Alle blogs laten zien

Terra Incognita: Inleiding

Hadden alle voorgaande blogs een titel met een reisdoel er in, dit keer is dat niet het geval. We gaan weg zonder doel althans zonder reisdoel. Het doel is net als altijd inspiratie opdoen, genieten, leren en een beetje zon pakken. De eerste drie dingen zijn niet moeilijk, dat lukt altijd. Het laatste is, gezien de onberekenbare weersystemen van de laatste jaren, toch wel wat moeilijk geworden. Helga van Leur is dus een beetje onze reisleidster. Samen met het team van Buienradar probeert ze ons door de depressies heen te loodsen.

We weten dus nog niet wat het wordt: Bretagne, de Sierra Nevada, het Balatonmeer, het Reuzengebergte, de Mazuren, de Povlakte of Liechtenstein, alles is mogelijk. Op naar Terra Incognita dus, het onbekende land. We weten dat het bestaat, we weten alleen nog niet waar het ligt. Net als de ontdekkingsreizigers van weleer laten wij ons leiden door het weer en de wind. Heeft u ook genoeg van de onberekenbare atmosferische omstandigheden in Nederland, stap dan bij ons in. We hebben nog ruimte op de achterbank. Laat u meevoeren naar weer nieuwe avonturen aan onbekende horizonten en probeer, net als wij, de sores van alledag even te vergeten.

Maandag 24 augustus 2015: Vijftig tinten grijs.

De elf weken die tussen onze terugkomst uit Polen/Duitsland en dit moment liggen is er veel gebeurd. Na het afscheid van onze goede oude trouwe rode vierwieler kregen we door tussenkomst van de ANWB een aardige auto in bruikleen. Helaas maar voor drie weken. Helaas, want het reed mooi goedkoop. Alleen de brandstof moesten we betalen en hoewel de prijzen niet helemaal op een hoogtepunt lagen was dat nog dragelijk. Eenmaal terug thuis moest de auto dus weer ingeleverd worden en zijn we gegaan voor een nieuwe. Hierbij logenstrafte ik mijn bewering dat ik nooit een nieuwe auto zou kopen. Ten tijde van die uitspraken had ik namelijk nog niet van de Dacia gehoord.

Dat is het dus geworden, de Dacia Logan MCV, een mondvol. Een mooi stukje Roemeens vakwerk gestoeld op een eeuw Franse ervaring. Voor velen al een reden om er nooit aan te beginnen dus. Voor de vakantie waren we er al naar wezen kijken omdat de Ford toch wel wat mankementen begon te vertonen. Eigenlijk hadden we voor de Ford een oude dag in Polen, Marokko of Turkije in het hoofd maar zoals u weet liep dat anders. Het werd Duitsland, Helmstedt om precies te zijn. Een echte mooie rustige oude dag werd het niet, je kunt eigenlijk beter van een gevalletje euthanasie spreken.

Van een inruil was dus geen sprake meer, de Logan stond ons aan en was budgettair mooi haalbaar. Dat anderen er wat meewarig over spreken omdat hij geen 200 pk onder de motorkap heeft is mijn probleem niet. Wanneer je je altijd door anderen laat leiden kom je uiteindelijk nooit uit waar je zelf wilt zijn en de één zijn paard is de ander zijn ezel moet je maar denken. Uiteindelijk moeten wij er in zitten en wat belangrijker is: ook betalen.

Een ander item wat speelde en nog speelt is moeder. Na een gehaast rondje boodschappen doen bij Deen bracht ze het karretje weg, nam de euro uit het slotje en probeerde die lopende voort in haar portemonnee te doen. Hierbij sloeg ze, afgeleid door de euro, iets te vroeg linksaf en liep niet tussen de glazen schuifdeuren door maar er recht tegenaan. Het raam gaf te weinig mee met als gevolg dat ze op de grond viel en haar heup brak. Geopereerd, pennen in de heup en vanwege een matige botkwaliteit minimaal acht weken rust houden. Na een week ziekenhuis kon ze gelukkig (weer) in het Rekerheem terecht, voor de derde keer in vijf jaar inmiddels. Ik denk dat ze daarmee recordhouder is. Het 'vast klanten comité' stond nog net niet met bloemen en appeltaart bij de ontvangst maar het scheelde niet veel.

Verder aardig druk op het werk: twee man met vakantie, één zieke en iemand die vader werd. Daar kwam nog een mogelijke invalkracht die het op het laatste moment liet afweten bij en er moest binnen een paar weken een pilot opgezet worden voor uitbrengmaaltijden in de wijk. Omdat zorgstructuren aan het veranderen zijn zullen wij ook mee moeten veranderen om aan het werk te blijven. Het 'alle bejaarden bij elkaar' is over een paar jaar verleden tijd. Om kosten te drukken zullen ze langer op zich zelf moeten blijven wonen. De zorg die er bij hoort om dat mogelijk te maken zal dus aan huis gebracht moeten worden. Alle zorg dus ook de maaltijden. Alles is georganiseerd en op 1 september wordt er gestart. Na een maand of twee de mogelijkheden en onmogelijkheden evalueren want op 2 januari moet de pilot een definitief karakter krijgen.

Volop bedrijvigheid dus en dan laten we de gewone, lopende zaken nog maar even buiten beschouwing. Gondelvaart, de HVK en het altijd doorgroeiende gras vroegen ook hun aandacht. En hoewel elf weken tussen twee vakanties niet veel lijkt kwam het over als een half jaar. Ik voelde me dan ook absoluut niet schuldig toen we vanmorgen de caravan voor het eerst achter aan de Logan hingen en weer op pad gingen.

Een echt doel is nog niet bepaald. We zijn eerst richting Hekendorp gegaan waar we een paar dagen bij moeder Kruit gaan staan. Even de familiebanden aanhalen. Het goede weer van de afgelopen dagen heeft inmiddels plaats gemaakt voor dreigende depressies. Terwijl we de luifel aan de caravan bevestigden kleurden vijftig tinten grijs de hemel boven de Lopiker –en Krimpenerwaard. Het bleek een voorbode te zijn van een bijzonder natte middag, avond en nacht. Niet vreemd trouwens in combinatie met vijftig tinten grijs. Helaas was het geen hemelse nattigheid maar nattigheid uit de hemel.

Of de hemel openbrak, stortbuien die hun weerga niet kenden. De caravan leek wel de Ark, bewoond door twee muizen, op de vlucht voor het wassende water. Gelukkig was het weer te slecht voor andere koppels dieren om aan de deur te kloppen. We bleven dus met zijn tweeën. Gelukkig maar want zo groot is ons bed nu ook weer niet. In het vertrouwen dat we dit ook wel weer overleven naar bed gegaan en hebben we de ogen gesloten. We zien vanzelf wel als we weg dobberen welke kant we op gaan en op welke kust we aanspoelen. We hopen ergens op de Seychellen maar het zal wel ergens in een Vinexwijk bij Nieuwegein zijn. Nou ja, het zij zo, dan wordt dat het beginpunt van onze reis naar Terra Incognita.

Dinsdag 25 augustus 2015: Bij Brechtje

Een onrustige nacht was het. Regenbuien die ons hutje geselden, wind die probeerde de luifel los te rukken en dat alles spookachtig verlicht door bliksemschichten die voortdurend de donkere hemel spookachtig verlichtten. Bij het ochtendgloren bleek toch dat de haringen aan hun doel voldaan hadden. Ze hadden het hutje op zijn plek gehouden. Geen tropische stranden dus, geen mooi gekleurde tropische dames die slechts gehuld in een bananenblad het ontbijt komen brengen. Niets van dat alles. In plaats daarvan kreeg zogen mijn geitenwollen sokken zich vol met het regenwater wat zich in mijn klompen gedurende de nacht verzameld had. Een keihard ontwaken dus.

Eenmaal buiten bleek dat wij op het laagste punt van de Hekendorperpolder als kampeerplek hadden. Het leek wel of al het water wat vannacht gevallen was naar ons toegestroomd was. Door het gras zag je het in eerste instantie nauwelijks maar er stond zeker een centimeter of drie water rond de caravan. Nu is het voordeel van de camping dat er veel seizoenplaatsen zijn die door de week nauwelijks bezocht worden en zeker niet met weersomstandigheden als vandaag. De meeste mensen hebben prachtige vlonders voor hun hutje liggen om de voeten droog te houden en we hebben maar de vrijheid genomen om er een paar te lenen. Het werkte prima.

Overigens was het in de ochtend weer droog, een mooi windje er bij dus het droogde aardig. We hebben de boel de boel maar gelaten en zijn boodschappen wezen doen. Het eerste doel was de Vrijbuiter in Gouda. Na veel zoeken hebben we het gevonden, vlak bij de plek waar we gedurende de tweede dag van de Tour stonden om het peloton te bekijken. Helaas konden ze ons niet helpen aan wat we zochten: een deurklem. Een hoop kilometers voor niets dus maar gelukkig was de toiletreiniger in de aanbieding. Na aankoop van zeventien dozen hadden we de benzinekosten gelukkig weer terugverdiend. Daarna naar de Emté voor de dagelijkse boodschappen en naar de Boerenbond voor nieuwe klompen. De mijne bleken vanmorgen namelijk niet meer waterdicht en op vakantie zonder, nee, dat voelt niet goed.

Vanmiddag nog even een tokkie gevangen (voor de niet West-Friezen onder de lezers: dit betekent niet dat je iemand van de bekende TV familie Tokkie in de kladden hebt gegrepen, het betekent dat je een dutje hebt gedaan) om de verstoorde nachtrust van vannacht te compenseren. Voor de rest een rustige middag, krantje lezen, een koppie doen en voor de rest eigenlijk niets.

Voor het eten hoefden we niets te doen. Lekker. We zijn vanavond naar Bregtje geweest, een restaurant in Haastrecht. Prima concept, een driegangenmenuutje voor twaalf vijftig. Geen toeters en bellen op je bord maar wel gewoon goed. Een half dozijn slakken gevolgd door lamsbiefstuk met een portsausje en een kaasplateautje met vijgencompote toe. Voor de dames carpaccio, een biefstuk en varkenshaas en een mooi verse fruitcocktail. Paar borrels er bij en voor even ruim vijftig euro hadden we de buik vol. Een gezellige avond. We zaten mooi voor het raam waar we, de sinds vijf uur, weer langzaam aanzwellende regenbuien mooi konden volgen. Om half elf waren we weer terug en na een biertje bij Oma onder de paraplu weer terug naar Villa Drijfsijs. De intensiteit van de buien nam met het verstrijken van de nacht gelukkig af. Zo onrustig als gisteren was het gelukkig niet. Met een beetje geluk kunnen we de boel morgen droog inpakken. Afwachten dus maar even.

Woensdag 26 augustus 2015: Arlon

In vergelijking met gisteren viel de schade mee vandaag. Toen ik de deur open deed om kwart voor acht was de hemel voor het grootste gedeelte blauw gekleurd. Een mooi gezicht. Voor het terrein om ons heen was de betiteling 'moeras' vrij aardig op zijn plaats maar gelukkig was de luifel droog en regende het niet. We hadden al besproken dat we vandaag vertrekken zouden dus snel inpakken maar. Met pakweg een uur zat alles op zijn plek en konden we de caravan aan de auto hangen. De auto even voor op de camping geparkeerd om de viezigheid die het gevolg was van vallend water maar even met vallend water te verwijderen. Onder de douche dus. Gelukkig was het water in tegenstelling tot de regen lekker warm dus het was geen straf.

Daarna op ons gemak ontbeten bij Oma. Daar even het weerbericht in de Telegraaf bekeken en bepaald welke kant we opgaan. Gekozen voor Luxemburg, de komende dagen licht bewolkt maar droog met een temperatuur van 23 tot 26 graden. Een mooie plek om even te wennen aan betere omstandigheden. Het was half elf toen we wegreden en Heleen, de dame die de stem in mijn TomTom verzorgt, leidde ons richting Antwerpen. Blijkbaar de kortste en snelste route.

Het was vrij druk op de weg, veel vrachtverkeer. Na Antwerpen richting Brussel en daarna Namen. Allengs werd het heuvelachtiger en konden we kijken of verkooppraatjes van de Dacia verkoper over het trekken van een caravan op waarheid berustten. Het viel ons niet tegen. Natuurlijk, het was geen Ford Transit. Een twee liter dieselmotor trekt nu eenmaal meer dan een 900cc driecylindertje. Maar we konden aardig met de stroom meekomen, een kwestie van de juiste versnelling kiezen en een gangetje van rond de honderd kilometer heuvelop was goed haalbaar. Een hele geruststelling. We kunnen dus volop bekeuringen oplopen wanneer we dat willen.

Richting Luxemburg dus. Een kleine vierhonderd kilometer vanuit Hekendorp. Maar na driehonderd kilometer begonnen we het al aardig zat te worden. Gestopt, campingboek op schoot en gekeken of er wat in de buurt te vinden was. De keus viel op Camping Officiel in Arlon. Een camping die gerund wordt door Marja. Ik heb Jan en Nelie er al eens over gehoord, het is de camping met de lekkerste biefstukken van België. Zij staan er regelmatig wanneer ze uit Frankrijk terugkomen. Een mooie afsluiter en de afstand naar huis is vanuit Arlon naar huis goed overbrugbaar.

Het was even zoeken maar ze hadden geen woord teveel gezegd. Een keurige camping hoewel ik, na een maaltijd bij Brechtje, de biefstuk wel wat aan de dure kant vind. Zeventien euro vijftig en dan moet je je bier nog apart betalen. De biefstuk maar gelaten voor wat het was en eerst de boel maar even geïnstalleerd. Wat is het toch lekker wanneer de zon schijnt en de temperaturen aangenaam zijn. Met een half uur waren we campingproof en was het tijd voor een mooie Palm. Wanneer je niet aanspoelt op een palmenstrand moet je maar voor een goede vervanging zorgen, toch?

Vanuit Nederland kwamen er verontrustende berichten over noodweer en Anne had een paar filmpjes gestuurd van de stortbuien in Tuitjenhorn. Blank staande tuinen, overstromende dakgoten en volgelopen straten. De buurvrouw hier komt uit Castricum en die vertelde dat in Noord-Holland overal de stroom was uitgevallen en dat er bruin water uit de kranen kwam. Dan mag je je toch gelukkig prijzen dat je dat achter je gelaten hebt en je hier mooi in het zonnetje kunt zitten.

Donderdag 27 augustus 2015: Tristesse partout

Blijkbaar heeft Pluvius, de god van de regen, de achtervolging op ons ingezet. Rond een uur of twee vannacht schrokken we wakker, het regenwater wat op de caravan uiteen spatte maakte zoveel lawaai dat het ons uit een diepe slaap haalde. Snel even buiten gekeken of alles veilig stond. Dat was gelukkig zo, niets nat geregend. Af en aan ging het. Soms hard, dan weer wat minder, maar droog werd het tot tien uur niet.

Omdat het hier hoofdzakelijk een doorgangscamping is vertrokken veel mensen al vroeg. Met paraplus boven het hoofd werden de natte eigendommen in caravan en auto geladen en met een teleurgesteld blik reisde men verder. Wel viel het op dat de mensen die terug naar huis gingen iets sacherijniger keken dan de mensen die net op pad gingen. Voor de mensen die terug reisden kon het, gezien de berichtgeving van het thuisfront, alleen maar slechter worden. De rest kon nog enigszins hopen op verbetering.

Na tien uur verbeterde het weer hier ook. De gestaag vallende dikke druppels wijzigden van formaat, werden kleiner en hielden uiteindelijk helemaal op met vallen. Omdat het al enige tijd geleden was dat dit verschijnsel zich voorgedaan had kon ik niet direct op de naam komen van deze weersomstandigheid maar ineens schoot het me te binnen: Verrek, het is droog! Mooi, dan hoeven we gelukkig niet de hele dag binnen te zitten.

We zitten redelijk dicht bij de stad Luxemburg, zo'n 25 kilometer hier vandaan. We zijn er vaak langs gereden maar hebben het nog nooit bezocht. Een mooie gelegenheid om haar ook aan ons lijstje met bezochte Europese hoofdsteden toe te voegen. In de auto gestapt en twintig minuten later stonden we in het centrum. De auto konden we wonderbaarlijk snel kwijt en het Office du Tourisme was ook snel gevonden. Daar even een kaart van het centrum gehaald en aan de wandel gegaan.

Eerst werden we naar het groot Hertogelijk paleis geleid. Een aardig gebouw in het centrum van de stad. Om het kwartier kon je een rondleiding krijgen: kosten een tientje de man en dan kan je in het stulpje van Groot-Hertog Jan kijken. Dit maar achterwege gelaten. Voor het zelfde bedrag heb je 48 gewone Hertog Jannen in de koelkast en als je die op hebt zie je ook heel aparte dingen. Daarna naar de Remparts en Vestiges: de verdedigingswerken van Luxemburg. Grotendeels ontwerpen door de Franse bouwmeester Vauban die de fortificaties van talloze Europese steden heeft ontworpen. Ondanks dat zo'n 90 procent al verdwenen is zagen de overblijfselen er indrukwekkend uit. We liepen langs de overgebleven 10 procent en keerden door een park terug bij het paleis. Dat was de tour Oud Luxemburg. Het had pakweg een half uur geduurd maar de oude stad is niet echt groot.

Daarna het winkelcentrum in. Helaas, het kon ons niet echt bekoren. Sfeerloos, te duur, steriel. De bevolking lijkt voor een groot percentage te bestaan uit mannen in verkeerde, te sombere, maatpakken, vaak met krijtstreep. Ze worden begeleid door te mooie jonge vrouwen die de couture een warm hart toedragen. Vrouwen waarvan ik de indruk krijg dat het niet hún vrouwen zijn, maar vrouwen die een luchtige en onduidelijke functie in hun kantoren vervullen. Vrouwen die een leuke opvulling van de werkruimtes vormen zoals de kamerplanten dat doen in onze huiskamers. Vrouwen die deze opvullende functie houden ze totdat ze cellulitis krijgen, een jaar of 35 worden of zelf opvulling nodig hebben. Dan worden ze ingeruild voor frisse en jeugdige exemplaren zonder putten in de billen en die nog geen lichamelijke problemen met de zwaartekracht hebben. Het verhaal begint dan weer van voor af aan, l'Histoire ce répète, zoals de Fransen dat zo mooi zeggen.

Van kantoor naar kantoor lijken ze te lopen. Bezig met onduidelijke bezigheden maar waarschijnlijk bezig met het opmaken van de cente van de rente die ik niet krijg maar toch ergens moet blijven. Of anders op jacht naar de bonus als beloning voor een niet geslaagd functioneren of mogelijk met één of andere wazige Europese functie. Ja, want ook Europa heeft hier ook legio kantoren en wanneer je goed kijkt zie je de uit die panden de tentakels komen die stiekem proberen je portemonnee te rollen om tegemoet te komen naar de niet aflatende honger naar geld. 'Pecunia non olet' zeiden de Romeinen al: 'Geld stinkt niet'. In tegendeel zelfs, pas wanneer je geen geld meer hebt ga je stinken.

U merkt het al, het zijn niet helemaal mijn types en dat heeft ook zijn weerslag op mijn kijk op de stad. Een zelfde sfeer proefde ik enige jaren geleden ook in Straatsburg. Ook een stad met een hoog Corps Diplomatique en Europees Parlement gehalte. In de binnenstad heeft de oorspronkelijke middenstand plaats gemaakt voor kantoorgebouwen en bankvestigingen. De nog aanwezige winkeliers richten zich dan (begrijpelijk) op de daar werkende veelverdieners. Gucci, Versaci, Louis Vuitton en Rolex worden dan schering en inslag. Begrijpelijk, want waar het is moet je het halen maar sfeer verhogend werkt het niet. Ik weet niet hoe het bij jullie is maar bij mij zijn ze al geweest, daar is niet zoveel meer te halen. Zo weinig zelfs dat ik zeven jaar langer moet werken om de boel weer aan te vullen en om aan de levende behoeftes tegemoet te komen. Helaas....

Na een uur of drie en een sandwich au thon zijn we teruggereden naar Arlon. De hoofdstad van Belgisch Luxemburg. Inmiddels was het weer gaan regenen en dat deed er ook geen goed aan. Arlon, een trieste provinciehoofdstad in de regen. Lege opgebroken straten, trieste verveloze vervallen panden, geen mensen in de straten dus ogenschijnlijk onbewoond, gesloten en sobere winkels, tristesse partout. Triestheid alom dus. Als gevolg van een wirwar van éénrichtingsstraten konden we niet direct ontsnappen aan de stad en hield ze ons nog even gevangen in haar somberheid. We waren blij toen we de Route de Bastogne ontwaarden, de ontsnappingsroute richting caravan.

Het is niet verkeerd om somberheid te ervaren maar je moet er niet in blijven hangen. Dat is niet bevorderlijk voor de levensvreugde. Aangekomen op de camping dus eerst maar even een fles Chardonnay open getrokken en allengs verdween het donkere gevoel en maakte, ondanks de voortdurend vallende regen, plek voor een beetje zonnigheid in het gemoed. Nadat we de intocht van de passanten aanschouwd hadden maar weer eens lekker Hollands gekookt: nasi goreng met pindasaus. Heerlijk zo'n hap uit de polder. Vanavond nog even een rondje gelopen op de camping om te zien wat we allemaal hadden kunnen doen maar gelukkig hebben we niet veel gemist. Voor het zwembad was het niet echt weer en de biefstuk, nou ja helaas, dat doen we thuis dan maar weer.

Vrijdag 28 augustus 2015: Oberried

Vier dagen regen vonden we meer dan genoeg dus hebben we het besluit genomen om vandaag maar te verkassen. Gisteren in Luxemburg heb ik even een krant doorgebladerd om te kijken wat de vooruitzichten waren. Toen zag ik dat in de omgeving van Straatsburg het weer wel redelijk was en er voor de komende dagen ronduit goed weer werd verwacht. Die kant op dus maar. Het oorspronkelijke doel, Saverne, met een fietstocht langs het Marne-Rijnkanaal, houden we dus maar even tegoed. 

De hele nacht heeft het weer geregend maar om een uur of half acht was het verminderd tot af en toe een druppel. Gelukkig maar, natte troep opruimen is al geen pretje maar natte spullen opruimen in de regen is twee keer niks. Het was dus bijna droog en tijdens de werkzaamheden ontwaarden we zelfs een stukje blauw tussen al het grijs in. Even voor negen uur was de zooi ingepakt, de caravan hing aan de auto en het enige wat nog gebeuren moest was even douchen. Kwart over negen konden we dus de camping verlaten, op weg richting Straatsburg.

Het weer liet nog steeds te wensen over hoewel we al wel licht aan de horizon zagen en we het idee hadden dat de wolken hoger gingen hangen. Tot aan Metz toch nog een paar regenbuien . Ik begon hevig te twijfelen aan de Franse weersvoorspellers en geloofde niet dat er een plotselinge omslag bij Straatsburg zou zijn. Onze twijfel bleek terecht te zijn want ook boven Straatsburg pakten zich donkere wolken samen en had de hemel een dreigend karakter. De bakens dus maar radicaal verzet. De brug over de Rijn en naar Duitsland, richting Freiburg (Zwarte Woud) gereden. Naarmate er meer kilometers onder ons door gleden steeg de temperatuur en de hoeveelheid blauw in de lucht. Heerlijk, toen we bij Freiburg reden was het tegen de dertig graden. Bijna te warm, het verschil was wel erg groot. 

Daar zijn we op zoek gegaan naar een camping. De eerste twee waren ons te groot en nummer drie, de stadscamping van Freiburg zelf, stond helemaal vol. Ja, er was nog wel een klein plekje, maar voor bijna 50 euro per nacht vonden wij dat te duur. Even in de gidsen gekeken en in Oberried was nog een kleine camping. Daar heen gereden en inderdaad, een niet te grote camping voor een acceptabele prijs. Volop ruimte en goed betaalbaar. Wanneer we naar links kijken zien we een weiland met kalfjes, naar links kijken we op de bergen,  recht voor ons een boomgaard met bijenkasten en aan de andere kant kijken we zo het dal in. De caravan staat geparkeerd tussen de pruimenbomen in. Een prima plek. We blijven hier zeker een paar dagen. Weinig meegemaakt vandaag, sorry, maar dat wordt morgen wel weer beter.

Zaterdag 29 augustus 2015: Koekoek

Dat het hier heerlijk weer is heb ik gisteren al gemeld, maar ook aan mooi weer zitten nadelen. Je stapt in bed met 25 graden met niets of nagenoeg niets om het lijf. Na een uurtje wordt het wat kouder en trek je het laken over je heen. Dan een rond een uur of drie krijg je het toch wat fris, dekbed er over. Een kwartier later wordt je zwetend wakker, dit is toch eigenlijk te heet en besluit een T-shirt aan te trekken en het dekbed van je af te gooien. Tegen een uur of zeven blijkt dat toch weer te koud te zijn en trek je het dekbed weer omhoog. 

Ondertussen verschijnt de zon boven de bergen en verwarmt dan ook de caravan. Snel stijgt de temperatuur en je begint te zweten onder het dekbed en gooit dat van je af. Even later gooi je ook je shirt in de hoek waar je hem een paar uur eerder vandaan gehaald hebt.  Ondertussen lig je nog lekker op bed met niets of nagenoeg niets om je lijf en wordt het al behoorlijk licht. Je Calvinistische inborst maakt dat je niet langer kunt/mag liggen zonder schuldgevoel. Carpe diem, pluk de dag zullen we maar zeggen. Iets later zit je buiten maar wat je doen moet is je een raadsel. Eigenlijk had je net zo lief nog in je nest gelegen. 

Zo is dus onze nacht dus ook verlopen. Vanmorgen mooi in het zonnetje aan het ontbijt, nog na suffend van een te warme nacht. Iets waarvan ik vijfentwintig jaar geleden ongetwijfeld het bestaan ontkend zou hebben. Een nacht kon niet heet genoeg zijn in die jaren. Zo zie je maar, langzaam maar zeker is alles aan verandering onderhevig. Gelukkig hielp een volle kop Earl Grey en een goed ontbijt ons de ochtend door en na een frisse douche hadden we het gevoel de hele wereld weer aan te kunnen. 

Zaterdag vandaag. We weten niet helemaal hoe de Duitse Middenstand functioneert maar we nemen het zekere voor het onzekere. Boodschappen voor het hele weekend. Je moet er niet aan denken dat je morgen geen bier of Chardonnay meer hebt in de koelkast. Eten is natuurlijk altijd te krijgen, dat is geen punt. Ook nog even wat ansichtkaarten gekocht. Hoewel we ons er erg in beperkt hebben zijn er nog altijd mensen die in het dit digitale tijdperk  leuk vinden om nog even iets in de brievenbus te vinden, vooral de mensen zonder digitale aansluitingen. 

Vanmiddag zijn we op pad gegaan. De omgeving verkennen. We vonden het te heet om te gaan fietsen dus die hebben we maar laten staan. De auto met airco genomen. Airco, een nieuw fenomeen. Vroeger had niemand airco in zijn auto en ik heb ook lange tijd het nut er van ontkend. Waarschijnlijk kwam dat omdat ik het zelf niet had. ‘Ach, voor die tien warme dagen per jaar’ zei ik dan. Maar inmiddels hebben we meer dan tien warme dagen per jaar. En het is natuurlijk zo, je preekt altijd voor eigen parochie. Heb je het niet dan verdedig je dat standpunt maar heb je het wel dan verslijt je iedereen voor gek die het niet heeft. Bijna niets menselijks is mij vreemd en ook ik herken mezelf hierin. Maar ja, nu hebben we het wel en maken er dus vrolijk gebruik van. 

Een rondje Swarzwald dus. Het zal je niet verbazen dat Oberried het startpunt was. Daar is de camping en moesten we de eerder gekochte boodschappen naar toe brengen. Het bestuderen van de kaart maakte het bepalen van een route niet eenvoudig. Het raasde van  de groene weggetjes. Voor degene die voor het eerst bij ons op de achterbank meerijdt, een groene weg is landschappelijk aantrekkelijke route. De term is afkomstig van het feit dat in de atlas er langs de weg een groene lijn getrokken is. Ik ben er gek op, meestal klein, smal en bochtig. Met altijd wat te beleven langs de kant. 

Ook ditmaal. Eerst naar Sankt Peter gereden en daarna hebben we de Swarzwalder Panoramastrasse genomen. Een prachtig kronkelende weg met om de vijf meter een vergezicht. De weg leidt naar Kandel, geen dorp maar het hoogste punt van de route. Op Kandel is een plek waar parapenters en deltavliegers starten. We hebben ons er zeker een uur staan te vergapen aan de opstijgende en landende vliegers. Het blijft boeiend. Het wordt toch tijd om dat zelf een keer te gaan doen. 

Na Kandel volgde de prachtige afdaling naar Obertal en vandaar zijn we naar Gutach gereden. Een gewone groene route, maar wel mooi. Daarna kwamen we ongemerkt op de Deutsche Uhrenstrasse. Om het maar even oneerbiedig te zeggen De Koekoeksweg. De koekoeksklok ist  ein tupische Swarzwälder Invention, een typische Zwartwouder uitvinding. Want wees nou eens eerlijk, hoe kom je er op? Van een klok die via ‘koekoek’ de uren aangaf is het een hele cult geworden. Zo kwamen we bij Hohweg de grootste Koekoeksklok ter wereld tegen. Een huis wat omgebouwd was tot klok. De klepel ging zachtjes heen en weer en omdat het bijna half zes was hebben we de koekoek even afgewacht. Een vogel als een struisvogel kwam uit het dakluik tevoorschijn en met een lawineveroorzakend volume gaf het doormiddel van het aloude ‘Koekoek’ aan dat het half zes was. Nou ja, half zes, dat moest je aan de hand van de wijzers bepalen. Voor wat het gekoekoek betrof was het voor  het zelfde geld half drie of één uur. Voor een blinde is zo’n klok dus niet handig, vooral niet rond een uur of één. Dan is het zeker twee keer gokken hoe laat het nu eigenlijk is. 

Daarna nog even het Uhrenmuseum ingegaan. Nou ja Museum, het was eerder een winkel. Wanden vol met koekoeksklokken, variërend in prijs van 39,90 tot 998 euro. Niet te geloven. Wat zullen ze toch iedere keer weer lachen wanneer ze iets verkopen. Ik denk dat ze een marge van op zijn minst 93 procent hebben. Geweldig gewoon. Alle klokken gaven een andere tijd aan. Dat was mooi, voor iedere tijdszone op de wereld was er wel een exemplaar. Ik zag op mijn horloge dat het inmiddels bijna zes uur geworden was. We moesten er niet aan denken om die uit zijn krachten gegroeide Pino nog een keer aan te moeten horen dus hebben we de TomTom maar weer even ingesteld op ‘Huis’. Dat viel tegen, nog 63 kilometer. Gelukkig hadden we een mooie en goede weg en met  ruim een uur waren we weer thuis. Daar even een mooie pan wok gemaakt met spätzle, een soort eiernoedels uit de streek. Het ging verbazend snel. Al halverwege onze verplichte fles Chardonnay konden we aan tafel. 

De camping is aardig volgelopen vandaag. Het was hier zo heerlijk rustig. Zaterdag is het vandaag dus morgen zullen er waarschijnlijk weer een hoop mensen weer thuis moeten zijn. Vooraan staan er zelfs al een paar in de starthouding: caravan nog aangekoppeld en op het randje van de helling. Een klein zetje is morgen genoeg, zonder te starten kunnen ze dan de eerste drie kilometer afdaling doen. Scheelt toch weer mooi in het vakantiebudget.

 

 

 

Zondag 30 augustus 2015: Berglucht

Zoals we al verwacht hadden waren er de nodige lege plekken op het moment dat wij de deur van de caravan opendeden. Het loopt echt een beetje op zijn einde zo lijkt het. Voor ons nog niet trouwens, de eerste week zit er nog niet eens op. Wat een prima gevoel. Tijdens ons kopje thee weer eens een nieuwe ervaring. Opeens werd de camping overspoeld door koeien. De koeien van de boerderij waar de camping bij hoort moesten verweid worden. Het lijkt op een spelfout maar dat is het niet. Verweiden betekent het vee naar een andere wei brengen. Ik zou overigens niet weten wat je aan een koe zou kunnen verwijden, alles is volgens mij al vrij wijd. Afijn, naar een andere wei dus en dat moest via de camping. Ons pad was direct opnieuw geplaveid met verse vlaai die de geur van de bloeiende Alpenkruiden in een oogwenk verdrong. Gelukkig droogt het hier als een tierelier dus de stank is vrij snel verdwenen. 

Na het kopen van brood gisteren kwamen we er achter dat de bakkers hier ook op zondag geopend zijn. Hadden we dat eerder geweten dan hadden we nu niet aan de ouwe kuch hoeven zitten. Het ontbijt bestond uit wat stoffige plakken zuurdesembrood. Gelukkig maakten de verse aardbeien die het brood bedekten een hoop goed. We hadden de hele dag voor ons zelf. Het klinkt wat gek want eigenlijk is dat in je vakantie vanzelfsprekend maar wat ik er mee bedoel te zeggen we hadden geen huiselijke verplichtingen als boodschappen, de was of de hut schoonmaken. Een bijna ongekende luxe. Dus maar weer net als gisteren. 

Op naar de groene weggetjes dus maar weer. Hebben we gisteren het gebied ten noorden van Oberried bekeken, nu gingen we richting het zuiden. Na een paar kilometer kwamen we het Erholungspark Steinwasenland. De auto maar even geparkeerd om te kijken wat het was. Nou, volgens ons niet veel. Een kabelbaantje, een paar rodelbaantjes en een dierentuin met polyester dinosaurussen. Misschien wel leuk met kinderen maar wij slaan een beurt over. De weg vervolgd naar Schauinsland. . Ogenschijnlijk een onuitspreekbaar woord maar wanneer je het uit elkaar peutert valt het wel mee.We hebben al eens eerder zo’n woord gehad tijdens onze vorige tocht. Toen ging het om Kampfmittelbelastesgebiet. Schauinsland is eigenlijk  Schau in das (= ins) Land, ‘Kijk het land in’ vrij vertaald. Schauinsland is een bergtop, gelegen bij een dorp met de zelfde naam. Voor ik me nu aan een kip – ei discussie ga wagen: nee, ik weet niet wie er eerder was. 

Iets onder de top konden we de auto kwijt. Vijftig meter verderop was een liftstation met een restaurant er bij. Daar eerst maar eens een cappucino genomen. Daarna de tocht ondernomen naar de top. Helaas was het liftstation het eindpunt van een kabelbaan die uit het dal kwam. Een gemakkelijke manier om naar boven te komen was er dus niet. Gelukkig hadden we onze ANWB wandelschoenen en dito korte broek met buiktasje aan en zijn we de uitdaging aangegaan. 

Na een tocht van 563 meter door het donkere Swarzwalder Wald waren we bijna bij de top. De trap van 48 treden die volgde bracht ons boven op de 1284 meter hoge berg. Boven op de top staat de Eugen Keidel Turm, een uitzichtstoren van 33 meter hoog met een uitzichtplatform op 22 meter. Nog 84 treden te gaan dus. Eenmaal boven was het echt de moeite waard. Hoewel het een beetje heiig was kon je toch een eind kijken. In de verte waren schimmig de contouren  van de Jungfrau en de Eiger te zien, zo’n 150 kilometer hier vandaan. 

De Eiger, de moordende berg, dat ik die nog mag aanschouwen. De beroemde berg waar Clint Eastwood in The Eiger Sanction in 1975 als kunsthistoricus Jonathan Hemlock zijn oude professie als huurmoordenaar weer op moest pakken. Ik kan de onhoudbare spanning nog voor me halen. Met samengeknepen billen zat ik in het rode pluche van zaal Victoria in Alkmaar en was onthutst door het verrassende plot. Een plot waar ik nu niets meer over vertel voor het geval jullie nieuwsgierigheid gewekt is en je de film nog wilt gaan zien. De Eiger was helaas in het echt niet zo spannend als in zaal Victoria en na een minuut of tien had ik het bekeken. De vierentachtig treden dus maar weer afgedaald en richting liftstation gelopen. 

De terugweg had een dalend karakter, was dus minder inspannend en ik had meer tijd om op de omgeving te letten. Een meter of vijftig bij ons vandaan liepen twee dames van een jaar of twintig ons tegemoet, bergop dus, een warm klusje. Omdat de buitentemperatuur rond de dertig graden was heb je dan nogal snel last van transpiratievorming. Daar had één van de dames klaarblijkelijk ook last en om te controleren of ze nog wel okselfris was tilde ze haar arm op en nam een snuif van de vrijkomende lucht. Hoe de toestand was kon ik op die afstand niet beoordelen maar toen ze ons passeerden maakte ik een paar luid snuivende geluiden gevolgd door een zacht, maar duidelijk hoorbaar, bah…. Terwijl ik omkeek zag ik haar ook omkijken. Ik schoot zo vreselijk in de lach dat de tranen me over de wangen rolden. De meiden keken zeker drie keer om, waarschijnlijk niet begrijpend waarom ik zo lachte. We moesten de afdaling helemaal onderbreken omdat ik niet meer kon van het lachen. Zelfs nu tijdens het schrijven rollen de tranen weer uit mijn ogen, zo leuk vond ik het. Ja eerlijk, de leukste dingen in het leven zijn echt gratis. 

Toen we weer in de auto zaten zijn we richting Wieden en Belchen gegaan. Een mooie route door het bos met onderweg nog even een picknick. Wel was het behoorlijk druk op de weg. Het is zondag vandaag dus waarschijnlijk maken veel mensen een uitstapje. Overal staan auto’s langs de weg geparkeerd en zie je mensen, gewapend met skistokken, wandelingen maken. Ik denk dat  Daarna via de Titisee en de Grüne Strasse weer richting ‘huis’ gegaan. Een prachtige route. Rond een uur of vier waren we weer terug op de camping. Ligstoelen uitgeklapt en onder de pruimenboom lekker even niks liggen doen. 

Overigens lijkt het er op dat met het einde van de vakantie er niet alleen een Armada van vertrekkende vakantiegangers is maar ook van komende. Leek het vanmorgen nog leeg hier, vanmiddag stroomden de lege plekken zomaar weer vol. Pensionado’s, mensen zonder kinderen en zuinige apen nemen bezit van de vrijgekomen percelen. De camping is een soort van terrassencamping en wij staan op de bovenste laan. We kunnen dus alles prachtig bekijken en becommentariëren.  Zo reed er om half vijf een zwarte Audi op het pas vrijgekomen veldje onder ons. Een jong stel, naar later zou blijken uit Drogeham in Groningen. Duidelijk voor het eerst samen op vakantie. Tent geleend van de ouders maar hoe zet je zo’n ding nou op. 

Een spekkie naar mijn bekkie dus, ik ging er even lekker voor zitten. De tent bleek een zelfde exemplaar te zijn als waar wij 35 jaar mee gekampeerd hebben dus ik zag direct al waar het fout ging. Maar ja, je moet ze eerst even een kans geven om de boel te laten mislukken voordat je je er mee gaat bemoeien. Na pakweg anderhalf uur stond eindelijk de middenpaal en uit de bewegingen die het tentzeil maakte kon ik opmaken dat er iemand met zijn tanden de middenpaal vasthield, met zijn rechterbeen de luifelstok probeerde te positioneren terwijl hij met zijn rechterhand de haringen probeerde aan te geven om de voorste scheerlijnen mee te bevestigen. Kijk, op zo’n moment weet je, nu wordt mijn hulp gewaardeerd. In een eerder stadium zien ze je waarschijnlijk als een bemoeizuchtige bejaarde. Ik heb ze verteld welk twee touwtjes ze achter moesten vastmaken. Dan staat de tent geborgd, valt de middenstok niet meer om en heb je je handen vrij om de luifel vast te maken. En jawel hoor, het werkte. Ik maakte nog even een opmerking van: ‘Ja, een heerlijke tent. Wij hebben er altijd met plezier mee gekampeerd en als je het even doorhebt hoe het moet staat hij in pakweg twaalf minuten’.  Dat is natuurlijk erg lullig om te horen als je al anderhalf uur bezig bent, het zweet op je rug staat, je heel andere dingen van plan was met je meisje in een tent en je bent nog maar op een derde van de werkzaamheden. Gelukkig hebben ze nog even de tijd om de schade in te halen. Ze blijven twee weken en overmorgen wordt het hier rotweer. Niets romantischer dan regen op een tentdoek. 

Vanavond lekker gegeten, varkenshaas van de grill met een groene salade en een compositie van aardappelblokjes met kappertjes, peterselie, augurk en ui. Aardbeien toe. Vanavond de dag nog weer even herbeleefd. Dat is het mooie van bloggen, je beleeft alles meerdere keren en de foute dingen… die vergeet je gewoon op te schrijven.

 

 

 

Maandag 31 augustus 2015: Zoek de verschillen

Onze planning zegt dat dit de laatste dag wordt in Baden Württemberg. Als alles goed gaat vertrekken we morgen. Dat wil zeggen, wanneer het weer goed is want bij slecht weer blijven we nog een dagje staan. Dat klinkt tegenstrijdig maar de vooruitzichten kondigen slechts één dag echt slecht weer aan en om precies dan in te gaan pakken en op te gaan bouwen zien we eigenlijk niet helemaal zitten. Waar de reis eventueel heen gaat weten we nog niet, we zien het wel. 

Waar de reis vandaag heen ging hadden we gisteren al min of meer bepaald. We zitten vlak bij Freiburg im Breisgau en na twee dagen platteland hebben we besloten om de stad maar even te bekijken. Het is maandag vandaag en onze verwachting was een beetje dat het net zo als in ons land is. Op maandag moet alles weer een beetje op gang komen. Geen haast dus vanmorgen. Echt heel rustig aan. En dat was gelukkig want wanneer we vroeg vertrokken waren hadden we de slapstick van de dag gemist. 

Naast de tent waar ik gisteren over schreef staat een vouwwagen. Zo te zien een oud dingetje, het doek een beetje ingezakt, scheerlijnen slap, stokken scheef maar afijn, dat moet je lekker zelf weten. Ik schreef al eerder: ‘De één zijn paard is de ander zijn ezel’, wat voor de één een hele rijkdom is telt voor een ander niet mee. Hij wordt bewoond door een jong stel, voor in de twintig. Ik had ze gisteren al met het ‘tentstel’ horen praten. Die hadden de tent van de ouders geleend, de klapkar was ook van ouders geleend, haar ouders. En vanmorgen stonden de ouders ineens op de stoep. Ik had het idee dat het een beetje onverwacht was, iets van een dag te vroeg. 

Pa, een massieve man van rond de 320 pond, stapte uit zijn auto en waggelde een rondje om de klapkar heen. Zonder de kinderen te begroeten begon hij over de wijze van opzetten, dat leek volgens hem nergens op. Toen dochterlief zich probeerde te verdedigen hoorde ik hem schreeuwen: ‘En van wie denk jij dan dat die wagen is dan, nou dan, van wie dan? Nou dan, krijg ik nog antwoord dan?’ Ja, daar was weinig tegen in te brengen. Het kind was er duidelijk mee aan. Vriendlief had het ook niet makkelijk. Hij wilde natuurlijk zijn meisje in bescherming nemen maar om nou tegen je schoonvader in te gaan, de man die zijn klapkar, zijn trotse bezit, aan jou heeft toevertrouwd, was natuurlijk ook wat moeilijk. Als een geslagen hond liep hij ogenschijnlijk al kwispelstaartend heen en weer tussen zijn schoonvader en zijn liefde. Opgelaten proberend de boel te sussen maar niet goed wetend wat te doen. 

Ondertussen was ook moeder uit de auto gekropen. Begon zich direct met de waslijnen te bemoeien. Was er af, nieuwe lijnen spannen en de was er weer op. De tafel en de stoelen stonden ook niet goed, direct werd er een nieuwe plek ingeruimd, de tent werd opengeritst, het frame aangepast, de gordijnen recht gehangen, de keuken onderhanden genomen en noem maar op. Ondertussen klonk het steeds weer: ‘En wat denken jullie ervan dan? Nou dan, krijg ik nog antwoord dan?’ 

Gewekt door het lawaai kwamen ook de tentbewoners uit hun tentje tevoorschijn gekropen. Ze hadden waarschijnlijk verwacht aan de jongelui twee gezellige maatjes te hebben. Althans, die indruk kregen we gisteren wel. Nou, heb je er zomaar, gratis en voor niets, twee boze ouders bij. Ja, wat moet je dan. De ontbijttafel werd meegenomen naar de achterzijde van de tent en daar gingen ze zitten eten, afstand nemend van hun ‘nieuwe vrienden’ en het gekrakeel wat ze maakten. 

Na een half uur begon de ergste woede te tanen en plofte Pa vermoeid in een stoel. Het moment voor ons om in te gaan pakken want als er toch niets meer gebeurt en escalatie niet meer in de lijn van de verwachting ligt is het nutteloos om te gaan zitten wachten op iets wat hoogstwaarschijnlijk toch niet gaat gebeuren. Auto ingeladen en op naar Freiburg dus maar. 

In tegenstelling tot andere Duitse steden is Freiburg erg levendig. Een mooie stad met veel historie. Nu is het wel een beetje herbouwde historie. Op 27 november 1944 is Freiburg namelijk behoorlijk gebombardeerd door de Royal Air Force. Voor en na deze datum was de stad ook al doel voor bombardementen maar op deze datum vond Operation Tigerfish plaats. In opdracht van ‘Bomber Harris’, de commandant van de Bomber Command werden op die dag 14.525 bommen op de stad afgeworpen. De hele oude stad werd verwoest en er vielen bijna 3.000 dodelijke slachtoffers en duizenden gewonden. Als door een wonder bleef de oude Munsterkerk gespaard en stond als een baken in de verwoeste binnenstad. Een zinloze verwoesting want deze actie diende geen enkel militair doel. Harris wilde door middel van zogenaamde tapijtbombardementen op steden de Duitse moraal breken maar dat is nooit gelukt. De bombardementen op Berlijn, Hamburg en Dresden hadden uiteindelijk niet het door hem voorspelde resultaat. 

Mooi herbouwd dus, rondom de kerk is een prachtige replica van een middeleeuwse stad op de fundamenten van de verwoeste panden herrezen. Een levendige stad in tegenstelling tot veel andere Duitse steden die we nogal saai vonden. Misschien ligt het wel aan het feit dat het een universiteitsstad is en dat het bijna op een drielandenpunt ligt. Duidelijk komen de Frans – Duitse mix naar voren en de Zuid Duitse invloed is ook duidelijk merkbaar. De officiële taal is natuurlijk Duits maar het hier gesproken dialect is Allemannisch. De taal van de Allemannen, de stam die de noordkant van de Alpen beheerste in de nadagen van het Romeinse Rijk. Onverstaanbaar en onbegrijpelijk. Tijdens gesprekken op straat hoor je de één wat rauwe keelklanken maken en je denkt nou, die heeft ook lelijk last van zijn strot. Zijn gesprekspartner barst dan in lachen uit en antwoord met een zelfde rochelend geluid. Wanneer je dit tijdens de Oktoberfeesten zou meemaken was het nog te begrijpen maar nu, zomaar op straat…

Even terug naar Freiburg. Rondom de kerk was een leuke markt, het was al bij twaalven dus de kans dat men in ging pakken was niet denkbeeldig. Maar rond twaalven nog niet want dan moet er geluncht worden. Net als in Noord Duitsland staan hier veel zogenaamde Food trucks, een soort rijdende snackbars met dit verschil dat ze geen snacks verkopen maar leuke maaltijden. Pasta’s, biologische maaltijden, soepen, Aziatisch en noem maar op. Leuk die verscheidenheid. Aan de andere kant van de kerk was de zogenaamde Wurstenallée, een soort Braadworstboulevard. Een stuk of tien tenten die alleen maar braadworsten verkochten. Wel in verschillende variaties maar het blijven braadworsten. Nadat we de markt bekeken hadden toch nog even de kerk in. Ik heb het al eens eerder gememoreerd, ik heb niet veel met de kerk maar wel met de gebouwen. 

De Munster kwam van binnen nogal streng over, donkere steensoorten en elke vorm van uitbundigheid ontbrak. Dat vonden we wel aan de buitenkant. Daar zitten de waterspuwers. Via de waterspuwers wordt het regenwater afgevoerd. Vaak zijn het duivelse of dierlijke figuren maar de middeleeuwse bouwers waagden zich ook wel aan frivoliteiten. Ik heb er een foto van gemaakt, staat onder aan de blog. Kijk maar even of je het herkent. 

Daarna de stad in, leuk winkelaanbod. Ja, natuurlijk ook hier een C&A en een H&M maar ook heel veel onafhankelijke winkeliers. Zo hebben we een heel tijdje doorgebracht in een reisboekenwinkel. Heerlijk, landkaarten bekijken. Waarschijnlijk een afwijking van me maar van een mooie kaart word ik altijd gelukkig. Wat ook bijzonder aan de stad is zijn de zogenaamde Bächle, een soort kanaaltjes die in de straten liggen en waar water doorheen loopt. Oorspronkelijk bedoeld als afvoer kanalen en overal aanwezig. Ook veel kunst en kunstenmakers in de straten, kortom de moeite waard. 

Rond een uur of vijf zijn we weer terug gegaan, nog even een snelle boodschap alvorens we gingen controleren of er bij de buren nog dodelijke slachtoffers gevallen waren. Dat was niet het geval. Gebroederlijk zat de familie rond de tafel als betrof het een verjaardag in Staphorst. Gezelligheid was dus troef. Iets later ging men barbecueën en het was duidelijk dat tijdens onze afwezigheid de pikorde was bepaald. Schoonzoon in spé had het onderspit gedolven. Hij liep met drank te sjouwen, vlees te grillen en gedienstig te zijn dat het een lieve lust had. En zo zie je maar weer, uiteindelijk komt alles op zijn pootjes terecht. 

Om wat meer activiteit bij de lezers van de blog te creëren heb ik een prijsvraag bedacht. Ik heb foto’s van voor en na de aankomst van de ‘klapkarouders’ en aan jullie de vraag: Zoek de zeven verschillen. Voor de meest originele en complete oplossing stellen wij een fles originele Zuid Duitse Chardonnay als prijs beschikbaar. Oplossingen kunnen gedaan worden via de ‘reactie’ mogelijkheid onder aan de blog. U heeft tot 20 september de tijd om uw oplossing in te sturen. Over de uitslag kan wel worden gecorrespondeerd maar het zal geen invloed hebben op de beslissing van de jury. Veel succes!

 

Dinsdag 1 september 2015: De klap

En opeens was daar een rotklap naast ons. Verdwaasd zaten we om half zeven rechtop in bed terwijl de wind om de caravan waaide en een fijne motregen voortjoeg. Geen idee wat er aan de hand was maar zodra ik mijn hoofd rond het randje van de voortent gestoken had zag ik het: de luifel van de caravan van de buren was door de wind opgetild en over hun dak heen geblazen. Nou, zou je zeggen, dat is mooi, blijft je caravan mooi droog met al die regen. De eigenaar dacht daar heel anders over en wilde de constructie redden. Het was zo’n oprolding en hij stond vast met twee touwtjes, vol in de wind. Dat kan niet goed gaan en dat bleek. 

Snel mijn stappers aangetrokken en in mijn Schotse pyjamabroek en een T-shirt wat ik in de haast verkeerd om had aangetrokken ben ik naar hem toe gegaan om een handje te helpen. De buren van de andere kant waren ook al in actie. Jantiene kwam al aan met het opstapje zodat ik even hoger kon reiken. De hele boel was verbogen en zat in de knoop, zo leek het. Hoe we het weer uit elkaar moesten krijgen, ik zag er niet echt een gat in. Op dat moment kwam ik tot het besef dat ik mijn bril nog niet op had dus dat mijn hulpactie waarschijnlijk meer kwaad dan goed zou doen. Jantiene snel mijn bril gehaald en toen hadden we met vijf minuten de boel van het dak, de poten ingeschoven, en de hele boel weer in de hoes waar het thuis hoorde. De schade viel denk ik nog wel mee.

We werden hartelijk bedankt en snel weer terug naar ons hutje want het begon steeds harder te regenen. Na een kop thee besloten we om het vertrek nog maar een dag uit te stellen en er nog maar even lekker in te kruipen. Gelukkig had de reddingsactie niet al te lang geduurd dus het bed was nog niet helemaal afgekoeld, dat in tegenstelling tot onszelf. Dan maar even de Deken tot aan je neus optrekken en je bent zo weer vertrokken. Dat was ook de buurman want toen ik om een uur of negen weer wakker werd zou ik  even kijken hoe het ging maar hij was er niet meer. Met de noorderregen. Als een dief in de nacht. Zeker bang dat hij zijn waardering een stoffelijke vorm moest gaan geven. Een kratje bier was het zeker wel waard. De krepser. 

De regen werd allengs minder maar we hadden ons besluit al genomen. Met de paraplu boven het hoofd een extra dag geboekt en ons brood opgehaald en lekker op ’t gemak ontbeten. Daarna, of we nog geen water genoeg gezien hadden, even douchen. Het weer was inmiddels opgeknapt en omdat het toch wel erg vroeg is om in te pakken nog even een rondje in de buurt gekeken. Eerst gingen we de kant van Zastler op, een plaatsje hier vlak bij. Daar kan je de berg op naar de Toter Man. Niet echt een naam die tot een bezoek uitnodigt maar de nieuwsgierigheid won het. Een mooie rit de berg op, klimmetjes van ruim 17% over een smal weggetje. Boven aan gekomen zagen we wat skiliften en een restaurant. Waarschijnlijk was dat het restaurant van de Toter Man want het was gesloten. De laatste sneeuw bleek ook gesmolten te zijn dus skiën kon ook niet. Weinig te beleven dus. Terug dus maar.

Op de terugweg even gestopt bij de Hochfahner Hutte. Een berghut die op de rand van een natuurgebied ligt. Wat de bedoeling er van is was me niet helemaal duidelijk maar ik denk dat het een soort overnachtingsplaats is voor wandelaars. Het was een wonderlijke plek. Er stonden koeienschedels op stokken, een altaar met plastic kiepwagens, een fluitketel in een boom en nog veel meer. Echt een plek om even rond te kijken. Daarna de weg weer terug genomen want om nu twee keer de beklimming te doen leek ons wat overdreven.  

Een blik in het ‘groene weggetjesboek’ bracht ons naar de Hexenlochmühle, de Heksenmeermolen. Een watermolen met twee schoepraderen. De raderen drijven niets meer aan maar het gaf een idyllisch plaatje. Wat toeristische rommel er omheen, Hausgemachter Konfiture, Swarzwalder Tannenhonig, Koekoeksklokken, rozenkransen gemaakt uit echt Württemberger Eichholz, Fijnspar notenolie, Vlierbessenwijn en meer van dat soort gedoe. Even kijken, doorlopen en snel vergeten. Er was ook een terras, dat was interessanter. Lekker gaan zitten en een koppie besteld. Het was inmiddels al een uur of twee dus we kregen al weer trek. Een punt appeltaart er bij en een Bauern Feinwurst mit Käse Zwölfstunchen, een typisch streekgerecht wat hier door de boeren als twaalfuurtje gegeten wordt: kaas, worst en brood. Je ziet het al, de cultuurverschillen zijn niet zo erg groot. Halverwege ons twaalfuurtje, zo rond kwart over twaalf, begon het weer te regenen. Gelukkig was het terras waar we zaten overkapt met parasols maar ook de temperatuur daalde direct. Het laatste kwartier van het twaalfuurtje aten we dus maar in vijf minuten op en snel weer terug naar de auto. 

De regen ging over in hozen. De waterdruppels vormden bijna een gordijn. Ik bedacht me toen dat wanneer je met de zelfde snelheid van de berg afrijdt als de waterdruppels vallen je niet nat wordt. Wel even geprobeerd maar als gevolg van het aantal bochten in de weg was het niet haalbaar. Wel merkte ik dat wanneer ik een stukje vol gas kon ik de ruitenwissers zachter kon zetten maar ik weet niet of dat mijn theorie ondersteunt. Ik kon ze per slot van rekening ook zachter zetten toen ik stil stond. Wellicht een leuk gegeven voor een afstudeerproject? 

Maar weer terug naar de camping. Daar vonden we alles nog in goede staat terug. De buren hadden het minder. De geleende tent van pa en moe had wat lekplekken maar met wat emmertjes en een afwasbak was dat probleem ook wel op te lossen. Vanavond even gewokt, geblogd en alvast de eerste spullen opgeruimd. Zo tegen zonsondergang ging de zwarte bewolking over in wat vriendelijker wit met stukken blauw er tussen dus voor wat morgen betreft hebben we goede hoop. 

Vanavond nog even een probleempje. De kraan begon een eigen leven te leiden. Zo nu en dan begon hij spontaan te lopen en stopte er dan weer mee. Nu is het natuurlijk geen gewone kraan maar een elektrische. Een elektrisch probleem dus. Ik had wel een idee wat het was, er zit een veertje in de kraan die een palletje terughaalt wanneer je de kraan weer dichtdraait. Als die los zit kan dat wel eens storingen veroorzaken. Heb ik al eens eerder opgelost. Kraan uit elkaar gehaald en geprobeerd om met een pincet het veertje weer op zijn plaats te krijgen maar het is zo'n verrekt klein rotding. Op een gegeven moment had ik hem bijna toen hij tussen mijn pincet vandaan sprong en nergens meer te vinden was. Nou ja, pech. Dat lossen we van de week wel weer op. Voorlopig maar even flessen vullen. 

Dan nog even over de prijsvraag: het gaat goed, de eerste oplossingen zijn al binnen en het ziet er veelbelovend uit want ook de eerste omkooppogingen zijn al gedaan. Blijf zo doorgaan, we staan overal voor open.