Dinsdag 16 mei 2023: Mettingen

Mettingen, wie kent het niet. Mooi zo laten zou ik zeggen, zoveel stelt het namelijk niet voor. Vanmiddag rond een uur of drie kwamen we hier aan. Ik was het rijden zat en dat was al snel. Maar al eerder deze dag had ik wat tijd doorgebracht in het voiture. We houden er namelijk van om met een schone en opgeruimde auto op stap te gaan. Nu is het in het kader van de kwakkelende economie beter om het te laten doen als dat je het zelf gaat doen dus om kwart voor acht zat in de auto richting ‘Up’. Misschien ken je ‘Up’ alleen als Disneyfilm maar ‘Up’ is ook de naam van de autowasinrichting op de Beverkoog. Onder normale omstandigheden is dat zo’n tien minuten rijden maar het was spits dus ik had bijna de dubbele tijd nodig.

Ik had geluk, de deuren gingen open toen ik aan kwam rijden en ik had niemand voor me. Even door het sop en daarna ging de interieurploeg aan de gang om de binnenkant te laten glanzen. Ze hadden er in. Mijn Oezbeeks en Swahili is niet echt geweldig maar uit de paar woorden die ik herkende kon ik dat zondermeer opmaken. Tien voor half negen was de klus geklaard en reed ik vrolijk weer naar buiten. Het was me al opgevallen toen ik aankwam. Uit de richting Heerhugowaard kwam een hele stroom auto’s. Ik dacht dat het mensen waren die op het bedrijventerrein werkten maar het waren er toch wel erg veel.

Toen ik de wasserette uitkwam stond de file ook de andere kant op. Alles stond vast. Ik had twintig minuten nodig om bij de Tinq, de goedkope benzinepomp, te komen. Even volgooien dacht ik, niet wetende dat ik in het komende uur de net getankte benzine in de file zou verstoken. Daarna nog tien minuten nodig gehad om naar Bakker Beerse, schuin daar tegenover, te rijden en vervolgens via Heerhugowaard en Langedijk weer terug naar huis. Later hoorde ik wat er aan de hand was. Een paar auto’s op elkaar op de Westdijk bij de Nollenweg. Heel Noord-Holland stond in de file. Een compleet verkeersinfarct. Niet te geloven. Uiteindelijk was ik om tien uur weer thuis.

Gelukkig hadden we het meeste gisteren al gedaan dus het was nog even de laatste spullen inpakken en om elf uur konden we wegrijden. Richting Tsjechië. En laat Mettingen nu op de route liggen. Camping ‘Zür schönen Aussicht’ ligt in Mettingen. Duitser kan het bijna niet. Een Biergarten, Stube met halve hanen en Bratwurst, stroom per Kwh en ieder grassprietje keurig in het gelid en bijna even lang. We kwamen er aan en vroegen of ze nog een plek hadden voor één nacht. ‘Nou, dat weet ik niet’, sprak Brunhilde die achter de toonbank stond, ‘want voor morgen hebben we een hoop boekingen’. Ik begreep het probleem niet helemaal en vertelde haar dat wanneer we één nacht zouden blijven we morgen alweer weg zouden zijn. ‘Ach so ja’, klonk het en vervolgens schreef ze ons in. Echt goedkoop was het niet maar je moet maar denken, we waren hier vroeg dus per uur valt de prijs dan nog wel weer mee.

Morgen richting het oosten. Ik hoop dat we een plek vinden want donderdag is het Hemelvaart en het Pinksterweekend staat ook voor de deur. Maar ja, dat probleem hebben we al eens eerder meegemaakt en toen lukte het ook. Maar zoals je weet, successen uit het verleden zijn geen garantie voor de toekomst. We gaan het zien.

Woensdag 17 mei 2023: Stau

Een stralend blauwe ochtend was het. Het was kwart voor zes en volop licht toen ik er uit ging. Met Jantiene had ik afgesproken dat de wekker om acht uur zou gaan maar voor mij zou dat nog ruim twee uur duren. Mooie gelegenheid voor een wandelingetje dus. Rondje Mettingen. Daar was ik nog niet geweest. Ik schreef gisteren wel: niet naar toe gaan maar daar ben ik toch een beetje van terug gekomen. Mettingen zelf bleek, in tegenstelling tot Ibbenhuren en Laggenbeck waar we gisteren waren, ontzettend mee te vallen. Het zag er levendig uit voor zover je dat om half zeven ’s ochtends kunt bepalen. En ook niet helemaal zo suf Duits. Dat viel ontzettend mee.

Ik had even op de kaart gekeken hoe ik een rondje kon maken maar helaas stonden daar de hoogteverschillen niet op. Het begon met een flinke afdaling. We zaten per slot van rekening vrij hoog anders heb je geen Schönen Aussicht nietwaar? Nu is het niet zo erg om naar beneden te lopen maar wanneer je een rondje doet moet je ook weer omhoog. En dat viel even tegen. De lengte ook trouwens. Zeven kilometer voor het ontbijt is voor mij eigenlijk net even te veel van het goede. Om acht uur zwaaide ik de deur open en zowaar, daar zat mijn eega al aan de yoghurt. Ik was dus precies op tijd, de koffie was klaar. Even samen ontbeten, de boel opgeruimd en daarna sanitair bezig geweest. Om kwart over negen stapten we in de auto.

Op naar Tsjechië. Nog 587 km voor de wielen. Het was druk op de weg. Dag voor Hemelvaart, 1 dag er tussen en dan is het weekend. Bijna iedereen heeft dus vier dagen vrij en dat merkten we vandaag al. Op de Duitse radio werd het aangekondigd als ‘Der Tag mit den meisten Staus im Jahr’, de dag met de meeste files dus. Buiten al het vrachtverkeer en wegopbrekingen en werkzaamheden was het ook ontzettend druk. En dat was te merken. Van de ene stau na de andere stau. Vooral rondom Dresden. Zo’n 25 km wegopbreking: van vijf naar twee stroken en wij waren veroordeeld tot de vrachtwagenbaan omdat de andere banen maar twee meter twintig breed waren. Het was al bij zessen toen we de grens over reden. Op naar Dĕčin waar we een camping hadden gespot. De eerste die over de grens lag.

Met plek genoeg. Hemelvaart en Pinksteren worden hier namelijk niet gevierd. Een erfenis van het communistische tijdperk is dat. En zo zie je maar weer. Het was niet allemaal kommer en kwel in het oosten. Om half zeven reden we de stadscamping van Decin op. Een alleraardigst maar ontzettend zenuwachtig meisje hielp ons. Haar Engels was niet geweldig en ik heb het gevoel dat ze hier een beetje antipathie tegen Duits hebben, maar met handen en voeten kwamen we er uit.

Het is trouwens wel lekker goedkoop hier. Voor 1452 Tsjechische Kronen mogen we hier vier dagen blijven. Nu lijkt dat wel veel maar het is maar 61 euro. Vijftien vijfentwintig per nacht dus. Gisteren betaalden we nog 33 euro en daar kwam nog 3,60 voor douchemunten bij. Benzine was ook geweldig goedkoop. Op de snelweg hierheen betaalden we vanmiddag nog € 2,21 en hier waren we € 1,53 kwijt. Niet helemaal vergelijkbaar dus maar er zit toch bijna 70 cent per liter tussen. Als dat zo door blijft gaan komen we rijker thuis dan dat we weggingen….

Donderdag 18 mei 2023: Onleesbaar

Een zegen noemde ik het gisteren nog. Het afschaffen van de christelijke feestdagen in het voormalige Oostblok. Op dat moment had ik nog niet helemaal in de gaten dat de stadscamping van Dĕčin als het ware ingeklemd ligt tussen de spoorlijn en de snelweg. En wat het één met het ander te maken heeft, daar kwam ik vanmorgen achter, en goed vroeg. Dat komt omdat de mensen hier een wat ander ritme hebben.Dus ook met Hemelvaart want dat hebben ze niet. Ze staan wat vroeger op, werken vervolgens wat langer dan bij ons en gaan rond de zelfde tijd weer naar huis. Dat is ook de reden dat de daluren voor de trein hier wat anders liggen. Die beginnen gewoon om zeven uur in de ochtend, zo na de spits.

Nu hoef ik al nooit een wekker te zetten maar zelfs wanneer dat nodig geweest was, hier had ik het wel kunnen laten. Ik had er toch wel op tijd uit geweest. Rond een uur of vijf kwam de boel op gang hier. Auto’s, vrachtwagens, sirenes, gillende motoren, piepende spoorwegwagons, jij bedenkt het en het was er. Zelfs voor mij was dat goed op tijd. Tijd om wat nuances bij mijn eerdere opmerking te plaatsen. Nou ja, broek maar aan en eerst maar even wat anders gaan doen en iets later een stukje gaan lopen.

Het was een klein rondje want ik begreep helemaal niets van de kaart die ik mee had. Zelf vond ik het ook vreemd, voelde mezelf helemaal een beetje dom, maar ik wist eigenlijk niet welke kant ik opging. Straatnaambordjes zijn niet al te dik gezaaid hier en als er al een bordje hangt dan zoek je je wild om dezelfde naam op de kaart terug te vinden. Het is namelijk een moeilijke taal het Tsjechisch. Verwant met Pools en Slowaaks en het kenmerkt zich door een gebrek aan klinkers. Ja, ze hebben ze wel, tien stuks zelfs. Vijf lange en vijf korte maar ze schrijven ze niet op, wat voor ons dan weer onuitspreekbare combinaties oplevert. Niet te onthouden en nog slechter uit te spreken.

Zo zijn er hele zinnen te maken zonder er een klinker in te gebruiken. Voorbeeld: ‘Strč čtvrt prst skrz krk’. Ja, ja, hoor ik je denken dat kan ik ook, zo’n zinnetje bedenken. Maar echt, controleer het maar even in Translate. Nu moet ik toegeven, het is niet een zin die je iedere dag gebruikt maar ‘Lotje leerde Lientje lopen langs de lange Lindenlaan’ zeg je per slot van rekening ook niet iedere dag. Dus, om een lang verhaal kort te maken, het werd een beperkt rondje.

Eenmaal ‘thuis’ gekomen eerst maar even het remlicht van de auto vervangen. Die deed het namelijk niet meer. Ik werd er door de Beierse buurman op de vorige camping op gewezen. Gisteren was dat geen punt, toen hing toch de caravan er achter maar vandaag wordt het een ander verhaal. Gelukkig is de Dacia één van de weinige auto’s van na 2010 waarbij je dat nog zelf kan doen. Met het instructieboekje in de hand redde ik het vrij eenvoudig. Verder lukte het vanmorgen ook weer om de blog weer in de lucht te krijgen. Het probleem was dat de enters wegvielen en daarmee ook de leesbaarheid. Rond een uur of tien was het gereedschap van de vloer en de waren de monteurs weer vertrokken en konden we eindelijk echt van de vakantie gaan genieten.

Aan het einde van de ochtend zijn we een rondje gaan maken op zoek naar het alom geprezen Boheems Paradijs, het Českŷ Ráy. We hebben een leuke middag gehad maar eigenlijk weinig gezien van waar het gebied om bekend staat. Ook hier weer de onleesbaarheid van de bordjes en de niet uit te spreken plaatsnamen. Zodra je het in de navigatie heb ingevoerd ben je de naam alweer vergeten. Trouwens wel een mooie middag gehad.

Er zijn behoorlijke cultuurverschillen met bij ons en verder zijn de sporen uit de periode van het mislukte arbeidersparadijs zijn nog volop aanwezig. Ongetwijfeld kom ik er nog wel een keertje op terug. Eenmaal terug op de camping nog maar even op jacht naar wat meer informatie en zowaar, ik vond nog wat. Morgen nog maar even een poging wagen. Ik kwam er achter dat we op veel te grote afstand aan het zoeken geweest waren. Maar ja, je weet het. Wat je niet kan vinden ligt meestal vlak naast je bril, zelfs hier in Tsjechië.

Vrijdag 19 mei 2023: Een rondje Zwitserland

Met de kennis van gisteren in de rugzak zijn we vandaag maar weer op pad gegaan. Met een mooie kaart uit een folder op schoot werd het zoeken een stuk eenvoudiger. Op naar Boheems Zwitserland zoals het hier zo mooi genoemd wordt. Een groot Nationaal Park dat grensoverschrijdend is, in Duitsland ligt het ook. Alleen de naam is anders. Daar heet het Saksisch Zwitserland. Nou ja, een kniesoor die er op let. Dichterbij dan we dachten, zo in een straal van 25 kilometer hier vandaan. Best te doen dus.

Vanmorgen eerst even stroomafwaarts gereden met de Labe, bij ons beter bekend als de Elbe, tot aan Hřensko. Daar is één van de weinige toegangswegen hier in de buurt die het park in gaan. Daar even de auto neergezet om rond te kijken. We hadden de deur nog niet op slot of we werden aan ons jas getrokken door Kim Riekt Puhn, een Vietnamees vrouwtje die er net aan kwam racen op een oude zwarte damesfiets. We hadden haar wel aan zien komen maar schonken er eigenlijk geen aandacht aan. Of we maar even betalen wilden vroeg ze. Nou vragen, het was meer een opdracht. Betalen! Betalen? Waarvoor dan wel? Nou, om de auto neer te zetten. Het was plivé terrein. ‘Nicht Klonen geben, nicht palken’, zei ze. Het was 1,50 per uur of 8 euro voor de hele dag. Op zich niet zo duur maar wel een vreemde gewaarwording. Nadat ik 1,50 overhandigd had schreef ze even handmatig een briefje uit op een briefje van Svijany, de plaatselijke brouwer, en weg was ze weer. Op naar de volgende snoodaard die illegaal wil gaan parkeren. Dat zal ze leren!

Iets later ontdekten we dat Hřensko waarschijnlijk een Tjechische verbastering van Hanoi is. De ene Vietnamees na de andere stond er. Allemaal hadden ze hun eigen stalletje. Niet te geloven wat ze verkochten. Nou, dat was het eigenlijk niet waar ik me over verbaasde. Wat echt verbazingwekkend was dat ze überhaupt nog wat verkochten. Wat een zooitje rotzooi lag er in die stalletjes. Het varieerde van tuinkabouters, Kung Fu zwaarden, zestiger jaren nylon damesondergoed in alle mogelijke suikerspinkleuren, rode windmolentjes, plaatjes van Freddie Breck en Heino, betonnen tuinbeelden, tot koeienhuiden. En dan nog alles wat er tussen zat. En ondertussen ook nog parkeerwachter spelen. Maar ondernemend... ja dat waren ze zeker. 

We hadden het er snel bekeken. We hadden natuurlijk nog kunnen gaan eten in de Blauwe Draak maar daar was het nog wat vroeg voor. Terug naar de auto dus maar. Op naar Mezná, midden in het park gelegen. Een mooie rit maar het was wel erg druk in het eerste gedeelte. Allemaal wandelaars die vanuit Hřensko vertrokken naar de diverse bezienswaardigheden die, zo ontdekten we later, alleen te voet te bezoeken zijn. Vlak voor Mezná ging er een gedeelte door Het Zwarte Woud, daar had bosbrand gewoed en niet zo’n klein beetje ook. Het zag hartstikke zwart, alleen wat loofbomen hadden nog blad. Zo te zien was het al even geleden. Er waren al veel aangetaste stammen omgezaagd maar eigenlijk was er van herplant nog geen sprake.

Daarna naar Jetřichohvice. Onderweg raakten we de meeste wandelaars kwijt. Die gingen op een gegeven moment linksaf naar Skalni Rad Saunstejn. Letterlijk vertaald rotsachtig kasteel Saunstejn, een ruïne dus want een kasteel dat nog heel is heet een Zamek. Onderweg gekeken voor een plekje om te eten maar overal stond het afgeladen met auto’s en fietsen. Verder was het niet goedkoop hier, voor een eenvoudig driegangen menuutje was je toch al gauw een euro of zeventien kwijt en dan je drinken nog.

We zijn dus maar even doorgereden naar Chřibská. Daar waren we gisteren door heen gereden en het had een heel gezellig centrum. Jammer genoeg was het toch te koud om buiten te gaan zitten dus zijn we maar in restaurace Radnice naar binnen gegaan. Prima gegeten. Gebakken camembert met witte -en rode koolsalade, frites en saus tartaar en een varkensfilet met pommes wedges, boontjes met spek en knoflook en een tomatensalade plus drinken voor 24 euro. Voor dat geld kan je toch eigenlijk niet gaan koken. Voor de afwasser ben je al meer geld kwijt.

Met een volle maag het rondje afgemaakt. Landschappelijk werd het iets minder maar we kwamen nog wel een leuke beeldentuin tegen. Er stonden ontzettend grappige beelden, erg de moeite waard. Een paar kilometer later, in het bos, een verbrand huis. Niet als gevolg van een bosbrand maar gewoon afgefikt. Kon ik mooi even kijken hoe ze nu eigenlijk gebouwd waren want daar was ik wel nieuwsgierig naar. De wat oudere huizen hier hebben namelijk allemaal bogen aan de buitenkant. Nu vroeg ik me af of men daar mee begon als een soort ‘houtskelet’ en het daarna aan de binnenkant aftimmerde met balken.

In dit geval was dat niet zo. Het was een huis van behoorlijk stevige balken en de bogen waren er later tegenaan gezet. Dat kon je zien omdat ze hol waren en dat heeft nu eenmaal weinig draagkracht. Daar kan je dus niet mee beginnen. Wel hebben we bij andere huizen gezien dat de rondingen van massief hout waren gemaakt. Er is dus nogal wat verschil. Verder zijn sommige huizen afgewerkt met leien en anderen weer met hout en een enkeling met golfplaat maar dat zijn echt uitzonderingen.

Vanavond hadden we een makkie. Broodje smeren en klaar is Kees. De avond werd prachtig afgesloten door vuurwerk. Er is kermis in de stad, dat is even minder vanwege de herrie, maar het vuurwerk was het aankijken waard. Wanneer we morgen weer zo’n dag hebben mogen we niet klagen.

Zaterdag 20 mei 2023: Zero Tolerance

We hadden vandaag de eerste lekkere dag van de vakantie. Met lekker bedoel ik dan lekker weer. Het zonnetje scheen mooi vanmorgen en de temperatuur steeg vanmorgen tot 23 graden. Echt korte-broekenweer. We waren al vroeg uit de veren en rond een uur of tien liepen we bij het Kasteel van Dĕčin.  We hadden gehoord dat een bezoek wel de moeite waard was. Verder was er een bloemschikconcours en de dame die van de week de receptie bemande (of eigenlijk ‘bevrouwde’) wees ons er op. Het zou voor ons Nederlanders wel leuk zijn want die hebben immers wat met bloemen. Volgens ons had het allemaal te maken met de festiviteiten die gisteravond met het vuurwerk afgesloten werden.

Het was even zoeken naar een parkeerplek. Nou ja, eigenlijk niet naar een parkeerplek maar naar een parkeermeter die werkte. Iedere keer kreeg ik mijn geld terug en kon ik geen ticket uit het ding krijgen. Pas bij de derde meter zag ik het zinnetje in het in het Engels staan dat je alleen hoefde te betalen op ‘werkdagen’. In wezen zou dat betekenen dat ik over een paar maanden hier vrijgesteld ben van deze gemeentelijke heffing maar tot die tijd houden ze de zaterdag en zondag aan voor een ontheffing.

Het kasteel is boven de stad gelegen, gebouwd op een rots waar de Elbe omheen stroomt. Aan de overkant bestaat de oever uit een bijna verticaal oprijzende rotswand zodat dit een geweldig punt was om de boel in de gaten te houden en tol te heffen. En dat is in de laatste negenhonderd jaar, het kasteel dateert uit 1126, veelvuldig gedaan. De laatste paar honderd jaar is het militaire belang van het kasteel steeds minder geworden en is het van een versterkte burcht omgebouwd naar een regionaal bestuurscentrum. Tegenwoordig is het een centrum voor kunst en historie en, zoals we vandaag zagen, een geliefde trouwlokatie.

Het was nog een hele tippel omhoog. We gingen via de terrastuinen waar ook de bloemenexpositie was. Dat was wel fijn want op ieder terras kon je zo, onder het mom van de uitstalling te bekijken, even bijkomen van de klim. ‘Thee voor twee’ was volgens ons het onderwerp. Ieder werkstuk bestond onder andere uit twee stoelen en een tafeltje en een paar kopjes. Wij vonden het niveau niet echt hoog. Dat wil zeggen, we waren er niet echt van onder de indruk. Maar misschien heeft men hier een andere stijl of smaak en we weten natuurlijk ook niet wat de randvoorwaarden van de opdracht waren. Maar het was wel leuk om er even kennis mee te maken.

Daarna het kasteel in. Het fijne van de oud Oostbloklanden is dat het bezoek aan dit soort trekpleisters vaak gratis is en anders heel aangenaam geprijsd. Laten we in Frankrijk of Nederland nog wel eens een bezoekje schieten vanwege de prijs, hier hoeft dat niet. Als het niet gratis is moet je misschien een paar euro betalen maar dat is, althans voor ons, heel acceptabel. Er hing een hele leuke foto-expositie. Helaas konden we er niet achter komen hoe je de werken kon aanschaffen want er hingen erg leuke werken voor een tientje of vijf. De schilderijen die iets verder hingen vonden we iets minder.

De binnenplaats werd gedomineerd door een gigantische beuk. Volgens de gegevens op het bordje: 200 jaar oud, een omtrek van 3 meter 80, 16,5 m hoog en een kroon van ruim 20 meter in doorsnee. Een geweldig mooie boom, prachtig gewoon. Ons bezoek bleef beperkt tot een rondje binnenplaats. Je kon wel met rondleidingen mee maar of dat nu voor ons weggelegd was, ik twijfelde er aan. Wel zijn we nog in de rozentuin geweest. Dat moesten we overigens wel betalen. Twintig kronen, omgerekend zo’n 86 cent. Zoals ik al zei, dat kan Bruin nog wel trekken.

Daarna nog een rondje de stad in. Hoewel het een mooie stad is viel dat nu weer tegen. Weinig winkels en het ontbrak aan terrasjes en eettentjes. Heel gek. Gisteren moest je zowat in bochtjes rijden om ze te ontwijken en nu zagen we er niet één. Omdat we geen zin hadden om te koken hebben we nog een rondje gedaan om een tentje te vinden in de buurtplaatsen maar iets vinden, hò maar. Toen maar even naar de Lidl om wat in te slaan.

Voor de rest van de middag hebben we het rustig gehad. Lekker languit met ‘Hendrik Groen’. Ik heb er van genoten. Op een gegeven moment, zo rond vier uur, zag ik iedereen opeens met grote glazen bier de camping op lopen. Met van die bloemenvazen met handvaten. Onze Duitse buurman kwam ook met een glas aan, een halve liter voor twee euro. Dus ik ook direct naar voren. Als het uitverkoop is moet je er bij zijn is mijn motto, maar helaas, mijn smaak hadden ze niet. Het lichtste bier dat ze verkochten was 11% en het liep op naar 14%. Dat is ongeveer drie keer zoveel als dat ik normaal drink dus ik heb het maar even gelaten voor wat het was. Dat lijkt me verstandiger. Er is hier namelijk een zero tolerance beleid voor wat drank betreft in het verkeer en morgen willen we verkassen. Met één zo’n vaas op moet je volgens mij bijna drie dagen op de fiets.

Zondag 21 mei 2023: Bijna net vakantie...

De zon en ik hebben zo’n beetje de zelfde wekker zo lijkt het. Toen ik er vanmorgen uitkwam steeg de rode bol net boven de heuveltoppen uit. Heerlijk weer was het, ik kon direct naar buiten. Ik schreef het een paar dagen geleden al, men heeft hier een ander ritme. In het weekend komt men iets later op gang, dat wel, want pas om een uur of zes zie je de eerste mensen ronddwalen. Ik was wat eerder vandaag. Samen met de Engelsman die gisteren aangekomen was met de fiets inclusief karretje. Het leek of hij het er om deed. Het uitkiezen van een plekje.

Hij zocht een plek uit naast een landgenoot en daar zijn er toch niet veel van hier. Daarna knoopte hij een praatje aan en omdat hij zelf geen stoel en koelkast tot zijn beschikking had wachtte hij tot hem dat werd aangeboden. En dat lukte. Binnen twintig minuten zat hij achter een koude pot bier. Ik vond de act zo sterk dat ik hem er van verdacht dat dit niet de eerste keer was dat hij hem opvoerde. Vanmorgen kwam ik hem tegen in de douche. Hij stond net zijn benen in te vetten, ik denk dat hij ze net onthaard had. Na een korte groet verdween hij terwijl ik de douche inging. Eenmaal terug bij de caravan gekomen zag ik dat hij zijn tent al vlak had liggen en toen ik weer op keek was hij vertrokken.

Het was de grote uittocht vandaag. Om zeven uur vertrokken de eersten, ja, op de Brit na natuurlijk, en het liep vrij snel leeg. Ook wij zijn verkast. Richting het Reuzengebergte. We hebben een plek uitgekozen tussen Liberec en Trutnov. Vrchlabi heet het. Het hart van de Tsjechische wintersport. Een mooie rit met goede wegen. Onderweg zie je langzaam het landschap veranderen en ook de stijl van de huizen. De traditionele Boheemse bouw zie je hier eigenlijk niet meer.

Het ging voorspoedig tot net na Liberec. Opeens was de file die we achter ons hadden rijden verdwenen en kregen we een bord te zien dat we niet verder konden. ‘Pouze pro pracovni vozi’ stond er te lezen. Het duurde even voor we het ingetypt hadden maar toen begrepen we dat we niet verder konden: alleen voor werkverkeer. Ik denk dat er al eerder een aankondiging gestaan heeft maar dat wij die even gemist hadden. Anders waren alle auto’s achter ons niet verdwenen. Ja, en dat is vervelend. In de bergen lopen nu eenmaal niet zoveel wegen dus we moesten een eindje omrijden. Ik schat zo’n 25 kilometer. Mooie tocht dat wel maar je bent toch zo een kleine drie kwartier kwijt.

Uiteindelijk weer op de goede weg en een uur later dan gepland waren we in Vrchlabi. Op zoek naar een camping. Twee schijnen er te zijn. Eén konden we er niet vinden en de ander wel. Helaas was het tussen twaalf en twee dus de receptie was dicht. Mooie gelegenheid dus om even naar binnen te glippen voor een sneak preview. Mooie camping, plek genoeg want er stond niemand. En als ik zeg niemand dan bedoel ik niet een beetje, nee, dan bedoel ik echt niemand. Helemaal leeg. We houden echt wel van rust, maar leeg, dat is toch wel erg leeg.

Richting Trutnov dus maar. Een paar kilometer verder kwamen we de camping tegen waar we nu staan. Kamp Slŭnečla. De zonnige camping. In Černŷ DůI. Het deed zijn naam geen eer aan. Helaas. De hemel was strakgrijs maar gelukkig was het niet koud. Stoelen neergezet, even gegeten en toen een oude mensen dutje. Voor de rest niets gedaan vandaag. En dat was lekker. Het voelde bijna als vakantie.

(Het duurde even maar in Tsjechië is niet overal Internet of 4G beschikbaar en kan het soms wel eens even duren voor we kunnen plaatsen  het is niet anders. Volgend jaar in Azerbeidjan zal het nog wel erger zijn...)

Maandag 22 mei 2023: Dokter Otto

Na een rustige start vanmorgen naar Vrchlabi geweest. Het stadje ligt op zo’n zeven kilometer van de camping af en is in de winter één van de toplokaties in het Tsjechisch wintersportgebied. Een leuke en levendige stad. Ondanks het feit dat het maandag was vandaag was het levendig, alle winkels waren open en het mooie weer zorgde voor een prettige atmosfeer. We hadden eigenlijk een dubbel doel vandaag in de stad. Even wat informatie scoren over de omgeving en cash trekken. Want ondanks het feit dat je bijna overal met de pin betalen kunt zijn is het toch wel handig om gewoon wat ouderwets geld in je zak te hebben.

Volop mogelijkheden om hier geld te trekken, automaten en wisselkantoren genoeg. We waren er al een beetje voor gewaarschuwd, de commissie die sommigen rekenen bij het wisselen. Reden om niet bij de wisselkantoortjes aan te kloppen maar een degelijke bank te zoeken. Woensdag had ik ook geld opgenomen, bij de Volksbank. Het duurde even voor ik de afrekening kreeg maar voor de 4000 kronen die ik opgenomen had moest ik 169,41 betalen. Dat betekent dat ik voor een kroon 4,33 cent moest betalen. We kwamen er één tegen: een degelijke bank, althans dat dachten we. De CSOB. Een prachtig kantoor, zag er keurig uit. Een beetje als het kantoor van Bram Moskcovicz. Het straalde vertrouwen uit.

Ik daar maar weer 4000 kronen gepind. Nu kan het zijn dat de koers van de euro gedaald is of de kroon is gestegen maar de wisselkoers was ineens toch wel heel erg veranderd. In plaats van pakweg 170 euro moest ik nu 195,47 betalen. Zo’n 25 euro meer. Daar kan je hier verdorie een dag van uit eten en dan geef je nog ruim fooi ook. Nu kost een kroon me 4,89 cent. Het lijkt wel niet veel maar het is een verschil van ruim 11 procent. Je zal het maar bij je salaris krijgen. Als dat zo was had je op dit moment geen sociale onrust.

De CSOB. Ik zei al, dat staat voor Česke (Tjechische) Slimme Omwissel Boeven. Later kwam ik erachter dat het helemaal geen Tsjechische bank is maar dat ze uit België komen. Van je buren moet je het maar hebben. Laten we het dan maar houden op Crimineel Slechte Omwissel Belgen. Als je ze ziet, met een boog eromheen lopen en dan evengoed je hand maar op je knip houden.

Ik had er danig de pest in maar wilde toch even kijken of de omwisseltoeslag bij andere banken ook zo groot was dus we hadden even voorgenomen om bij de posterijen 1000 kronen op te nemen. Niet zo’n groot bedrag dus dat zouden we wel kunnen dragen. Twee dagen water in plaats van Urquell, dan heb je dat ook weer opgevangen. Op naar het postkantoor dus. We waren net op tijd, althans, dat dachten we. 12 uur ging de boel dicht en mijn horloge gaf 12 uur aan maar de deur ging nog open. Snel naar binnen dus. Helaas had Jantiene de drempel over het hoofd gezien en struikelde achter mij aan en viel met haar knie op het betegelde randje. Kut…het bloed liep direct uit haar broekspijp. Een scheur van pakweg een centimeter of twaalf overdwars onder haar knie en bloeden als een rund.

Je begrijpt het al, van flappen tappen kwam niets meer. Eerst maar even de schade inventariseren. En terwijl we dat deden stopten er twee uiterst vriendelijke dames die vroegen of ze konden helpen. Die bekeken de boel en hakten de knoop door. Ambulance bellen en naar de Eerste Hulp. Ja, en eigenlijk had ik niets meer te vertellen vanaf dat moment. Of ik Tsjechisch sprak vroegen ze me. ‘Nou, eigenlijk niet’, want met de vijf woorden die ik me tot nu toe eigen heb gemaakt kan je toch moeilijk een gesprek met een ambulancebroeder houden. Dan zouden ze wel even wachten en de boel voor me regelen. Ontzettend behulpzaam van ze.

En aldus geschiedde. De ambulance arriveerde en de dames fungeerden even als tolk en lieten ons toen achter met de broeders. Die gingen voortvarend te werk. Hup, op de stretcher, in de riemen en de auto in. Daar werd nog even de bloeddruk gemeten, sirenes en zwaailichten aan, keren en naar de Eerste Hulp. Ik had inmiddels de auto gepakt die een eindje verderop stond geparkeerd en kon zo achter de Ambu aanrijden. 560 meter verderop arriveerden we bij een kliniek. Ik weet nog steeds niet hoe het hier geregeld is maar ik heb het idee dat het een privékliniek was. Daar werd Jantiene naar binnen gebonjourd en ik ging met de mannen in onderhandeling over de betaling. Ze wilden graag mijn zorgpas hebben voor de betaling maar ik had het idee dat ik die niet had. Ik heb alles digitaal wat verzekeringen betreft. Enfin, samen met de paspoortgegevens en de adresgegevens die ik gegeven had namen ze voor lief dat de betaling later wel overgemaakt zou worden. Gek, want ik had ze aangeboden om ze contant te betalen maar dat wilden ze niet.

In de kliniek lag Jantiene inmiddels al in OK 3 op tafel terwijl ik nog bij de receptie de papierwinkel aan het regelen was. Het ging overigens keurig hoor, geen kwaad woord over te zeggen. Ze waren allemaal even behulpzaam maar er is toch wel sprake van een taalbarrière. Het Engels is hier niet zo vanzelfsprekend als bij ons en mijn Russisch en Pools worden ook wat roestig. Maar we kwamen er uit en tien minuten later zat ik ook in OK 3. Als toeschouwer. Daar lag Jantiene op de tafel met dokter Otto Klavan over haar heengebogen. Ik was net op tijd om de eerste prikken met anesthetica de knie in te zien verdwijnen. Dat was het meest pijnlijke van de hele behandeling want daarna ging het eigenlijk vanzelf. Nou ja, vanzelf. Otto deed het meeste werk, zijn wat gezette assistente Anastasia was er voor het aangeven van de prikken en het hechtmateriaal en ik zat er een beetje ter opluistering.

Ja, dokter Klavan. Ik moest direct denken aan doctor Remco Clavan, de Oost-Europa deskundige die bij het Simplistisch Verbond de situatie achter het IJzeren Gordijn verduidelijkte. Het bleek geen familie te zijn…. Otto was een uiterst vriendelijke kerel die alle tijd nam voor tekst en uitleg. Eenmaal klaar legde hij uit dat hij geen extra medicatie voorschreef maar even af zou wachten hoe het zich ontwikkelde. Graag zou hij Jantiene woensdag nog even zien. ‘Hoe laat?’ vroeg ik. ‘Dat maakt niet uit maar als je wilt kom dan maar in de ochtend. Je meldt je bij de balie en dan kom ik er aan’. Kijk dat zijn nog eens afspraken. Mooi makkelijk. En voor de prijs hoef je het hier ook niet te laten. Elf hechtingen, verdoving, gebruik OK en een troostend woordje van Anastasia voor het bedrag van 1307 kronen. Zelfs wanneer ik de hoge wisselkoers reken kom ik maar op een bedrag van € 63,78. Daar kan ik thuis nog niet eens voor naar de mondhygiëniste en die is nog alleen ook. Met de ambulance erbij waren we iets meer dan 100 euro kwijt. Dat bedrag rekent onze tandarts voor een beugelcontrole van 27 seconden maar ik moet zeggen, dan krijg je er wel twee nieuwe elastiekjes en een nieuwe afspraak gratis bij.

Inmiddels was het ruim na de middag en ik had eigenlijk wel trek gekregen maar eerst moesten we even langs de camping om de broek in het sop te zetten en een schone aan te trekken. Daarna zijn we naar Černŷ Důl gereden, een dorp dat aan de camping grenst. Omdat het ook een skidorp is, is er nogal wat nering in de vorm van restaurantjes dus daar hebben we op een terras even de maag gevuld. Omdat Otto aangeraden had om vandaag toch maar een beetje rustig aan te doen en geen bergwandelingen te gaan maken zijn we nog maar weer even teruggegaan naar het postkantoor. Daar kwam ik tot de ontdekking dat de bank die daar gevestigd was door dezelfde Belgische oplichters gerund werd dan bij de eerste bank.

Hadden we dat maar eerder gezien. Dan hadden we al dit gedoe niet gehad. Maar dan had ik ook niet geweten dat ik wel een zorgpas heb. Die zat gewoon in onze portemonnee ontdekten we vanmiddag. Maar ja, al met al is het wel weer even een ervaring. Wanneer je er even iets omheen verzint heb je zo een doktersroman in de lijn van de ‘Oh dokter wat doet u nu?’ uit de Bouquetreeks. ‘Verdoofd in de helende armen van dokter Otto’ lijkt me wel een pakkende titel…

Dinsdag 23 mei 2023: De knollenteller

Even dacht ik vanmorgen: ‘Ach nee toch, ze zijn er. De Russen staan voor de deur!’ Een aanhoudend gerommel in de verte had me wakker gemaakt. Toen ik de deur open sloeg en naar buiten keek was ik gerust gesteld. Het was onweer. Boven de heuveltoppen van het Reuzengebergte trokken donkere wolken samen waaruit af en toe een lichtflits uit tevoorschijn kwam. Iets later volgde de klap. Snel maar even de was van de lijn af gehaald en de stoelen droog in het bagageluik gestopt. Net op tijd. Het lag nog niet binnen of de eerste grote druppels vielen. De hoeveelheid viel achteraf wel mee. Met een uurtje was het weer droog en waren de eerste blauwe plekken tussen de bewolking alweer zichtbaar.

Ja, het Reuzengebergte. Wanneer je de naam voor het eerst hoort heb je er een hele voorstelling van maar dat hoeft niet. Het is een relatief klein gebied, zo’n 45 bij 15 kilometer groot, en echt hoog is het ook niet. Net aan 1600 meter. In vergelijking met de Kattenberg in Heiloo zijn het flinke bulten maar vergeleken met de Alpen heeft het meer van kippenvel op de landkaart dan van een gebergte. Nee, zo reusachtig is het Reuzengebergte niet.

Maar de naam komt ook niet van de reusachtige toppen maar van het feit dat hier vroeger reuzen woonden. De bekendste is Krokonoš en daar is in het Tsjechisch het gebied naar vernoemd. Krkonoše. Naar verluidt woont hij onder de grond en komt slechts af en toe voor de dag. Hoe hij er uit ziet weet je niet want hij kan elke gedaante aannemen die hij wil. Maar op een zekere dag loopt hij in de rondte en wat ziet hij daar… een prinses in haar blote niks die een bad neemt in de rivier. En dat zie je niet ieder dag. Ik zou ook raar staan te kijken als ik Maxima ineens zonder postzak in de Achtersloot zag staan met een fles Fa in haar handen en een handdoek die over het vogelhuisje hing.

Enfin, Krokonoš staat daar een tijdje vanachter een dikke boom te gluren en hoe langer hij kijkt hoe verliefder hij wordt. Helemaal hotel de botel ontvoert hij haar. Maar het is niet de bruut die het op het eerste gezicht lijkt te zijn. Het is beetje een charmeur want hij geeft haar een mand met rapen. Romantischer kan het toch bijna niet zou je zeggen. Een mand met rapen. Wanneer hoor je dat tegenwoordig nog dat je als liefdescadeau een mand met rapen krijgt. En nou waren het niet zomaar rapen maar, ja het is bijna niet te geloven, het waren toverrapen. Ze mag iedere dag een raap pakken om die om te toveren in wat of wie ze maar wil.

Na een tijdje is de prinses het toch wel een beetje zat, dat gedoe met die rapen. Na lang aandringen van Krokonoš  zegt ze dat ze toch wel met hem wil trouwen maar op voorwaarde dat er een hoop gasten op de bruiloft komen. Ze wil daarvoor een akker vol met rapen in gasten omtoveren. Maar ze moet natuurlijk wel weten hoeveel het er zijn want anders weet je niet hoeveel bitterballen en cola je moet bestellen. Ze vraagt de reus om ze tellen en om zeker te zijn laat ze het hem nog een tweede keer doen. Verdorie, een andere uitkomst. De reus blijft aan het tellen en de prinses kan ontsnappen. Eind goed al goed zal je denken maar de reus zit nu wel met een trauma, een verloren liefde en hij wordt bespot door de mensen. Ze noemen hem spottend Rübezahl, of wel de Rapenteller.

Nu denk je natuurlijk, ‘Hée, dat klinkt wel erg Duits’, en dat klopt. Dit gedeelte van Tsjechië maakte onderdeel uit van Sudetenland. Ooit was dit gebied bewoond door 90% Duitstaligen. Veel van de plaatsnamen hebben dan ook een Duitse achtergrond en zijn vertaald. Zo ook Trutnov waar we vandaag heen waren. Tot 1945 heette deze plaats Trautenau maar na die tijd kon dat niet meer. Alles wat Duits was werd met harde hand de grens over gebonjourd of erger.  ‘Wegwezen jullie, we zijn eigenlijk wel een beetje klaar met jullie’, was het devies.

Ook de plaatsnamen werden aangepast. Weg met die Duitse zooi moet men gedacht hebben. Maar dat neemt niet weg dat de plaatsen nog wel Duitse geschiedenis en sfeer ademen. Zo ook Trutnov. Een mooie stad. Ruim opgezet en wat opviel was dat er zoveel arcades waren. Voor wie niet direct weet wat een arcade is, dat is een zuilengang op enige afstand van een muur. Daar zit dan weer een overkapping overheen zodat je lekker droog loopt, of in de schaduw, wanneer je aan het winkelen bent. Een leuke stad, de moeite waard. Hier heb ik ook eindelijk het kaartenboek van Tsjechië kunnen kopen. Dezelfde als die nog bij ons in de kast staat. We hebben er een lekkere ochtend gehad.

Daarna weer terug naar Vrchlabi, ook weer zo’n stadje met een Duitse herkomst. Höhenelbe heette het vroeger. Nu heet het, vrij vertaald, De Elbeberg. Vrch is heuvel of een berg en de Labi is de rivier die er ontspringt, de Elbe. We hebben een mooie rit gemaakt, naar de hoogst bereikbare top hier in de buurt, de Splindernúv Mlýn. De Spindler Mühle oorspronkelijk. En wanneer je iets verder rijdt ga je Tsjechië uit en rij je Polen in. Dat hebben we vandaag maar niet gedaan. Terug naar de camping. Alvast de caravan vertrekklaar maken. Morgen willen we iets verder naar het oosten rijden maar eerst moeten we nog even langs bij dokter Otto. Eigenlijk ook een soort van sprookjesfiguur, misschien wel een alter ego van Rübezahl. Alleen jammer dat zijn laatste tovertruc niet helemaal gelukt is. Zijn assistente lijkt nog steeds een beetje op een raap en de rooklucht die vrijkwam bij deze knollentruc hangt nog steeds om haar heen.

Woensdag 24 mei 2023: Verhalen voor later

Half acht. Wekker. Eruit, want we worden in het ziekenhuis van Vrchlabi verwacht. De tijd maakte niet uit maar omdat we vandaag ook verkassen willen en om tien uur van de camping af moeten zijn willen we toch een beetje op tijd zijn. We worden keurig ontvangen, kunnen plaatsnemen in de wachtkamer en zouden geroepen worden. We hadden al zo’n beetje ingeschat wie er eerder waren en hielden het voor onszelf een beetje bij. Uiteindelijk werden we persoonlijk door de assistente van de dokter opgehaald. We waren klaarblijkelijk al een paar keer opgeroepen maar de Tsjechen hebben een beetje hetzelfde probleem als de Nederlanders, we vinden elkaars talen onuitspreekbaar. De ui bestaat in het Tsjechisch niet dus als je dan een Muis-Kruit moet oproepen krijg je opeens een heel andere familie in je spreekkamer. 

Eenmaal op de behandeltafel beland en na het verwijderen van het verband wachtte er een tweede tegenvaller. Het gordijn ging open en de dokter die binnenkwam was niet Otto maar Petr. Aardig en behulpzaam, dat zeker, en hij deed goed zijn best, maar hij haalde het niet bij Otto. Nou ja, je kan niet alles hebben in het leven. Het zag er niet slecht uit zei hij maar graag zag hij dat we vrijdag nog een keertje langs zouden komen voor controle. 

Nu zal je denken: ‘Ja, dat wil ik wel geloven, even de portemonnees van die buitenlanders omkeren’, maar nee. Deze controle en ook de volgende maken onderdeel uit van de oorspronkelijke behandeling. Ook het verwijderen van de hechtingen is inbegrepen. Het is dus eigenlijk nog veel goedkoper dan we dachten. Vier behandelingen voor pakweg 60 euro… arts worden in Tsjechië moet dus echt wel een roeping zijn want rijk word je er niet van. 

Met een nieuw fris verband om de knie weer terug naar de camping maar eerst nog even een stop bij de Lidl om brood te halen. Op de camping moest eigenlijk alleen nog de stroom losgekoppeld en de caravan aangehaakt worden en we kunnen op pad. Op naar Česká Skalice aan het meer van Roskoš. Het is maar 65 kilometer verder maar we denken dat de omgeving daar wat interessanter is dan waar we nu zitten. 

Het is matig weer onderweg. Laaghangende bewolking zorgt ervoor dat de ruitenwissers regelmatig stevig aan het werk moeten. Gelukkig komen we voorbij Trutnov in een wat lagergelegen gebied met als gevolg dat we niet meer in de wolken maar eronder rijden. Af en toe nog even een druppeltje maar het valt mee. Het is een mooi landschap waar we door heen rijden. Glooiend. Bossen, akkers en dorpjes wisselden elkaar af. Langs de weg stromen vaak beekjes en het groen van tarwe en het geel van het bloeiende koolzaad kleuren de omgeving. Wat wel opvalt is dat er veel grasland is maar dat het bijbehorende vee eigenlijk ontbreekt. Hier en daar grazen wat koeien. De kalfjes en de stier staan er gewoon bij dus melkvee is het niet. Verder hebben we nog wat schapen gezien maar daar houdt het ook mee op. 

Tegen half twaalf komen we aan in Česká. Een hele grote camping aan het water maar met slechts hier en daar een tentje en een caravan. Wel een hoop vaste klanten. Dat zie je snel. Daar zijn de ‘erfjes’ afgebakend met van pallets gefabriceerde afrasteringen en bewaken tuinkabouters de eigendommen. Het is hier niet goedkoop maar daar krijg je dan ook een hoop vierkante meters voor moet je maar denken. De hut neergezet en na wat gestoei met de elektriciteitsaansluiting zijn we er helemaal klaar voor. 

Ondertussen zijn de eerste opklaringen zichtbaar. Met de folders die we bij de receptie hebben gekregen in de hand gaan we op pad. Eerst naar Nachod, de dichtstbijzijnde stad. We raken wat verstrikt in het verkeer. Het is een Transit-stad. Veel verkeer richting Polen komt door de stad. Het is één grote sliert van vrachtwagens op de weg. Een blauw-grijze mist van dieseldamp hangt in de straten en de bebouwing heeft ook de grauwe uitstraling die bij zo’n omgeving hoort. Dezelfde uitstraling als die je tegenkomt langs spoorlijnen.  Ingesloten door het verkeer rijden we Nachod zonder erg eigenlijk alweer uit. 

Iets verder zien we bij een tankstation dat de benzine wel erg gedaald is in prijs. 5,60 per liter. Dat is zes keer zo goedkoop als vanmorgen. Zonder erg zijn we in Polen beland. Het zijn Zloty’s die hier de klok slaan. Het zou toch wel mooi zijn wanneer het Kronen waren maar ach, uiteindelijk is het hier ook niet duur. Iets meer dan € 1,40. Goedkoper dus zelfs. Bijna vooroorlogs. Prijzen van voor de Russische Speciale Militaire Operatie die Europa op zijn kop heeft gezet. Omgedraaid en gelijk de tank maar even volgegooid. We zijn er nu toch. Op de terugweg naar Nachod besluiten we naar Dobrosov te gaan. Een gebied met een hoop onderstreepte en gearceerde plaatsnamen op de kaart, dat moet dus wel goed zitten. Afslag Česka Cermna genomen. De mensen daar treffen het. Er wordt riolering aangelegd. Voor ons is het wat minder. Alle wegen liggen open. De werklui zijn vriendelijk, laten ons door, houden het tegemoetkomende verkeer tegen en zetten de shovels aan de kant. Maar op een gegeven moment kunnen we niet verder of ik moet rupsbanden onder de Duster monteren en we hebben een hoop mee, maar rupsbanden… nee. 

Terug dus maar. Onderweg zie ik grote grijnzen op de gezichten van de mannen die net zo behulpzaam waren en het nog zijn. Ze hebben er duidelijk plezier in. Ook hier is leedvermaak het leukste vermaak maar dat gun ik ze niet dus maar een alternatieve uitweg gezocht. En die vinden we. Na wat geitenpaden vinden we de weg naar Nové Mĕsto nad Metuji, de Nieuwe Stad aan de Metuji. Wat een mooie plek. Het is inmiddels half drie en op het centrale plein gaan we op zoek naar een eettentje en die vinden we. We moeten opschieten want de lunch is hier tot drie uur. Daarna houdt het op. Een pastasalade met tonijn en eieren, spaghetti Bolognese, salade en wat drinken voor € 16,21. En dat voor twee personen. Dat compenseert de campingkosten gelukkig weer een beetje. Na het eten even rondgewandeld. Echt een stadje om heen te gaan wanneer je in de buurt bent. 

Na dit bezoek doen we opnieuw een poging om Dobrosov in te komen. Dit keer benaderen we het van de zuidkant en zowaar, het lukt. In Slavonov komen we een prachtig houten kerkje tegen uit 1553. Nog steeds in gebruik. De poort met toren die toegang geeft tot het kerkhof schijnt nog ouder te zijn. Heerlijk om hier even rond te kijken. Dit ademt geschiedenis. Hier hou ik van. We vervolgen onze weg en komen in Olesniče terecht waar een uitkijktoren staat. Halen doen we het niet. Een lagere schoolklasje staat vrolijk joelend langs de kant wanneer we omkeren en het onverharde pad naar boven laten voor wat het is. De laatste paar honderd meter moeten te voet en dat gaat de knie van Jantien niet redden. Terug dus maar. We kwamen van rechts en logischerwijze gaan we naar links. Een prachtig weggetje door het bos dat verandert in een smal puinpad. 

Het wordt steeds smaller, één auto breed en twintig meter achter me rijdt een witte Skoda. Keren lukt dus niet. Rechtdoor dus maar. Na een paar kilometer was het puin op en wat rest is een pruttig bospad met kuilen, diepe sporen en plassen. Gang houden is het devies. Wanneer je hier op de wegenwacht moet wachten sta je er morgen nog en gelukkig… met slippende wielen krijgen we weer vaste grond onder de banden. Een zucht van verlichting, Vijftig meter verderop zien we weer asfalt. We zijn voor de tweede keer in Polen beland vandaag. Via Lewin Kłodzki komen we weer in Nachod uiteindelijk weer op de camping. Wat een leuke middag. Zo mogen er van mijn part nog wel een paar komen. Het onverwachte lijkt niet altijd leuk maar is het achteraf vaak wel. Want waar moet je anders over praten, later wanneer je oud bent?

Donderdag 25 mei 2023: Op pad met De Zonnebloem

Omdat we toch wat beperkt zijn met de mogelijkheden vanwege de fysieke probleempjes zijn we vanmorgen maar de auto ingestapt om te kijken of we in de buurt nog iets konden vinden. Ik schreef het van de week al; volgens mij heeft deze omgeving ons meer te bieden dan Vrchlabi. Hier vlak bij is de Babiččino údoli, het ‘Oma-pad’ te vinden. Je volgt een pad en reist daarmee, via bouwwerken en tentoonstellingen in deze omgeving,  als het ware door de tijd. Je begint rond 1500 en eindigt halverwege de vorige eeuw. Ongeveer een kilometer of vier hier vandaan kan je opstappen. 

Het is dan niet helemaal het begin maar we zitten dan al rond 1760. In die tijd zijn er hier twee watermolens tegenover elkaar gebouwd die nog draaien. We hebben daar een uurtje rond gekeken en het was de moeite waard. Alleen hadden we ons een beetje verkeken in de lengte van het pad. Zo’n kilometer of vijf. Leuk om te doen, je neemt er dan gewoon een dag de tijd voor of je stapt op de fiets en doet het in een paar uurtjes maar nu moesten we ons beperken tot een bezoek aan de watermolens. 

Maar gelukkig is er meer. Volop natuurfenomenen hier in de buurt. Maar helaas, niets bereikbaar met de auto. Overal moet je nog een behoorlijk stuk lopen. Dus we hebben het vandaag dus maar gelaten bij stadsbezoekjes. Het had iets weg van een uitje met De Zonnebloem. Ook niet verkeerd. Het is namelijk een gebied met een rijke historie en daarvan is een hoop bewaard gebleven. Ook erg afwisselend. Soms sta je er van te kijken en denk je hoe hebben ze het kunnen bouwen en af en toe denk je bij je zelf; hoe hebben ze het neer kunnen zetten. Het klinkt bijna hetzelfde maar er zit toch een hoop verschil in. 

Een relaxte dag dus. Even gegeten in Police nad Metuji. We hebben daar ontzettend veel plezier gehad van de nieuwe mogelijkheid die op Google Translate zit, iets wat bijna onmisbaar is in dit soort landen. Je kunt namelijk een foto maken van de tekst die je vertalen wilt en die exporteer je naar Translate die het dan direct voor je omzet in een taal naar keuze. Maar ondanks die vertaling blijf je toch nog wel met vragen zitten. 

Ik had vanmiddag namelijk kipschnitzel met hermelijn en vossenbessen besteld. Hermelin stond er op de kaart en dat werd consequent vertaalt naar hermelijn. Nu blijkt hermelijn in dit geval niet het beestje te zijn waar koningsmantels van gemaakt worden maar de merknaam van de Tsjechische imitatie van Camembert. Een stuk smakelijker dan het wegkauwen van zo’n harig beestje. 

Ook bij het vertalen van de bordjes bij de ‘Oma-route’ kregen we af en toe wonderlijke teksten maar het was in ieder geval al een stuk begrijpelijker als het Tsjechisch. En ook geeft het soms inzicht in bepaalde dingen. Gisteren stonden er in het restaurant waar we aten bordjes op tafel. We dachten dat het de nieuwe dagschotel was maar de tekst luidde als volgt: Ook dit jaar kunnen we weer buitenlanders aannemen in de zomerperiode in de keuken als afwasser. Dit is voor de maanden juni, juli en augustus. Voordelen: 10% korting op de maaltijden en bij de inkoop in onze shop. We bieden je een salaris van 120 kronen per uur aan. Melden bij de keuken. 

Ja, ja, 120 kronen per uur. Dat is toch gauw € 4,80. Gelukkig maar dat er 10% korting op de maaltijden gegeven wordt ander moest je bijna anderhalf uur werken voor een bordje spaghetti. Korting hebben wij niet gekregen vandaag. Het enige voordeel dat ik had is dat er in de parkeermeter nog wisselgeld zat dat er niet uitgehaald was. Zo stond ik voor half geld. Maar zelfs wanneer dat niet zo geweest was, wij hadden een mooie dag. Het land is zo anders en om ieder hoek wacht weer een nieuwe verrassing. Het is gewoon een openbaring.

Vrijdag 26 mei 2023: Ook leuk kent zijn grenzen

Het was even zoeken vanmorgen. We waren in het ziekenhuis van Nechod maar konden onmogelijk vinden waar we moesten zijn. Onbemande balies, lege gangen, hier en daar een patiënt hangend in een stoel en aanwijzingen waar je werkelijk geen wijs uit kon worden. We waren door de campingeigenaar naar de Eerste Hulp gestuurd. ‘In het ronde gebouw moet je zijn’, zo had hij gezegd maar we konden er geen wijs uit worden. Uiteindelijk zijn we maar naar het hoofdgebouw gelopen en daar konden we het aan iemand vragen.

Wel met behulp van Google Translate en wat wilde armgebaren kwamen we er achter dat we in eerste instantie toch goed zaten maar dat we op de eerste etage moesten zijn. Dat hadden we al eerder gedacht maar omdat het gebouw tegen een heuvel gebouwd was lag de eerste etage lager dan de ingang. Die lag namelijk op de tweede. We moesten dus omlaag in plaats van omhoog. Daar vonden we de afdeling. We hebben ons gemeld en konden plaats nemen in de wachtkamer. We zouden opgeroepen worden. Hetzelfde gold voor de pakweg 95 mensen die er al zaten.

Rondkijkend in de wachtkamer werd je niet echt vrolijk. Wat een trieste verzameling mensen. Oud, dooorleefd en echt ziek. Volgens mij zagen de meesten er ook veel ouder uit dan dat ze in werkelijkheid waren. Strompelend op krukken, ledematen verpakt in kladdig verband, met vieze onverzorgde wonden, kortom meelijwekkend. Gelukkig schoot het wel op. We hebben maar tweeëneenhalf uur in de wachtkamer gezeten. ‘Kroet’, klonk het op een gegeven moment. Hè, we waren aan de beurt.

‘Schoenen uittrekken voor het betreden van deze septische ruimte’ stond er op de deur. We hadden het al even opgezocht toen we ons verveelden en dat was al snel. We hebben maar net gedaan of we het niet gelezen hadden. Drie man sterk in de spreekkamer. Een assistente, een opperassistente en iets wat voor arts moest doorgaan. Een wat vaag figuur met een half geschoren kop en wat dreads die triest langs zijn kop hingen. Gelukkig hadden ze de brief die we meehadden uit Vrchlabi al gelezen dus ze wisten waar we voor kwamen want uit het gesprek dat ik in het Engels probeerde te voeren hadden ze er absoluut niet uitgekomen. Ik had niet het idee dat iemand enig idee had waar ik het over had.

Gelukkig bracht Google weer uitkomst. ‘Ja, over een dag of drie weer voor controle komen en over 10 tot 14 dagen mogen de hechtingen er uit’. Met wat handen en voetenwerk kwamen we er wel uit. Nieuw verbandje er om heen en weer de deur uit. Wat een gedoe voor zo’n flutadvies. Dat hadden we zelf wel kunnen bedenken. Oh ja, en die hechtingen, ik heb de gereedschapskoffer mee, dat redden we wel. Tweeëneenhalf uur. Geen wonder dat er 95 man in die wachtkamer zat wanneer je vijf keer terug moet komen voor een wond. Maar, het moet toch wel even gezegd worden, met die vijf bezoeken zijn we nog altijd goedkoper uit dan met een half bezoek in Nezozima zoals Nederland hier genoemd wordt.

Nog even een gedoe bij de betaalautomaat van het parkeren. Contactloos lukte niet. Dan maar met cash en dat pakte hij wel. Wel jammer dat de slagboom al open stond toen we het terrein wilden verlaten. En daarna, hup, de wijde wereld in. Waren we gisteren ten noorden van het stuwmeer, vanmiddag zijn we er maar zuidelijk van gebleven. Een vlakker gebied, heel anders van karakter.

Iets buiten de stad kwamen we een aanwijzing tegen over de slag bij Skalitz in 1866. De Pruisen hebben hier samen met de Italianen indertijd een robbertje lopen te vechten met de Oostenrijkers over de heerschappij van Sleeswijk Holstein. Ja, je zult het niet geloven, over een gebied bij Jutland wordt in Bohemen een slag geleverd. De Oostenrijkers trokken aan het kortste eind, vooral vanwege de achterhaalde bewapening. De Pruisen hadden namelijk geweren die je niet meer na ieder schot hoefde te laden maar waar je na ieder schot een nieuwe kogel in kon stoppen en die kon afvuren. Het zogenaamde Dreysse-geweer. Daarmee kon je zes keer in een minuut schieten tegenover twee keer in een minuut met het Oostenrijkse geweer. Verder kon je liggend laden en moesten de Oostenrijkers staand laden en ja, dan ben je direct een mooi doelwit.

Maar terug naar de aanwijzing. Vanmorgen was ik tijdens mijn ochtendwandeling al een oude Pruisische begraafplaats tegengekomen waar honderden Pruisen begraven lagen. Op de gedenkstenen werden alleen de officieren bij naam genoemd en dan stond er … en 574 dapperen, trouw aan hun Keizer en hun eer, wachtend op hun Heerlijke Herrijzenis. Nou, daar schiet je wat mee op. Wie weet wanneer dat is, dat wist zelfs de Kaiser niet. En die zat mooi thuis, met zijn voeten in een bak warm water, in de krant te lezen hoe de stand van zaken was. Nou, hartelijk bedankt jongens voor jullie trouwe dienst zullen we maar zeggen.

Wat me wel opviel waren de recentelijk opgehangen linten, geel en zwart, aan het monument. Ze glommen er namelijk nog over. Geel en zwart, de kleuren van het Koninkrijk Lauenburg. Lauenburg in Noord Duitsland, dat ooit onderdeel was van Denemarken maar in 1864 door de Pruisen veroverd werd. Misschien was die nog bedoeld als een bedankje achteraf van de Lauenburgers. Wat me overigens ook verbaast is dat al deze monumenten hier nog staan. Je zou toch verwachten dat na een periode van Russische overheersing men deze tekenen van ‘Duits’ imperialisme wel zou laten verdwijnen, maar nee….

Hierna hebben we nog een rondje in de buurt gereden. Een mooie omgeving maar we vonden het noorden, waar we gisteren waren, toch wel wat boeiender. Wel kwamen we onze eerst markt tegen, tenminste, we dachten dat het een markt was maar het bleek een kermis in opbouw. Iets anders dan bij ons. Er werden worsten en zijdes spek verkocht, overal mobiele cafés in de straat en wat opviel waren de hartvormige koeken met liefdesverklaringen er op. Weer eens iets anders dan een kaneelstok of een oliebol. De steden waren wat minder uitbundig en hadden een wat ingetogener uitstraling.

Een uitzondering vormde Kuks. Een klein dorp hier twintig kilometer vandaan. Daar staat het grote hospitaal. Ooit opgezet als kuuroord vanwege de geneeskrachtige bronnen en in die jaren bekend in heel Europa. Helaas werd het in 1740 getroffen door overstromingen en daarna omgebouwd tot militair hospitaal waar soldaten werden opgevangen en ook mochten blijven tot aan hun pensioen. Helaas zaten Jantien haar verwondingen een bezoek in de weg dus we hebben het met een aanblik van het complex moeten doen en een ritje door Kuks maar dat duurde niet lang. Het dorp telt ongeveer 220 inwoners, dan heb je wel een idee hoe groot het ongeveer is.

Terug op de camping de stoelen gepakt en een biertje op tafel gezet. We zagen ineens dat er allemaal linten gespannen werden en vroegen ons af wat er aan de hand was. Groepen jongeren kwamen aanrijden, allemaal alleen in de auto, en bezetten de kampeervelden en de beschikbare vakantiewoningen. Een hele file stond er voor de poort. Even dachten we dat Pinkster hier toch gevierd wordt maar we zaten er naast. Het gaat om een soort auto concours / wedstrijd. Het programma hing aan de hekken: wie heeft de mooist gerestaureerde auto, de laagste auto, de lawaaiigste auto, welke auto kan het snelst een sleep de heuvel optrekken en meer van dat soort onzin.

Overal verschenen barbecues, bierpompen en bezopen jongeren. Niet vervelend maar wel erg luid. Het is nu half twaalf en het is nog volop feest met motoren die wheelies maken, auto’s die alvast aan het warmdraaien zijn voor morgen en mensen die hun toeter testen, de bassen van hun geluidsinstallaties testen en kijken hoeveel decibel ze zelf kunnen produceren. Het zal me niet verbazen wanneer ik dat straks ook ga doen. Over een paar uur. Morgenochtend wanneer we de camping afrijden. Kijken hoe leuk het dan nog is. 

Maandag 27 mei 2023: Niet goed, geld terug

Ik schreef het gisteravond al, een roerige avond. Wat ik toen nog niet wist was dat de nacht, tenminste het begin van de nacht, nog veel luidruchtiger zou worden. Bij gek af gewoon. Pas rond een uur of half twee werd het wat rustiger. Wel af en toe een uitschieter maar het duurde toch zeker tot half zeven voordat de meute weer op gang kwam. Eerst af en toe een auto die zijn open uitlaat liet horen en daarna werden het er meer en meer. Zo rond een uur of zeven werden de auto’s alvast opgesteld voor de keuring en kwamen de poetsdoeken tevoorschijn om ze er pico bello uit te laten zien. Want eerlijk is eerlijk, aan het onderhoud mankeerde het niet. De meesten zagen er gelikt uit. 

We hebben de keuring niet afgewacht. Het zou al te frustrerend voor de jongelui geweest zijn wanneer de daar toevallig geparkeerde Dacia Duster, dat Roemeense raspaardje, er met de prijs voor origineelste voertuig vandoor zou gaan. We zijn dus maar op tijd vertrokken. Vanmorgen had ik nog wel even een praatje met de Duitse buurman die gistermiddag naast ons was komen staan. ‘Of ik ook zo genoten had’, vroeg hij. Ik had bij het genieten zo mijn bedenkingen en vertelde hem dat ik, voor dat ik weg zou gaan nog even bij de receptie langs zou gaan.

Dat heb ik gedaan. Een klacht ingediend en gezegd dat ik de betaling over de laatste nacht graag terug wilde hebben. Niemand had mij namelijk over dit evenement verteld. Wanneer dat wel zo geweest zou zijn dan had ik zelf een beslissing kunnen nemen. Daarnaast hing het programma er en daar stond duidelijk op dat er tussen 23.00 uur en 07.00 uur rust zou zijn en daar was ook weinig terecht van gekomen. Verder was het vanmorgen in de openbare ruimtes een ongelofelijke puinzooi. Overal toiletpapier, kapotte deuren, de hele boel stond blank. De camping had dus niet waar kunnen maken wat ze aan mij verkocht hadden namelijk een schone en rustige camping. 

Er kwam wat licht tegengas, iets wat op een excuus moest lijken, maar zonder al te veel problemen kreeg ik mijn geld terug. Zeshonderd en achtentachtig kronen. Helaas moest ik de gemeentelijke belastingen wel betalen, daar kon hij ook niets aan doen en dat begrijp ik ook wel weer. Daarna zijn we op pad gegaan. We hadden een camping uitgezocht in het zuiden van Tsjechië, richting Oostenrijkse grens. Het oostelijke gedeelte laten we nog even voor wat het is. Het hele land in een maand, dat gaat niet lukken. Dan krijg je zo’n soort van Japanse reis, Europa in 8 dagen. We gaan nu rustig aan weer richting het westen. Dan kunnen we daar de tijd voor nemen. 

Een camping in Ostrovavice was het doel, in de buurt van Brno. Helaas bleek dit niet meer te zijn dan een veredeld bleekveld met een muur van betonblokken er om heen. Welgeteld één caravan stond er, waarschijnlijk van de eigenaar zelf, en dat was het. Het gras was keurig gemaaid en de douches zagen er ook netjes uit maar we vonden het wat ontbreken aan sfeer. Sorry, op naar de volgende…. We pikten er twee op uit de lijst van de TomTom. Een soort eerste hulp bij zoekvragen. Bij de ene was op het opgegeven adres niets te vinden en bij de andere kwamen we op een soort Pools bospad terecht. Zonder caravan al een uitdaging, met helemaal. We denken dat dat een soort dagcamping aan een recreatiemeer was want nergens stond een aanwijzing dat er een camping was en een beetje ondernemer laat toch wel zien waar zijn winkeltje is. De anderhalve kilometer die we nog te gaan hadden hebben we dus maar niet afgelegd en zijn omgekeerd. 

Vervolgens maar voor zekerheid gekozen en de camping in Opatov ingetypt. Rond een uur of vijf kwamen we daar aan. Een beetje in de buurt van Nergenshuizen maar mooi gelegen. Keurig verzorgd. Aan een meertje en, erg geruststellend na een nacht zoals we gehad hebben, een hoog grijsgehalte. Maar ja, wat wil je? In Opatov? We werden vriendelijk door een dame die oorspronkelijk uit Heerde afkomstig was. Een soort ‘Ik vertrek’ verhaal maar dan goed afgelopen. Ze zit hier al twintig jaar.

Een keurige rondleiding gehad, alles werd vriendelijk verteld, maar we kregen wel het idee dat Lilian een bezemsteel als ruggengraat had. Het voelde allemaal nogal stijf, wat afstandelijk en ingestudeerd. We kregen niet echt het idee of ze er lol in had in wat ze deed en dat wil je toch eigenlijk wel als klant. Je welkom voelen. Maar ja, misschien had ze haar dag niet. En wanneer ze haar dag wel had….  je kent het gezegde. ‘Een gast brengt altijd vreugde aan, is het niet bij het komen dan is het wel bij het gaan’. Dus misschien dat er bij ons vertrek er een spontane glimlach op haar gezicht verschijnt. Zo van: ‘Mooi, die zijn weer vertrokken’. Tot dan is het nog even afwachten.

Zondag 28 mei 2023: Met grijs op reis

Een prachtige ochtend was het. Het meertje voor ons was gehuld in mist en de hemel was strakblauw. Achter de heuvels scheen de zon al volop maar dat was hier nog niet merkbaar. Een mooi moment. Het is nog stil op de camping en dat maakt het misschien nog wel mooier. Dat je het met niemand hoeft te delen. Even genoten van het moment en daarna de wandelschoenen aangetrokken voor een rondje. Google maps helpt me om een pad uit te zoeken. Eerst door het bos, daarna dwars door de weilanden waar de weg alleen bestaat uit een trekkerspoor beland ik in Předin om daarna door de bossen weer terug te gaan naar Opatov. 

Het is een pittige wandeling, Zo’n 11 kilometer. Nu valt de afstand op zich wel mee maar het heuvelt hier behoorlijk. Het afwisselende landschap maakt echter een hoop goed. In de bossen zie ik een hoop naaldbomen die ten prooi zijn gevallen aan de dennenscheerder. Een klein kevertje dat gangen onder de bast van de bomen vreet en daarmee de voedseltoevoer van de boom in de war stuurt. De boom moet dan al wel een beetje verzwakt zijn maar dat is hier in Tsjechië geen punt. Vervuiling en zure regen hebben daar al voor gezorgd. Hele stukken bos zijn inmiddels verdwenen, alleen de loofbomen zijn nog over. Op de kale stukken worden nieuwe, bladdragende bomen geplant. 

Om een uur of negen ben ik weer terug. Vanmorgen de was gedaan. Na 14 dagen begon het stapeltje onderbroeken een dusdanige hoogte aan te nemen dat dat wel nodig was. Half twaalf, alles hangt mooi aan een paar gespannen scheerlijnen te drogen en kunnen wij op pad. Er is hier genoeg in de buurt. Omdat de dag al half om is kiezen we iets in de buurt: Telč, een stad op zo’n twintig kilometer afstand van hier. Met een half uurtje zijn we er. Even zoeken want het is er druk. Nadat we de auto geparkeerd hebben komen we er achter waarom. De plaats is een etappeplaats voor de Eurorallye. Een auto evenement van Göteburg naar Montana in Italië. 

Het plein is afgeladen met tè dure auto’s. Ferrari’s, Lamborghini’s, Aston Martin’s,  Porsches, Corvettes, McLaren, Lotus, kortom, teveel om op te noemen. Maar niet alleen auto’s staan er. Het plein is afgeladen met mensen die zich komen vergapen aan al dit glanzende blik maar er nooit een bezitter van zullen zijn. Net als ik trouwens. Ik vind het wel mooi om even naar te kijken maar zenuwachtig word ik er niet van. Praktisch zijn die dingen natuurlijk helemaal niet. Want waar moet je je boodschappentas in hemelsnaam kwijt wanneer je uit de Aldi vandaan komt om over je kratje bier maar te zwijgen. 

Telč ziet er uit als een prachtige stad, tenminste voor zover we het kunnen bekijken want we besluiten om er niet lang te blijven. Alle terrassen en restaurantjes zitten vol als sardineblikjes en ik zie niet dat wij ons daar nog tussen kunnen gaan wurmen. Morgen een nieuwe poging dus maar. Terug naar de parkeerplaats. Iemand nog even blij gemaakt met de parkeerticket die nog bijna drie uur geldig was maar niet echt duur was. 20 kronen voor een uur, 80 cent dus. 

Richting Pelhrimov gereden. Een groene weg en met reden. Een prachtige rit. Overal in het landschap zijn meertjes en het is erg afwisselend. Onderweg maken we een omweggetje naar kasteel Roštejn. Daar hebben we even gegeten. Ingelegde hermelijn met ui en gebakken kaas met patat. Mooi happie voor onder de middag. Het is trouwens wel lachen iedere keer wanneer ik eten probeer te bestellen in het Tsjechisch. Ze begrijpen het wel, of doen beleefd alsof ze het begrijpen, maar ik klink natuurlijk als een Hottentot met een mond vol knikkers. De uitspraak lijkt natuurlijk nergens op. Ik heb er namelijk geen idee van waar alle accenten bij de letters voor staan. Maar het lukte weer. 

Bij Novà Ves zijn we afgebogen naar Kališté waar een watermolen te zien zou zijn. Wij er heen. Op naar het Muzeum. Daar aangekomen zagen we niemand maar gelukkig kwam er een mevrouw met een wasmand onder arm aangelopen. Of ze ons kon helpen. ‘Ja, wij willen graag een bezoekje brengen aan het museum’. Oei, dat had ze niet verwacht. Ze keek of dat de afgelopen 82 jaar niet meer gebeurd was. ‘Een ogenblikje alstublieft’, zei ze en op een drafje verdween ze een deur in waar ook de receptie van de bijbehorende camping en het buffet van het terras waren gevestigd. 

Het duurde even maar na een minuut of tien kwam er een beer van een kerel erg schuchter naar ons toe of we écht wel voor het museum kwamen want hij sprak niet zoveel over de grens. Wat Engels maar daar hield het mee op. ‘Hup, niet lullen. Beginnen met die rondleiding en maak je maar geen zorgen over de taal, we doen net of we het begrijpen’.  En dat was ook zo. Het was een watermolen maar zonder water. In 1953 was er een nieuwe weg aangelegd door de communistische machthebbers zo vertelde hij, en die hadden gelijk maar de beek die de molen aandreef even omgelegd. Op zich was dat niet zo’n ramp want de molen was toch niet meer nodig. Vanaf dat moment werd al het meel gemalen in de nieuwe Coöperatieve Arbeiders Meelfabriek. Weg met al die ouwe zooi en dat zelfstandig ondernemerschap. Nergens meer voor nodig. De staat regelt het wel. Dat betekende het einde van een paar eeuwen familiebedrijf. Zijn opa zat direct zonder werk maar kon wel in de fabriek terecht. 

De molen was nog volledig maalvaardig. Een paar nieuwe aandrijfriemen er in, zorgen dat er weer water langs loopt en je kon zo weer aan de gang. Maar helaas, dat water was even het probleem. Dat was niet meer te herstellen. Het was een enthousiaste vent en deed ontzettend zijn best. We moesten 100 kronen (4 euro 30) betalen voor ons bezoek. We kregen korting omdat we senioren waren. Ik heb hem het dubbele gegeven want dat vond ik het wel waard. Dat had hij volgens mij nog nooit meegemaakt want direct werd er een poster gepakt van alle nog werkende windmolens in Tsjechië en die kregen we mee. Gastenboek nog even tekenen en daarna konden we weer verder. 

Richting Trebíč maar de middag schoot la op. Besloten om maar terug naar de camping te gaan. Trebíč schijnt nog wel de moeite waard te zijn en wanneer je daar dan om vijf uur aankomt is dat ook een beetje laat. Terug naar de camping dus maar. Daar wachtte ons een verrassing. Toen we door de poort naar binnen reden zagen we ze staan. De genummerde oranje pylonnetjes. Dezelfde die ze gebruiken bij ‘We zijn er bijna’. ‘Eindelijk, na zoveel jaar gaan we ze eindelijk ontmoeten’, zei ik ondertussen druk rondkijkend of ik Martine van Os ergens kon ontwaren. Langzaam rijdend gingen we naar de caravan want een celeb tegenkomen, wie wil dat nu niet? 

Helaas, helaas, ze was er niet bij. Toen ik later wat beter keek bleek dat het een reis van de NKC was, de Nederlandse Kampeer club. Bejaarden met campers in plaats van rollators. Allemaal lekker in een kringetje, dan kan je in het midden mooi Jeu de Boulen en kan iedereen er mooi omheen zitten. En dat is ook fijn met de middagborrel. Lekker dicht bij zijn eigen hutje. Dan hoef je niet zover te lopen met je blokjes kaas en heb je ook de Inco’s ook lekker bij de hand. Maar eerst nog even de schotels stellen want je moet nu eenmaal prioriteiten stellen in het leven.

 Ik trof er één die zou zijn hut nog even een stukje naar voren rijden. Hij zat al vast aan de stroom en had er geen erg in dat hij met zijn achterwiel op de kabel stond. Bij iedere centimeter die hij vooruit ging kwam er meer spanning op de kabel. Ik heb hem maar even gewaarschuwd dat hij anders geen Pinkster Passion kon kijken vanavond. Moeder hoorde het ook en hij kreeg direct op zijn falie. Dat was even leuk…

Het schijnt dat ze een dag blijven. Morgen eens even een praatje maken daar in de hoek. Ik ben er wel nieuwsgierig naar. Of het misschien ook iets voor mij is. Want ja, over een paar jaar maak ik ook deel uit van de doelgroep ‘Met grijs op reis’.

Maandag 29 mei 2023: In een deuk

Eigenlijk zou je voor de start van vandaag het verhaal van gisteren wel kunnen lezen. Mooi weer, mooie wandeling. Alleen nu een start door het bos. Hertje gezien, konijntje gespot. Een mooie ochtend. Rond een uur of half negen was ik weer terug. Even douchen, eten en een koppie koffie voor we op pad gingen. Maar eerst zou ik nog even de toiletcontainer legen. Nu is het een nogal langgerekte camping hier en wij staan aan het éne uiteinde en de stortplaats is helemaal aan de andere kant. Een hele wandeling dus, vooral wanneer je zo’n warme, volle, klotsende container mee moet nemen. Maar daar hebben we iets op gevonden, container in de auto en je rijdt er even heen. Zo gezegd zo gedaan. 

Om op het pad te komen moest ik achteruit rijden. En dat is even opletten want overal in het grasveld zitten grote betonnen bakken waar je kampvuurtje in mag stoken en wanneer je daar met je wiel in komt ben je echt de Sjaak. Ik ben bang dat je dan aan de Wegenwacht niet genoeg hebt. Ik hield het gat goed in de gaten totdat de auto ineens stil stond terwijl ik niet eens geremd had. Barst, daar stond een boom achter me. Niks geen erg in gehad. Ik ben er namelijk aan gewend dat de achteruitrijsensor (wat een woord) gaat piepen maar die had ik van de week uitgezet met het zoeken naar campings omdat ik regelmatig moest keren en ik gek werd van het gepiep. De auto dacht natuurlijk steeds dat er iets achter de auto stond wat in feite ook zo was. De caravan namelijk.

Ik gauw kijken en jawel hoor, verdomme, een deuk in de achterkant. Maar terwijl ik stond te kijken nam de kunststof bumper tergend langzaam de oorspronkelijke vorm weer aan en er was niets meer van te zien. Alleen de metalen beschermplaat die er opgelijmd zit was wat gekreukeld. Maar na een paar rammen met de hamer waren de ergste kreukels weggewerkt en kon de achterklep weer gewoon open. Toch wel balen maar even zoeken op Internet leerde me dat ik zo’n plaat voor een paar tientjes on-line kan aanschaffen. Al met al viel het dus wel mee. De boom had gelukkig niets anders hadden we daar ook nog weer mee gezeten. 

De eerste stop van vandaag was eigenlijk ook weer een herhaling van gisteren: Telč. Gisteren waren we er ook al natuurlijk maar toen was het etappeplaats van de Rallye. Vandaag was het een stuk aangenamer, althans dat vonden wij maar daar zullen de meningen wel over verdeeld zijn. De verrassing van de kennismaking met Telč was natuurlijk niet zo groot meer maar we hadden nu wel de tijd en ruimte om er even rond te kijken. Op ons gemak. Een bijzondere plek, een hele verzameling panden rondom een groot ruim plein. Bijzondere panden, zo van halverwege de 17de eeuw, dus het is niet echt bedacht. Het heeft natuurlijk wel iets Anton Pieck-achtigs maar toch ook weer niet. Een mooie wandeling gemaakt. 

We besloten het rondje met het halen van een ijsje. Een schepijsje. Jantiene had mango, ik marscarpone met kersen. Ik moest 90 kronen betalen en zei tegen die meiden: ‘Sorry, I’ve only got Pet Set’,  Ze lagen helemaal in een deuk. Waarom weet ik niet want ik deed toch mijn best. Uit het tellen blijkt alweer wat een moeilijke taal het is. Vijfhonderd is Pĕt Set, Tweehonderd is Duĕ Stĕ en honderd is Sto. Schiet mij maar lek. Maar potverdrie, wat een lekker ijsje was het. Iets later heb ik er nog één gehaald, yoghurt met amarenen en slagroom (Krèm). Helaas doet ook hier de Duitse erfenis zich nog gelden, slagroom zonder suiker was het. Wel even een teleurstelling. 

Het was nog redelijk vroeg dus we zijn naar Trebíč gereden, zo’n 35 kilometer verderop. Ook een Unesco-site. Daar raakten we verward in een verkeerssituatie als het gevolg van een wirwar van borden. Ik mocht geen kant op maar moest toch wat. Dan maar een overtreding maken en iets verderop zag ik ze al staan. De Mesti Policie, de gemeentelijke koddenbeiers. Terwijl ik zachtjes hun kant op reed zag ik het bordje met een mooie rode stip in het midden met daarop de tekst: Stůj omhoog gaan. Stoppen geblazen dus. Ik moest wel lachen want wat moest ik nu eigenlijk. Dat vroeg ik ook aan de agent. ‘Ik moest de bocht om vanwege een verplichte rijrichting maar die is geblokkeerd door een inrijverbod, ik mag niet rechtdoor omdat het éénrichtingverkeer is en ik kan niet rechtsaf want daar is geen weg. Achteruit rijden lukt ook niet want dan ga ik tegen het verkeer in. Zeg het maar, wat is het alternatief?’ Ja, dat wist hij zelf ook niet helemaal maar hij wist wel dat ik hier niet mocht rijden. Ja, dat had ik ook wel begrepen maar welke kant moest ik dan op? Daar kon hij me geen antwoord op geven. Eigenlijk mocht ik niet rechtdoor maar wanneer ik mijn auto iets verderop zou parkeren was er niets aan de hand, zei hij. Hij zat er ook mee, de borst. Wist eigenlijk ook niet waar hij mee bezig was.  Wij reden door en achter ons hield hij de volgende aan, de eerstvolgende in het rijtje dat niet korter werd omdat er steeds weer mensen met het zelfde probleem te kampen hadden.

Auto geparkeerd en ik had geluk. Iemand dacht waarschijnlijk dat zijn parkeerbonnetje niet meer zou komen en was zonder weggegaan. Er lag er dus nog één met een paar uur er op. Mooi meegenomen. Even gekeken waar we konden eten en dat lukte op een achterafpleintje bij Pizzeria La Fabrika. Het duurde wel even voordat we iets kregen, ik was nog bijna bang dat ik er mijn verjaardag zou gaan vieren, maar het was het wachten waard. Prima pasta en lekkere varkenslapjes met puree met lenteui en veldsla. Jammer genoeg was Trebíč niet zo leuk als Telč dus na een korte wandeling door de stad een bezoek aan de Lidl hebben we de stad verlaten. De Unesco sites hebben we niet kunnen vinden. Stonden ook nergens als zodanig aangeven. Het ging om een kerk en de Joodse wijk van de stad die eigenlijk nog helemaal intact was. Jammer pech, volgende keer beter.Even een ander rondje terug. Via Brtnice. Dat zag er wel weer heel leuk uit maar het was al bij vijven. Naar de camping was het nog 12 kilometer dus dit bewaren we voor morgen. Zo ver is dat uiteindelijk ook weer niet.

Dinsdag 30 mei 2023: Opvallende zaken

In ieder dorp waar we komen zien we ze staan. Gebouwtjes met een soort van kerktorentje er bij. Er zit een behoorlijk verschil in de uitvoering er van. Sommigen hebben een triest uiterlijk en zien er uit of ze elk moment in elkaar kunnen storten. Bij anderen moet je twee keer kijken om te zien of het daadwerkelijk wel zo’n gebouwtje is en weer anderen zien er gelikt en goed onderhouden uit. Het duurde even voor we in de gaten hadden wat het waren maar we zijn er achter. Het zijn brandweerkazernes. Nou ja, kazernes. Niet echt natuurlijk want in een kazerne is personeel ondergebracht en dat is hier niet het geval. We denken dat het hier net zo geregeld is als bij ons vroeger. Iedereen hoort bij de brandweer totdat je er te oud voor bent. 

Het zijn dus net kerkjes. In het schip van de ‘kerk’ staat de brandweerauto geparkeerd en in het torentje hangt men de slangen uit te laten lekken en te drogen. Bij de brandweerkazerne in Koedijk had je ook zoiets maar dat was een betonnen bak. Die lag achter de kazerne. Daar liet men de slangen in uitlekken heb ik wel eens begrepen. 

Ook zien we regelmatig een soort torentjes in allerlei vorm met een kerkklok er in. We denken dat dit een soort alarmbellen zijn die geluid worden wanneer er een noodsituatie in het dorp plaatsvindt. Ze zijn vrij toegankelijk en iedereen kan zo de klok luiden, dat in tegenstelling tot de kerkklokken natuurlijk. Daar gaat de pastoor over en als er iets loos is zal hij wel de laatste zijn om de brandweerslang vast te houden.  

Vandaag ontdekten we weer iets nieuws. We reden in een dorpje iets verderop en ik dacht dat ineens de radio aanging maar dat was niet zo. Het geluid kwam van buiten. Om de drie elektriciteitspalen binnen de bebouwde kom hangt namelijk een megafoon. Er klonk muziek, een soort van tune, die werd afgewisseld door een verhaaltje dat verteld werd door een vrouw. We begrepen er helemaal niets van, de taal is namelijk niet te volgen en heeft geen enkel raakvlak met onze taal.  Maar ik vond de muziek iets treurigs hebben. Ik zei tegen Jantiene: ‘Volgens mij doen ze de overlijdensberichten of het is een live verslag van een begrafenis’. Al met al ziet de wereld er hier toch nog steeds een beetje anders uit dan bij ons. Jammer dat de communicatie zo moeizaam gaat. Er is hier namelijk nog een hoop te ontdekken. 

Vandaag zijn we naar Brtnice gereden in de hoop ook weer iets te ontdekken. We waren er gisteren maar het was al laat om de stadje in te gaan. Het zag er zo op het eerste gezicht leuk uit maar toen we er vandaag kwamen viel het toch wat tegen. Ten eerste waaide er een koude wind, het kasteel had dichtgetimmerde ramen en bij de kerk zat de deur op slot. Dat is trouwens bij alle kerken het geval hier, had ik niet verwacht. Je kan wel naar binnen maar verder dan de hal kom je niet. Dan sluit een ijzeren hek de kerk af. We hielden het snel voor gezien. Doorgereden naar Jihlava, de districts hoofdstad. Ook een aardige stad maar niet meer dan dat. We hebben er wel lekker zitten eten, bij restarance Tri Knižata, restaurant De Drie Prinsessen

Lekker op een buitenterras. Knoflook-oesterzwammensoep vooraf. Het had was goulash-achtigs. Daarna gnocchi met rauwe ham, ruccola en geraspte kaas en een bord met gestoofd rundvlees met rijst. Erg lekker gegeten en dat voor € 18,75, drinken inbegrepen. Met wat omwegen weer terug naar de camping. Lekker nog even in de luwte in de zon gezeten. Eigenlijk was het een relaxte dag. Dat is wel lekker want morgen vertrekken we hier. En het is gek, ondanks dat je dan weinig doet behalve een beetje in de auto zitten, zijn dat de vermoeiendste dagen.

 

Woensdag 31 mei 2023: Plat praoten...

Het was prachtig weer vanmorgen. Mooi weer voor een verplaatsing en dat kwam goed uit. Dat gingen we namelijk doen. De meeste zooi had ik gisteren al gedaan dus behalve het ontbijten en het aankoppelen van de caravan bleef er weinig over om te doen. Op één ding na. Het stroomverbruik moest nog even vastgesteld worden door Jur, de eigenaar. Ik had hem om half negen al even aangesproken dat we rond een uur of negen de ontkoppeling plaats kon vinden. De stekker zit namelijk in een afgesloten kast waar wij niet bij kunnen. We hebben 5Kwh per dag bij de prijs inbegrepen en voor ieder gebruik meer moeten we extra betalen. 

Terwijl Jur de meterstand opnam hebben we nog even een leuk gesprek met hem gehad. We kregen het even over het Tsjechisch. Ik vertelde dat er geen touw aan vast te knopen is. Er zijn bijna geen overeenkomsten, of het moet dzjem zijn voor jam. Hij vertelde dat hij er al twintig jaar woonde maar nog steeds moeite had met de taal. Het heeft acht naamvallen en is ontzettend moeilijk. Hij spreekt ook alleen maar in de tegenwoordige tijd zo van: ‘gisteren heb ik honger’, of iets in die trant. De verleden en voltooide tijden zijn voor hem abracadabra. Zijn vrouw kan het beter maar heeft er toch nog steeds moeite mee. 

Verder kregen we het nog even over de roeptoeters die aan de stroompalen hangen. Die waar we gisteren zo van opkeken. Een erfenis uit het communistische tijdperk zei hij, maar dan één waar ze niet van af willen. Zo wordt er ondermeer verteld dat opa Ivanov van 96 overleden is en dat de ossenworst bij slagerij Dimitrov in de aanbieding is. Ook worden de gemeentelijke berichten op die manier bekend gemaakt. Gelukkig hadden we niet te veel stroom gebruikt. Gemiddeld 3.5 Kwh per dag. Anderhalf kilowatt over dus. Op de vraag of ik dan ook nog een gedeelte van de campingkosten terugkrijg moet ik het antwoord nog krijgen. Met een glimlach op het gezicht liep hij terug naar het kantoor. 

Het was een mooie rit hier naar toe. Het werd wat glooiender en wat minder bosrijk. Er kwam meer water voor in de plaats. Overal meertjes. Het koolzaad was hier al uitgebloeid maar daar kwamen weer andere dingen voor in de plaats. Veel graan en ook een soort paarse bloemen waarvan we geen idee hadden wat het was. Maar daar komen we van de week wel achter. Ook de bouwstijl veranderde. De huizen hier zijn wat meer gedecoreerd. Tenminste, de huizen die er al een tijdje staan en dat zijn er nogal wat. Veel panden van zo’n anderhalve eeuw oud, vaak ook twee. Ze zien er vaak heel goed onderhouden uit terwijl ze in de voorbije twee eeuwen toch al de nodige schermutselingen meegemaakt moeten hebben. 

Na pakweg een uur of twee rijden kwamen we aan in Týn nad Vltavou, Týn aan de Moldau, of eigenlijk in Kolodĕje nad Lužnici. Dat is een buitenwijk, gelegen aan de Lužnice vlak voor hij samenvoegt met de Moldau en daarna ophoudt te bestaan.  Camping Prima is waar we nu staan. Voor de naam had ik het nooit gekozen maar we staan hier prima. De receptie was gesloten toen we aankwamen, het was net 10 over 12, maar we konden volgens het opschrift gewoon een plekje zoeken en ons vanmiddag aanmelden. En dat hebben we dan ook gedaan. Bij het zoeken kwamen we in contact met een Duits stel van meer dan middelbare leeftijd. Oorspronkelijk uit Oost-Friesland maar nu woonden ze in de Pfalz. ‘En als wie dan plat proaten verstaatst du es doch geweun?’, vroeg de dame in kwestie en ja, het is even wennen maar dat ging zeker wel.

Ze hebben ons even wegwijs gemaakt. Vooral waren ze erg te spreken over het café in het dorp waar je voor 30 kronen, pakweg € 1,40, een halve liter bief krijgt. Je kunt er ook eten, gebakken kaas met patat, een klassieker hier, voor een prikkie. We zouden eigenlijk vanavond heengaan en op de weg daarheen kwamen we ook weer langs de Deutsche Freunden. Die vertelde ons dat ze gesloten waren, Familieomstandigheden. Ze kwamen net terug. Jammer, ze hadden graag even een biertje met ons gedronken vertelden ze. Leek mij ook wel leuk. Het waren aardige lui. Helaas ging dat niet door, voor het eerst sinds tijden moeten we nu zelf voor ons eten zorgen. Vervelend maar het is niet anders.

Donderdag 1 juni 2023: Rondom Třebon

We zitten in Zuid Bohemen op dit moment. Dit is het gebied recht ten zuiden van Praag, tegen de Oostenrijkse grens aan. Een gebied dat rijk is aan water, er stromen verschillende rivieren doorheen. De Lužinice en de Vltava (de Moldau) zijn wel de belangrijkste. Ze ontspringen ook in dit gebied en gaan na hun samenvoeging bij Týn samen verder tot ze verdwijnen in de Elbe. Třebon is de centrumplaats van dit gebied. Het is een oude plaats en vanaf deze plek is het gebied ontgonnen. 

Tsjechen, en bijna alle oost Europeanen voor zover ik weet, eten graag zoetwatervis. Karper, forel, baars, winde, noem maar op. Met kerst is karper een traditioneel gerecht. Wanneer er zoveel vraag naar is, is het wel handig om ze te gaan kweken en dat is precies wat hier gebeurd is. Rondom Třebon zijn er in de middeleeuwen meertjes aangelegd om de vis te kweken. Het water is afkomstig van de twee eerder genoemde rivieren via een ingenieus stelsel van kanaaltjes, overlopen en sluisjes wordt het water continue ververst. Het is een techniek die we al eerder hebben gezien. In Les Dombes, Les Lacs des Moines en de Brenne Frankrijk en ongetwijfeld zal het nog wel ergens toegepast worden. 

En het werkt. Zo goed dat de karper uit Třebon nu een AOC keurmerk heeft, een Appelation d’Origine Controlée. Een soort van Zeeuwse oester maar dan anders. Alleen karper uit bepaalde meren hier in de buurt mag Třebonkarper genoemd worden. En dat heeft de stad geen windeieren gelegd. Het is een kleine stad maar de welvaart is aan alle panden af te lezen. Het hele historische centrum is dan ook tot Unesco Erfgoed gebombardeerd. Dat betekent eigenlijk automatisch dat het ook toeristisch tot een centrumplaats is gepromoveerd. Door het gebied lopen tientallen fietsroutes die langs de stad lopen en het mag gezegd worden, het is een leuk stadje. Min of meer toevallig kwamen we hier verzeild. Rondje door de omgeving, groen weggetje, enfin, je kent het verhaal al een beetje. 

We ontkwamen er natuurlijk niet aan. Bij Bistro U Kapra, zijn we even vis wezen eten. Er stond een groot bord buiten met de gerechten er op. Na wat gegoochel met Translate kwamen we er (ongeveer) achter wat ze serveerden Ik ging voor de Kapri na Čestreku u vareny brambore en Jantiene leek de Rybi Hranolky met Zeleninovy Salat. Ik had het snel even op een briefje geschreven want binnen drie tellen ben je het al weer vergeten. De taal hier is echt een breinbreker. Ik ben al blij dat ik nog weet dat Cola hier Kola heet. 

Ik kom dus met mijn briefje bij het buffet en de man die er achter stond zag de humor er wel van in. ‘Translate?’, vroeg hij en luid knikkend gaven we antwoord. Dit soort ontmoetingen vind ik heerlijk. Na het betalen kregen we een kassabon met een nummer er op en we moesten de display die aan de muur hing in de gaten houden. Wanneer ons nummer daar op verscheen konden we ons eten ophalen. Maar dat bleek niet nodig te zijn. Toen ons nummer tevoorschijn kwam, kwam ook de man vanachter de balie met onze borden en een brede lach op zijn gezicht. 

Ik had een karperfilet op Tsjechische wijze met gestoomde aardappelen met bieslook. Er zat zoveel knoflook op dat ik denk dat je het veertien dagen na mijn thuiskomst nog kunt ruiken. Op het andere bord lagen een soort vis-sticks maar dan zo van een filet gegeten met een groentesalade. Prima gegeten. In eerste instantie had ik het karpervel laten liggen maar dat bleek het meest smaakvolle van het hele gerecht. Wat wel opvalt is dat er weinig gekruid wordt, het zijn de natuurlijke smaken die je hier proeft. Prima natuurlijk, maar wij ervaren het al snel als ‘flauw’. 

Na het eten zijn we nog even naar de Zmrzlinovy Svet geweest, de ijssalon. Je kan hier geweldig goed ijs krijgen. Een ijstent is eigenlijk de Tsjechische snackbar. Er zijn veel tenten die alleen softijs verkopen maar wanneer je een zaak tegenkomt die schepijs verkoopt, loop er gerust maar naar binnen. Toen wij weer met de telefoon in de weer waren kwam er een dame die ons hielp met vertalen en kiezen. Zo aardig. Ze deed ontzettend haar best maar wist ook niet precies alle vertalingen want er zijn nogal wat ‘berries’ en wat is nou eigenlijk ‘Smurfenijs’ in het Tsjechisch? We merken het vaker. De bevolking is hier zo vriendelijk en behulpzaam alleen de taal is vaak nog een obstakel. Daar moeten we komende winter maar eens even aan gaan werken. 

Onderweg nog verschillende malen gestopt. Bij één van de meren kregen we een otter in het vizier. Hadden we nog nooit gezien. Wel leuk dat we in een land waar bijna om de tweehonderd meter zo’n schiethut aan de bosrand staat nog zoveel te zien is. Wat was dit weer een mooie dag met veel onverwachte dingen. En dat zijn vaak de kersen op de taart.

 

Vrijdag 2 juni 2023: Een vreemde eend

Het is een interessant gebied waar we nu zijn, Zuid Bohemen. Gisteren waren we al aangenaam verrast door het merengebied rondom Třebic. Gisterenavond heb ik even de informatie van het Tsjechisch verkeersbureau op tafel gelegd om te kijken wat er nog meer te doen is. Daaruit hebben we een rondje door de omgeving samengesteld. Vanmorgen heb ik eerst even een wandeling langs de rivier gemaakt en na het ontbijt zijn we op pad gegaan. 

Holašovice stond als eerste op het programma. Het wordt omschreven als een typisch Boheems dorp dat de sfeer ademt van het begin van de vorige eeuw. De weg er heen was al erg boeiend. We zijn verschillende keren gestopt om even in de dorpjes rond te kijken. Ze lijken uitgestorven te zijn. Hier en daar staat er dan nog een auto geparkeerd maar bewoners zie je nauwelijks. Alle, wat oudere huizen, hebben decoratie op de gevels en de bouwjaren zijn er op vermeld. Boerderijen zijn gebouwd in een vierkant. Een grote deur aan de voorkant maar voor de rest zijn er alleen maar kleine raampjes te zien. Als ze 20 bij 20 cm zijn ben je er wel. Op die manier houd je de buitenwereld ook echt buiten. Bijna allemaal geschilderd in pastelkleuren met wit. Een enkel dorp houdt het bij één kleur, andere dorpen zijn een bonte boel. 

Het zijn grote panden. Gebouwd rondom een grote binnenplaats. Groot genoeg om te boeren en te leven. De boerderijen die op deze manier gebouwd zijn dateren van rond 1820 tot pakweg 1900. Er is een hoop gebouwd in die periode. We hadden dus al veel gezien voor we in Holašovice aankwamen. Maar dit dorp bestaat in zijn geheel nog uit huizen uit die periode. Er staan er twee die rond 1920 gebouwd zijn maar de rest is allemaal van voor 1890. Het is duidelijk dat de status van Unesco-site het dorp een boost heeft gegeven. Zo leek het wel of alle daken vernieuwd waren en stond alles goed in de verf. En dat hebben we onderweg wel eens anders gezien. 

Maar dat is wel eens anders geweest. Het dorp werd tot aan 1945 bewoond door Duitstalige inwoners. Na de installering van het communistisch regime werden alle Duitsers en Duitstaligen uit het gebied met harde hand verjaagd. Voor dit dorp betekende dit dat de hele bevolking kon vertrekken. Het dorp bleef leeg achter.  Dat bleef zo tot begin jaren ’90. Nadat het land in rustiger vaarwater gekomen was kreeg men weer oog voor de eigen cultuur. Holašovice werd opnieuw ontdekt. Het dorp weer teruggebracht in de oude staat en opnieuw bevolkt. Tot die tijd heeft de tijd er dus even stilgestaan. Gelukkig is het geen Nieuw Volendam geworden met allerlei toeristische onzin-dingen. Het verschil is wel: boeren wonen er nauwelijks meer en de voertaal is Tsjechisch geworden. Al met al heeft het iets weg van de Klaverblad verzekeringsreclame: ‘Als je maar lang genoeg gewoon blijft word je vanzelf bijzonder.’ 

Daarna zijn we doorgereden naar Prachatice, een stadje zo’n 30 kilometer verderop. Het werd vooral aanbevolen vanwege het karaktervolle centrum. En inderdaad dat klopte. Er staan verschillende gebouwen met een bijzonder uiterlijk. Veel muurschilderingen die de panden sieren. Het zag er goed uit maar we vonden dat er weinig sfeer was. Een beetje een dooie boel. We hebben nog even naar een restaurantje gezocht waar we zouden kunnen eten maar wat er was sprak ons niet aan. Jammer, een kort bezoek. Volgens de boeken zou het een hoogtepunt moeten zijn maar dat vonden wij niet helemaal. 

Vervolgens naar Vimperk. Volgens de gids van Marco Polo gelegen ‘temidden van een oerbos’. We hebben het even gemist, het bos. Wat we wel gevonden hebben was het tevens aanbevolen restaurant. Vodnik heet het. Wanneer je het niet weet vind je het nooit. Vodnik betekent waterman en is gelegen aan een eigen visvijver maar volgens ons zwemt er niets in de plas. Ja, de ober-kelner misschien af en toe maar we konden in het heldere water geen vis ontdekken. Wel lekker gegeten trouwens. Na de koffie was het al bijna half vier en we hadden nog twee onderdelen op het programma staan. 

De ene was 25 kilometer verderop en de ander iets meer dan 50. Dat ging hem dus niet worden. Die bewaren we voor een volgend keer. Terug naar huis dus maar wat ook al bijna 60 kilometer was. Het laatste stuk hebben we mooi binnendoor weggetjes genomen. Daar reden we, net als gisteren, weer tussen de meertjes door. In één van die meertjes zagen we wel heel bijzondere eenden zwemmen. Die had ik nog nooit gezien. Toen ik de foto’s later vergeleek met eendeninfo.nl bleek dat het om de Krooneend te gaan. Een soort die nauwelijks in Nederland voorkomt en volgens de verspreidingskaart hier eigenlijk ook niet. Een vreemde eend dus eigenlijk. En een bijzondere. En zo voelde het ook. Zoals ik al eerder schreef, vaak zijn de onverwachte ontmoetingen het mooiste. En dat was het in dit geval zeker.

 

 

 

Zaterdag 3 juni 2023: Eigenlijk niks bijzonders

Een dag met weinig gebeurtenissen. Een reisdag. Gewoon, van A naar B, zonder bijzondere dingen. Vanmorgen zijn we vertrokken uit Kolodĕje nad Lužnici. We hebben er drie dagen gestaan. Voor het mooie lag de camping een kilometer of 30 bij het meest interessante gedeelte van deze omgeving vandaan, het gebied rond Třebon. Evengoed hebben we hier een prima tijd gehad. Maar helaas moeten we zo langzamerhand weer aan een terugreis gaan denken dus we zijn wat naar het noord-westen verhuisd. 

Eerst hadden we een camping op het oog bij Planá. Het was een mooie camping maar helaas. Het was in the middle of nowhere, aan het einde van twee kilometer onverhard bospad. Niet bepaald handig wanneer je nog naar het ziekenhuis moet of je wilt even boodschappen doen of een hapje eten. Besloten om deze camping wel op het lijstje van ‘hier komen we vast nog wel een keer-campings’ te zetten en door te rijden. Een kleine 40 kilometer verder ligt Cheb. Daar vlakbij ligt Dřenice. Een klein dorp aan een stuwmeer.  Aan de grens met Duitsland. Het is hier dan ook vergeven van de Duitsers, allemaal Ossies die hier zitten. En wanneer ik de geluiden zo hoor genieten ze er van. 

Het enige spannende wat we vandaag beleefd hebben is dat we even uit eten geweest zijn. En zo spannend was dat niet. Het enige wat we wel merken is dat hoe westelijker we komen, hoe duurder het wordt. Maar nog steeds heel betaalbaar. Voor een behoorlijk groot glas tapbier, 50 cl, een halve liter dus, betaal je hier 50 kronen. Dat is 2 euro 15. Voor een glas appelsap van 30 cl betaal je 40 kronen, € 1,72.  Kom daar bij ons maar een om. Daar heb je in Nederland nog niet eens een half fluitje voor. Lekker gegeten en een goede reis gehad. En voor de rest eigenlijk niets gedaan vandaag behalve nog een paar bladzijden uit mijn boek gelezen. En dat was ook wel weer eens even lekker.

Zondag 4 juni 2023: Oude sporen

Zondag. De laatste dag van het weekend. En dat is te merken. Wanneer wij aan ons koppie thee zitten is men om ons heen al druk aan het werk. Haringen de grond uit, tenten inpakken, caravans aankoppelen, noem maar op. De grote leegloop is begonnen. Alle Duitse vrienden gaan weer de grens over. Het zijn allemaal weekendgasten. Komen hier vrijdag en vertrekken dan op zondag weer. En laten ons (bijna) alleen achter. 

Vandaag was het een mooie dag om de buurt te bekijken. We zijn eerst naar Loket gegaan. Stond met rood dubbel onderstreept op de kaart dus dat belooft altijd wel iets. Een oud vestingstadje dat omringd wordt door de rivier de Eger. Het was er niet druk maar het was wel even een kunstje om de auto kwijt te raken. Bijna alle plekken waren voor vergunninghouders. Begrijpelijk. Vervelend wanneer je daar woont er staat een zilverkleurige Duster met een Nederlands kenteken op jouw plekje. Dat zou ik ook vervelend vinden. Na een paar rondjes toch iets gevonden en daarna een rondje gelopen. 

Er is een hoop te zien in Elbogen zoals het plaatsje vroeger heette. Het was een favoriete plek van von Goethe, de Duitse dichter. Hij verbleef verschillende keren in Hotel ‘das Weisses Ross’. En dat is overal te zien. Dat in tegenstelling tot zo’n 25 jaar geleden toen Boudewijn Büch hier was. Ikzelf weet eigenlijk niets over Goethe maar wel weer iets over Büch. Ik vond het een boeiende man. En Büch was een bijna obsessieve volger Goethe. Hij volgde zijn spoor en heeft de plaatsen bezocht waar de oude Duitse dichter kwam. Zo kwam hij ook in Loket. Zijn bezoek in 1998 is opgetekend in zijn boek ‘Een boekenkast op reis’ en Büch beschrijft dan ook zijn bezoek aan het hotel. 

Het hotel was dichtgetimmerd en het restaurant wat er ooit in zat was gesloten. Wat een verschil met nu. Plaquettes op de muur en Goethe vóór en Goethe nà. Het verhaal gaat dat Goethe daar op zijn 74-ste verjaardag een huwelijksaanzoek aan de pakweg 50-jaar jongere Ulrika von Levetzow doet. Hij had dus eigenlijk zijn eigen cadeautje al uitgezocht. Jammer voor de oude snoeper gaat ze hier niet op in. Hoewel ze de dichter waardeert laat ze zich liever niet door hem uitpakken. Dat is even teveel van het goede. Het is direct de laatste keer dat Goethe Loket bezocht heeft. De herinnering weegt te zwaar. 

Ik zou er zo nog een keer heen gaan maar dan voor het eten want wat hebben we er lekker gegeten. Daar hebben we hele goede herinneringen aan. In een restaurantje waar oud-Boheems gekookt wordt. Ja, dan moet je wel de frites en de hamburgers even weg denken maar voor de rest schijnt het aardig authentiek te zijn. Of dat zo is of niet, lekker was het wel. Het duurde alleen even voor ze het varken gevangen hadden die op mijn bord moest komen. Maar dat moet je maar voor lief nemen. En het kost hier een prikkie. Een prikkie voor een prakkie. Het is een mooi stadje, Loket, wanneer je er in de buurt bent moet je er zeker even heen gaan. 

Daarna zijn we naar Karlovy Varý gereden. Karlsbad. Een kuuroord á la Vichy maar daar doe ik Karlovy te kort mee. Wat een uitstraling. Wat een grandeur maar ook: wát een poeha. Zien en gezien worden. Maar eerlijk is eerlijk, daar wil je natuurlijk toch ook even aan meedoen. Ook hier hadden we weer het zelfde probleem als in Loket. Geen ruimte voor de auto. Ja, ruimte genoeg maar alle parkeerplekken zijn geclaimd. Door hotels, bedrijven, bewoners, noem maar op. En waar we hem wel neer konden zetten zaten we niet op loopafstand, tenminste onder de huidige omstandigheden, om rond te gaan kijken. We hebben wel een paar rondjes gereden en daar waar het interessant was de auto even illegaal neergezet. 

Maar dat doe je in Oost-Europa ook niet zomaar. Want daar hebben de agenten grote petten op. En hoe groter de pet, hoe minder benaderbaar ze zijn. En hoe minder gevoel voor humor. Voor de goede orde: in Noord-Korea zijn de petten het grootst, hier valt het eigenlijk nog wel mee. Bij de Russisch-ortodoxe kerk mochten we de auto wel even neerzetten. Maximaal 15 minuten. Net tijd genoeg om een donatie te doen. Dat hebben we dus gedaan. En dan bedoel ik de auto neergezet. Ook even binnen geweest want het is toch iets heel anders. Er lopen daar de hele tijd kleine vrouwtjes in mouwschorten met hoofddoeken in de rondte die de boel schoonpoetsen. Kaarsvet van de kandelaars halen en meer van dat soort toestanden. We hadden het snel bekeken. Niet echt ons ding. 

Na een bezoek aan de plaatselijke Aldi zijn we teruggereden naar Cheb. Eerst een stuk over de snelweg maar dat was zonder navigatie. Dat omdat ik vaak de combi ‘geen snelwegen volgen en de kortste route en je mag ook over onverharde wegen’ intoets. Je komt dan namelijk op de meest verrassende plekjes. Zo ook nu. Iets voor Cheb hebben we Marleen de Geest weer even het woord gegeven. Maar helaas waren we al iets te ver. We benaderden de camping nu van een andere kant. En verder had ze geen adres, alleen een lengte en breedtegraad bepaling omdat ik de plek op de navigatie had aangetikt. En dat hebben we geweten. 

Via een pad van betonblokken kwamen we op een landbouwweggetje, vervolgens moesten we een trekkerspoor volgen door een graanveld, door het bos waar we eindigden voor een hek met een groot hangslot. En inderdaad, Marleen had gelijk. Het was de camping maar we konden er niet op. We stonden 100 meter van de caravan af.  Nou ja, dan maar keren. Dezelfde 6,5 km maar weer terug gereden langs het zelfde spoor en vervolgens naar de officiële ingang op zoek gegaan. En gelukkig, dat is gelukt.

Maandag 5 juni 2023: Onthechting

Het was een dag waar we al een tijdje naar toe geleefd hebben. We gaan namelijk onthechten. Voor de wat minder oplettende lezer; dit betekent niet dat we een scheiding van tafel en bed gaan invoeren. We hebben al aparte bedden, en de tafel…we hebben er maar 1 mee. Wanneer je die door de midden zaagt blijft er ook niets meer over om iets op neer te zetten. Met twee poten dondert die geheid om. Nee, dat is het niet. Het is iets anders, de hechtingen mogen eruit. Uit de knie. Veertien dagen hebben ze erin gezeten en toch wel voor wat ongemak gezorgd. Eigenlijk zullen we er zonder weemoed afscheid van nemen. 

Maar waar laat je dat nu doen. We zijn al twee keer in een kliniek van Penta geweest. Penta is een particulier initiatief op gezondheidsgebied in Tsjechië. Ook zijn we een keer bij een algemeen ziekenhuis geweest. Wát een verschil. Bij Penta waren de wachttijden een fractie van bij het algemene ziekenhuis, de mensen spraken wat Engels wat in ons geval ook wel een prettige bijkomstigheid was. In het algemene ziekenhuis hebben we een tijd zitten wachten, werden wel heel vriendelijk geholpen hoor, zoiets voel je gewoon aan, maar we begrepen van de hele gang van zaken niets. Zo hebben we een jongen met een gebroken been wel vijf keer langs zien komen. Eerst hinkelend aan de arm van zijn moeder, vervolgens had hij krukken gekregen. Iets later zagen we hem in een rolstoel voorbijgaan. Daarna lag hij op een brancard en de laatste keer op een bed met het pootje in het gips. En iedere keer werd hij weer in de gang geparkeerd. 

Dus maar even gezocht naar een vestiging van Penta. In Sokolov hebben ze net een ziekenhuis overgenomen vond ik op Internet. Sokolov ligt hier zo’n 30 kilometer vandaan dus goed te doen. Op tijd eruit, voetjes wassen en een schone pendek aan en op pad. Heleen had waarschijnlijk nog de pest in het gebeuren van gisteren want vandaag was ze ook wat opstandig, zo leek het. We gingen via allerlei kruipdoor-sluipdoor weggetjes naar Sokolov. Waarschijnlijk omdat ze de kortere route boven de snelste route verkoos. 

Maar we kwamen er. De intake duurde bijna nog langer dan de reis. Het was een heel gedoe. De dame in kwestie had er wat moeite mee hoewel we natuurlijk al lang in het systeem van Penta ingeschreven stonden. Het zal wel met de centen te maken hebben want de zorgpas in aan alle zes de kanten gekopieerd. De rij van nooddruftige Tsjechen achter ons groeide inmiddels naar maandagochtend fileformaat maar van niemand hoorde je een onvertogen woord. Dat zou bij ons wel anders zijn. Vooral wanneer ik in de rij had gestaan. Nadat het administratieve gedeelte was afgerond mochten we naar de Ambulance Chirugická, een soort van Eerstehulpafdeling.

 Ik zag mijn geest alweer dwalen. Een gang vol met mensen maar het viel mee. We zaten nog niet of werden al gehaald. Er zat een heel comité op ons te wachten. Vijf man sterk. En alleen de verpleegster die ons had gehaald sprak Engels of Duits. De dokter niet, de secretaresse niet, de twee assistentes niet, alleen die ene dame en dan ook nog heel beperkt. Onbegrijpelijk. Want iedere serveerster hier in de buurt, op welk willekeurig terras dan ook, kan je in drie talen te woord staan. Maar het kan natuurlijk zijn dat die serveersters vroeger in de zorg gewerkt hebben en een carrièreverandering gemaakt hebben. Wie zal het zeggen. 

Maar de hulp verliep vlekkeloos. Daar viel niets over te zeggen. Binnen tien minuten stonden we weer in de gang. Het was nog even zoeken naar de uitgang want alles leek op elkaar maar binnen een uur waren we weer buiten. En dat was fijn want dat betekende dat het parkeren ook nog gratis was.

Mooi, dat ging vlot. De halve dag nog voor ons. Op naar Teplá. Een mooie route langs de rivier deTeplá. Eén van de eerste dingen die we tegenkwamen was het kerstballenmuseum. Ogen dicht en gas geven dus. Maar voor de rest genoten van de rit en van daaruit naar Mariánské Láznĕ, Marienbad. Ook een kuuroord, net als Karlsbad waar we gisteren waren. Er zijn er drie hier in de buurt. Samen staan ze vermeld bij de Unesco – monumenten als uiting van de Kuurcultuur. Voornamelijk een Duits-Oostenrijks gebeuren maar gezien de geschiedenis kan ik me wel voorstellen dat het zich hier in de omgeving in deze vorm ontwikkeld heeft. Marianske viel wat tegen. Reden om naar Cheb te rijden. De stad waar we vlakbij op de camping staan. De folder vermeldde dat dit ook een interessante plek was maar behalve het industrieterrein en het geitenpad waar we gisteren overheen gereden zijn hebben we er nog weinig van gezien. 

In het centrum even gegeten. De kaart was erg beperkt in de tent waar we zaten. Kaas met patat en sla dus maar. Na het eten even naar de Zmrzlina svet, de ijstent, voor het toetje. IJs is echt de snack voor hier. Overal staan er rijen voor de ijstenten. Het was een goed nagerecht. Beter als Cheb in ieder geval. Ons viel het wat tegen. Het was nog niet laat dus we hebben het trio van kuuroorden maar even compleet gemaakt. Františkovy Láznĕ, Fransensbad. Hier ook weer alles sjiek-de-friemel. En nauwelijks iemand te bekennen. Wat mensen flanerend in de hoofdstraat en slechts enkele tafeltjes bezet op de terrasjes. Bezoekers van het kuuroord, lurkend aan een sigaret, met een glas bier in de hand. Maar voor de rest leek het leeg. Helemaal leeg. Zullen ze dan toch allemaal in die badkuipen liggen? Ik kan me namelijk niet voorstellen dat al die hotels hier ter opluistering staan. 

We hebben ook nog een bezoek aan een bron gebracht, een openbare. De Fransiskus Lente-bron. Uit een automaat kan je een voor 5 kronen een kartonnen bekertje trekken en je dan helemaal volgieten met het wonderwater. Nou, voor dat geld wilde ik het ook wel even proberen. Helaas was de automaat leeg en kon ik geen bekertje krijgen. Van mijn handen dus maar even een kommetje gemaakt en een slok van het helende water genomen. Tsjesus, wat was dat smerig. Of je een slok roestwater naar binnen werkt. Je moet toch wel goed beroerd zijn wil je dit drinken. En wanneer je nog niet beroerd bent word je het na het drinken zeker wel. 

Ik weet nog niet helemaal waar het goed voor is. Aan het tempo waarmee het water aan het pijpje ontsnapt ziet het er niet naar uit dat het helpt bij blaas -of prostaatproblemen. Het druppelde er namelijk uit. Geen sprake van een krachtige straal. Het duurt een half uur voor je een fles vol hebt. Geen wonder dat het gratis is, dit is niet meer te exploiteren. Maar, misschien roep ik wel wat vroeg en ontdek ik in de loop van de dag, of van de nacht, de helende kracht van het water. En als dat zo is zijn jullie de eersten, na Jantien natuurlijk, die het horen.

 

 

 

 

Dinsdag 6 juni 2023: Waarom zou je het laten?

Oberwildflecken. Ik had er nog nooit van gehoord. De plaats bestaat ook nog niet zo lang. Pas sinds 1938. In dat jaar bouwde de Reichswehr hier een munitiefabriek en militair oefenterrein met alle toeters en bellen er om heen. Spoorlijnen werden er aangelegd, wegen, er werd een dorp gebouwd om het personeel te huisvesten. Trainingskampen, kazernes, noem maar op. In een mum van tijd, binnen een jaar, werd hier een enorm militair complex uit de grond gestampt. Tienduizenden soldaten kregen hier hun training. Na de oorlog is het overgenomen door de Amerikanen. Zelfs good old Elvis Presley heeft hier nog rond gelopen. En nu, ja, je zal het bijna niet geloven, nu zijn wij hier. Stom toeval dat we hier kwamen.

Vanmorgen zijn we uit Cheb vertrokken. Gedurende de drie weken in Tsjechië eigenlijk nog geen slecht weer gehad maar vannacht regende het. Vanmorgen dikke mist. Alsof de weergoden ons afscheid iets eenvoudiger wilden maken. Zo voelde het een beetje. Daarbij opgeteld dat vanmorgen de stroom uitviel. We hadden net thee gezet toen we in ‘het donker’ kwamen te zitten. Toen ik de diverse stroompunten op de camping controleerde bleek dat het geen caravanprobleem was maar een Tsjechisch probleem.

Het programma dus even iets aangepast. We hoefden, tenminste, we konden geen koffie zetten en water hadden we ook niet meer omdat de kraan op elektriciteit werkt. Even aanpassen dus maar. We stonden op het punt om de caravan aan te haken toen het licht opeens weer begon te branden. Snel dus nog maar even de Senseo tevoorschijn gehaald en een koppie gezet. Dat kwartiertje maakt toch niet veel meer uit. Daarna de laatste gereserveerde kronen overhandigd bij de receptie en op pad.

Vrij snel waren we in Duitsland. De grens was niet ver. Mooi binnendoor rijden dachten we. Dat viel even tegen. Het lijkt wel of er in Duitsland overal aan de weg wordt gewerkt. Nou ja, eigenlijk niet gewerkt. Ontzettend lange afzettingen en geen mens is er aan het werk. Wegen afgezet maar geen omleidingsborden. We hebben vandaag ook meegemaakt dat we de U van Umleitung volgden en daarna op precies dezelfde plaats weer uitkwamen. Niet te geloven. Uren mee verloren. En dat is niet zo erg maar de benzine is hier ook nog duurder en met zo’n caravan achter je kont aan rij je ook niet al te zuinig.

Uiteindelijk zijn we hier dus beland. Eerst een camping gezocht in Bischofsheim maar dat vonden we tè Duits. Tien kilometer verder was er nog één en dat was deze. Bijna boven op de Kreuzberg. Een beetje Tokkie, maar wat geeft het. Maar voor één nacht. De eigenaar vertelde wel dat we net op tijd waren. Donderdag hebben de Duitsers, of eigenlijk de katholieke Beiers, weer een feestdag. Hij wist niet helemaal wat het was. Ik had zo’n beetje mijn vermoedens. Corpus Christi. En het klopte. Iets later zag ik de aankondiging bij de kerk. Hochfest des Leibes und Blutes en daar zag ik toch ook nog een processie aangekondigd worden.

We hebben zoiets al eerder meegemaakt in Spanje. Processies, toeterorkesten, militaire parade, je kon het zo gek niet opnoemen. Daarna trok iedereen naar een grote markt op een weiland om met elkaar wijn te drinken en brood te eten. Het zal er hier wel anders uitzien na de processie hier boven op de Kruisberg. Iets van het dansen van de Burgmüller, eten van vette worst en pretzls en het leegdrinken van grote pullen bier stel ik me er van voor. Maar ach, ik denk maar zo… als er iets te vieren is waarom zou je het dan laten? Voor je er erg in hebt kan je het niet meer.

Woensdag 7 juni 2023: Een ander gevoel

Het is woensdagavond. Het was niet helemaal de bedoeling maar we zijn terug in Nederland. In Epen, Zuid Limburg. De berichten dat Corpus Christi er aan kwam en dat de Duitsers dus een weekend van vier dagen hebben heeft ons dat doen besluiten. Het zal dus moeilijk zijn om een camping voor twee dagen te vinden. Verder vinden we de campings in Duitsland toch niet zodanig dat we er moeite voor willen doen om er een paar dagen te blijven. En ook het weer was vanmorgen was ook niet geweldig. Temeer een reden om de reis te aanvaarden. Maar ook vanwege het bericht dat we gisteravond ontvingen. Dat nam bij ons even het ‘vakantiegevoel’ weg. 

Want de stemming was bedrukt vandaag. Gisteravond kregen we het bericht dat het met buurvrouw Aat, die onlangs geopereerd is, niet goed gaat. Dat hadden we via App-contact al wel begrepen. Haar herstel duurde lang en het zat allemaal niet mee. Al bijna een maand op de IC. Maar toch klonken de verhalen nog wel hoopvol. Maar zoals zo vaak, hoop is uitgestelde teleurstelling. We hoorden gisteravond laat dat ze naar huis gekomen is om daar de laatste fase van haar leven door te brengen. Thuis, tussen degenen die haar dierbaar zijn, in een vertrouwde omgeving. 

We waren behoorlijk ontdaan van het bericht. We waren op de hoogte van de opname en hadden haar beterschap gewenst voor we weggingen. Maar hier reken je niet op. Je weet dat het kan gebeuren, ook gezien de leeftijd, maar dat soort gedachtes schuif je altijd even naar de achtergrond. Je verwacht gewoon dat ze er weer is wanneer je terugkomt. Want Aat was meer dan een buurvrouw. In de bijna 45 jaar dat we nu op het buurtje wonen heeft ze zich laten kennen als een betrokken vrouw. Lief en betrokken, hoewel ze het zelf waarschijnlijk anders zou omschrijven. 

Ze was eerlijk, nam zelden een blad voor de mond. Maar ook behulpzaam. Wist wat er in haar haar omgeving gebeurde. Regelmatig was ze er voor ons en stak de handen uit de mouwen wanneer er hulp nodig was. Handelde. Zonder vragen. Onbaatzuchtig. Ze kwam gewoon en deed wat er gedaan moest worden. Ook toen het allemaal wat in rustiger vaarwater bij ons kwam wipte ze regelmatig aan. Rollator bij de achterdeur en plofte dan neer op de stoel. ‘Zo, ik zit’, hoorde je op dat moment.  ‘Bakkie Aat?’ vroeg je dan. ‘Ach, zou ik dat wel doen? Nou, vooruit dan maar’ zei ze dan. En voor je er erg in had was het een uur later wanneer ze de deur weer uitging. Een vrouw uit duizenden, dat was het. Zo zijn er maar weinigen. Wat zullen we haar missen. Maar we kunnen met een goed gevoel op haar terug zien. En wij zullen niet de enigen zijn.

We zijn dus maar doorgereden naar Limburg. Naar de Oosterberg in Epen. De camping die we dit voorjaar al geboekt hebben. We gaan zondag namelijk naar een concert van Bruce Springsteen in Landgraaf. Dit zou de afsluiting van onze vakantie worden. En dat blijft het natuurlijk ook. De afsluiting. Alleen nu met een ander gevoel als dat we hoopten te hebben.

Donderdag 8 juni 2023: Gezellig

Het was laat vanmorgen. Kwart voor acht. De dag was al bijna om. Althans, zo voelt het voor mij. Maar ja, het was gisteren een lange dag. Behoorlijk wat kilometers gemaakt, tenminste voor ons doen en de gebeurtenissen van de dag gaan je natuurlijk ook niet in de koude kleren zitten. Het was een stralende ochtend. Gelijk maar even de douche opgezocht. Rond dit tijdstip is het over het algemeen nog vrij rustig. Het is een behoorlijk grote camping waar we staan, de Oosterberg. Ik had wat kleiners verwacht, ook gezien de benadering van de receptie. Toch wel even een verschilletje met Tsjechië waar we soms een hele camping met een man of vijf moesten delen. Hoofdzakelijk is de grijze golf hier vertegenwoordigd. Ook niet verwonderlijk want de schoolvakanties zijn nog niet begonnen. 

Ons programma is toch wel even omgegooid. Vanmorgen dus even bekeken wat we konden gaan doen. Aken. Goed idee. Staan we vlak bij. Mooi ritje binnendoor gemaakt en met een kwartier of drie zaten we hartje centrum. In de Judengasse. Een nogal bizarre naam vond ik het. Maar wij hebben bij die naam een ander gevoel dan de gemiddelde Duitser. Voor hen is het gewoon een straat. Het was stil in de stad. ‘Hée’, zei Jantien, ‘het is vandaag toch die feestdag? Want ik zie iedereen in het knappe pak lopen en alle winkels zijn dicht’. Ja, verdorie. Ze had gelijk. De reden dat we Duitsland verlaten hebben. Niks in Aken te beleven dus. Ik weet niet hoe het morgen is maar we wagen de gok maar niet. Terug naar Nederland dus maar. Bij Vaals de grens over. Je merkt aan het asfalt dat dat gebeurt. En je rijdt van de Vaalsserstrasse zo de Maastrichterlaan op. 

Het eerste wat je ziet wanneer je Vaals binnenrijdt  is het Naanhof. Een winkelcentrum waar de Aldi een prominente plaats inneemt. Open. Natuurlijk, want het ligt toch gauw zo’n zeven meter over de grens. Het stadje is overspoeld met winkelende Duitsers. Die vervelen zich waarschijnlijk ook de pestpokken, want anders ga je toch niet op je vrije dag in de Aldi lopen. Wanneer dit niet voldoende reden is om dit soort ‘feestdagen’ de nek om te draaien dan weet ik het ook niet meer. Maar ook wij moeten nog een paar dingen hebben.  We proberen een parkeerplek te vinden maar dat valt niet mee. Wel krijgen we van een vriendelijke Oosterbuurvrouw een parkeerkaartje aangereikt waar nog een uur op staat. Nu nog een plek. Met nog pakweg een half uur over raakten we de auto kwijt en even brood en drinken halen. 

Daarna stukje Mergellandroute gereden. Een ANWB route door Zuid Limburg. Als je hier bent, doe het maar gewoon. Je komt op mooie plekken. We hebben nog even een uitstapje naar Voeren (B) gemaakt en kwamen vervolgens in Noorbeek. Het loopt intussen al naar een uur of half drie en we hebben wel trek. We komen uit bij Restaurant Du Nord, ergens, via een steegje, belanden we in een achtertuin. Heerlijk zitten eten. Het is een tijd geleden dat ik zo’n goed bordje voer voor mijn neus kreeg. Ook de salade van Jantiene kan ruimschoots de toets der kritiek doorstaan. 

Aan de overkant van de weg zit bakkerij Strijthaegen – Panebois. De laatste bakker in Nederland die zijn brood nog op takkenbossen bakt. We willen voor vanavond nog even een punt vlaai meenemen. We zijn net op tijd. Over een maand gaat de bakkerij dicht. De bakker is 68, heeft geen opvolging en houdt het voor gezien. Het is dus met recht de laatste keer dat we hier komen, tenminste voor vlaai. Vervolgens terug naar huis. 

Terwijl we voor de caravan zitten aan een bakkie koffie zien we de buurman wat zenuwachtig heen en weer keutelen. Ik voel het aan mijn water. Daar gaat wat gebeuren. Het is al een tijd geleden dat ik iets op de camping heb meegemaakt. In Tsjechië was het daar te rustig voor. Ik draai mijn stoel in een zodanige positie dat ik het allemaal goed kan bekijken en ga er eens goed voor zitten. Ik heb er zin in. Het valt me op dat er ineens vier stoelen en twee tafeltjes staan terwijl ze maar met zijn tweeën zijn. Jean-Pierre heeft inmiddels al vijf keer de tafeltjes van plaats veranderd en natuurlijk ook de stoelen. Met een kennersoog kijkt hij waar de zon staat en zet de boel zodanig dat het net in de schaduw staat. Maar de zon verandert natuurlijk van plaats en daarmee ook de schaduw. Daar heeft hij iets op gevonden. Want Woef de hond is ook mee. En Woef heeft een eigen parasol. En laat de parasol nou net op de achter de tafel staan. Met wat wasknijpers hangt Jean-Pierre een fleurig badlaken aan de rand van de parasol en zorgt er zo voor dat het zonlicht niet op de tafel valt. 

Ondertussen is Isabelle ook goed bezig. Op de tafels komen mooie plastic tafellakens met grote, gezellige gele en oranje bloemen. Je weet wel, van die tafellakens die wat plakkerig aanvoelen en die zo’n typisch luchtje hebben. Ja, precies, die. Daarna worden er twee gezellige potjes met plastic kalanchoës op tafel gezet. Ook de onbreekbare plastic wijnglazen worden alvast klaargezet, keurig in het gelid, vijf stuks in totaal. Jean-Pierre kijkt in het rond of alles de toets der kritiek wel kan doorstaan. Dat is niet het geval. Er wordt nog even een scheerlijntje gespannen, het vloerkleed wordt recht gelegd,  de tafels en de stoelen moeten nog zeven centimeter naar rechts en de barbecue moet nog klaargezet worden. En dan is het goed, het ziet er gezellig uit. Tevreden pakt hij een blikje Hertog Jan en doet, al inspecterend, nog een laatste ronde. Dan gaat de telefoon. Isabelle neemt op en loopt dan weg richting ingang om na een paar minuten terug te komen. Ze is in gezelschap van zwager, met een extra stoel onder de arm, zus en moeder.. 

‘Zo, dat ziet er gezellig uit’, hoor ik zeggen. Ik weet niet waar ze het over hebben maar waarschijnlijk over iets dat ik niet zie. Twee tafeltjes met plastic tafelkleden, vier stoelen en een plastic plantje… ‘Leuk dat jullie er zijn’, hoor ik verder maar zo klinkt het niet. Schoonmoeder, streng, met grijs opgestoken haar en in een prachtige witte bloes met kant en ruches, leunend op haar zwart gelakte wandelstok heeft nog niets gezegd en kijkt in de rondte. Met een lichte knik van haar hoofd laat ze haar goedkeuring blijken. De opluchting die Jean-Pierre uitstraalt ontgaat me niet. ‘Dus daarom was je zo zenuwachtig rakker’, denk ik bij mezelf. En, nadat moeder haar derrière op het plastic sisal heeft laten zakken neemt ook de rest plaats. Respectvol. Zoals het ze geleerd is.

 Behalve Jean-Pierre natuurlijk. Die gaat op een draf de caravan in en iets later komt hij weer tevoorschijn met twee flessen. Moeder krijgt een mooi glas Chaufontaine bubbelwater en de rest van het gezelschap wordt een rosé ingeschonken. ‘Zo, dat ziet er gezellig uit’, hoor ik voor een tweede keer. Nou, dat is wel zeker. Een plastic wijnglas rosé met zoute stengels. Kan het nog gezelliger? Dan volgt de toast. De zwager gaat staan en neemt het woord: ‘Nou dan, op een gezellige mi…..’. 

Het laatste woord kan niet afgemaakt worden. Een windvlaag trekt aan het geknijperde badlaken en kwakt het vol in het gezicht van de zwager. Ik pis bijna in mijn broek van het lachen. Onder de tafel krijg ik een schop van Jantiene die het ook bijna niet meer houdt. Het kan niet anders of ze moeten het in de gaten hebben. Het badlaken verdwijnt vervolgens in een hoek in de voortent en zien we niet meer terug. Dan volgt er een zinloos gesprek over tentluifels, koelkasten en klapstoelen. 

De koelkast in de caravan heeft de geest gegeven zo vernemen we. Nu is vijfhonderd euro voor een nieuwe inbouwkoelkast toch wel aan de prijs dus hebben ze op die plek maar een kastje gemaakt en nu een losse koelkast gekocht die in de caravan staat. Lijkt me handig. Dan hoef je ook wat minder de kachel aan te steken want de warmte die de koeling afgeeft blijf lekker binnen. En, wanneer het iets te warm wordt, zet je gewoon de koelkast even open. Daar is over nagedacht, dat kan je horen. Iets later worden de glazen weer volgetapt. De gezelligheid kent geen grenzen. Helaas was er maar één fles rosé ingekocht dus na acht halve glaasjes is de fles leeg en komt de fles Pinot Gris, die eigenlijk voor henzelf bedoeld was, noodgedwongen op tafel. 

In de tussentijd heeft Jean-Pierre de barbecuehandschoenen aangetrokken en houdt zich bezig met het aansteken van de houtskool. Tegelijkertijd speelt de zuster met haar telefoon waarop ze net gegoogled heeft dat houtskool toch echt afkomstig is van hout en dat het heter wordt dan briketten. Dat is mooi maar dan moet de boel toch eerst wel branden en dat valt niet mee. J.P doet nog een paar aanmaakblokjes extra in het aansteekapparaat en dat helpt. Nog geen minuut later waait er een dikke wolk vette stinkende zwarte rook de voortent in van de overburen. Nu is de overbuurman gelukkig geen vervelende kerel maar plaatst wel even een opmerking: ‘Zo buur, ben je je schoonmoeder aan het cremeren?’ Wijselijk geeft J.P. daar maar geen antwoord op. Misschien zou hij het wel willen maar durft dat in háár bijzijn zeker niet te zeggen. 

Isabelle komt ondertussen met wat plastic bakjes salades en sauzen uit de caravan tevoorschijn en ontdoet het spul op de tafel van het beschermende afdekfolie alvorens ze op tafel te zetten. J.P. snijdt ondertussen nog snel een wat slappe baguette in plakken en een grote, volle bak met groene salade die Isabelle brengt completeert het geheel. ‘Zo, dat ziet er gezellig uit’, hoor ik opnieuw. Op het moment de J.P. de eerste speklap op de barbecue legt hoor ik de zwager zeggen; ‘Ik hoop niet dat je weer speklappen hebt, vorige keer was dat niet echt een succes.’ 

Maar, hoe het ook zij, vijf minuten later zit iedereen gezellig te eten. Ik denk dat het met de speklappen hetzelfde gesteld was als met de rosé. Een beetje krap ingekocht. Want al vrij snel daarna zie ik het gezelschap weer verdwijnen. Geen zoenen, geen omhelzingen, niemand die ze uitgeleide doet. Een afscheid als de ontvangst. Koeltjes. En, terwijl het gezelschap nog in het zicht is wordt direct de boel opgeruimd. En, ik weet niet hoe de rest van het gezelschap het vond. Ik vond het een leuke middag. Om met de buren te spreken: ‘Het zag er gezellig uit’.

 

Vrijdag 9 juni 2023: Kindervreugde

Achter ons op de camping stond een grote Tabbert Puccini. Voor mensen die niet zo op de hoogte zijn van het getrokken kampeerplastic, dit is bijna één van de grootste caravans die te verkrijgen is. Ogenschijnlijk was hij onbewoond. Het gras er onder raakte de bodem van de caravan, de blinden van de ramen waren gesloten en we zagen er niemand. Lekker rustig. Tenminste, zo leek het. Tot gisteren. Toen trokken een moeder en haar vijf kinderen er in. En gedaan was het met de rust. Tot aan 11 uur gisteravond hebben we gejengel, geschreeuw, gejank, gevloek en gehuil gehoord. Wel afwisselend en in verschillende volumes maar het was continue aanwezig. Wat een drama. Gelukkig was het daarna stil. Tot een uur of half acht vanmorgen. 

Alle ramen van de Puccini stonden open en de onze ook. Vanwege de warmte. We konden dus alles lekker horen. Rond half acht begon het. De eerste was wakker bij de buren en voelde zich waarschijnlijk wat alleen. Geen punt, dan gil je gewoon de rest uit bed. Op zich geen probleem zolang dat geluid maar bij hun in de caravan blijft. Maar helaas komt het een fractie van een seconde later ook bij ons binnen. Ik lag ook nog. Het verhaal van gisteren had er voor gezorgd dat ik wat later dan normaal naar bed ging en dat vertaalde zich in ook wat langer slapen. Maar om half acht was het echt over. 

Jantien trok de dekens nog even over haar hoofd maar ik heb de rugzak gepakt en ben op pad gegaan. Prachtig wandelen kan je hier. We zitten langs de grens en daarlangs lopen diverse geweldige paadjes. Anderhalf uur later kwam ik terug. Het was stil. Tenminste bij ons. Ik zag de vrolijke kindermeute donderjagen bij het washok en de vuilnisbakken toen ik aankwam en heb ze vanmorgen eigenlijk niet meer gezien. 

Later hebben we even een mooi rondje gereden waarbij we ook in Geulle kwamen. Gäöl zoals met hier zegt. Nou zeg ik dat wel maar ik heb er geen idee van hoe je het zegt. Ik weet alleen hoe je het schrijft. De reden dat ik dat weet is omdat we in het Gäöls Heukske even gegeten hebben. Ze hadden een kleine kaart maar iets daarop trof mijn oog. Bloedworst. Ze verkochten hier bloedworst met gebakken appel, spek en uien. Dat is toch bijna honderd jaar geleden dat ik dat voor het laatst gegeten heb. Mijn keus was gemaakt. Jantien ging voor de uitsmijter Gäöls Heukske. Ze sprak het wel niet uit maar pakte de kaart, wees het aan en zei tegen de uitbaatster: ‘En ik wil die….’ 

Helaas was de bloedworst niet meer voorradig. ‘Ja, ziet u, het is een nogal kwetsbaar product. En dan met deze warmte. We hebben er al eens een waarschuwing voor gekregen…’ Oei. Een waarschuwing krijg je niet zomaar. Het was jammer maar ik moest dus ook wat anders. ‘Doet u mij dan ook maar zo’n eh dinges, ja, hetzelfde als mijn vrouw, dan maar’. En gelukkig, dat was er nog wel. 

Toen we zaten te eten kwam ze nog even langs. Of het smaakte. En dat deed het. ‘Ja, ziet u, vroeger deden we ze met drie eieren maar toen kregen we iedere keer zoveel terug. Het was te veel voor iedereen. Ja, en met drie eieren moet je dan toch al gauw dertien vijftig vragen. Vooral ook omdat we echt rustiek landbrood gebruiken. En nu met twee eieren kunnen we het nog onder een tientje serveren. Ook omdat we nu een snee brood minder gebruiken. En dan raakt de vuilniszak ook niet zo snel vol. Ja, eigenlijk voor iedereen een win-win situatie’.  Wat wij nu met deze informatie moesten, ik zou het niet weten. Nutteloze feiten, ik ben er een verzamelaar van. Maar je hebt nutteloos interessant en volledig nutteloos en deze info stond eigenlijk nog een tree lager. Maar ondanks alles, het was een beste hap. 

Eenmaal terug op de camping merkten we dat de kinderen uitgespeeld waren bij de vuilnisbakken. Ze waren weer terg op honk. Inmiddels was er een plastic opblaas zwembadje voor de Puccini geplaatst. Twee gillende kinderen er in. Het jongetje had niet veel zin en liep tegen het bad aan te schoppen. Iets later gooide hij zijn fiets er in, haalde hem er weer uit en ging rondjes om het bad rijden. ‘Ja, het is etenstijd’, hoorde ik moeder op een gegeven moment zeggen. ‘En als jullie willen eten zal toch iemand de tafel moeten dekken’. Het was wel duidelijk dat moeder dat niet ging doen. De kinderen hadden ook geen zin om de tafel te dekken maar waren druk bezig om elkaar, luid gillend, aan de haren te trekken, te slaan en elkaars speelgoed af te pakken. 

Het werd me even te veel. Ik ben een rondje gaan lopen. Even kijken of er misschien een andere plek voor ons beschikbaar was. En tot mijn vreugde was dat zo. Een kampeerveld dat tot vanmorgen afgesloten was werd nu gebruikt en er was volop plek. Ik terug. ‘Jantien, meekomen en kijken’. Het klonk niet aardig maar we moesten wel even opschieten. Het was een prima plek. Stekker er uit, aankoppelen en wegwezen. We zagen iedereen die om ons heen stond, ons wat verbaasd maar ook wat jaloers nakijken terwijl we wegreden. En daar staan we nu, op een nieuwe plek, tussen de bomen, genietend van een heerlijke rust. Het lijkt wel vakantie.

Zaterdag 10 juni 2023: De knieval

Wat een rust. Het is bijna negen uur voor ik mijn bed uit kwam. Een start zonder dat we ontwaakt werden door vrolijke kinderstemmetjes en, mijn god, wat waren we daar blij mee. Koppie thee gezet, even douchen en daarna zijn we even boodschappen wezen doen. In de landwinkel waar we van de week waren, in de buurt van Vaals. Brood, kersen, aardbeien, vlaaitje, lekker allemaal. Daarna weer terug naar de camping, boel opgeruimd en naar de buren. De buren is in dit geval ‘Restaurant De Gerardushoeve’, het hotel dat naast de camping ligt. Die hebben een terras met het mooiste uitzicht van Limburg. Daar even een koppie koffie met een punt vlaai genomen. Dat in afwachting van Anne en Jim. 

Die komen hier vanwege het concert dat Bruce Springsteen hier gaat geven. En wij gaan ook mee. Vandaar dat we hier een paar dagen op de camping staan. Om 12.59 uur, zoals voorspeld door Tom, komen ze hier aanrijden. Tent opgezet en iets later zitten we opnieuw op het terras van de Gerardushoeve. Nu voor een lunch. En dat was goed. Anne en Jantiene hadden een Limburgse preuverij met streekproducten, Jim een Lakenvelderburger, een soort super hamburger van Lakenvelder vlees en ik had Oma Mia’s Aerapelsalaat, een mooie salade met gepocheerde zalm. Alles smaakte prima. Nog even gezellig zitten teuten met een paar wielrenners uit Oudorp en toen naar ‘huis’. 

Aan het einde van de middag nog even een boswandeling gemaakt. We hadden prachtig licht en wat een rust. Zelfs de herten werden niet zenuwachtig van ons. Bleven gewoon staan. Een kilometer of zes gelopen. Daarna even opgefrist en de auto in om een hapje te eten. Helaas was het bij de buren tot acht uur vol hadden we vanmiddag al gehoord dus moesten we iets anders. Anne was op de heenweg door Mechelen gereden en dat zag er gezellig uit vertelde ze. Terrasjes, eettentjes, echt de moeite waard. Omdat we hier dus niet terecht konden gingen we die kant maar op. 

Eerst even een oriëntatierondje door het stadje gereden en daarna naar Restaurant Proeff gereden. Recensies waren goed dus waarom niet? Nou, misschien hierom. We kwamen er aan, kwart voor acht, en vroegen of er misschien nog een tafeltje vrij was voor vier personen. ‘Nee’, was het botte antwoord. Het neigde niet eens naar vriendelijkheid. Daarna zijn we naar de andere kant van de straat gegaan. ‘De oude brouwerij’, het toonde leeg maar toen we doorliepen naar te terrastuin zat het daar aardig vol en toonde het gezellig. Ik naar de gerant om te vragen of er nog een tafeltje voor vier beschikbaar was maar daarop kreeg ik een ontkennend antwoord. Uiterst vriendelijk maar ontkennend. ‘Helaas’, sprak de goede man, ‘de keuken is al dicht, we zijn aan het afronden’. 

Op mijn vraag of dat niet wat vroeg was kreeg ik het antwoord dat ze ook al vroeg begonnen waren maar dat we misschien een paar panden verder konden proberen. Daarop kwamen we op de hoek van de straat. We hadden hier de keus uit de Commanderij en Vino e Cucina. We kozen voor de eerste. Er werd in allerijl een tafeltje voor ons leeggemaakt en daar konden we plaatsnemen. Toen de serveerster kwam had ze al direct de mededeling dat ze op dat moment twee grote groepen hadden en dat het dus wel even kon duren. 

Daar hadden we alle begrip voor maar we hadden beter kunnen vragen hoelang even was. Want dat viel een beetje tegen. Bij de bestelde drankjes, zo pakweg na een kwartier kregen we de kaart, een uur later deden we de bestelling om vervolgens een half uur later te horen dat de keuken dicht was maar dat we nog wel de keus hadden tussen schnitzels, zuurvlees en nog iets. Toch wel een beetje tegen onze zin in werden het twee schnitzels en twee zuurvlees. Vervolgens duurde het nog een half uur voor het op tafel kwam. Als ik zeg dat het tegenviel is dat een understatement. Het was gewoon waardeloos. Ik heb wel eens vaker slecht gegeten maar zo slecht kan ik me eigenlijk niet heugen. Nadat iedereen twee of drie happen had genomen hebben we het maar gelaten voor wat het was en zijn naar de eigenaresse gegaan. Daar ons beklag gedaan. Volgens de kok was het absoluut onmogelijk dat het eten niet lekker was. Alles wat hij maakte was lekker. Ja, dat kan je wel lekker zeggen maar het was nu eenmaal niet zo. Nou ja, misschien had hij even zijn dag niet. 

Droge schnitzels, zuurvlees in een met maïzena gebonden saus, slappe frites met fritessaus die voor mayonaise werd verkocht, wat blaadjes sla met van die vieze dressing uit een potje. Nee, echt waardeloos. Teleurgesteld liepen we van het terras af waarbij we ook het terras van de buren passeerden. Daar zei ik bij een tafeltje dat ze beter niet bij de buren konden gaan eten maar ik kreeg daarop als antwoord dat het waar zij zat ook buitengewoon teleurstellend was. We waren dus niet de enigen maar of dat een troost was. 

Dus toen maar aan de nootjes bij de voortent. Als je maar genoeg moppert wordt het vanzelf wel weer leuk. Totdat Jantiene nog een keer wat te drinken in wilde schenken. Er stond een scheerlijn in de weg en voor ze er erg in had ging ze voorover. Op haar knie. En niet de goede, nee de foute. Het mooi dichtgegroeide Tsjechische souvenir scheurde in één keer weer open. Terug bij af. En wat doe je dan? Dokterspost bellen. Maastricht, Heerlen, Geleen? Waar moet je heen. Maastricht kregen we direct aan de lijn maar die verwees ons naar Heerlen. We vallen in die regio. Kwart over één konden we terecht. Nog ruim een uur wachten dus. Half één gingen Anne en Jantiene samen op pad. 

Iets voor tweeën kwamen ze hier het terrein weer oprijden. Het kan niet meer gehecht worden en moet spontaan genezen. Het probleem was dat de buitenkant er prachtig uitzag maar dat het aan de binnenkant nog niet genezen was. Dat had nog wel een paar weken kunnen duren. Nou ja, dan weet je dat ook weer. Morgen maar eens kijken hoe we het allemaal gaan oplossen. Nou ja, morgen. Inmiddels is het al ruim na twee uur dus het is eigenlijk al vandaag. We gaan het meemaken.

Zondag 11 juni 2023: The Boss

We konden zo doorrijden naar Landgraaf vandaag. Landgraaf, Pinkpop. Twee begrippen die onverbrekelijk met elkaar verbonden zijn. Pinkpop inderdaad, maar dan alleen het Pinkpop terrein. We zijn er al eens eerder geweest toen we Jim en Anne er heen brachten en zelf een mooi weekend in België doorgebracht hebben. Maar nu gingen we er zelf heen. Niet voor Pinkpop maar voor de Boss. Want zo noemen ze Bruce Springsteen. De 73-jarige Amerikaanse muzikant die hier een concert gaat geven. Ruim 65.000 fans komen er naar toe waaronder wij. Maar het hadden er zonder moeite twee keer zo veel kunnen zijn. Er was een hoop belangstelling voor kaarten. 

Vrij eenvoudig bereiken we de parkeerplaats en sluiten aan in de bijna onafzienbare stroom mensen die het zelfde doel hebben als wij. Er heerst een ontspannen sfeer maar toch voel je een zekere spanning van ‘Hoe zou het worden?’. Afgelopen week is er al een concert in de Arena geweest. Dat viel toch wel wat tegen maar waarschijnlijk kwam dat door de slechte akoestiek in dat ‘theater’. Hier in Landgraaf hebben ze, mogen we hopen, wat meer ervaring met het geven van concerten. Na een tijdje in de hitte gezeten te hebben begon om zes uur het voorprogramma. De band Fantastico Negrito probeerde het publiek in de concertstemming te krijgen. Ik vond het zelf wel aardig klinken maar dan meer voor een festival. ‘Are you loose for Bruce?’, vroeg de frontman aan het publiek na hun optreden maar de reactie was wat lauw. 

Om half acht precies kwam de band op met als laatste de Boss zelf. Ongelooflijk, wat viel dat even tegen. Vals als een kraai. We schrokken er van. Het duurde twee, drie nummer voor dat dit over was en toen ging het los. Een geweldige avond. Bijna drie uur lang, aan één stuk achter elkaar. Jammer dat de sfeer er pas laat in kwam maar het laatste uur was fantastisch. Ook de band ging helemaal los. Na de akoestische afsluiting van ‘I’ll see you in my dreams’ was het afgelopen. Een prachtige avond. 

Ja, en toen weer terug. We hebben nog een half uurtje gewacht op het veld maar de stroom mensen nam nauwelijks af. We hebben ons er toen maar tussen gewurmd en, met de meute mee, zijn we op zoek gegaan naar de auto en een route door Heerlen die ons terug naar de camping zou brengen. Dat viel niet mee. We waren niet de enigen en er was ontzettend veel afgesloten. Maar uiteindelijk lukte het. Om kwart over twaalf konden we de auto weer bij de caravan neerzetten. Een geweldige avond.

 

Maandag 12 juni 2023: Koffie met vlaai

We hadden weer een warme dag vandaag. Om acht uur zat ik buiten toen Anne al terugkwam van een douchebezoek. Die waren al eerder de tent ‘uitgebrand’ zoals ze dat noemde. Rustig aan op gang komen met een sneetje, toch wel wat droog, brood. Daarna op ons gemak een douche genomen en de boel inpakken. We kunnen het rustig aan doen. Het is een relaxte camping hier. Geen tijd voor aankomst, geen tijd voor vertrek. Geen afgebakende plaatsen, even overleggen met wie er al staat en dat is het. Het gaat voorspoedig en rond half twaalf hangt de caravan achter de auto. 

Maar we gaan nog niet op pad. Eerst nog even langs bij de Gerardushoeve voor een kop koffie met vlaai. Zo’n weekend moet je natuurlijk in stijl afsluiten. Nog even lekker van het uitzicht genieten en daarna op pad. Het is half één. Het wordt de laatste verhuizing van deze reis. 278 kilometer nog voor de wielen. Terug naar Koedijk. Het is druk op de weg maar de gang blijft er gelukkig wel in zitten. Bij De Lucht nog even een pitstop gehouden en La Place met een bezoekje vereerd. Op een kleine opstopping, na vanwege een kopstaart botsing en een daaruit voortvloeiende vechtpartij midden op de A9, kunnen we zo door rijden. Om half zes rijden we het pad weer op. 

Het was een boeiende reis. Een voor ons bijna onbekend land, Tsjechië. Vol verrassingen. Mooie steden, een afwisselend landschap, alles prima geregeld en bovenal gastvrij. Het is ons bevallen en het zal zeker niet de laatste keer zijn dat we er komen. Van de kant ten oosten van Brno hebben we nog niets gezien en ook het midden van het land zal nog wel verrassingen voor ons herbergen. Een reis met een fantastische afsluiting in Limburg. 

Maar hier moeten we het voorlopig weer even mee doen. Ik verwacht niet dat er nog een reis aankomt dit jaar. De meiden gaan alle twee trouwen in het najaar. Hun start van een nieuwe reis en daar moeten we natuurlijk bij zijn. Mocht het anders uitpakken en wij gaan inpakken dan laten we dat natuurlijk weten. Voor nu, bedankt voor de reacties en fijn dat jullie er bij waren. Het was ons een genoegen.