Alle blogs laten zien

Zaterdag 2 nov 2019: Orchideeen

Als een warme deken ligt de bewolking over Europa wanneer we naar het zuiden vliegen. Het is nog te zien uit het vliegtuigraam voordat de nachtelijke duisternis het aan ons oog onttrekt. Na een vakantieloos jaar, iets wat voor ons heel uitzonderlijk is, hebben we besloten dat we toch wel een weekje verdiend hebben. Bijna alle vrije tijd die we hadden hebben we in de nieuwbouw van 'Maison De Vlotbrug' gestoken en eerlijk is eerlijk, dat is toch wel wel wat stressvol geweest. Weg met de sleurhut was geen optie dus zijn we op zoek gegaan naar een alternatief en dat hebben we gevonden. Malaga is het doel. 

Wanneer de daling ingezet wordt krijgen we eindelijk weer zicht op de 'begane grond'. Verlichte dorpjes tekenen zich af op een donkere achtergrond en iets later komt ook de Costa del Sol in zicht. Als een kleurig lint zijn de vormen van de kustlijn afgetekend. Het duurt niet lang meer voor we veilig aan de grond staan en te midden van een krioelende mensenmassa op zoek gaan naar onze bagage. Wanneer we die gevonden hebben met de shuttlebus naar de autoverhuurder waar al een Opel Corsa op ons staat te wachten.

Iets later duiken we de duisternis in van het Spaanse binnenland. Op weg naar Viñuela om precies te zijn, Hotel Los Orquideas, het Orchideënhotel. Na een rit van ruim een uur checken we in bij uiterst aimabele receptionist van het Moors aandoende hotel en draaien we om negen uur de sleutel om van onze kamer. Natuurlijk hadden we er al een beetje een idee van maar de werkelijkheid was beter. Een fantastische kamer hebben we. Snel even de spullen in de kast gegooid, even opgefrist en naar het plaatselijke restaurant.

Tien minuten lopen is het en wanneer we aankomen is de keuken nog open. Vanzelfsprekend eigenlijk want per slot van rekening zitten we in Spanje waar het vrij normaal is om op negen uur of later aan tafel te gaan. Na een voorafje van salade en Iberico ham met warme champignons zijn de tortilla en de gepaneerde kip aan de beurt. Geen haute cuisine maar wel verdomd lekker. Een paar glazen Blanco er bij en de avond kan niet meer stuk, vooral wanneer je de rekening krijgt. Het is hier gewoon een feest om te gaan eten. Iets na twaalf uur keren we terug in het hotel. Moe en voldaan kropen we in bed. Vandaag was de aanloop en wanneer dat een voorbode is van de rest van de week kan het niet meer stuk. {20191102}

 

 

Zondag 3 nov 2019: De voetbalkantine

Het was een wat onrustige nacht. Af en toe waande ik me in Albanië. Ook daar hoorden we de hele de zwerfhonden, die al blaffend hun territorium bewaakten. Hier was het dat ook het geval. Ondanks de onderbrekingen een goede nacht gehad. Acht uur definitief wakker en dat is een tijd geleden dat ik tot zo laat in mijn bed lag. Nadat ik de luiken opengemaakt had maakten we kennis met de omgeving. Gisteravond kon je echt geen hand voor ogen zien dus het was een beetje een verrassing. En geen onaardige kan ik je zeggen. We kijken uit op een meer, nou ja, een stuwmeer, het Embalse de Viñuela. Daarachter beginnen de bergen van de Sierras de Tejeda, Almijara y Alhama. Een mondvol. Samen vormen ze het Parque Nacional de Axarquia, de Andalusische benaming voor het achterland van de Costa del Sol.

Eerst maar eens douchen en daarna richting ontbijttafel. Nou ja, ontbijttafel, het was een buffetje. Niet groot, dat kan ook niet anders met een hotel met 7 kamers, maar wel compleet. Alles was er. We kregen verse fruitsalade op tafel en konden kiezen in welke variëteit we onze eieren wilden hebben: gekookt, roerei of omelet. Zeg het maar…. prima voor elkaar. 

Het was geen al te mooi weer vandaag. Er hing een stevige bewolking en het waaide ook behoorlijk maar koud was het niet, een graadje of 22, en dat in november. We hebben ons na het ontbijt even georiënteerd op de omgeving. Zondag vandaag dus er zal behoorlijk wat gesloten zijn dus maar gekozen voor een beproefd  concept: de toeristische route.We zitten een beetje in het achterland en er zijn hier wat routes uitgestippeld. Omdat dit een totaal nieuw gebied voor ons is hoeven we niet ver te zoeken en nemen dus de route die het dichtst bij ligt, de Ruta Mudéjar, de Moorse route. Dit gedeelte is van Spanje is namelijk een tijd onder invloed geweest van de Moren en dat is nog duidelijk te zien. De dorpen en stadjes hier, die tegen de bergen aan lijken geplakt hebben echt een Noord Afrikaanse uitstraling. 

Tijdens de rit hebben we diverse stadjes bezocht maar het was wel overal rustig, dodelijk rustig bijna. Of dat nu in de zondag zit, ik zou het niet weten. Hier en daar een terras met wat wandelaars, hoofdzakelijk Britten, die koffie zaten te drinken, maar daar hield het wel mee op. Nu is de zondag hier wel een echte familiedag. Gezinnen gaan uit eten en moeder lijkt een vrije dag te hebben. Maar voor de middag was dat nog niet te merken. In Salares zijn we op een terras beland en hebben daar even koffie gedronken. Een koffie en een thee en dat voor het wereldschokkende bedrag van € 1,50. Voor dat geld kun je bij ons nog niet eens je jas ophangen of naar de wc gaan. 

Rond een uur of twee zijn we maar even op zoek gegaan naar een eetgelegenheid. Die vonden we in Arenas. Een onooglijk café met de uitstalling van een een voetbalkantine. TL aan het plafond, formica tafels en dito stoelen en een akoestiek die elk gesprek onmogelijk maakte. Het galmde er over. Zet daar dan ook nog eens 7 Spaanse families die volop plezier hebben met elkaar en die vergezeld gaan van een kinderschaar die zich al gillend vermaakt. Gelukkig zegt dit alles niets over de kwaliteit. Allereerst was de ober fantastisch. Hele aardige kerel die voor het zout in de pap zorgde. Verder hebben we er echt prima gegeten. Roodbaars met frites en salade, een nul-punt-nulletje er bij en verse mango toe. De vis en de salade waren prima maar de mango spande de kroon. De laatste keer dat ik zo’n lekker exemplaar gehad heb was in Mexico. Bij het afrekenen gaf ik een kleine fooi wat er weer in resulteerde dat we elk een glaasje limoncello (niet echt Spaans maar ja…) voorgeschoteld kregen.

Na het afmaken van de route zijn we naar Torre del Mar gereden. Zo’n toeristenparel aan de Costa. Eerlijk is eerlijk, ik heb het wel een slechter gezien. Al veel gesloten, drie man op het strand maar ik kan me er een beetje een voorstelling van maken wanneer al die toeristenpakhuizen afgeladen zijn met zonzoekers. Ik moet er niet aan denken. Daarna rustig aan weer naar het hotel waar we de tijd hebben genomen om de boel eens grondig te inspecteren. 

Zo compleet als hier hebben we het nog nooit meegemaakt. Een koelkast met minimaal 30 soorten drankjes er in, variërend van vruchtensap tot whisky, en voor heel acceptabele prijzen. Zo kost een biertje uit de minibar maar 2,50 en een cola maar 1,50. Verder shampoo, bodylotion, een kam, tandenborstel, je kunt het zo gek niet bedenken. Alles met eigen logo, gewoon op en top. Je kunt hier bijna in je blote kont komen en gaat dan aangekleed weer thuis. Niet te geloven voor dat geld maar ja, leegstand is waarschijnlijk duurder.Inmiddels is het al weer negen uur geworden, tijd om even te gaan eten. Straks de schoenen even aantrekken en een jas is ook geen overbodige luxe. Morgen laat ik wel weer weten hoe het gegaan is. {20191103}


Maandag 4 nov 2019: Jutse Knut

We hebben een geweldig weids uitzicht vanuit onze kamer. Meer op de voorgrond, daarachter een heuvelachtig gebied en helemaal op de achtergrond de bergen van de Sierra. Tot ruim achtentwintighonderd meter hoog gaan ze, flinke jongens dus. Het is moeilijk om afstanden te bepalen, je hebt te weinig referenties. De dorpjes die we zien liggen in de heuvels dus relatief dichtbij. Het bergachtige achterland laat zich niet in afstanden schatten, daarvoor is het te groot. 

Vanmorgen werd die leegte wat opgevuld met regenbuien. Machtige wolken die hun lading condenserend water naar beneden lieten vallen. Als grijze bruidssluiers sleepten de ogenschijnlijk traag vallende druppels achter de langzaam bewegende wolken aan. Af en toe werd de grijsheid onderbroken door de heldere kleuren van een plotseling verschijnende regenboog. Het was een boeiend gezicht.

Vallend water hadden we ook in de douche, snel er even onder voor we richting ontbijt gingen. Het was rustig, drie kamers leeg dus nog maar vier vol. Ruimte genoeg dus en het ging ook lekker snel. Om kwart voor tien waren we al op weg naar Viñuela. Daar gingen we op zoek naar het VVV. Ik had net de auto geparkeerd toen er achter me een auto probeerde in te parkeren. Dat lukte niet zo best en, omdat ik nogal ruim stond heb ik hem even naar voren geplaatst. Dat werd ontzettend op prijs gesteld door Knut, de Deense beeldhouwer die de wagen bestuurde. en hier gedurende de wintermaanden zijn artisticiteit op het harde graniet botviert.

Knut was een heel aardige zeventiger maar er kwam geen eind aan zijn verhalen. Over zijn leven op Jutland en dat hij en Helgafrid hier zo genieten maar dat het toch wel wat warm is voor Ole, de zwarte wolfshond. Maar gelukkig kwam er eindelijk toch een eind aan het gesprek. Hij wilde namelijk zijn pas gekochte kaas opeten voor het over de datum was en dus ging in een gepaste draf naar huis. Tijd voor ons om Vinuela even met een bezoek te vereren. Witte huizen vormen de hoofdmoot, net als in iedere stad en dorp hier. Op iedere hoek staan bloemen en planten en dat geeft het geheel een vriendelijk uiterlijk. Ook de banken die er om de tien meter neergezet zijn werken hier aan mee. Ze nodigen je uit om even te gaan zitten en je gejaagde bestaan even te laten voor wat het is. Dat is voor de gemiddelde Spanjaard niet aan dovemansoren gezegd. De meesten hebben toch een heel ander tempo dan wij en ik denk dat het wel lekker is wanneer je dat kunt doen.

Het VVV hebben we niet gevonden, wel het gemeentehuis waar we, middels een QR code op de muur, alle info konden krijgen die we hebben wilden. Uit angst Knut nog een keer tegen te komen met een omweggetje weer terug naar de auto en daarna naar Narja, een stad die ons aanbevolen was. Ruim een half uurtje rijden was het. Een peulenschil in vergelijking met de tijd die we kwijt waren om de auto te parkeren. Dat duurde aanmerkelijk langer maar na drie rondjes door de stad ontdekten we een mevrouw die net haar boodschappen aan het inladen was. We hadden geluk.

Het zag er allemaal gelikt en netjes uit in Narja, een beetje te als je het mij vraagt. Nu waren we  natuurlijk wel in het nieuwe gedeelte terecht gekomen. De oude stad is eigenlijk alleen te voet bereikbaar. Na wat zoeken hebben we het gevonden. Een stadje in de stad, vergeven met onzin verkopende winkeltjes. Busladingen toeristen die vooraf gegaan door iemand met een vlaggetje, de stad doorgeleid worden. Opeens wist ik weer waarom ik niet echt van dit soort oorden gecharmeerd ben. Op een pleintje even wat gegeten en daarna naar het Balcon del Europa, het highlight van Narja. Het zag er heel leuk uit, een soort boulevard omringd met palmen maar met authenticiteit had het weinig van doen. Het was duidelijk dat dit ontworpen was door mensen die weten wat ‘wij’ wel mooi vinden. Wat we wel hadden was een fantastisch uitzicht.

Het werd nog even een zoektocht naar de auto door de wirwar van straatjes maar gelukkig weet Jantiene hoe Google maps werkt. We zijn daarna naar de A340 gereden richting Salobreña, de voorloper van de huidige autobaan. Een prachtige rit met mooie panorama’s en om iedere hoek weer een verrassing. Iets voor Salobreña zijn we de snelweg weer opgegaan richting Viñuela. Het is hier namelijk snel donker en we moesten ook nog op zoek naar een restaurantje. Die hebben we gevonden bij de camping van Viñuela. 365 dagen per jaar open, soms 366. Gelukkig maar, dan komen we morgen ook niet om. {20191104}


 

Dinsdag 5 nov 2019: Overal olijven

Een fan van hotels ben ik niet echt maar het heeft wel een zeker voordeel. Na het ontbijt kan je alles laten vallen. Jas aan en de deur uit. De tafel wordt afgeruimd, je kamer geboend, het bed opgemaakt en de plee geschrobt. Je kunt dus zo de deur uit. Zo ook vanmorgen, om twintig over negen konden we de auto al in maar het weer was wat minder dus we waren wel beperkt in onze mogelijkheden. De wind floot namelijk om het gebouw vanmorgen, een harde koude wind. Niet echt weer om eens te gaan flaneren dus nog maar eens het aloude recept van 'sightseeing by car' van stal gehaald.  Zondag hadden we al een route gedaan, de Route van de Moren, vandaag was de Route van de Bergolijf aan de beurt. Nou eigenlijk niet de Route van de Bergolijf maar van De Berg en de Olijf maar aangezien alle olijfbomen die we hebben gezien, en dat waren er honderdduizenden, op berghellingen groeiden is de eerste titel zeker geen verkeerde. 

Het mooie van deze rit is dat hij in Viñuela startte. Vandaar naar Alcaucin, een stukje van een kilometer of tien. We wisten niet helemaal zeker waarom dit plaatsje in de route opgenomen was maar dat moet haast met de bergen te maken hebben gehad. De stad zelf was niet veel maar ik zag een bord staan met de vermelding Alcázar 5 km. Interessant want ik heb geleerd dat een Alcazar een ‘castillo fortificado situado en un lugar estratégico’ is. De nieuwsgierigheid was dus gewekt en vrolijk sloegen we dus de richting in die de wegwijzer ons wees. Al binnen een kilometer ging de redelijk geasfalteerde weg over in een ruw betonnen versie die weer gevolgd werd door de Spaanse uitvoering van een Albanees geitenpad. Nog vier kilometer te gaan dus maar het viel mee, we hebben wel eens slechter meegemaakt. En het leuke hier was dat net wanneer je dacht, o jee, wat wordt die weg smal en beroerd, er weer een goed stukje kwam dat met beton verhard was. 

Na een kilometer of twee kwamen we bij een uitzichtpunt, eveneens de begrenzing van het natuurpark van de Sierra de Tejeda. Even wezen kijken maar we waaiden bijna uit onze jas vandaan dus snel maar weer in de auto. Terwijl we instapten werden we ingehaald door twee andere auto’s, we waren dus niet alleen. Een hele geruststelling. Na pakweg een kwartier kwamen we aan bij het Alcázar. Wellicht heeft hier in lang verleden tijden een kasteel gestaan, nu was daar geen sprake meer van. Het bestond uit een recreatiecomplex met parkeerruimte, bbq’s, douches en noem maar op. Verder was het een startpunt van allerlei wandelroutes, na voetbal de nationale sport in Spanje. Het was er buitengewoon goed verzorgd maar van een kasteel was geen sprake. Het was eigenlijk net als bij Sparta. Men noemt het stadion Het Kasteel en er wordt alleen maar amateursport bedreven.

De auto geparkeerd en de stoute schoenen maar even aangetrokken. Die stonden achter in de auto, onze eigen ANWB koppel-schoenen. We hebben voor de schijn de rugzak maar even omgedaan en kozen voor de makkelijkste route, die naar het uitzichtpunt van Pedro Aguilar, volgens het bord een wandeling van een kilometer…. maar vergis je niet, je moet ook weer terug. Het was met recht een mooie wandeling, we liepen in de luwte van de berg dus koud was het niet. Niet lang maar wel heel mooi met prachtige vergezichten en het meer van Viñuela in de verte. Een uurtje later waren we weer terug bij de auto en gingen we de uitdaging opnieuw aan maar vreemd genoeg leek het nu veel korter en vooral minder spannend. 

Terug in Alcaucin moesten we een stukje terug op de oude route om vervolgens naar Periana te gaan.Een prachtige rit over ruige bergen naar de Puerto del Sol, de poort van de zon. Bovenop deze pas was echter geen zon te bekennen. De wind was ijskoud en ging dwars door je jas heen. Aan de andere kant was het landschap opeens verrassend anders. Kale rotsen maakten plaats voor landbouw. Olijfbomen, avocado’s, mango’s, pepers, appels, peren, sinaasappelen en citroenen wisselden elkaar af. Onderweg kwamen we een olijfplukkers tegen en daar hebben we een tijdje bij staan kijken. 

Nu is plukken niet helemaal de juiste omschrijving. Schudders zou een beter woord zijn. Onder de bomen zijn netten gespannen en met een mechanische arm wordt er aan de takken geschud. Onderwijl slaan twee mannen met stokken in de boom om de nog vastzittende olijven los te slaan. Ik probeerde nog even een gesprek met de mannen aan te gaan maar dat viel niet mee. Het waren Marokkanen uit Marrakech. Die zijn waarschijnlijk goedkoper dan de Spanjaarden zelf.

Tegen het einde van de route liep het ook alweer aardig naar het einde van de dag. In Colmenar nog even een café ingegaan voor een bak koffie. Het was een vrolijke boel daar, de sangria vloeide rijkelijk. Een vrolijk ‘en we gaan nog niet naar huis’ schalde door de straat. Een Nederlandse café eigenaar die waarschijnlijk wat bekenden op visite had. Daarna richting huis, nog zo’n 25 kilometer dus dat viel wel mee. Vanavond weer richting camping voor de maaltijd. Pizza vanavond. Altijd lekker, weer even gewoon Nederlands eten!{20191105}


Woensdag 6 nov 2019: Malaga

De zon scheen lekker vanmorgen toen we op weg waren naar Malaga. Om eerlijk te zijn vonden we wel een beetje dat we dat verdiend hadden want je reist bijna 2500 kilometer om wat zon op te doen en alles wat je krijgt, maar geen zon. Een uurtje rijden is het vanaf hier. Rustig op de weg en ook in de stad zelf was het erg rustig. Er is alleen geen parkeerplaats te vinden. Dat is toch wel een beetje een probleem hier komen we achter. Besloten om de hulp van Tom maar even in te roepen en die bracht ons naar Parking Central, de naam zegt het al. Gelegen aan de haven, midden in het centrum en onder het bureau van de Tourist Information. Beter kan het gewoon niet. Het zoeken naar een plekje werd vereenvoudigd door de lichtjes die aan de zolder hingen. Brandde er een rood lichtje dan stond er al iemand dus het was zoeken naar een groene. Die hadden we vrij snel te pakken. Rugzak om en ondanks alle informatie die we al hadden toch nog even bij het VVV kijken.

Daar de route voor de stadswandeling opgehaald en dankzij mijn vraag in het Spaans kreeg ik er direct, in rap Spaans, een hele vracht informatie bij die ik vrolijk over me heen liet komen. Het merendeel ging langs me heen, het ging gewoon te snel maar hij was zo enthousiast bezig, ik liet hem maar. We konden direct op pad, het begin lag bij de voordeur van het VVV. Eerst maar even naar de Plaza de Constitucion. Een volle blaas dwong ons om eerst maar eens een consumptie te nemen. Ja, ik weet het, het klinkt wat tegenstrijdig. We belandden in een lokale koffiebar, Café Central. Naar we iets later merkten is dit ook een stop voor de stadstours van de MSC, die hele volksstammen per cruiseschip deze kant op vervoert. 

We zaten net toen gids nr. 8 binnenkwam met zijn groep. Ik waarschuwde direct Jantiene: ‘Als je moet, moet je nu, anders hoef je niet meer’, en dat klopte. Ze zaten nog niet of 80 procent van de dames van het gezelschap werkte zich het trappetje op naar boven. Ja inderdaad, werkte. Het merendeel was te oud, te dik of te gammel om op een normale manier naar boven te gaan. Filevorming en vertraging was het gevolg maar gelukkig had Jantiene het bordje ‘Aanvang file’ op haar rug en was als eerste aan de beurt.

Inmiddels zat ik alleen aan een vierpersoons tafeltje en zag een paar oudere Spaanse dames, leunend op hun wandelstokken, vertwijfeld kijken waar ze moesten gaan zitten. Na mijn uitnodiging schoven ze gezellig bij me aan en pakten allebei hun mobiel om eens gezellig te gaan facebooken. Van contact was dus geen sprake meer. Bij de kelner had ik inmiddels twee warme chocolade besteld want daar hadden we echt trek in. Ik had een beetje het idee van Chocomel toen ik het bestelde maar het leek meer op een chocoladeletter die een dag in de zon had gelegen. Een dikke, breiige cacaomassa in een kopje. De smaak was prima, daar mankeerde het niet aan maar het sloot niet helemaal aan bij ons verwachtingspatroon.

Na deze stop de route hervat en werden we naar de Iglesia del Sagrada Corazon geleid, de Heilig Hartkerk. Hoewel ik weinig op heb met de Spaanse geloofsuitingen met al hun uitbundigheid en toeters en bellen ben ik toch even naar binnen gegaan. Wanneer je langs alle aangeklede etalagepoppen heen keek zag je een prachtig gebouw. Vooral het dakraam was erg mooi. Een soort lichtkoepel van glas in lood, zie je eigenlijk nooit. Hetzelfde geldt voor bemande biechtstoelen. Je kon zo terecht om je zonden kenbaar te maken maar daarvoor is mijn Spaans niet toereikend genoeg. Snel maar weer naar buiten dus en de route weer opgepikt. 

Een verrassende ontmoeting hadden we met de vergeten zoon van Bob Ross. Misschien kent u Bob wel. In de jaren 80 had hij een programma waarin hij iedereen aan het schilderen probeerde te krijgen. In 7 minuut 38 had hij een landschap gefabriceerd en het veranderde in die tijd ook nog een keer of 3 van opzet. Nou, zijn zoon won het. In pakweg 1 minuut maakte die schilderijtjes op glasplaatjes. Niet echt hoogstaand maar wel leuk. Hij kon zo naar de kerstmarkt in Bergen. Toen ik luidop de vergelijking met Bob Ross liet vallen moest hij wel lachen. Waarschijnlijk was ik niet de eerste die het opviel. 

Het moet gezegd worden, de route had wel een hoog religieus karakter. Het volgende monument was de Iglesia sto. Cristo de la Salud gevolgd door de kathedraal van Malága. Daar had ik eigenlijk nog wel even naar binnen gewild omdat het bouwkundig een heel apart gebouw is maar de toegangsprijs van 8 euro en een rij van pakweg 80 mensen hield ons tegen. De tuinen waren wel vrij toegankelijk, ja, hoe is het mogelijk, en de moeite waard. Iets verder kwamen we terecht bij El Pimpi. Een galerij van barretjes, eettentjes en noem maar op. Het liep als een wirwar door elkaar. Zo geweldig leuk en gezellig. Aan het einde liep je weer naar buiten waar de terrassen ook door El Pimpi uitgebaat werden. Wat een topconcept. Loeidruk en gezellig tegelijk. 

Wij hervatten de route echter en kwamen uit op het Plaza della Merced, omringd door terrasjes. We wisten een vrij tafeltje te bemachtigen, lekker in het zonnetje. Eerst een verse jus gevolgd door wat tapas. Super lekker. We hebben er een mooi tijdje gezeten voordat we de route afgemaakt hebben. Het laatste gedeelte was eigenlijk het minst interessant, alleen de palmentuin vonden we hier de moeite waar. Eerlijkheid gebiedt me echter wel te zeggen dat we het Alcázar en het Castillo gelaten hebben voor wat het was. Dat was nog een behoorlijke klim en daar zag mijn bionische vrouw toch wat tegenop. Ook de Plaza de Toro moeten we nog een keer doen.

Er blijven nog genoeg dingen te doen in Malaga, de Soho barria, de verborgen straatjes en de overdekte markt zijn er maar een paar van. Ik denk echter wel dat je er ‘s avonds moet zijn om van de pleinen en zo te genieten. Dat zal echter tot een volgend keer moeten wachten. Wij zijn aan het einde van de middag al vertrokken. Net voor donker thuis. Eens kijken of de douche al gerepareerd is, die doet het al drie dagen niet naar behoren. Zou toch wel eens fijn zijn om weer eens lekker te douchen.{20191106}


 

Donderdag 7 nov 2019: Een mooie, natte dag

Antequera wordt aangeprezen als één van de mooiste stadjes van Andalusië. Ik had de naam van de week ook al een keer in de eetzaal horen vallen, gevolgd door de nodige superlatieven. Voor de zekerheid hebben we het even opgezocht en de boeken zeiden het ook. Verder werden de bergen van El Torcal de Antequera vermeld met de kop: ‘Het omrijden waard’. Op pad dus maar. Licht bewolkt was het toen we vertrokken maar naarmate we Antequera naderden nam de bewolking steeds meer toe. Vanaf Villanueva de la Concepción (wat een naam… Nieuwstad van de Bevruchting) ging de weg ook behoorlijk omhoog en kwamen we in de bewolking terecht.

Het was nog niet echt dikke mist maar dat zou nog veranderen. Naarmate we hoger kwamen werd het zicht minder en begonnen de eerste druppels te vallen. Eerst even iets over het park. Het park is bijzonder door de rotsformaties die er zijn. Gezien de hoogte zou je het bijna niet geloven maar het bestaat uit kalksteenformaties die vroeger de zeebodem vormden en in de loop van miljoenen jaren omhoog gedrukt zijn. Het bewijs hiervoor bestaat uit talloze fossielen die hier te vinden zijn. Weer, wind en water zijn hier al honderden eeuwen de rotsen aan het boetseren met een verbluffend resultaat. Gestapelde stenen, wonderlijke formaties, of er met een reuzenkam gewerkt is. Het was jammer dat het mistig was maar het gaf de omgeving toch ook wel weer iets mysterieus en sprookjesachtigs. 

Op weg naar het bezoekerscentrum waren we al verschillende keren gestopt maar het weer dwong ons weer de auto in. Bij het bezoekerscentrum eerst maar eens even het restaurant in voor een bak koffie. Terwijl we zaten te drinken leek het weer wel iets te verbeteren. Ogenschijnlijk klaarde het wat op en het werd warempel weer droog. Koffie op, hup op pad. Eerst maar eens naar de Mirador, het uitzichtspunt van waar je bij helder weer Malága, de zee en soms zelfs Marokko kunt zien liggen. Ja, bij helder weer wel. Wij konden nog geen 100 meter ver kijken. Maar weer terug naar de auto maar omdat het toch wel wat droger leek besloten om een rondje te doen. 

Drie wandelroutes stonden er uitgestippeld en de groene leek ons wel wat: dificultad - bajo (moeilijkheidsgraad - laag), anderhalve kilometer lang en na drie kwartier zou je weer terug zijn. Echt iets voor de ongeoefende bergbeklimmer dus. De eerste honderd meter waren inderdaad wel te doen maar toen werd het iets moeilijker. Ondertussen begon het ook weer zachtjes te regenen en de rotsen en de modder die er tussen zat werden spiegelglad. Voorzichtig, stapje voor stapje vooruit. Je moet er niet aan denken dat je hier een klapper maakt. Er kan met dit weer geen helikopter landen en ik zie ook nog geen verpleegsters met een brancard door de bergen hobbelen. 

Na pakweg een 500 meter werden we ingehaald door een groep Slavisch sprekende mensen, vrolijk op gymschoenen, in korte broek en T-shirt, helemaal doorweekt en het leek of ze elkaar alleen maar uit stonden te foeteren maar met dat soort talen weet je het nooit. Ze vlogen ons voorbij of het een hardloopwedstrijd betrof maar de waarheid zal wel zijn dat ze verlangden om droog bij de kachel te gaan zitten. Iets later kwam er een groepje van vijf Leidse studenten langs. Gezellige meiden, ondanks het ballenweer en het feit dat ze onder de prut zaten waren ze vrolijk, Ze haalden ons ook in, zij het met een minder verschil dan de Russen. Iets later begon de regen harder te vallen en schuilden ze onder een soort van natuurlijk afdak en liepen wij weer in. 

Al schuilend even kennis gemaakt, foto’s gemaakt voor vázeeboek en toen het weer ging samen de reis weer hervat. Het was op dat moment dat we hem zagen, althans, de meiden zagen hem en wezen me er op…. een steenbok. Of eigenlijk was het geen steenbok maar een steengeit, de vrouwelijke uitvoering. Iets kleiner met kortere hoorns. Wel een ontmoeting waar je toch stiekem op hoopt maar waarop de kans wel erg klein is. Maar we hadden hem in het snotje en ik liet het fototoestel vrolijk klikken want dit soort dingen schijn je achteraf altijd te moeten bewijzen. Hierna scheidden onze wegen weer want ze liepen toch wat sneller dan de Koedijker pré-bejaarden. 

Ondanks het weer hadden we een prachtige tocht. Wat heeft de natuur toch een geweldige verschijningsvormen, ik kan me er iedere keer weer hogelijk over verbazen. Vrij onverwacht kwam er een einde aan de tocht. Bij mooi weer hadden we het informatiecentrum waarschijnlijk al eerder gezien maar nu waren we er nog maar een 100 meter van af voordat we het herkenden. Blij toe, er kwam een einde aan het geklim en geglibber maar het was de inspanning waard geweest. Eerst nog maar een kop koffie gehaald voor we verder konden. Snel de gewone wandelschoenen uit de auto gehaald en de smerige exemplaren gewisseld. Natte jas op de achterbank en op naar Antequera, een plaatsnaam die beter te verklaren is. Ante is tegen, quera betekent kalk. Tegen de kalk aangebouwd dus en niets mistigs met onverklaarbare bevruchtingen en zo.

In de stad aangekomen leek het nog niet zo makkelijk om een parkeerplaats te vinden maar gelukkig vonden we een parkeergarage. Auto neergezet en snel op zoek naar een eettentje want ik moest toch nodig pissen. Gelukkig snel iets gevonden en nog voordat we maar gingen zitten de blaas even geleegd. Ja, ouder worden komt toch wel met gebreken. Daarna maar eens iets van de kaart gekozen. Ik had een linzensalade die iets later een linzensoep bleek te zijn en Jantiene had iets met paprika’s, een plaatselijke specialiteit. Het bleek paprikapuree met uitgebakken spek, tonijn en hardgekookte eieren te zijn. Ja, en niet een beetje puree, nee een soepbord vol ijskoude puree. Was niet echt een succes. Daarna gebakken zalm met salade en varkenslapjes met frites en een cheesecaketoetje toe. Biertje er bij en een glaasje witte wijn en voor achttien euro ben je klaar. Nog goedkoper dan Mc Donalds en dan krijg je er ook nog gratis televisie, een schallende radio en wat gillende keukenmeiden bij. Geen geld….

Daarna het stadje in. Het weer was gelukkig opgeknapt en zowaar, het zonnetje was af en toe zelfs te zien. Een tijdje rondgelopen en wij vonden alle lovende woorden toch net iets te veel aangedikt. Het was een aardig stadje maar niet meer dan dat. We zijn even later nog bij het Alcazaba geweest, de Moorse vesting die het dorp domineert. Daar de rondleiding gedaan, vergezeld door een elektronische gids. De verhalen die verteld werden waren spannender dan de rondleiding. Wel een mooi gerestaureerd geheel maar het ontbrak aan een ziel. Eenmaal weer buiten, na zo’n drie uur in de stad rondgelopen te hebben, maar weer naar de auto. Nog een ritje van een uur en we zaten weer in het hotel. Vanavond bij de Indiër gegeten, hoewel de naam iets anders doet vermoeden: Chez Espices. Dan denk je toch eerder aan een Frans kruidenvrouwtje. 

De eetzaal was leeg en we werden met alle égards ontvangen. ‘Somos los Primeros?’, vroeg ik. ‘Y los ultimos’, kreeg ik als antwoord. Niet echt hoopgevend maar je bent wel verzekerd van de aandacht van het personeel. Aardige kerel trouwens. Begonnen met pappadums met verschillende dips en daarna een vegetarische curry en een lamscurry. Nog even wat te drinken er bij. Smaakte supergoed voor 21 euro. Daar kan je het licht toch ook niet voor laten branden zou je zeggen. Ben benieuwd wat hij op deze manier per dag overhoudt. We waren vrij snel aan de beurt en dus ook vrij snel klaar en binnen anderhalf uur waren we uit en thuis. Daar nog even bloggen en de leesportefeuille doornemen en dan is deze dag ook weer tot een goed einde gekomen. Nog geen plannen voor morgen, eerst maar eens naar de lucht kijken. We zien wel. {20191107}


 

Vrijdag 8 nov 2019: Onbespoten mandarijnen

Alhama de Granada wordt door de boeken aanbevolen door de spectaculaire kloof en dito wandeling. Tijd om na het ontbijt de auto in te stappen en die kant op te gaan. Het is niet echt ver maar je maakt niet veel kilometers per uur dus de reis duurt wel even. Ik dacht dat we alle routes in de omgeving wel een beetje hadden gehad maar dat bleek dus niet het geval te zijn. Bij La Viñuela bogen we af richting Ventas de Zafaraya. Een prachtige bergweg was de beloning. 

Bij de top bereikten we de Sierra de Almijara, een hoogvlakte waar tuinbouw de klok sloeg. Artisjokken, tomaten, bonen, uien, courgettes, aubergines, pompoenen, kortom van alles en nog wat. Waren het hiervoor nog hoofdzakelijk fruit en olijven die het landschap domineerden, hier waren het echt de groenten die de boventoon voerden. We zijn nog even afgeslagen richting Zafaraya. Grote overslaghallen en een veiling gaven wel aan hoe belangrijk de agrarische sector hier is. Onderweg zagen we een paar mannen met plastic manden op hun rug die er af en toe wat in leken te gooien. De nieuwsgierigheid was gewekt. Ze bleken artisjokken aan het oogsten te zijn. De artisjok is een distelachtige groente waarvan de bloem in de knop gegeten wordt. Die werden afgehakt en met een soepel gebaar werden ze in de mand gegooid. 

Er waaide een koude wind vandaag dus we zaten eigenlijk weer snel in de auto en reden door naar Alhama. Daar aangekomen de auto geparkeerd en de eerste mensen die we zagen waren de dames die we achter gelaten hadden in de eetzaal van het hotel. Ze hadden blijkbaar hetzelfde plan opgevat als wij. Iets verder in de straat was de VVV  waar we de juiste informatie over het dorp kregen en over de wandeling in de kloof. Daarna nog even het plaatselijke café in om een bak koffie te halen. Daar was het zo koud dat het barpersoneel met de winterjas aan achter de toog stond, net als de klanten trouwens. Wel zaten ze aan een lekker koud biertje dus ze waren nog niet helemaal door koud. Daarna nog even snel naar de auto voor een extra trui en de wandelschoenen. 

Hoewel het op de uitgereikte plattegrond vrij eenvoudig leek waren we binnen vijf minuten het spoor al bijster en verdwaalden we tussen de ruïnes van een paar vervallen watermolen. Na de mogelijkheden op de kaart goed bekeken te hebben zijn we terug gelopen en vonden we het juiste pad. Het waren behoorlijke klimmetjes die Jantiene haar nieuwe heup behoorlijk deed protesteren. Na verschillende stops hebben we maar besloten om een short-cut te maken en terug te gaan naar het dorp. Jammer want het was een prachtige omgeving. Nog even een rondje in de omgeving gemaakt waarbij we ook het meertje tegen kwamen wat het doel was van de wandeltocht. Gelukkig, hebben we die ook nog gezien.

Op de parkeerplaats werden we aangesproken door een man van een jaar of tachtig die daar zijn oogst stond te verkopen: aangevreten sla, aardappelen met roest en fruit met plekjes. Ik had eigenlijk geen zin om wat mee te nemen omdat we morgen ochtend vertrekken en wat moet je er dan weer mee… Uiteindelijk liet ik me toch verleiden om een paar mandarijnen mee te nemen, vijf stuks om precies te zijn. Y cuanto costa? was de vraag… Drie euro was het antwoord. Drie euro, daar kan je hier bijna een vijfgangen diner voor kopen. ‘Ja maar’ vertelde hij ‘dit is natuurlijk wel biologisch’. Gek dat je voor iets dat minder kost om te produceren meer betalen moet.  

Uiteindelijk belandden we op de terugweg toch weer op de zelfde weg als heen, het aantal wegen in de bergen is nu eenmaal altijd wat beperkt. Gelukkig zie je dan alles wel weer in een ander perspectief zodat het er allemaal nèt iets anders uit ziet. We gingen redelijk op tijd weer naar het hotel. Het leek ons verstandig om toch maar een beetje op tijd de koffers in te pakken. Vanavond nog even uit eten. We hadden een tentje in La Viñuela uitgezocht, La Horna, maar die bleek gesloten te zijn. Alles donker en verlaten dus maar weer terug naar de camping want om nu weer met zijn tweeën bij de Indiër te gaan zitten, nee, daar hadden we weinig zin in. Redelijk op tijd lagen we er in, een uur of elf, want het zou een korte nacht worden.{20191108}


Zaterdag 9 nov 2019: Weer terug

Om zes uur ging de wekker. Pikdonker was het nog. Het vroege uur is te wijten aan het vroege vertrekuur van onze Boeing uit Málaga. De koffers zijn al voor 95 % klaar en wij zijn dat ook vrij snel. Gelukkig kunnen we nog snel een kop thee zetten op onze kamer maar een ontbijt zit er niet in. De eetzaal gaat pas om half negen open en dan moeten wij al ingecheckt zijn. Om kwart voor zeven liggen de koffers in de auto en gaan we op pad. Het is koud, de thermometer geeft slechts twee graden aan. Een klein uur later rijden we de auto bij de verhuurder de hal in. Daar gaat het omgekeerd als op dag 1: met de bus naar de vertrekhal en daar de koffer inleveren. Door de beveiliging heen wat nog even wat voeten in de aarde had. 

Een opgefokte kleine, kale en veel te dikke Spaanse pot in uniform liet me vier keer door het poortje gaan om mijn bak met spullen door de Röntgenscan te laten gaan. Ik begreep er niets van. Ze werd steeds kwader, haar ogen knepen samen en in haar mondhoeken begon het spuug een beetje te schuimen. Uiteindelijk werd het me duidelijk gemaakt door een wat vriendelijker typ. Ik had twee bakken op elkaar staan en in de onderste zat de laptop. Ik had er niet eens erg in. Ik stelde dus de vraag waarom dat niet op een normale manier uitgelegd kon worden maar daar kreeg ik geen antwoord op.

Uiteindelijk staan we achter de douane. Uiteindelijk mochten we de schoenen weer aantrekken en konden we richting gates. Ruim op tijd dus daar maar even ontbeten en bijgekomen. Om tien uur zaten we in het vliegtuig wat een kwartier later vertrok. Helder was het tot halverwege Spanje. Op een gat na in de bewolking boven de Gironde was er weinig meer te zien totdat we bij Zeeuws Vlaanderen onder het wolkendek belandden en weer kennis maakten met het regenachtige Hollandse weer. Maar ook hier is de regen nat, weinig verschil met Spanje dus. 

Op Schiphol raakten we nog even de weg kwijt maar uiteindelijk vonden we toch de bagagebanden en de onze koffer. Aan de andere kant van het raam ontwaarden we Anne en Ans al die ons op kwamen halen. Thuis aangekomen bleek er heel veel veranderd aan ‘Het Hok’. Het is snel gegaan deze week. Hoewel we er aan toe waren om even weg te gaan was het toch wel wat moeilijk om te vertrekken. Goed om weer terug te zijn, gelukkig met een koffer vol goede herinneringen. {20191109}