Alle blogs laten zien

Vrijdag 12 aug 2011: Bad Ems


Het is 12 augustus 2011 en op het moment dat ik dit schrijf zitten we in de caravan in Bad Ems, tussen Koblenz en Nassau in. Na de nodige voorbereidingen vanmorgen om een uur of half negen vertrokken. Voor het eerst naar het buitenland met de caravan. We hebben al wel een paar keer in Nederland gestaan maar dit is toch anders. Slovenië is het uiteindelijke doel maar of we daar ook komen is natuurlijk nog de vraag. Mochten we voortijdig ergens belanden waar het ons bevalt en waar het weer goed is dan kunnen we daar natuurlijk ook gewoon blijven.

Zoals gezegd, half negen gingen we op pad. Dat was ook een beetje onze planning maar daar komt meestal weinig van terecht. Het is dit jaar natuurlijk wel anders, de hut was al helemaal klaar en moest alleen nog aangekoppeld worden. Nog even wat spullen in de auto, broodjes smeren en we konden op weg. Het was smerig, druilerig weer. Een gestage motregen viel naar beneden, afgewisseld met wat flinke buien.

Eerst nog even op de koffie geweest in Ransdorp bij Mart. Was gezellig, Pjotr en Emiel waren er ook, net terug uit Italië. We gingen daar na een kop koffie om een uur of half elf weer vandaan. Volgens de mannen van mijn werk kon ik het beste via Amersfoort, Nijmegen en Venlo rijden, dat zou het meest relaxed zijn. De raad maar opgevolgd en inderdaad, rustige weg. Rond een uur of half één reden we bij Venlo de grens over. Onderweg werden we nog opgeschrikt door een camper die naast ons een klapband kreeg. Gelukkig reed hij op de andere baan dus wij hadden er geen last van. Het was wel een rotklap zeg.

Snelweg richting Koblenz gevolgd en besloten om daar een camping te gaan zoeken. Niet zover weg maar het rijdt toch wel anders. Het gemiddelde ligt een stuk lager en in Duitsland mag je ook niet zo hard met een caravan. Na wat stops waren we rond een uur of vier in Koblenz. Daar reden we langs Festung Ehrenbreitstein waar ik 30 jaar geleden nog gelogeerd heb met de wijnreis van de St. Hubertus, boven de Deutsche Eck. Goede herinnering over jeugdige dronkenschap en de dirndls in het plaatselijke Bierhaus kwamen weer naar boven.

Het weer was intussen ook wat verbeterd. De regen viel niet constant meer maar we hadden af en toe nog een flinke hoosbui en we konden zowaar af en toe wat blauws tussen de veelal grijs gekleurde wolken ontwaren. Anne had al een camping opgezocht en in de Tomtom ingevoerd maar daar konden we niet terecht. Dit weekend is het festival ‘Der Rhein in Flammen’ met volgens zeggen spectaculair vuurwerk en allerlei toestanden met boten. Geadviseerd werd om door te rijden, richting Nassau. Dat hebben we dus gedaan en daarbij passeerden we Bad Ems, een wat in verval geraakt Kuuroord. Daar gekeken en volop ruimte. De boel neergezet en inderdaad, 17 minuten nadat we gearriveerd waren hadden we caravan geïnstalleerd, het tentje van Anne opgezet en een biertje open getrokken. Het was dus waar, dit is wel even poepie sneller dan met de tent. De tijd die we verloren hadden met het lagere tempo werd hierdoor bijna tot nul gecompenseerd. Anne zei al: ‘Als ik met Bas ga kamperen koopt hij ook maar een caravan’.

Tussen de buien door even gewokt waarbij de nieuwe Cadac nog in de fik vloog, de gasaansluiting zat niet helemaal jofel. Anne zei al dat ze vond dat het een beetje naar gas stonk. Cadac een beetje zwart maar hij doet het gelukkig nog goed. Lekker gegeten. We staan aan het riviertje de Lahn op een camping met een behoorlijk Tokkiegehalte. Na de afwas een rondje gelopen maar dat was eigenlijk niets. Ik heb na een verregende vakantie in Zweden wel eens gezegd: ‘er is niets zo deprimerend als een nat, druipend dennenbos’. Ik moet daar even op terugkomen. Er is namelijk nog wel een overtreffende trap, niets zo deprimerend als een druipend Duits dennenbos. Gelukkig was er ook nog goed nieuws over vallend water, de douches waren gedateerd maar lekker warm en hadden een geweldige straal. Wel keken ze hier een beetje raar op toen ik in mijn djebellah met klompen er onder naar de douche liep maar dat komt waarschijnlijk omdat ze hier niet helemaal mulitculti zijn.

Ondanks de lekkere douche en het Koblenzer festival toch maar besloten om morgen in te pakken en verder naar het zuiden te gaan. Richting zon als we Edwin Krol mogen geloven. Beneden de breedtegraad van Parijs is het weer beter. Dat is nog een 200 kilometer dus dat is te doen. Nu eerst nog even een blikje Alfa naar binnen werken en daarna naar bed. Maar even een goede nacht proberen te maken, we hebben allemaal een beetje last van zomerverkoudheid als gevolg van het vochtige weer. Hopelijk wordt dat de komende dagen wat minder. {20110812}

Zaterdag 13 aug 2011: Stadscamping Neurenberg

Ben het arbeidsritme nog niet helemaal kwijt, was alweer vroeg wakker. Een euvel waar ik ieder jaar met vakantie mee kamp. Half zeven er uit. Wat gelezen en even in het kaartenboek gebladerd. Even voor half acht thee gezet voor de dames. We hebben besloten om vandaag toch af te reizen naar betere oorden. Eerst even onder de douche gestapt. Anne had niet zoveel geluk, haar muntje weigerde dienst toen ze net ingezeept in de douche stond. Snel overgestapt naar de douche van Jantiene. Ze kon de klus gelukkig toch nog voor elkaar krijgen. Gelijk keven broodjes gehaald en na het douchen lekker zitten eten. Toen nog even het tentje afbreken van Anne, hij was wel behoorlijk nat. Daarna kwam Heinz ons loskoppelen van de stroom en konden we gaan betalen.

Het was niet echt vroeg meer toen we de camping afreden maar dat mag niet deren. Anne was vandaag de Tomtom en wees ons de weg. De eerste 10 km een keer of drie verdwaald geweest maar daarna ging het beter. Bij Braubach kwamen we op de weg die langs de Rijn liep en die hebben we een kilometer of veertig gevolgd. Veel te zien, ontzettend veel scheepvaart, kastelen, wijngaarden en het was helemaal niet druk. Uiteindelijk belandden we in Rüdesheim waar we getankt hebben en inkopen gedaan bij de Lidl want ons pakket was niet helemaal compleet. Daarna de snelweg op richting München maar zover zijn we niet gekomen. Dat was eigenlijk hetzelfde als de Roemeense vrachtwagen waar we achter reden. Gezien zijn rijstijl was het wat moeilijk hem te passeren.

Dan weer hard, dan zacht, ondertussen van links naar rechts over de weg. We reden al een tijdje achter hem en vonden dat hij wel erg scheef hing. Op een gegeven moment begon de wagen ontzettend te roken en vlogen de stukken rubber door de lucht. Hij kon de auto op de vluchtstrook parkeren en konden wij hem ontwijken. Zo te zien alleen materiele schade, gelukkig maar.

We deden het verder op ons gemak en zijn uiteindelijk op de stadscamping in Nürnberg beland. Goede faciliteiten en niet zo oubollig als de vorige in Bad Ems. Het was een uur of vijf toen we hier aankwamen. Even Annes tentje opgezet, dan kan hij drogen want het is al bijna de hele dag droog. Daarna even zitten borrelen. ’s Avonds even een pizza gehaald want we hadden geen zin om te koken. Onze avond werd gelukkig nog muzikaal opgeluisterd door een Tsjechische muzikant die ons vanaf een uur of vijf op zijn gitaar zat te tokkelen. Dat ging nog wel maar vanaf een uur of acht begon hij zichzelf vocaal te begeleiden en toen ging het kwalitatief snel bergafwaarts. Toen ik hem tegen tienen zei dat we er ontzettend van genoten hadden van zijn talent maar dat we het nu eerst even emotioneel wilden verwerken zei hij: ‘Ja, fast zehn Uhr, letzte Liedchen jetzt’. Dat kwam werkelijk als een bevrijding.

Vanaf morgen is het ‘Weg van de Snelweg’ want het uiteindelijke doel komt al in zicht. We willen morgen een camping in Oostenrijk zoeken en daarna doorrijden naar Slovenië. Morgen op tijd op route en dan zien we wel weer.{20110813}

Zondag 14 aug 2011: Weg van de snelweg

Het was nog doodstil op de camping toen ik vanmorgen de caravan verliet. Geen wonder want het was nog vroeg. Ik vind dat heerlijk, geen mensen, geen herrie, de hele wereld voor mij zelf. Eerst maar eens mijn favoriete klus gedaan, de plee geleegd. Voor de lezers die wat minder bekend zijn met het caravan gebeuren, in onze caravan bevindt zich een toilet (God zij dank). Omdat wij niet aangesloten zijn op het riool is voor de opvang van de zaken waar we afscheid van moeten nemen een cassette aanwezig waarin dit alles zich verzamelt. In tegenstelling tot het riool heeft dit systeem geen oneindige opvangcapaciteit en moet dus eens in de zoveel tijd geleegd worden. Tijdens ons bezoek aan Boer Piet in Kockengen heb ik gemerkt dat het beter is om hem niet te vol te laten worden omdat dit wat problemen geeft met legen. Ten eerste is het een hele sjouw. Het is al geen elegant gezicht wanneer je met dat ding over de camping loopt maar als hij niet te tillen is, is het vooral voor de medecampeerders een slapstick. Ten tweede kolkt bij het legen de inhoud zo snel naar buiten dat de kans bestaat dat deze zich weer hecht aan de originele eigenaar, zij het aan de buitenzijde van het lichaam. Een situatie waar ik niet echt op zit te wachten.

Voorzichtig, om de stilte niet te verstoren de cassette dus maar uit de caravan verwijderd en naar de leegplaats gelopen. Geen slapstick en hij was nog goed te tillen. Legen ging ook voorspoedig, een mooi begin van de dag dus. Op de terugweg richting caravan teneinde alles weer in de originele staat terug te brengen liep ik langs de auto. Verdorie, rechterachterband leeg. Dat was echt balen. Eerst maar het toiletgebeuren afmaken en daarna op voor de volgende opdracht.

Gelukkig had Dirk me een tijdje geleden gevraagd of ik eigenlijk wel wist waar het reservewiel zat en ik kreeg direct tekst en uitleg en daar kon ik nu mijn voordeel mee doen. Ondertussen was ook de rest van de crew het bed verlaten. Na een kop thee gezamenlijk aan de gang. Het reservewiel was vrij snel tevoorschijn getoverd en ook de auto stond snel op de krik. Daarna moest echter het lekke wiel verwijderd worden en dat viel niet mee. De wielmoeren zaten zo ongelooflijk vast en waren niet los te krijgen. Gelukkig zag onze Oostenrijkse buurman ons gemedder en pakte zijn doppendoos. Met zijn assistentie kregen we ze alle vijf weer gangbaar en het wiel los. We dankten hem hartelijk want anders hadden we toch echt de ANWB in moeten schakelen. Op zich geen ramp maar om nog een nacht in Neurenberg te moeten blijven trok ons niet zo erg. Daarna was de klus eigenlijk vrij snel geklaard. Het wiel maar even in de achterbak gegooid. Ingeval we een bandenboer tegenkomen kunnen we hem direct pakken. Daarna gegeten en om tien uur konden we wegrijden. Viel toch eigenlijk alles mee.

De camping was doorreis technisch gezien gunstig gelegen, met vijf minuten zaten we op de snelweg richting München. Schoot lekker op tot aan Ingolstadt. Daarna kregen we te maken met al meer drukte en toen we de rondweg rond München bereikten stond het echt helemaal vast. Het weer was gelukkig goed dus dat verzachtte het leed nog weer een beetje. Ik denk dat we over een kilometer of vijfentwintig 2 uur gedaan hebben. Onbegrijpelijk hoe die files ontstaan, op een gegeven moment houdt het gewoon op en rijdt alles weer. Na München richting Salzburg, ook een filegevoelig traject. Vooral bij de Chiemsee was het druk. Een mooie plek trouwens. Je komt uit de bergen aanrijden en opeens heb je dit grote meer in het vizier. De zon scheen lekker en met alle zeilboten die er op voeren was het een vrolijk gezicht.

Iets verderop reed het verkeer gewoon door en we kwamen zonder al te veel opstoppingen bij Salzburg aan. Voor die tijd trouwens al afgebogen omdat we een bord zagen dat Ljubljana aangaf. Anne had ondertussen een stadje op het oog met wat campings en zodoende zijn we in Hallein beland. Via Kaltenhausen zijn we naar Auwirt doorgereden waar we een camping vonden. Niet groot, ik denk een plaats of veertig, maar ik vind het genoeg. Vijf uur was het toen we aankwamen en kwart over vijf zaten we lekker buiten. Na een borreltje gekookt en lekker gegeten.

Toen het begon te schemeren zagen we in de verte steeds lichtflitsen. Eerst dachten we dat het vuurwerk was maar later bleek het onweer te zijn. In eerste instantie erg ver weg. Anne heeft nog geprobeerd om een paar mooie bliksems fotografisch te vereeuwigen wat gedeeltelijk gelukt is. Toen het echt donker was begon het hier ook zachtjes te regenen. Rond een uur of half elf lagen we.

Een half uur later brak hier ook een noodweer los. Vette knetters en dikke druppels. Op een gegeven moment, het was zo rond elf uur, ging de telefoon. Anne. Ze moest naar de WC maar had geen paraplu en geen emmertje. Of wij even iets konden regelen. Jantiene haar warme bed uit en de emmer gebracht. Daarna, terwijl de druppels op het dak uiteen spatten langzaam weer in slaap gevallen.{20110814}

Maandag 15 aug 2011: Berechtesgaden

De batterijen van de biologische klok lijken wel weer leeg te raken. Lekker, vandaag was het kwart voor acht voordat bij mij de luiken open gingen. Even lekker gewassen en daarna brood gehaald. Stoelen buiten gezet want het was lekker weer. Jantiene kwam al vrij snel achter me aan en samen even een koppie gedaan. Rond een uur of tien werd Anne ook wakker. Eerst even lekker gegeten. We hadden net de laatste hap naar binnen toen het zachtjes begon te regenen. Het leek wel een herhaling van gisteren wan de druppels werden steeds groter. Snel de boel opgeruimd en Anne onder de douche. Ze had net zo goed buiten kunnen blijven staan met een beetje shampoo in haar haar.

Inmiddels had ik de Oostenrijkse radio ontdekt en tijdens het nieuws van elf uur hoorde ik dat er een ‘Schreckliches Gewitter war in Salzburger Region’ met omgewaaide bomen, ondergelopen kelders en noem maar op. Overigens schijnt volgens Heinrich Kröll van het Oostenrijkse weerbericht het weer morgen beter te zijn. Het goede nieuws was dat het maar in een klein gedeelte van Oostenrijk slecht weer is. Het slechte nieuws was dat wij nu net in dat gedeelte zijn. Nadat we een broodje gegeten hadden hebben we toch maar de moed opgevat om een rondje te gaan rijden. Hier de bergen in en toen richting Berechtesgaden. Prachtige omgeving. Onderweg kwamen we ook nog over de Obersalzberg. Daar had in de oorlog een oude Oostenrijkse huisschilder met een klein snorretje nog een buitenverblijf. Ik kan me wel een beetje voorstellen dat hij daar ging zitten. Lekker rustig en een prachtige omgeving. Verder moeilijk bereikbaar dus lekker veilig. Er is nu bij het Adlersnest een documentatiecentrum ingericht. Dit is alleen met een kabelbaan te bereiken en we hebben het gelaten voor wat het was. Het leek echter wel een soort van bedevaartsoord, afgeladen met bussen en auto’s, ontzettend druk. Uit alle windstreken kwamen ze, toch wel een beetje een bizarre gedachte.

Wij zijn verder gereden naar Berechtesgaden, een afdaling met stukken van 24% dus dat ging behoorlijk steil naar beneden. Daarna naar Unter Jettenberg gereden, bij de insiders ongetwijfeld bekend en vandaar een mooie route richting Saalfelden in Oostenrijk. Daar gingen we de provinciale weg weer de bergen in, richting Bischofshofen. We kwamen langs allerlei skioorden en in Hinterthal hebben we even opgestoken. Ik aan de koffie met Apfelstrüdel, Anne had Hirnbeer-yoghurttorte en Jantien een tosti met Salatgarnitur. Smaakte allemaal prima, vooral de rauwkosten bij de tosti. Na een prachtige rit door de bergen, waarbij de bergbeken die dankzij de regen ontstaan waren ontelbaar leken, kwamen we uiteindelijk weer op de doorgaande weg richting Hallein. Rond een uur of half zes waren we terug en zowaar, de zon brak door. Het werd helemaal nog even lekker weer. Even een borreltje en in de tussentijd liep de camping om ons heen weer vol met Italiaanse campers. Echt een doorgangcamping hier. Vanavond lekker gegeten, rijst met prut, een soort vakantiespecialiteit. Nog even de ANWB gebeld waar ik hier in de buurt mijn band kan laten maken en die kwamen met een adres aan van een Ford-dealer in Salzburg, 6 km hier vandaan. Dat moeten we dus morgenochtend eerst maar even laten doen als we de boel opgebroken hebben. Nu gaan we zo vlak, het is bijna al weer elf uur en om zeven uur gaat de wekker weer. Tot morgen.

Dinsdag 16 aug 2011: Bohinsjka Jezero

De zon scheen toen ik vanmorgen de caravandeur open deed. Althans, achter de bergen die mij het zicht aan de horizon onttrokken, scheen een fel licht dat niet door wolken gehinderd werd. Om kwart voor zeven kwam de zon voorzichtig boven de bergkam uit en vond ik het wel tijd worden dat de rest van de familie ook de luiken zou openen. Mijn begroeting met een kop thee werd met gemengde gevoelens ontvangen maar het verlangen naar een beetje zon was groter dan de verkleving met de klamme lappen dus iedereen was om zeven uur wakker. Eerst even gedoucht want rond die tijd is het water nog lekker warm, daarna gegeten en de boel opgeruimd. Om negen uur waren we onderweg naar garage Schmidt, de Ford dealer, voor een nieuwe band.

Repareren ging niet werd mij verteld. Dat mocht vanwege wettelijke regelingen niet. Dus maar voor een andere band gekeken. Na wat overleg bleek dat er ook nog gebruikte banden verkocht werden dus maar voor die optie gegaan. Na wat wachten bij de heer Ebner werd mijn band opgehaald door een vrouwelijke, roodharige monteuse. Een alleraardigst meisje. Na een kwartiertje was ze klaar en hebben we samen het wiel weer achter in de auto gelegd. Na het wassen van mijn handen mocht ik de rekening gaan betalen, die was niet tweedehands maar was behoorlijk gepeperd. Nou ja, zonder wil ik niet rijden want als we het nu oplopen zijn we echt in de aap gelogeerd. 

Inmiddels hadden de dames boodschappen gedaan en konden we om een uur of kwart over tien richting Slovenië vertrekken. Toch maar, vanwege de tijdsdruk, besloten om over de snelweg te gaan. Goed besluit, we hadden de vignetten toch al. Prima weg, goed onderhouden en niet druk. Eerst zijn we richting Villach gereden, een twintigtal kilometers voor de Sloveense grens. Daarna hield de Tomtom het voor gezien, Slovenië staat namelijk niet in de Tom. Doorgereden naar de Karawankentunnel. Toen we daar inreden hadden we het laatste van Oostenrijk gezien, aan de andere kant begint namelijk Slovenië.

Een ander land, je zag het direct toen je er binnen kwam. Het is moeilijk te omschrijven maar het had direct niets Oostenrijks meer. Nadat we getankt hadden (een kwartje goedkoper dan in Oostenrijk) richting Bled gereden. Daar kwamen we langs het wereldberoemde meer. Het zag er leuk uit maar eigenlijk niet meer dan dat. Daarna richting Bohinjska Bistrica gereden omdat we gisteren ontdekt hadden dat daar de nodige campings zijn. Het ligt in het Triglav Nationale Park, een beschermd natuurgebied van 880 km2. De Triglav is de hoogste berg in Slovenië en ligt midden in het park. 

Prachtige omgeving onderweg, smalle wegen door een zacht glooiend landschap, dorpjes waar de tijd stil had gestaan, overal bloemen, landbouwers die nog met paard en wagen aan het werk waren, mooie huizen, kortom een openbaring. Heel anders dan ik verwacht had. Wat ik verwacht had kan ik eigenlijk moeilijk zeggen maar dit was echt te gek. Bij Bohinske Bistrica aangekomen eerst even naar het Turisticuzc Informacije buroj geweest om te kijken of we wel goed zaten. Daar werden we te woord gestaan door een alleraardigste jongeman die duidelijk plezier in zijn werk had. Er waren twee campings in de buurt, één in het dorp waar we waren en één in een dorp verderop, Ukanc, aan het Bohinjsko Jezero (het meer van Bohinj), ongeveer 10 km rijden. Voordat we verder op zoek gingen eerst even boodschappen gedaan bij de plaatselijke supermarkt waar Anne heel goed scoorde met de teksten uit het boekje ‘Sloveens in drie lessen’, ze vonden het prachtig.

Daarna naar de eerste camping gereden en even gekeken en daarna besloten om naar de tweede te rijden. Prachtige rit erheen, langs een mooie, heldere rivier en langs dorpjes met onuitsprekelijke namen als Laški Rovt en Ribčev Laz kwamen we aan bij het meer. Na een paar kilometer de camping gevonden maar dat was niets voor ons, erg in het bos gelegen en geen recht stukje te zien. Wel leuk als je alleen een tentje hebt. Terug dus maar naar de eerste, Kamp Danika. Plek genoeg nog en na wat geheen en weer hadden we een plek gevonden. Nog wat gegoochel voordat de kar op zijn plek stond maar dat lukte uiteindelijk ook. Eerst gegeten en daarna de tent van Anne opgezet. Stukje gelopen en bij de bar een drankje genomen. Mooie prijzen hier, een halve liter bier voor € 1,90. Daar moet je op het Waagplein eens om komen. En het was nog lekker bier ook, mooi hoppig. Vanavond Chili gegeten en rustig aan gedaan. Geprobeerd om Internet te krijgen maar dat is tot nu toe nog niet gelukt. Misschien morgenvroeg als iedereen nog in zijn bed ligt. We zien wel. Voor nu houden we het even voor gezien. Nog even slap zitten en dan een tijdje op de ribben staan….{20110816}

Woensdag 17 aug 2011: De melkautomaar

Dat Slovenië een gelovig land is merkte ik vanmorgen. Om zeven uur begonnen alle kerkklokken te beieren om de gelovigen naar binnen te lokken. Helaas, ik kon niet heen want op dat moment had ik andere dingen aan mijn hoofd zoals: moet ik papier mee naar het wc-hok en waar staat de bakkerskar… Dus de pastoor maar even overgeslagen. We staan hier in een dal, zo’n 20 meter van de rivier de Savica en op het moment dat ik naar buiten ging had alles een beetje een mystiek sfeertje, gehuld in de mist met de zon die net over de bergrand heen kwam. Toen de zon tevoorschijn gekomen was, was het ook met een minuut of tien verdwenen.

We hebben besloten om vandaag naar de Savica Slap (Slap betekent waterval)  te gaan, de bron van de rivier die hier in bergen ontspringt. Onderweg komen we weer langs het meer waar we gisteren ook langs gingen maar aan het einde daarvan voert de weg ons het bos in. Dit is tenminste een bos, zo’n Lord of the Rings bos. Grote rotsblokken, gigantisch hoge bomen, echt ruig, prachtig gewoon. Verschillende keren de auto uit om te kijken. Een kilometer of vijf verder kwamen we bij de Koča pri Savici, een berghut waar we de auto konden parkeren en waar de wandeling richting waterval begon. Prachtige wandeling langs de Savica die daar nog een hele ruige vorm heeft. Alles stroomversnellingen en watervalletjes, wonderlijk gevormde bomen die met hangend mos overgroeid waren. Na zo’n 500 meter en talloze foto’s kwamen we bij de toegang. Voor € 2,50 mochten we gebruik maken van de trap die er was. 

Vol goede moed vatten we de tocht aan maar het was toch wat verder als we verwacht hadden. Tussen de trapgedeeltes door waren er af en toe stukken met vals plat. Het was een hele klim maar wel door een mooie omgeving. Iedere keer wanneer we dachten dat we er bijna waren kwamen we de hoek om en kregen opnieuw een stuk trap te zien. Eindelijk, 572 treden later (eerlijk waar, op de terugweg hebben we ze geteld), kwamen we bij het uitzichtspunt aan. Een overkapt houten platform waar we de waterval konden bekijken. Midden in de berg zit ogenschijnlijk een gat waar het water uitkomt en 72 meter naar beneden valt. Iets lager is een wat kleinere waterval, 25 meter hoog. Volgens de folder die we bij de ingang uitgereikt kregen is het water regenwater wat langzaam door de berg heen sijpelt en uiteindelijk bij de waterval uitkomt. Er zit dan wel gigantisch veel water in die berg wanneer je ziet hoeveel er uitkomt, een verschijnsel wat 24 uur per dag doorgaat.

 Onder aan de waterval heeft men een soort stuwmeer aangelegd waar elektriciteit wordt gewonnen. Sinds de bouw hiervan in 1916 is hier ongeveer 1 Terawattuur aan stroom gewonnen. Een hoeveelheid die je op het eerste gezicht weinig zegt maar om dit met kolen op te wekken heb je ongeveer 1.2 miljoen ton kolen nodig, een equivalent van 600.000 spoorwegwagons vol. Samen zouden die een trein vormen van hier naar Stockholm (900 km verderop). Althans dat zegt de folder en wie ben ik om daar aan te twijfelen. Eén ding is wel zeker, als die trein langskomt wil je liever niet voor de spoorbomen staan.

We zijn ongeveer een kwartiertje boven geweest, niet alleen vanwege het uitzicht maar ook om de geplaagde kuiten wat rust te geven. Gelukkig ging de weg terug een stuk soepeler. Daarna de auto weer opgezocht en teruggereden naar het meer. Daar een rustig plekje gezocht, wat helemaal niet moeilijk is, en de koelbox en de picknickmand gepakt. Lekker zitten eten terwijl we de forellen die vlak voor ons zwommen konden voeren. Wat een rust en een stilte, heerlijk gewoon. We zaten op een plek waar ook nog wilde cyclamen groeiden. Veel kleiner dan de gekweekte versie die bij ons de raamposten siert maar wel heel leuk om te vinden.

 Daarna een alternatieve route richting camping gezocht. Prachtig weggetje gevonden door stille dorpjes heen. Onderweg kwamen we allerlei droogschuren tegen. Daar worden hooi en bonen gedroogd op horizontaal houtwerk. Wanneer het voldoende gedroogd is wordt het naar boven getransporteerd waar een soort opslag is. Wanneer ik de verhalen mag geloven zijn ze er bij die uit de 17e eeuw stammen maar ook tegenwoordig worden ze nog gebouwd, we hebben ook exemplaren van gewapend beton gezien.

Overal langs de weg vind je ook kapelletjes en heiligenbeelden, het giert er van. Een ontzettende variëteit in vormen en soorten. De huizen zijn ook erg kleurig, overal bakken met geraniums, petunia’s en phloxen aan de huizen. Dit zet zich zelfs door tot in de bushokjes. Deze zijn van hout, getooid met een Sloveense vlag en overal hangt een grote bak rode geraniums aan. Het geeft alles een vriendelijke uitstraling. Na een leuke rit teruggekomen bij ‘ons’ dorp en eerst even boodschappen gedaan. We moeten iedere dag even water halen want ondanks dat alles hier even schoon en nietjes is, is het water niet te vertrouwen. Bij iedere kraan op de camping staat ook dat het water eerst gekookt moet worden. Even wat aanvullingen voor de picknickmand gehaald. We hebben veel plezier van onze Sloveense woordenlijst. Vooral het meisje van de fruitstal vond het geweldig en wij vinden het ook leuk.

 Hier hebben we ook de eerste melkautomaat ontdekt, een soort automatiek voor zuivelproducten. Je koopt in een automaat een plastic (€ 0,20) of glazen (€ 0,50) fles. Die zet je in een soort kastje. Dan stop je een euro in de gleuf en de fles wordt automatisch gevuld met verse melk. Helemaal geweldig, nog nooit zoiets gezien. En de melk was nog lekker ook.

Groente en fruit zijn hier nog wel goed te betalen maar voor de rest is het geen goedkoop land. We hadden een karretje van niks en we moesten er voor ons gevoel behoorlijk voor betalen. Brood rond de twee euro, kleine broodjes, vergelijkbaar met kadetjes, veertig cent. Vlees valt wel weer mee. Diesel en consumpties op terrassen daarentegen zijn wel weer goed te betalen.

Vanavond, terwijl we onze kip met gebakken aardappelen naar binnen zaten te werken kwam er nog een Sloveense folkloristische groep langs de caravan wandelen. Waarschijnlijk iets van volksdansactiviteiten. Helaas moesten we dit aan ons voorbij laten gaan vanwege het eten en de afwas. Verder een rustige avond en om half elf al plat.{20110817}

 

 

 

Donderdag 18 aug 2011: Varken aan 't spit

In het boekje ‘Slovenië’ wat ik bij de ANWB gekocht heb staan verschillende mooie beschrijvingen van de bezienswaardigheden van het land. Ook staan er vijf autoroutes in langs de mooiste wegen. Vandaag hebben we er één gereden, zij het dat wij onze eigen draai er aan gegeven hebben. Toen de gebruikelijke rituelen als ontbijten, wassen etc. achter de rug hadden zijn we de auto ingestapt en we door de bergen richting Tolmin gereden, het eigenlijke beginpunt van de route. Voor ons was dat al een aardig eindje rijden, zo’n 45 km over steil klimmende wegen met volop haarspeld bochten. Dan was er overal van alles te zien dus geregeld uit de auto. Ik schat dat we er 2 ½ uur over hebben gedaan. Het was wel een mooie en afwisselende tocht.

Het begon met een tocht bergop op de Bohinj Sedio door het bos heen met magnifieke vergezichten, onder meer op de Triglav en de Juliaanse Alpen. Toen we de berg over waren veranderde het landschap, we kwamen in een landbouwgebied. Een prachtig gebied maar rijk zullen de boeren er niet worden. Overal zagen we de boeren met zeis en hark in de weer, net als bij ons vijftig jaar geleden.  Het geeft wel een romantisch beeld maar dat is volgens mij alleen maar valse schijn. We hebben er ook geen idee van hoeveel koeien de boeren hier hebben, het kunnen er niet veel zijn. Als we ze zien hooien verwonderen we ons over de geringe hoeveelheden die ze van het land halen.

Onderweg zijn we nog gestopt bij een grote rij bijenkasten die we zagen staan, wel honderd bij elkaar. Honing zie je hier overal, het wordt aan de weg verkocht. We hebben zelfs bijenkasten op vrachtwagens gezien. Die rijden in het rond, daar waar de bloemen of bomen in bloei staan. Anne heeft daar nog even een paar bloemen gescoord voor haar herbarium. We hebben de plantenpers mee. Een aanvulling van een boel onbekende soorten, leuk om te doen.

Bij Idria pri Bača gingen we van de binnenweg af richting Tolmin. Daar reden we langs de Soča, een rivier die echt diepblauw gekleurd is. Hij was erg breed met veel strandjes. Daar zijn we gestopt en hebben aan de rivier gepicknickt. Nog even met onze tenen in het water maar dat was toch te koud.  Daarna richting Kobarid gereden, wel mooi maar niet spectaculair. Dat veranderde op het traject Kobarid – Bovec / Trenta. De weg ging nog steeds parallel met de rivier de Soča. Die werd steeds smaller en ruiger en dus spectaculairder. We zagen steeds meer plaatsen waar rafters en kanovaarders te water gingen. Op een gegeven moment kwamen we in een gebied waar er allemaal hangbruggen over de rivier gespannen waren.  Iets ten zuiden van de plaats Soča (zelfde naam als de rivier) stopten we bij een hangbrug en gingen even kijken. Daar perste de rivier zich door een kloof van 2 tot 4 meter breed, een soort van canyon. Het was wel een meter of tien diep. Volgens het bord wat er stond was de kloof 700 meter lang. Aan de zijkanten waren allemaal ‘ketels’ uitgeslepen. Dat zijn een soort halfronde uitstulpingen die ontstaan doordat het water daar kolkt, het resultaat van duizenden jaren stroming. We hebben er zeker een half uur rond gelopen, het was echt adembenemend.

Ook de weg die we daarna volgden was geweldig. Na Trenta moesten we weer omhoog, richting Kranjska Gora. De haarspeldbochten die we moesten nemen waren met borden genummerd en de hoogte boven zeeniveau werd vermeld. Het waren er 50, we hadden het niet direct in de gaten dat het om de bochten ging. Een behoorlijk steile rit was het. Boven op de Vršič-pas, die leidt over de Kransjka Gora, zagen we opeens een schaap lopen. Dat was de voorganger van een kudde van een stuk of honderd schapen. Anne genoot intens. Ze had de zak met oud brood gepakt en ging de kudde voeren. Dat stond de dames wel aan. In een mum van tijd was het brood op. Na een warme dag was het op de top op 1611 meter wel lekker koel. Daarna de afdaling richting Kransjka Gora. Het dorp, dat bekend is van de World Cup skiën, heet dus het zelfde als de berg. Overigens hebben we niet veel liftinstallaties gezien. Na Kransjka Gora richting Bled gereden om vervolgens weer naar de camping terug te gaan. Mooie rit, hele dag zoet geweest.

In de gids die we hebben aangeschaft bij de ANWB lazen we dat er bij Gostilna Rupa in Stara Fuzina, wat bij ons in de buurt ligt, iedere donderdag een speenvarken aan het spit gaat. Vanaf 6 uur ’s avonds wordt het geheel muzikaal ondersteund door een plaatselijke accordeonist die met Slavische liederen de feestvreugde verhoogt. Na een rit als vandaag hadden we natuurlijk wel trek in een lekker portie speenvarken. Vergelijk het maar met Asterix en Obelix, wanneer die een avontuur hadden beleefd wilden ze ook even lekker aan het everzwijn.

Hoewel we wat later dan zes uur aankwamen, de klok was inmiddels de zeven gepasseerd, waren we nog van harte welkom bij de heer Luka (Dobrodošli zei hij toen we kwamen, dat betekent welkom). Helaas, het overdekte terras, waar ook het varken boven de houtskool draaide, was volledig vol maar binnen was nog wel plaats. Voor drie personen speenvarken met gebakken aardappelen en boerensalade besteld. Grote pot bier erbij en nassen maar. Dat was lekker, knapperig huidje met zacht vlees. Had vier uur aan het spit gehangen, botermals. Werd geserveerd met avjar, dat is een paprikamousse, paprika uit de oven, gebakken courgette en uien. Dat voor tien euro per portie, vonden we niet duur. De aardappelen en salade hadden we extra besteld maar daar hadden we met de helft toegekund. Heerlijk gegeten en gedronken met zijn drieën voor 50 euro. Echt een aanrader. Rond half elf waren we terug op de camping. Daar nog snel even een borreltje buiten en daarna naar bed, wat een geweldige dag weer. {20110818}

Vrijdag 19 aug 2011: 'Allo-allo'

Na een week begint ook bij mij het vakantiegevoel de overhand te krijgen. Half tien was het toen ik de luiken opende. Te schamen hoefde ik me niet, ik was weer de eerste, al moet gezegd worden dat Jantiene me rap volgde en Anne ook snel voor de deur stond. Anne eerst maar even naar de bakker gegaan maar omdat het al een beetje laat was, was het assortiment wat minder. Ze kwam met een volkoren meergranen terug, hetzelfde brood wat we al drie dagen eten, alleen de vorm was anders. Eerst even gedoucht en daarna op ons gemak ontbeten. Voordat we klaar waren was het twaalf uur. Daarna even familieoverleg wat we zouden gaan doen vandaag. Rust was de algemene tendens, iedereen wilde eigenlijk wel even pas op de plaats maken. Aldus geschiedde.

Achter onze caravan loopt een pad. Waar het heen leidt is ons een raadsel maar we zien veel mensen het pad volgen. Dat er dus iets moet zijn is buiten kijf. Wij dus ook die kant op, zwemspullen mee, matjes, hapjes, drinken, noem maar op. Na 143 meter hield het pad echter op en belandden we op een soort rotsplateau aan de rivier. We hebben ons daar maar genesteld en voorzien van de zwemkleding. Na wat voorzichtig, quasi heldhaftig gedrag, waarbij we ons tot aan de enkels in het water begaven, toch de stoute schoenen maar aangetrokken en er in gesprongen. De temperatuur was niet hoog, zo maatje pink ongeveer, maar het was wel lekker verfrissend. Het stroomde behoorlijk dus je moest wel in beweging blijven. We zaten op het diepste punt. Vanwaar wij zaten kon je er in duiken en na een meter op tien kreeg je weer vaste grond onder de voeten. Omringd door regenboogforellen hebben we enige tijd in het water doorgebracht. Na een paar uur zijn we teruggegaan naar de caravan omdat we ook nog boodschappen wilden doen. Morgen is het zaterdag en willen we eigenlijk verkassen. Dan is het handig wanneer je spullen in huis hebt want de winkels gaan hier al om 2 uur dicht en zondags blijven ze helemaal gesloten.

Voordat we gingen winkelen eerst nog even naar het Turisticuzc Informacije buroj waar we al eerder geweest zijn. De jongen die er toen zat was er nu niet maar de balie werd bemand door een vrouw (wonderlijke tegenstelling), een allervriendelijkste dame. Nu heb ik wat met VVV dames lijkt het, en ook in het Sloveense is dat niet anders. In Frankrijk is het een gegeven, altijd heb ik een bijzonder contact met dames van het Office de Tourisme en van de bakker. Hier item dito. Gevraagd of ze ons kon helpen aan een gids waar alle campings instonden in Slovenië. Die had ze wel, maar nog maar één exemplaar. Zij driftig aan het kopiëren en wij kregen de kopieën mee. Er stonden toch aanzienlijk meer campings in dan in mijn gids, 48 om precies te zijn. Volop keus dus. Nog een leuk gesprek gevoerd met haar over hoe wij Slovenië ervoeren. Daarna even naar het postkantoor. Was ook heel leuk, een soort Babylonische spraakverwarring over postzegels voor de Verenigde Staten. Erg leuk wanneer je er af en toe een Sloveens woord tussendoor gooit, vinden ze prachtig.

Daarna zijn we richting Bled gereden, naar de Sloveense versie van de Aldi, de Hofner. Mooi goedkoop gewinkeld, hadden we tot nu toe nog niet gedaan. Daarna nog even naar de Euro-shopper, de Sloveense Lidl, maar net even anders. Wel leuk, producten die je bij ons helemaal niet ziet, meenemen en proberen. Het schemerde al toen we terugkwamen op de camping, eigenlijk was het al donker toen we begonnen met koken. Toen we zaten te eten werden we verrast met de klanken van een plaatselijk alpenensemble, die Italiaanse tophits uit de jaren ’70 ten gehore brachten. We waren onze vermoeidheid direct vergeten en togen onverwijld aan de afwas.

Toen die gedaan was gingen we richting de bar, die tot mijn plezier ‘Allo, Allo’ genoemd is. Daar speelden een Sloveense accordeonist (waar hebben we dat eerder gezien) en een gitarist. Daar even een borrel genomen en tussen de hossende jongeren (ja, eerlijk waar, het waren waarschijnlijk echte Sloveense smartlappen) plaatsgenomen.  Tot onze spijt begon het na een kwartier zachtjes te regenen dus we hielden het voor gezien. {20110819}

Het spijtige kwam vooral voort uit het feit dat ik mijn bloemenvaas met bier nog niet helemaal leeg had, de muziek pauzeerde toch net op dat moment dus dat was niet zo’ n gemis. In de caravan nog even het dagboek bijgewerkt en de dag van morgen doorgenomen. Het is de bedoeling dat we morgen gaan verhuizen. Hier hebben we al het één en ander gezien en we willen gedurende deze drie weken een beetje door het hele land reizen. Wel besloten dat wanneer het nog regent, we hier nog een dag blijven. Ik ben benieuwd hoe het uitpakt.{20110819}

Zaterdag 20 aug 2011: Hutje op de hei

Het heeft gisteravond en vannacht behoorlijk geregend maar toen ik vanmorgen wakker werd was het droog, althans het regende niet meer. Wel hing er een ontzettend dikke mist waardoor alles vochtig was. Omdat de zon toch verwoede pogingen scheen te doen om er door te breken hebben we besloten om het schema even om te gooien. Eerst maar eens rustig aan opstarten en daarna de tent opbreken, want die droop op dat moment. Het was een uur of negen toen de zon de overhand kreeg en in een mum van tijd was de tent droog. Ook de andere bezigheden gingen voorspoedig. Rond een uur of tien waren we elektrisch losgekoppeld, altijd de laatste klus in verband met de koelkast, en konden we op weg.

Omdat we in een keteldal zitten is er maar één kant die we op kunnen, richting Bled. Daarna gingen we over de snelweg via Kranj naar Ljubljana en vandaar richting Maribor. We hebben halverwege Ljubljana en Maribor enkele boerencampings gevonden en we willen die kant op om eens even te gaan kijken.

Zo’n 60 km voorbij Ljubljana, iets voor Čelje, verlaten we de snelweg en gaan richting Mozirje. Daar, in het plaatsje Loke heeft Anton Puncer een camping, ‘Levč’.. Met wat omzwervingen hebben we het gevonden. Vooral dankzij het feit dat we een caravan in een boomgaard zagen staan. Toen we gingen kijken kwam Anton al aanlopen en liet ons het terrein zien. Een behoorlijk stuk grond voor maximaal 12 tenten en caravans en er waren slechts 2 plaatsen bezet. Plekje gezocht en de boel maar weer opgebouwd. Voor het eerst de luifel geprobeerd want dat is toch wel handig. Gisteren hadden we daar een hoop plezier van kunnen hebben toen het regende want het was helemaal niet koud. Stond in een zucht en alles zat er bij. Wat een topaankoop die caravan. Daarna Anne haar tentje. Zweterig werk want het was behoorlijk warm. Voor de rest weinig gedaan.

In de avond moesten we nog even bij Anton langs voor de inschrijving. Daar werden we onthaald met het aloude ‘Medicin’, een soort eigengestookte kersen likeur/brandewijn die preventief tegen alle ziektes werkt. Stevig spul, het zal me niets verbazen wanneer een virus met een beetje verstand hiervoor aan de loop gaat. Jantiene en Anne gingen even later terug naar de hut maar ik bleef nog even hangen, zat wel gezellig, met een reumatische Italiaan (Octavianus), een geblondeerde Sloveense van rond de zestig, Anton en zijn vrouw.

De anderen vonden het klaarblijkelijk ook wel gezellig want ik werd voor morgen uitgenodigd bij de Slowaakse in haar vakantiehuis in Morzirje voor een spaghetti maaltijd. Heb gezegd dat ik morgen laat weten wat ik doe maar ik denk dat we onze beurt maar overslaan. De communicatie liep al voor 90 procent via Anton en om daar nu alleen met die vrouw en haar reumatische vriend te gaan zitten, nee, erg lief aangeboden maar bedankt. Ik zou voor elf uur even aan Anton laten weten wat we doen en die belt haar dan. Wanneer we zouden komen zou ze om drie uur, met een roos in haar revers, voor de kerk staan wachten.

Om half tien terug bij de hut en daar nog even wat lampen proberen te repareren. Er waren er twee tegelijk kapot, erg toevallig maar waar. We dachten eerst even dat er een zekering in de caravan kapot was maar dat was niet het geval. Morgen maar even op zoek naar nieuwe bolletjes. Een erg rustige dag dus vandaag. We hadden nog wel een SMS van Aege, had erg genoten op de Gondelvaart. Het was helemaal een lange brief. Verder nog een berichtje van Martine dat ze vast liggen in Vilnius en waarschijnlijk niet uit kunnen varen naar St. Petersburg vanwege de harde wind. Iedereen baalde. Kan je toch beter in je hutje op de Sloveense heide zitten.{20110820}

Zondag 21 aug 2011: Schapenfeest

Het was vrij vroeg toen ik wakker werd vanmorgen. Het was lekker weer buiten dus eerst maar even een koppie thee gezet. Rustig aan gedaan. Om half negen kwam er leven bij de anderen. Eerst even onder de douche gestapt en daarna naar de pekarna (bakker) gegaan. Samen met Anne. Voordat we naar de bakker gingen nog even onze afspraak voor de spagetti afgezegd via Anton. Hij zou even bellen. Daarna dus naar de bakker maar we konden het helemaal niet vinden dus ten einde raad maar een auto aangehouden en het volgende gesprek ontspon zich: ‘Dobre dan, Pekarna? ‘ Hij wees mij de weg waarop hem dankte met ’Hvala’. ‘Prosim’ antwoordde mijn gesprekspartner, waarop wij ieder weer ons weegs gingen. Onze inburgering kent bijna geen grenzen. Eenmaal bij de bakker aangekomen hebben we ‘Ena van die’ besteld en gekregen. Daarna kregen wij de gebakjes in het vizier en omdat het vandaag zondag is vonden we eigenlijk wel dat we onszelf mochten verwennen. We hebben er drie van de meest aantrekkelijke uitgezocht en zijn na het betalen teruggegaan naar de camping. Daar hebben we gegeten en zijn toen naar Golte vertrokken. Dat is een skigebiedje hier vlakbij. Een mooie rit van ongeveer 20 kilometer bergop, erg afwisselend, gelardeerd met bruisende bergbeken, mooie boomgaarden en akkers met (volgens Anne) de mooiste koeien van de wereld.

We wisten ook niet wat we daar moesten verwachten maar boven op de berg was een botanische tuin, de Alpski vrt, met allerlei bloemen en paddenstoelen uit de bergen. Er was een soort circuit uitgezet over de berg waarbij af en toe nog verraderlijke klimmetjes en afdalingen gemaakt moesten worden maar het was echt de moeite waard. Wat een rijkdom aan planten was daar. Allemaal prachtig omschreven met plaatjes en voor ons onbegrijpelijke tekst. Gelukkig werden wel de latijnse namen genoemd en daar hadden we in sommige gevallen nog wel een beetje houvast aan. Ook was er een expositie van paddenstoelen. Alle soorten boleten, zwammen en schimmels waren er te zien. Hartstikke leuk, alleen jammer dat je dan de taal niet beheerst zodat je er wat meer van op zou kunnen steken. We hebben er toch nog zeker anderhalf uur zoet gebracht en verlieten toen de‘tuin’. Onderweg nog een man gesproken die daar zat met een mand vol grote paddenstoelen. Had hij bij elkaar gezocht om te eten. Was wel eenvoudige conversatie maar wel leuk.

Daarna weer naar beneden langs de zelfde weg. Onderweg kwamen we door Šmihel (spreek uit: Sjemiechel, in het Nederlands zou dit Sint Michael zijn) waar net vandaag het jaarlijkse schapenfeest werd gehouden. Wij de auto geparkeerd en even poolshoogte genomen. Met schapen had het weinig van doen, er werden allemaal spelletjes georganiseerd die door verschillende equipes gedaan werden. Dit voor de eer van het bedrijf of boerderij die de deelnemers vertegenwoordigden. Wat dit alles met die schapen van doen had is mij een raadsel. Even de markt overgegaan en de nodige paardensalami en varkensworst geprobeerd. Verder nog even een flesje drank  en een zakje čaj  gescoord, een soort alpenthee met allerlei bergkruiden, eigenlijk rooibos zonder rooi maar weer met alpski kruiden dus eigenlijk alpskikruidenbosthee. (Jammer dat we hier weinig aan scrabble doen 

want dit levert toch al gauw 15 keer de woordwaarde op) Omdat het al met al toch weinig voorstelde zijn we daarna gegaan. Na nog een minuut of tien afdaling waren we weer in Mozirje. Besloten om de rivier op te zoeken. Dat had nogal wat voeten in de aarde want op elke plek waar we kwamen was het afgeladen vol. Daar waren we al voor gewaarschuwd, de Slowenen zoeken in hun vrije tijd vooral hun vertier in de natuur. Uiteindelijk een eindje verderop een plekje gevonden maar daar stroomde het zo hard dat er van zwemmen geen sprake kon zijn. Morgen maar weer even zoeken wanneer de Slowenen weer aan het werk zijn. Wel onderweg nog even gepicknicked met broodjes sardine en tomaat.

Rond een uur of vijf waren we weer terug. Borreltje, gekookt (karbo, aardappelsalade en sla met nectarines toe) en daarna een rustige avond met nog wat wasgoed en rummicub. Ik hoor jullie nu al vragen: ‘en die gebakjes dan?’.  Inderdaad, die hebben we ook vanavond opgegeten. Ze zagen er beter uit dan dat ze smaakten. In de ogen van sommigen is dat jammer, wij beschouwen het als een mooi leermoment. {20110821}