Alle blogs laten zien

Dinsdag 14 mei 2013: Op naar Kropswolde

Het voordeel van ouder worden is dat je steeds meer vrije dagen toebedeeld krijgt van je werkgever. Sommige mensen kunnen daar slecht mee omgaan maar ik vind het niet erg, sterker nog, ik vind namelijk dat het me eigenlijk wel toekomt. Die extra dagen betekenen regelmatig een weekje vrij, zo ook deze week, de week voor de pinkster. Normaal gesproken is het met de pinkster redelijk goed weer, zomers zelfs soms. Dit jaar is één van de uitzonderingen. Het weer is dit jaar trouwens al maanden van de rel, het is veel te koud en te droog. Het laatste vind ik persoonlijk geen gemis, het eerste vind ik wel wat minder. Enige tijd geleden hebben we besloten, met de normale weersomstandigheden in het hoofd, om deze week maar eens de caravan te pakken en er een weekje op uit te trekken. Helaas konden we gisteren niet weg want we hadden nog verplichtingen, we moesten Oma nog naar de camping brengen. Nu klinkt ‘naar de camping brengen’ eigenlijk net zo als ‘ik zet je af op het station’, maar dat is niet zo. Er zit meer aan vast. Als we Oma wegbrengen, en de Transit zit dan tot zijn nok toe vol, dan wachten ons in Hekendorp nog allemaal klussen. Zo moet de voortent er weer aan, en ja, hoe zat dat ook al weer met al die stokken?  Water aansluiten, de waterpomp installeren, stroom aanleggen, tv installeren, gas aansluiten, de plee poepklaar maken en noem maar op. Het is eigenlijk een complete verhuizing. Gelukkig hadden we er een vrijwilliger bij dit jaar. Symen had zich bereid verklaard om mijn toch wat afnemende krachten aan te vullen.

We kwamen wat slecht op gang maar dat was hoofdzakelijk tewijten aan het drank mis/ge-bruik (doorhalen wat niet van toepassing is)van zondagavond. We hebben namelijk heerlijk gegeten in ’t Stokpaardje en daar zateen wijnarrangement bij. Het was viergangen, plus aperitief, plus port bij de kaas en een stevige digestief als afsluiter. Vooraf waren we nog even naar ‘De Boom’ geweest want daar hadden ze de nieuwe hoppige Chouffe in huis. Wanneer je dat allemaal bij elkaar gooit heb je bijna genoeg drank om er een bad in te nemen.

Eénmaal op de camping aangekomen had Oma gelukkig de koffie snel klaar, bleef het ondanks het dreigende weer redelijk droog en ging alles in een verrassend tempo. Rond een uur of half vijf stond en draaide alles, waren de kasten ingeruimd en kon de Chinees gebeld worden. Maar helaas, die was op maandag gesloten. Symen en ik dus maar even in de auto gestapt, richting Oudewater, en na heel wat zoeken vonden we de plaatselijke ‘Lange Muur’. Daar wat bakken vol laten scheppen en daarna lekker bij Oma aan de babi pangang en de loempia’.  Om half zeven gingen we weer richting huis.

Rond acht uur waren we weer in Koedijk en eigenlijk hebben we voor de rest niets meer gedaan. De caravan stond al voor een groot gedeelte ingepakt en de rest zouden we vanmorgen wel doen. En zo gezegd zo gedaan. De laatste spullen dus vanmorgen gepakt en rond half elf de caravan met vereende krachten aan de auto gehangen. Lichten controleren en, je raadt het al, daar mankeerde natuurlijk weer wat aan. De remlichten gaven geen sjoege. Heb ik al eens eerder gehad. Toen was ik een uur aan draadjes strippen en weer in de stekker monteren bij Fred op het pad in Pakoštane (Zie Muis in Hrvatska). Afijn, ik de stekker open gemaakt en daar ontwaarde ik wat roest en wat schroefjes dieniet geheel koosjer leken te zijn. Ik naar Weel om een nieuwe stekker om die vervolgens door Symen laten monteren. Toch makkelijk zo’n jongen in de buurt. Wonder boven wonder werkte alles daarna weer feilloos en konden we rond één uur vertrekken.

Kropswolde is het doel van onze reis dit keer en ik hoor u bijna denken, Kropswolde, waar ligt dat in hemelsnaam. Welnu, laat mij uw topografische kennis even opkrikken. Het altijd mooie Kropswolde is een kerkdorp wat gelegen is bij Hoogezand, wat op haar plaats weer gelieerd is aan Sappemeer. Het ligt op zo’n 2 kilometer van het Zuidlaardermeer en op een kilometer of 15 van de stad Groningen af. We bevinden ons nu dus in de provincie Groningen wat door de inlanders hier uitgesproken wordt als ‘Grunnen’ en daarmee is ook direct de titel van deze blog weer verklaard.

We werden ontvangen door Janneke en die wees ons ook de nog beschikbare plaatsen. We konden nog kiezen uit drie en we hebben ons mooi in een hoekje geïnstalleerd. Je kunt wel zien dat het al weer even geleden is dat we de boel opgezet hebben want we moesten helemaal een beetje denken. Zo duurde het even voordat het geheel waterpas stond. Dit is voor ons een vereiste want anders lig je niet lekker te slapen. Verder kwamen we er achter dat we toch niet helemaal compleet waren, de scheerlijnen voor de luifel lagen allemaal nog thuis. Gelukkig kon ik dat oplossen met elastieken die ik altijd achter in de auto heb liggen om spullen mee vast te zetten. Dat bleek verrassend handig te zijn, je hoeft ze namelijk niet te spannen, dat doen ze zelf en bij een stevig windje trekt de luifel zichzelf weer recht. Misschien is het wel een goed plan om dit gegeven te patenteren en op mijn oude dag toch nog binnen te lopen.

Toen we klaar waren hoorden we ineens een wat wonderlijkgeluid. Toen we keken waar het vandaan kwam zagen we een ooievaarsnest dat op ongeveer dertig meter van onze hut afstaat. Leuk gezicht, die beesten met elkaar te klepperen. Of pa of moe nu op het nest zit weet ik niet, maar ze wisselen elkaar gedurende de dag af. Verder lopen er achter onze hut rond de veertig Hooglanders. Daarmee bedoel ik niet die sliploze rokken dragende mannen maar natuurlijk de rundersoort Schotse Hooglander, die hier op ecologische wijze het grasbeheer doen.

Na het eten nog even lekker zitten lezen en een bak studentenhaver naar binnen gewerkt. Terwijl nu de regen zachtjes op het dak tikt wordt het tijd om de sponde op te zoeken. Geen wekker morgen, heerlijk,het leven is goed voor ons.

Woensdag 15 mei 2013: Over opsteken en begraven

Nadat we ons gisteren door de regen in slaap hadden laten tikken hebben we een prima nacht gemaakt. Voor vakantiebegrippen was ik er laat uit, om acht uur zwaaide ik mijn benen over de rand van het bed. Na een kop thee ben ik lekker buiten gaan zitten met een kop Senseo. We hebben het apparaat namelijk meegenomen want thuis is er toch niemand die er gebruik van maakt. In tegenstelling tot gisteravond was het vanmorgen geweldig weer. Windstil en een strakblauwe hemel. Lekker buiten gezeten en wat gelezen. Na twee koppen koffie even wezen douchen en dat viel gelukkig alles mee. Net sanitair en, wat nog belangrijker is, lekker warm water. Daarna terug naar de karrievaan waar Jantiene ook tekenen van leven begon te vertonen. Zij ook naar het washok en daarna lekker gegeten. Geen haast en voordat we er erg in hadden was het al elf uur.

Ondertussen was het weer toch aan verandering onderhevig en de strakblauwe hemel begon vol te lopen met grijszwarte bewolking maar gelukkig bleef het droog. Wij in de auto gestapt en naar Zuidlaren gereden, dat ligt hier ongeveer 10 kilometer vandaan. Het was een leuk ritje, via het bekende Wolfsbarge en De Groeve kwamen we in Zuidlaren aan. Leuk dorp, ruim opgezet met mooie huizen en veel groen. In de hoofdstraat een gevarieerd winkelaanbod, gelukkig niet allemaal de winkels die je bij ons ook hebt en je raadt het nooit, geen Mac, geen KFC of PizzaHut. De westerse beschaving heeft  Noord Drenthe gelukkig nog niet bereikt. En niet alleen de vreetketens ontbraken, ook de parkeermeter heeft hier zijn intrede nog niet gedaan, heerlijk gewoon.

Even naar de plaatselijke bakker geweest voor een Roggezegge met havervlokk’n, de lokale broodspecialiteit, gebakken met beukenhout uit het aangrenzende bos. Wat wil je nog meer. Nou dat kan ik je zo vertellen, een biertje uit de regio zou ook niet gek zijn. Wij dus naar de Mitra, dat is het Hekeltje van het Noorden. Daar vonden we een hoop lekkere biertjes, veelalonbekend, maar volgens de eigenaar hadden we de topbieren uit zijn collectie in ons mandje zitten. De bovenlip van de goede man was gezegend met één van de mooiste krulsnorren die ik ooit gezien heb en zijn hoofd was getooid met een alpinopet. Het leek de broer van Ilja Gort wel. Echt een karakteristiek figuur. Naar aanleiding van onze aankoop begon hij een uitgebreide verhandeling over bier, ook één van mijn hobbies. Hij was ook een liefhebber van de wat hoppiger varianten van deze drank dus we hadden al direct een aardig gesprek. Voordat we de winkel uit waren was er zeker een half uur verstreken.

Eenmaal buiten zagen we de eerste druppels op het plaveisel uiteen spatten. Het begon langzaam te regenen. Het duurde niet lang, gelukkig zou je zeggen maar niets is minder waar want even later goot het. Dat zou bijna de rest van de dag zo blijven. We hebben dus maar wat vermaak gezocht in het winkelcentrum van Hoogezand Sappemeer. Ook hier weer een verrassend aanbod. Wel wat waren er wat grotere landelijke ketens vertegenwoordigd maar gelukkig ook een hoop lokale winkeltjes. Nu hadden we alles wat we nodig hadden al in Zuidlaren gekocht dus de plaatselijke middenstand moest het zonder een bijdrage van onze kant doen.

Daarna even naar Veendam gereden om winkelcentrumritueel nog  maar een keer te herhalen, het regende immers nog steeds. We hebben even opgestoken bij Limburgia, een Groninger vlaaienketen. Voor wie onbekend is met het fenomeen ‘opsteken’, dit is een typisch Westfriese uitdrukking. Het betekent dat je ergens heen gaat om iets te gebruiken. Met dat iets wordt altijd iets te eten of te drinken mee bedoeld. Voor zover ik weet is de uitdrukking afkomstigvan de manier waarop men de bediening benadert. Met een opgestoken vinger wordt namelijk de  aandacht gevraagd, vandaar ‘opsteken’.

Maar om weer even op Limburgia terug te komen, daar hebben we, om maar even in de sfeer te blijven, een cappucino en een thee, een panini en een croque monsieur besteld. Terwijl we op onze bestelling zaten te wachten zagen we dat er in winkelcentrum ‘Veenlust’ ook veel leegstand was en aan de kwaliteit van het geleverde te oordelen kon Limburgia wel eens de volgende in de rij zijn. Zelden heb ik zo’n slechte panini gehad en zelfs de tosti vanJantiene kon de toets der kritiek nauwelijks doorstaan. Alleen de thee was prima maar ja, dat is in feite alleen maar een bakkie heet water. Het zakje moet je er zelf nog in hangen. Gelukkig waren de prijzen en de kwaliteit aardig in overeenstemming dus was het geen echte aderlating op het budget.

Intussen was het toch wat minder hard gaan regenen en hebben we onze bakens maar even verzet en zijn richting Veenkoloniën gereden. Borger Compascuum, Zuidbroek en Noordbroek mochten zich onder anderen in onze komst verheugen. Het was een leuke rit. In tegenstelling tot de clichés is Groningen niet saai en eentonig. We hebben ons verbaasd over de prachtige boerderijen die hier staan. Gigantische panden waarvan de woongedeeltes met prachtige stenen ornamenten zijn versierd. De boerderijen zijn van het zogenaamde Oldambtster type. Omdat de akkerbouw in het begin van de vorige eeuw hier op een heel hoog peil lag kon men zich de bouw van deze geweldige panden veroorloven.

Eén ding snapten we overigens niet bij de bouw van deze huizen. Het woongedeelte is vaak voorzien van hoge kozijnen en een hoge entrée. Dit geeft een voorname en statige uitstraling. Verder kenmerkt de bouw zich door het gebruik van een zadeldak wat aan devoorzijde is afgeschuind. Dit wordt de wolfskap genoemd. Nu zaten er boven de ramen aan de voorzijde allemaal kleine raampjes. Volgens ons was de hoogte tussen de kap en de bovenkant van de raamkozijnen niet groot genoeg voor het maken van een kamer dus we vroegen ons af waar die ramen voor waren. Het leek ons vrij zinloos. Bij navraag ontdekten we dat de ruimte boven het woongedeelte gebruikt werd als zaad of pootgoed opslag. Het was dus zaak dat de boel wel verlicht was wanneer je er werkte maar dat het makkelijk donker te maken moest zijn om ongewenste kiem van je pootgoed te voorkomen. Zo zie je maar weer, voor alles is een uitleg.

Verder zijn hier, hoe gek het ook mag klinken, prachtige begraafplaatsen. Bij ons is het zo dat je na een jaar of tien weer opgegraven wordt uit je zogenaamde laatste rustplaats. Dat noemt met het schudden van het graf. Daarna worden je knekels  in een kuil gegooid en beland je tussen de overblijfselen van mensen waartussen je je tijdens het leven absoluut niet wilde vertonen. Vervolgens wordt jouw kuil weer verhuurd aan iemand die, waarschijnlijk door verdriet verblind, de belachelijke prijzen die gevraagd worden, wel wil betalen. Hier ligt dat anders. Een blik over de muur of door het hek wat de begraafplaats afsluit leert ons dat men de mensen wat langer van hun laatste rustplaats laat genieten. Stenen uit de 19de eeuw zijn hier absoluut geen uitzondering. Prachtige zerken die overlopen van symboliek. Het doet me altijd weer denken aan Hieronymus van Alphen, de achttiende eeuwseschrijver die dood en ellende altijd romantiseerde. Dat was een beetje een trend in die tijd. De treurwilg, zandloper en zeis bekronen veelal de in sierlijke letters geschreven tekst. Als ik hier begraven zou worden zou ik de tekst al weten ;

Ik lig hier, zo dood als een pier, bijna voor mijn plezier.

Wat een mooie plek, dat ik me niet eerder liet begraven, ik leek wel gek’.

Maar gelukkig is het nog niet zover, even wachten nog maar, je bent per slot van rekening toch langer dood dan dat je leeft. Niet voor niets staat op het toegangshek van de begraafplaats van Ellewoutsdijk in Zuid-Beveland de volgende tekst: U wacht, ik ook – Ook ik wacht u! Dat het maar even duidelijk is.

Ook, en ik schreef het al, zijn we in Zuidbroek beland. Met dit dorp heeft Jantien nog een soort van genealogische binding, Het was hier namelijk dat haar betovergrootvader, Johannes Kruit, zich vestigde als handelaar in petroleum. Het was een treurig en arm bestaan zo luiden de overleveringen. Ik kan me dat wel een beetje voorstellen. Er woonden weinig mensen en voor  zover wij het konden bekijken hadden ze allemaal centrale verwarming, armoe troef dus. Inmiddels was de middag al weer aardig gevorderd en hebben we de terugreis naar Kropswolde weer aanvaard. De gestaag vallende regen was overgegaan in een lichte motregen die vervolgens helemaal ophield en in de verte zagen we de hemel zachtjes open breken. Toen we terug kwamen op de camping verlichtten de eerste zonnestralen ons pad alweer. De stoelen dus maar buiten gezet, een lekkere fles witte wijn op tafel en nog even van dit cadeau zitten genieten.

Na het eten en de afwas zijn we nog even wezen wandelen. Volgens Janneke, die hier de camping bestiert, ligt het Zuidlaardermeer op ongeveer twee kilometer lopen van de camping. Het was lekker weer en om de spijsvertering even te helpen hebben we besloten om de uitdaging aan te gaan. Helaas konden we het meer niet vinden, gek want het is toch een redelijke plas. In plaats daar van belandden we in een moeras, van het meer geen spoor. Terug naar het hutje dus maar om daar de blog even bij te werken en te genieten van de producten van de Mitra in Zuidlaren. Ondanks alles was het vandaag weer een goede en leerzame dag. Benieuwd wat morgen ons brengt.

Donderdag 16 mei 2013: Herinneringen aan de solex

Waar het door komt weet ik niet maar het is een feit dat ik hier ontzettend lekker en lang lig te pitten. Vanmorgen was het half negen, ongekend gewoon. Lekker even een kop thee genomen en daarna even lekker onder de douche. Gegeten en nog even lekker van de zon genoten want die scheen volop vanmorgen. Net als gisteren betrok de lucht in de loop van de ochtend weer. Omdat er voor vandaag volop regen werd voorspeld hebben we besloten om de auto te pakken en in de buurt rond te kijken. De fietsen hebben we maar achter in de auto laten staan.

Met de kaart van de Hunzevallei in de hand zijn we een beetje voor de kat z’n kont weg vertrokken. We zijn eerst richting Kiel –en Windeweer gereden maar omdat de weg die kant op opgebroken was moesten we een alternatief zoeken.  Zuidlaarderveen werd het doel, gevolgd door Oud-Annerveen, Spijkerboor, Eexterveen, Elzemaat en de Hilte. Vervolgens naar Gasselterboerveenschemond en via Stadskanaal richting Jipsingboermusselkanaal. Dat hebben we niet gehaald want even voor Eerste Exlooërmond hebben we de Tweederdeweg in zuidwestelijke richting genomen die ons langs de Oostervledders en het Kleunveen bij Exloo bracht.

Onderweg een hoop gezien, veel fazanten en konijnen en de ruimte die hier nog aanwezig is verrast je telkens weer. Ook hier weer, net als gisteren, veel mooie boerderijen. Verschillende dragen een datum die ver in het verleden ligt, 1850 of eerder is geen uitzondering. Opvallend was wel dat er ontzettend veel onroerend goed te koop staat hier, platteland of stad, dat maakt niet uit. Je zou zeggen dat dat de prijzen wel een beetje zou drukken maar dat lijkt toch wel niet zo te zijn. Bij verschillende panden staat een prijs vermeld en daar kan je bij ons ook een heel aardig huis voor kopen.

Bij Exloo kwamen we ook nog langs Kabouterland. Hier zijn we twintig jaar geleden ook met de Martine en Aege (Anne was nog in de maak) heen geweest en ik kan me nog herinneren dat ze het prachtig vonden.  Daarna richting Odoorn. Hier ben ik eens heen geweest met Pa en Moe in een ver verleden. Een vakantie met de Solex. Ik heb nog een foto terwijl ik bij de Eendenplas de gevederde vrienden zit te voeren. We hebben de plek niet terug kunnen vinden maar we vonden wel een heel leuk terras met koffie en appeltaart. Lekker even in het zonnetje gezeten, de thermometer gaf negentien graden aan dus dat viel alles mee.

Natuurlijk kan ik nog wel even doorgaan met de opsomming van plaatsnamen maar dat zou u als lezer alleen maar vervelen. Grollo wil ik nog wel even vermelden, daar hebben we namelijk asperges gehaald. Wie denkt dat dit Limburgs goud alleen in en rond Venlo te krijgen is vergist zich. Naast de productie van vlaaien waarover jullie gisteren hebben kunnen lezen, is men hier ook met de teelt van asperges begonnen. In dat verslag tipte ik al even de globalisering aan, zou dit er ook een uitwas van kunnen zijn? Uiteindelijk belandden we weer in Zuidlaren en hebben nog even gauw wat boodschappen gedaan. Chili vanavond. We denken dat het wel kan, er werd namelijk onweer verwacht en dan valt dat geknetter van ons niet zo op.

En inderdaad, om een uur of vijf begon het te donderen en te regenen. Even de luifel aan de voorkant laten zakken zodat er geen water op blijft staan en toen lekker naar binnen.  Daar lekker het kacheltje aangezet, stroom zit toch bij de campingprijs inbegrepen en laat het buiten maar regenen.  Niet echt een spannende dag gehad vandaag maar we hebben wel genoten van wat er te zien is hier. Nu even een boek pakken en morgen zien we wel weer.

Vrijdag 17 mei 2013: Stootshorn

Zo moet pensioen dus een beetje voelen. Niet te veel haast, doen waar je zin in hebt en het went erg snel. Na drie dagen vrijheid ervaar je het al bijna als een gegeven, of het nooit anders geweest is. Nou dat is het wel en zal het ook weer worden. Genieten is dus het credo. Na enkele gewone ochtendrituelen even overlegd wat we zouden gaan doen vandaag. Ik had de stille hoop dat het vandaag zou klappen van de regen want dan had ik een mooi excuus om in het Provinciaal Archief te gaan neuzen maar helaas, het was droog. Daarom maar het plan opgevat om de kennismaking met de provincie, waar we gisteren een start mee gemaakt hebben, maar een vervolg te geven. Dit keer was de noordoost kant aan de beurt.

Al eerder heb ik melding gemaakt van de binding die Jantiene heeft met de buurt hier. Het gebied in en rond Slochteren komt veelvuldig voor in haar kwartierstaat. Wat mij vooral intrigeerde was de plaats Stootshorn die regelmatig te lezen is. Zeker drie geslachten Kruit hebben op de één of andere manier met die plaats te maken gehad, hetzij met geboorte, dood of als vestigingsplaats. Wij dus op zoek. Nu staan alle plaatsen hier goed aangegeven dus we dachten dat het wel niet zoveel moeite zou kosten. Wij via Noordbroek en Slochteren naar Hallum gereden, wat net als Stootshorn ook onderdeel uitmaakt en uitmaakte van Slochteren. Geen bordje zien staan dus toen maar een oude baas aangesproken die zijn grindpad stond aan te harken.

Ja, Stootshorn, dat kende hij wel. Kort geleden was hij er nog geweest. Terugrijden tot voorbij de Jufferstoren in Schildwolde, ja bijna tot het Slochterdiep en dan linksaf langs het Slochterbos en dan met de weg mee rechtsaf. Niet doorrijden naar Noordbroek, dan ben je te ver. Voor die tijd linksaf, je ziet het zo. Wat moet je daar nou doen vroeg hij nog. Ik het uitgelegd. Om welke familie gaat het vroeg hij. Kruit? Nee, nooit van gehoord. Als je nou een De Jager zoekt, ja, dan kan ik je wel helpen. Zo heette mijn moeder namelijk en die kwam ook van Stootshorn, maar Kruit, nee, nooit van gehoord. Ik heb hem bedankt en nadat hij ons prettige Pinksterdagen had gewenst wendden we de steven, terug richting Slochteren.

Nou, je zou denken, dat is een makkie. Toch was het voor onsnog even zoeken. Hij had ons al wel gewaarschuwd dat het een gehucht was maar ikhad me van Stootshorn toch een andere voorstelling gemaakt. Na wat zoeken zagenwe het bord staan maar er was geen huis te bekennen. De eerste stond pas een paar honderd meter verder. Hier en daar een huis, misschien een twintigtal in totaal over een toch groot gebied. Geen kern, geen kerk, geen… nou ja, eigenlijk was het niks behalve een lichte deceptie. Ik had toch op wat meer dan niets gehoopt.

Daarna de reis vervolgt en richting Delfzijl gereden. De naam zegt het al, een havenplaats. Alle plaatsen die in Groningen op –zijl eindigen zijn namelijk havenplaatsen, zijl betekent namelijk haven. Een delf of delft is een waterrijk gebied dus die twee passen wonderwel bij elkaar. Eigenlijk een soort Delfshaven maar dan in Groningen. Delfzijl is de plaats die de economie van Oost-Groningen een boost moet geven. Je zou zeggen dat de energiewinning hier wel de nodige werkgelegenheid en welvaart zou geven, met die gigantische gasbel die hier onder de grond ligt, maar dat is niet zo. Het gas stroomt door grote buizen zo naar het westen en zo gaat het ook met de winsten. Het enige wat ze hier aan de energiewinning overhouden is af en toe een aardbevinkje, lijkt leuk maar dat is het niet. De huizen hier kunnen er namelijk niet zo goed tegen.

Maar terug naar Delfzijl. Hier is namelijk een behoorlijke haven met overslag gelegenheid gebouwd en men is met nu bezig met de bouw van een grote energiecentrale, de Eemcentrale. Via Verder is er een aardige haven maar om te zeggen dat het nu bruiste van de activiteit, nee. Dat is mogelijk wel zo in de Eemhaven die wat noordelijker ligt en waar een grote container terminal is gerealiseerd maar zover zijn we niet gekomen. In tegenstelling tot veel havensteden is Delfzijl niet grauw en grijs maar het heeft geen uitstraling. Tijdens de Tweede Wereldoorlog is hier veel gesloopt en de planologen hebben zich er bij de wederopbouw zo te zien met een Jantje van Leiden van af gemaakt. Geen stadshart, geen uitstraling. Een vergelijking met Den Helder is het beste op zijn plaats. Wat we hier wel vonden was een Mitra,je weet het vast nog wel, de noordelijke uitvoering van het Hekeltje.

Met de man achter de kassa raakten we even in gesprek over de stad in het algemeen en het aantal huizen wat er een bord ‘Te Koop’ aan de gevel heeft hangen. Hij weet het aan de neergaande economie. Er is geen werk hier en de jeugd trekt weg zei hij. Ook veel middenstand geeft de moed op en sluit de deuren. Op het moment is er nog wel wat werk aan de nieuwe centrale maar dat werd volgens hem hoofdzakelijk door Polen en Hongaren uitgevoerd. Opzich vond hij dat niet erg want die houden nog al van innemen dus dat kwam zijn omzet wel ten goede maar de Centrale was bijna klaar. Ja, en als hij dan draait, hoeveel mensen zullen er dan gaan werken?Het zullen er niet veel zijn dacht hij, alles is immers geautomatiseerd. Over Delfzijl was hij ook weinig lovend, je kunt beter naar Appingedam gaan, daar is het wel leuk. Dat advies hebben we opgevolgd en een kwartier later kwamen we daar aan.

Wat een verademing. Echt een aanrader voor iedereen die hierzijn vakantie wil gaan doorbrengen. De plaats bestaat ruim duizend jaar en wordt doorsneden door de Damstervaart, de oude waterverbinding tussen Groningenen Delfzijl voordat het Eemkanaal er was. Alles wat Delfzijl niet had, had Appingedam wel. We hadden onze auto op de hoek van het Gouden Pand en de Koningsstraat geparkeerd en liepen richting Centrum. Daarbij moesten we over de Vrouwenbrug. Daar werd onze aandacht getrokken door een wonderlijk fenomeen. In tegenstelling tot veel Oudhollandse steden staan de panden hier niet met de voorzijde, maar met de achterzijde naar het water gericht, in dit geval het Damsterdiep. Aan de voorkant loopt gewoon de weg. Omdat de ruimte toch wat beperkt was heeft men hier de keukens in een soort uitbouw ondergebracht die als zwaluwnesten boven het water hangen. Het is een heel wonderlijke manier van bouwen. Volgens mij bestaat een dergelijke situatie ook in Medemblik maar verder heb ik het nog nooit ergens gezien.

Na een bezoek aan het VVV zijn we even weten eten in ‘Aan Tafel’, een prima broodjeszaak. Lekker gezeten en gegeten. De juffrouw die ons bediende was zo enthousiast over haar stad dat we eigenlijk niet eens naar het VVV hadden hoeven gaan. Ze wist alles en wilde er erg graag over vertellen. Dit heb ik al vaker opgemerkt. Er leeft hier een zekere trots onder de mensen voor wat betreft de plek waar ze wonen, de man in Delfzijl uitgezonderd dan, en dat wil men graag uitdragen. Weer een cliché wat onderuit gehaald kan worden. Volgens mij kan de stugge Groninger alleen nog maar in het museum gevonden worden. Nadat we de broodjes naar binnen hadden gewerkt ons rondje Appingedam afgemaakt. Niet groot maar wel erg de moeite waard.

Bij het VVV hadden we een route aangeboden gekregen die de Damstervaart volgde en daarbij verschillende interessante dingen onder de aandacht bracht. Vol goede moed aan de trip begonnen maar omdat wij in tegengestelde richting reden, de route liep van Groningen naar Delfzijl en niet andersom, waren we het spoor al binnen twee kilometer bijster. Dus toen onze eigen route maar uitgestippeld, richting Loppersum. Veel leuke plaatsjes tegengekomen. Zo kwamen we in Zeerijp, een klein dorpje met een kerk waar een behoorlijke stad zich niet voor zou hoeven schamen. Ik verwonder me daar wel vaker over, hoe zullen ze dat toch vroeger allemaal bekostigd hebben. In welke mate is de bevolking uitgeknepen om dit soort bouwwerken te laten bouwen? Nu ging de bouw over het algemeen niet in een paar jaar, over sommige kerken ishonderden jaren gedaan, maar toch…

Opvallend in dit gebied is dat de kerktorens vaak los staan van de kerk. Vaak betreft het hier kerken die hun oorsprong hebben in de late middeleeuwen, zo 13de of 14de eeuw. Verder is het eigenlijk alleen in dit gebied, het Oldambster gewest, waar dit het geval is. In het buitenland is dit een bouwwijze die ook wel voorkomt. De klokkentoren wordt dan een campanile genoemd en dat heeft niets met de hotelketen met de gelijke naam te maken hoewel in het logo wel een klok voorkomt. De bekendste campaniles die we kennen zijn wel de toren van Pisa en de toren die bij hetDogen paleis staat in Venetië. Een reden voor deze bouw is er niet. In Frankrijk komt een dergelijke bouw ook wel voor maar dan is de toren meer als donjon gebouwd. Een donjon is een verdedigingstoren, vaak het begin van een kasteel. De plaatselijke bevolking kon dan in tijden van gevaar haar toevlucht zoeken in de toren. Daar is hier geen sprake van. Rondvraag en Google-en brachten ook geen uitsluitsel dus we laten het maar even zo.

Iets later op de route kwamen we in Westerenden terecht. Dit is een prachtig voorbeeld van een terpdorp. Met mankracht is hier een heuvel in het vlakke landschap opgericht. Op het hoogste punt is het een meter of vijf hoog en daarop torende de kerk. Een alleraardigst dorp lag er om heen en was echt de moeite waard. Helaas was de wierde, zoals men een terp hier noemt, in het begin van de vorige eeuw voor een groot deel afgegraven. De grond werd verkocht naar Drenthe om de arme zandgronden wat te verrijken. Wat wel leuk was om te horen is dat monniken hier het meeste werk hebben verricht. Echt monnikenwerk dus. Om een vergelijk te maken met onze regio, ook bij ons waren monniken actief van de abdij van Egmond. Die hebben de beginselen gelegd van de West-Friese dijk, in het bijzonder de Oude Schoorlsche Zeedijk. Toen was de clerus ten minste nog een beetje lichamelijk actief, nu hebben ze andere lichamelijke activiteiten waar niet iedereen waardering voor heeft. Sla de kranten er maar op na.

Onze route vervolgd en nog veel aardige plekjes gezien zoals Aduard en Steentil. Helaas draaiden niet alleen onze wielen maar ook de wijzers van de klok. Voor we er erg in hadden was het zes uur en toen hebben we besloten om de hulp van de Tomtom maar even in te roepen om naar huis te gaan. Met die hulp waren we er in een half uur en dat was maar goed ook want de asperges van gisteren moesten ook nog geschild worden. Dat ging wonderwel onder het genot van een Cabernet-Sauvignon. Om een uur of acht zaten we dan ook lekker te eten. De camping loopt langzaam vol, iedereen wil van de Pinksterdagen genieten zo lijkt het. Wij doen het in ieder geval wel. Voor morgen staat de stad Groningen op het programma. Ik ben benieuwd wat we dan weer allemaal meemaken.

Zaterdag 18 mei 2013: Grunnen

Een gestaag op het dak vallende regen hield ons in bed vanmorgen. Wanneer je weet dat het buiten waardeloos weer is en je ligt lekker warm en je hoeft nergens heen waarom zou je er dan toch uitkomen. Rond een uur of tien toch maar de horizontale houding voor een verticale verruild. We moesten vandaag in ieder geval even wat boodschappen doen, morgen eerste pinksterdag en dan is echt alles gesloten. Althans, dat is hier het geval.Zuidlaren werd het doel want daar zit een geweldige bakker en brood moesten we ook hebben. Verder even naar de Jumbo geweest en toen hadden we alles wel.

Zuidlaren was vanmorgen de pleisterplaats voor een evenement met Goggomobils en Messerschmidts. Dit zijn autootjes uit eind jaren vijftig,begin jaren zestig. De Goggomobil is een heel klein drie -of vierwieligautootje en de Messerschmidt is een driewielig autootje. Het is een tweezitter en je zit achter elkaar. Het heeft een kap van pexiglas en lijkt het meest op de cockpit van een oorlogsvliegtuig zoals de Messerschmidt bijvoorbeeld. Het stuur lijkt op een stuurknuppel en het heeft net als een vliegtuig twee wielen voor en één achter. Instappen gebeurt door de kap open te klappen en er dan in te gaan zitten en de kap weer te sluiten. Bij de driewielige Goggomobil is dat anders. Daar kan je de voorkant van het autootje opendoen, door een ingenieuze constructie komt het stuur dan mee, en je kunt instappen. Wanneer je zit trek je de voorkant van de auto weer naar je toe en kan je rijden. Leuke dingen, ik kreeg direct zin om ook zo’n ding te kopen. Even kijken op Marktplaats heeft mevan het idee afgeholpen, prijzen van 25.000 euro zijn geen uitzondering en voor dat bedrag kan je een hoop andere leuke dingen doen.

Nadat we de boodschappen achter in de auto geladen hadden zijn we richting Vries gereden. Daar was een soort jaarmarkt en omdat Vries niet al te ver van Zuidlaren afligt, ongeveer vijf kilometer, durfden we dat wel aan. Hoewel het op het moment dat we er heen gingen weer droog was had het weer van eerder die ochtend een slechte invloed op het bezoekersaantal. Aan het aantal bezette plaatsen op de geïmproviseerde parkeerplaatsen konden we bijna met zekerheid afleiden dat we nummer 14 en 15 waren die de markt kwamen bezoeken. Gelukkig zaten we er naast maar dat lag waarschijnlijk aan het bezoek door de plaatselijke bevolking. Het gebeuren ontsteeg de gemiddelde braderie niet echt, het gehalte van goedbedoelde maar nauwelijks interessante huisvlijt was weer erg hoog en ook  ‘de Landleven, Countryfair en chutney uit eigen keuken’ vertegenwoordiging was rijkelijk aanwezig. Toch nog een halfuurtje rond gelopen. Daarna de auto weer in en richting Groningen gegaan, een doel wat we al voor ogen hadden.

Dat Groningen een leuke stad was had men ons al wel verteld maar dat het zo’n ramp zou zijn om de auto kwijt te raken wisten we niet. Waarschijnlijk speelde de aanwezige kermis ons parten, die nam een hoop parkeerplaatsen in beslag, maar ook het gemeentelijk parkeerbeleid is er op gericht om de heilige koe zoveel mogelijk uit het centrum te houden. Dat lukt volgens ons aardig met de gehanteerde parkeertarieven en de maximale parkeertijd van 30 minuten. Wij dus op zoek naar een P en R plek. Daar kan je voor een redelijk bedrag de auto kwijt en voor een eurootje met de bus naar de binnenstad. Janneke van de camping had ons verteld dat ze er waren maar niet wáár! We konden ze niet vinden. Gelukkig vonden we wel net buiten het centrum een plek waar we de auto kwijt konden. Het was wel even een stukje lopen maar dat was op zich geen ramp.

Over de brug bij het station de stad binnengekomen en via de brug bij het Gronings Museum richting Centrum. De stad kenmerkt zich door een gezellige drukte. Waarschijnlijk waren de kermis en het feit dat het zaterdag was daar ook wel debet aan maar er heerste een ontspannen sfeer. De al eerder genoemde kermis had er van ons niet hoeven staan. Veel getetter en lawaai en quasi-vermaak moeten het geld uit de zakken van de bezoekers tevoorschijn toveren maar op mij heeft dit altijd een averechts effect. De op de A-kerkhof en Grote Markt opgestelde kermis werd aan weerszijden omringd door de markt en wij hebben ons via de kraampjes richting Martinitoren begeven. De Olle Grieze (de oude grijze) zoals hij hier wel genoemd wordt is eenmooi baken om je op te richten. Overal in de stad is deze 97 meter hoge toren te zien. Bij het ernaast gelegen VVV hebben we een kaart met een stadwandeling gehaald om toch nog even wat cultuur op te snuiven.

Na de Martinitoren voerde de wandeling ons langs de Prinsenhoftuin, een ommuurde tuin die door de plaatselijke Oranje, in dit geval stadhouder Willem Frederik, is aangelegd. Nu denk ik dat je dat met een korreltje zoutmoet nemen want hij zal zelf gerust niet de hand aan de spa geslagen hebben of met een kruiwagen rondgereden hebben. Maar een leuk idee was het zeker. De tuin bestaat uit twee gedeeltes, een soort ‘lust’tuin bestaande uit twee rondetuinen die omringd zijn door hagen van haagbeuken. Die hagen doorgroeien elkaar aan de bovenzijdes  en vormen dus een soort van galerij. Hierin zijn ‘ramen’ gesnoeid die een uitzicht op de binnentuin geven. Die is beplant met tulpen en violen die op hun beurt weer in perken staan die door buxushagen omringd worden.

Het tweede gedeelte was een kruidentuin. Helaas waren grote delen nog onbeplant. Het was echter een prachtplekje. Daarna doorgelopen via de Spilsluizen naar de Oude Boteringstraat. Dit is de straat die de meeste monumenten van Groningen-stad huisvest. Het ene mooie pand heb je nog niet gehad of het volgende komt er al weer aan. De route leidde ons vervolgens langs het scheepvaartmuseum, de oude haven, de Aa-kerk en de Korenbeurs. Op dat punt hadden we bijna ¾ van de route gelopen en we vonden dat we ons portie cultuur wel gehad hadden voor deze dag. Onderweg hadden we nog olijven en origineel Gronings Speltbier gekocht en dat moest ook nog soldaat gemaakt worden. Terug gelopen naar de auto dus, wat ook nog een heel eindje was, en daarna terug naar ‘huis’.

Daar aangekomen eerst maar eens de stoelen uitgeklapt en een borreltje genomen. Daarna gekookt, een soort Bonne Femme vandaag met gebakken kaas en sla, was erg lekker en voedzaam. Na de afwas natuurlijk even bloggen en voor de rest denk ik dat we weinig gaan doen. Het enige wat vast staat is dat we natuurlijk nog wel even voor Anouk gaan duimen die ons land vanavond op het Eurovisiefestival gaat vertegenwoordigen. Onze verwachting is dat ze toch gauw tussen de plaats 28 en 35 zal gaan eindigen en dat zou mooi zijn want zo goed hebben we in geen tijden gescoord.



Zondag 19 mei 2013: Familiebezoek

Het zal menigeen verbaasd hebben waarom we Kropswolde of all places als plek gekozen hebben om onze week door te brengen. Welnu, ik heb van de sluier een paar dagen geleden al een tipje opgelicht. Ik ben namelijk bezig om het voorgeslacht van Jantiene een beetje in kaart te brengen en Kropswolde is daar een uiterst geschikte plek voor. Het ligt lekker centraal en ook de archieven van Groningen zijn hier niet ver vandaan. Daar ben ik helaas niet aan toe gekomen, het weer bleef te mooi. Eigenlijk wel jammer, een dag regen op zijn tijd is nooit weg. Maar gelukkig zijn er nog andere middelen om onderzoek te doen en die resulteerden er in dat ik toch wel aardige vorderingen gemaakt heb. Zo heb ik de overgrootouders op weten te sporen en vandaag zijn we ze een bezoek wezen brengen. Nu moet je je niet voorstellen dat ze klaar zaten met de koffie en een likkoekje.

Nee, het genoegen was éénzijdig, namelijk geheel van onze kant. We zijn namelijk op zoek geweest naar de plek van begraven om te controleren of mijn gegevens klopten. Eerst zijn we naar over-opa en oma Kruit wezen zoeken in Vrederust in Noordbroek. Na wat speuren hadden we hem te pakken. Klaarblijkelijk had het venten met petroleum toch nog wel wat opgeleverd want het was een behoorlijk graf. Wel had het wat achterstallig onderhoud maar het was toch indrukwekkend. De namen en data klopten maar voor de rest kon ik geen extra informatie noteren. De enige toevoeging die ik nog kan doen was dat er gerefereerd werd aan 2.Tim 4-8. Uit die tekst blijkt dat hij alle vertrouwen had in de toekomst dus dat was fijn om te weten.

Daarna zijn we richting Wildervank gereden waar naar mijn beste weten nog wat verwanten lagen begraven. Het was nog een heel gezoek voor we de plek gevonden hadden maar het was de moeite waard. Een prachtige plek, een echte oase van rust te midden van de aardappelvelden met monumentale bomen en ontzettend groot. Dat werd dus even speuren maar met de datum in de hand konden we verschillende gedeeltes al links laten liggen. Na een klein kwartier hadden we opnieuw tuk: gevonden. Ook hier weer geen extra  informatie. Wel was het weer groter dan ik had verwacht maar kon het ook wel even een bezoek van de klusjesman gebruiken. Het was behoorlijk verwaarloosd. Ook hier weer een verwijzing naar het geloof: Gezang 14: ‘De Heer is mijn Herder’, een beetje afgezaagd maar wel veilig.

Meer plekken om te bezoeken had ik niet dus konden we ons rondje Drenthe – Groningen vervolgen. We zijn richting Borger gereden. Daar hebben ze de kerk verbouwd tot een cultuurpodium met café met buiten een terras. Omdat het lekker weer was zijn we lekker even buiten gaan zitten om een kop koffie en een broodje zalm te nemen. Om drie uur zou er een gratis concert beginnen  maar de aanvangstijd werd waarschijnlijk als gevolg van een gebrek aan belangstelling nog even wat naar voren geschoven dus hebben wij het ook niet afgewacht en zijn weer op pad gegaan. Omdat we een bordje zagen staan met ‘Hondsrugroute’ er op zijn we de aangegeven richting maar ingeslagen. Die bracht ons in een prachtig bos waar we erg van genoten hebben. Daarna kwamen we per ongeluk weer in Exloo terecht, daar waren we van de week ook al. Dus hebben we de richting Mussel genomen en die weg bracht ons in Sellingen.

In Sellingen heeft mijn vader nog enige tijd doorgebracht. Hij moest hier in 1943, vanaf het moment dat hij 18 werd, via een verplichte inzet bij de 'Arbeitseinsatz' sloten (eigenlijk tankbarrieres) graven. Hij zat in NAD kamp 132 Slangenborg in Sellingen. Na een bepaalde periode kreeg men verlof en mocht weer naar huis, zo ook mijn vader. Tijdens dat verlof is hij ondergedoken aan de Kennemerstraatweg in Heiloo en niet meer teruggegaan.  Gelijk had hij. Hoewel je verstand zegt dat er 70 jaar na dato natuurlijk weinig meer van terug te vinden zal zijn kijk je toch nog even rond met het gevoel van ‘Zal hij daar hebben staan spitten?’

Iets noordelijk van Sellingen ligt Jispinghuizen. Daar was de plaatselijke jaarmarkt. Even rondgekeken maar het stelde weinig voor. Daarna richting Vlagtwedde en vervolgens naar Wedde. Daarbij passeerden we Wedde en gingen via Wedderveer naar Pekela. Bij Wedderveer stroomt de Westerwoldse Aa en het is een prachtig gebiedje. Het was nog wel grappig, we moesten een oude houten brug ovoer die 2.10 meter breed was en onze auto is 2.05 meter, ging dus net. Jantiene vond het erg spannend en verklaarde me voor gek maar het ging allemaal goed. In Oude Pekela nog even gekeken of we nog een clown zagen maar die hebben we niet gespot. Wel een beeld van Fré Meis, de oude communistische vakbondsvoorman. Ik wist niet eens dat hij daar vandaan kwam, zo leer je toch iedere keer weer wat. Daarna via Scheemda, Noordbroek (ja, weer) en Hoogezand-Sappemeer weer terug naar de caravan.

Toen we aankwamen kwam Richard, de camping eigenaar ons al tegemoet. Vanavond heeft hij opening van zijn bar. Die heeft hij geïnstalleerd achter zijn trekker en balenpers. Vanaf negen uur zijn we welkom dus daar moeten we toch maar even heen. Zodoende was ik al vroeg met de blog en koken. Nasi was het vandaag en het smaakte weer prima. Hoe het bier smaakte wat ik straks naar binnen zal werken laat ik jullie morgen wel weer weten.

Maandag 20 mei 2013: Het is al later dan je denkt

Het was een aardige avond gisteren en het bier was prima maar dat was geen wonder, ik had het namelijk zelf meegenomen. Ik had gisteren niet vermeld dat het een American Party was, dan neemt iedereen zijn eigen spullen mee. Ik had twee mooie Chouffe Houblons mee maar nadat die naar binnen gewerkt waren bleek dat er ook nog een kratje bier onder de bar verstopt stond. Maar om even bij het begin te beginnen: even over negen uur gingen we richting schuur. Niet te vroeg want als je de eerste bent sta je soms wat verloren. Nou de eerste waren we zeker niet , toen we binnen kwamen en ons door de eerste rookwolken geworsteld hadden zagen we dat het al afgeladen vol was met hoofdzakelijk vaste campingbewoners. De muziek draaide volop, de tafels vol kaas, pinda’s en drank en de tv stond gezellig aan dus er was weinig wat een gezellige avond in de weg kon staan.

We werden vrij snel in de gesprekken opgenomen en kwamen er achter dat er hier toch wel aparte gewoontes gehanteerd worden. Zo is het, volgens één van de dames bij ons aan tafel, gewoonte dat je de leeggegeten pinda’s niet verzameld maar op de grond gooit. Je laat ze dan lekker liggen en na geruime tijd mengt de pindageur zich met bierlucht en dat vermengd met de reuk van ouwe peuken geeft een echte kroegatmosfeer. Ik weet niet of we dit verhaal met een korreltje of een zak zout moesten nemen maar het leek mij niet erg aannemelijk. Toch wel een paar leuke uurtjes gehad maar rond een uur of elf hielden wij het voor gezien omdat we toch wel een beetje fit op wilden staan omdat we vandaag zouden vertrekken.

Vanmorgen lag ik toch wel heel lekker en het was al ruim half tien toen we aan een kop thee zaten. Gelukkig hadden de weersvoorspellers het niet helemaal bij het rechte eind, althans voor de Groninger regionen, want het regende niet. Het was wel vochtig weer maar gelukkig konden we de boel droog inpakken. Lekker op het gemak aan de gang gegaan en rond een half twaalf stonden we lekker onder de douche. Daarna even naar Janneke om de rekening op te halen. In het receptiehok nog even leuk zitten praten en een kop koffie gedronken en rond één uur reden we het erf af.

We hadden besloten om nog een stukje binnendoor gegaan, tot Drachten. Het weer was redelijk en de omgeving is de moeite waard. Vooral bij Norg, waar we nog niet geweest waren, vonden we het mooi. Toen we Friesland inreden begon het licht te miezeren wat langzaam overging in een behoorlijke regenbui. Via Bakkeveen en Friesche Palen kwamen we bij de A7 terecht. Het was aardig druk maar het reed wel door. Bij Joure en Sneek vanwege werkzaamheden nog even wat oponthoud maar al met al viel het mee. Toen we de Afsluitdijk opreden hield de regen weer op en konden we in één ruk doorrijden naar Koedijk.

Na wat overweging besloten om te proberen de caravan eens anders het pad op proberen te krijgen, namelijk met mijn neus naar Alkmaar toe. Dat ging verrassend goed, in één keer stond ik op het pad en kon de boel naar beneden laten zakken. Voor de mensen die niet op de hoogte zijn van de situatie hier, ik moet de caravan achteruit het pad op draaien en daarna volgt een pad van 27 meter naar beneden, de dijk af, waarbij ik aan iedere kant ongeveer 10 cm speelruimte heb. Ik ben dus altijd blij als de boel zonder deuken weer op zijn plek staat. Anne zat al op ons te wachten en legde haar boek van de duikcursus aan de kant om ons even te helpen en de auto leeg te halen. Dat was eigenlijk zo voor elkaar en oen we klaar waren begon het ook hier weer zachtjes te regenen. De timing was dus perfect. Binnen hoefden we eigenlijk niets te doen. Anne had het huishouden keurig op orde dus dat was fijn.

Eigenlijk op hetzelfde moment kwamen Symen en Martine het pad op rijden die voor ons het eten zouden verzorgen. Eerst even de nieuwe Duvel Tripel geprobeerd en die kon de toets der kritiek ruimschoots doorstaan. Vanavond lekker scampi’s gegeten en met de meiden uitzending gemist Songfestival gekeken, Lekker zitten zeiken op van alles en nog wat dus dat was wel een gezellige avond. Jammer dat de week er weer op zit, moeten we eigenlijk vaker doen want het was heel lekker. Verder wordt de tijd die we nog hebben steeds korter dus die moeten we goed benutten. Zoals een wijs man al eens zei: 'Het is al later dan je denkt' en met die wijze woorden wil ik deze blog graag besluiten.