de tekst en daar leek het verdacht veel op. We bleven maar rondjes rijden en Heleen bleef maar zeggen dat we moesten proberen om te draaien. Net of dat iets zou uitmaken. Ook het feit dat het al snel donker was deed er geen goed aan. Uiteindelijk toch nog een uitweg. Waren we gelukkig toch nog thuis voordat het brood oud was en de klok twaalf uur geslagen had. Want je weet het maar nooit in dit soort contreien. De meest wonderlijke verhalen doen de ronde hier. Over witte wieven en dwaallichten. Dus voor je het weet rij je rond in een Pompoen GT.
We waren te vroeg. ‘Wanneer u nog een kwartiertje heeft zijn we klaar met stofzuigen’, klonk het uit de mond van de caissière van het Natuurmuseum Holterberg. Op dat moment zag ik de routebeschrijving staan van de Sallandroute. Eigenlijk iets dat we na het museumbezoek wilden gaan doen maar waarom niet andersom? Terwijl ik een exemplaar pakte klonk het: ‘Dat is dan één euro vijftig meneer’. Dus eerst de Sallandroute maar.
De eerste 15 kilometer hadden we gisteren ook al gereden, richting Nijverdal en een gedeelte Hellendoorn hadden we al per fiets verkend maar verderop was het onbekend terrein. Via Den Ham naar Ommen. Niet helemaal onbekend terrein omdat we daar al eens een huisje gehuurd hadden, pakweg 25 jaar geleden. Los Bramos heette het. Een weekje met de kinderen. Dat was in de tijd dat ik nog maar drie weken vakantie per jaar had, 15 werkdagen. In het begin gingen we een weekje weg en later naar het buitenland twee weken want ik had natuurlijk ook nog een paar dagen nodig voor de kermis. Ik kan het me nu niet meer voorstellen. Tegenwoordig gaan we twee keer vier weken, wat we zelf aan de korte kant vinden, en dan heb ik nog dagen over.
Het was een prachtige route. Er is in Overijssel veel meer bos dan ik eigenlijk dacht. Statige beuken die de wegen omzomen, eeuwenoude kastanjes die op dorpspleintjes staan of beschutting bieden aan het vee in de weiden. Of het in de route zat, ik weet het niet, maar het landschap was veel afwisselender dan ik verwachtte. Ook kwamen we de nodige Havezates tegen, een soort kasteelboerderijen, allemaal geweldig onderhouden.
Dit was allemaal in tegenstelling tot het aantal horecagelegenheden. Veel dorpen oogden uitgestorven. Doods met letterlijk geen hond op straat. Ik schreef het al eerder, op veel plekken hier in de buurt gaat op zondag het licht écht uit. Gelukkig vonden we een beetje aan het einde van de route, in Lettele, een tent waar we wel terecht konden. Jantiene aan de Serranoham met meloen in ik aan de Tataki, een Japans vleesgerecht. Helaas waren de porties ook een beetje maatje Japanner, niet echt groot dus. Maar lekker was het wel, daarover geen twijfel.
Vanuit Lettele was het nog een kilometer of twintig naar het startpunt. Daar de auto weer neergezet bij het museum en naar binnen gewandeld. Waarschijnlijk stond de stofzuiger weer in de kast want het was er loeidruk. Vol met kinderwagens en gillende kinderen. We hebben het maar even gelaten voor wat het was. En, omdat het al naar het einde van de middag liep, maar weer teruggegaan naar de camping. Net op tijd. Toen we aankwamen begon het net te regenen. Gelukkig heb ik nog een boek van Tomas Ross liggen dus de avond kom ik wel door.